Zou God toch vrouwelijk zijn? Hoe harder de tijd, hoe harder de grap PZC i&if Grote aria's, grote stem HSiÉEÉi§iÉÖ<SI liÜÏ aÜ Hartmut Haenchen terug naar Dresden Die Schone Müllerin Barrios van deze tijd 27 Mariss Janssons feeëriek Modern cabaret vrijdag 6 september 2002 artmut Haenchen had zich de terugkeer naar zijn geboortestad Dresden heel anders voorgesteld. Komende week neemt hij als chef-dirigent afscheid van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Twee keer voert hij in Amsterdam met het orkest de achtste symfonie van Mahler uit en daarna volgt nog een zelfde concert in Dresden. Maar wat daar de feestelijke presentatie van zijn orkest had moeten worden, wordt nu een emotioneel geladen benefiet voor een door het water bezochte stad. De afgelopen maand spoelde rivierwater in een paar da gen alles weg wat de laatste ja ren na de val van de DDR was opgebouwd. Ook tal van podia voor de Musik Festspiele, waar Haenchen volgend jaar de lei ding heeft, zijn zwaar bescha digd en geld voor herstel is wel licht eerder op andere plaatsen nodig. „De stad was voorbereid op een waterstand die een meter lager ligt dan nu werd bereikt. Want wie had ooit gedacht dat de rivier zo hoog zou komen?" „We spelen straks in een stad waar iedereen is getroffen. Dresden zelf kent nog altijd 33.000 evacués en de deelstaat Saksen in totaal nog 133.000. De verkeerschaos in de stad is enorm. Het hele openbaar ver voer is nog steeds in de war en het is zelfs de vraag of de trein waarmee het orkest volgende week reist, het station kan be reiken. Het hotel waar het zou logeren is nota bene wegge spoeld. Maar we zullen daar op treden." „Gelukkig staat ons eigen huis in Dresden op een gunstige plek, zodat ik daar mijn familie kon opvangen. Het is nu een echt fa miliehuis. Verder wonen daar voorlopig ook andere mensen. Maar het huis van mijn ouders, waar ik ben opgegroeid, dat is zwaar beschadigd. En op de plek waar het bedrijf stond van mijn broer vind je nu alleen nog modder. Een lening van de bank om opnieuw te kunnen begin nen krijgt hij niet. Hij is al te oud om dat geld ooit nog terug te verdienen. En dat is dan nog maar één voorbeeld." „Ik sprak er een man die me zei dat hij nu geen entree voor ons concert zou kunnen betalen. Zelfs het goedkoopste kaartje van 6 euro is voor veel mensen al te duur. Maar juist vandaag, zei hij, is er behoefte aan zulke mu ziek, muziek die troost. Ik heb toen onderzocht of iedereen wellicht gratis aan dat concert zou willen meewerken. Iedereen doet dat nu. Het orkest heeft bo vendien uit eigen zak zelfs 5000 euro gegeven en de directie van het NedPhO heeft daar nog eens 5000 euro bij gedaan. Fantas tisch, nietwaar? Dat concert wordt een cadeau voor de bevol king. En ook de Nederlandse ambassade draagt een steentje bij." Emotioneel „De uitvoering van de Achtste zal dus ook voor mijdaar in de Kreuzkirche, voor de bevolking van Dresden, heel emotioneel worden. En dat met een werk dat toch al boordevol diepe le vensvragen zit. Mahler voelde destijds dat hij dit werk moest schrijven, of het ooit zou worden uitgevoerd of niet." „Centraal staat de liefde van God. In wezen vervolgt hij daar mee Wagners opera 'Parsifal', waarin bijna een soort eigen re ligie wordt geschapen: het ge loof dat alleen de vrouw de we reld kan verbeteren. Je vraagt je af: zou God dan misschien toch vrouwelijk zijn?" „Mahler schreef de Achtste toen zijn huwelijk met Alma nog goed was. Overal voel je: het komt goed met de wereld. In zijn eerdere werk was dat nog wel anders. Zelfs in de Tweede, 'de Wederopstanding', plaatst hij daar nog vraagtekens bij. Maar hier hoor je de mens vallen en hoe God hem vervolgens weer overeind helpt. De manier waarop hij dat laatste bereikt is zo barok en doet je dan weer sterk denken aan Bach. Een groot deel van de muziekge schiedenis valt voor mij samen in dit werk, dat fascineert me in Mahler." Scepsis Het idee van Haenchen om met het nog in de groei zijnde Ned PhO in het Amsterdamse Con certgebouw alle symfonieën van Mahler uit te voeren, werd in 1998 met scepsis begroet. Im mers, diens werk leek in de hoofdstad te zijn voorbehouden aan het Koninklijk Concertge bouworkest. Maar ook het Ned PhO heeft nu zijn eigen gewaar deerde Mahlertraditie. .Bovendien is het me gelukt met onze Mahler een nieuw en ook j ong publiek te trekkenIn com binatie daarmee hebben we ook Schönherg, Webern en Berg kunnen uitvoeren. En van veel onbekende Nederlanders, zoals van Gilse. Nu ik de Achtste diri geer, merk ik hoeveel er door het orkest is geleerd. Ik hoef niets meer uit te leggen. Het orkest is nu vertrouwd met het Mahler- idioom, het speelt die muziek nu van binnenuit. Op die basis kan mijn opvolger Kreizberg straks verder bouwen." „Als ik nu niet wegens de bezui nigingen zou opstappen, had ik hier eigenlijk nog drie jaar wil len werken, dan had ik een top orkest kunnen achterlaten dat bestand zou zijn tegen bezuini gingen zoals die nu zijn doorge voerd. Gelukkig valt de schade mee, omdat in elk geval de sala rissen eindelijk omhoog zijn gegaan. Het orkest is nu aan trekkelijker voor buitenlands talent." „Jammer is ook dat de kleine kamermuziekensembles uit het orkest niet meer kunnen optre den in Beurs van Berlage. De er varing die ze daarmee opdeden kwam immers de kwaliteit van het orkest enorm ten goede. Maar uiteindelijk vertrek ik Hartmut Haenchen: „Misschien heeft het met mijn Duitse achtergrond te maken, maar de politiek heeft hier nooit naar mij willen luisteren." foto Diederik van der Laan/GPD toch in een goede sfeer. En als gastdirigent kom ik nog graag terug. Uiteindelijk heb ik de beste jaren van mijn leven gege ven om dit orkest te brengen tot waar het nu is. Maar het af scheid zal pijn doen, vooral om dat ik mijn werk niet heb kun nen afmaken." Toch klinkt hij niet echt bitter. Zijn besluit om voortijdig weg geleden naar Amsterdam. Zijn voorganger Edo de Waart ge loofde na een jaar niet meer in het opbouwwerk bij dit orkest, ontstaan uit de fusie van het Ne derlands Kamerorkest, het Am sterdams Philharmonisch Or kest en het Utrechts Symfonie Orkest. Maar omdat de toenma lige DDR-regering Haenchen het werken onmogelijk had ge- te gaan bij het orkest is domweg consequent. Jammer, vooral ook voor het publiek voor wie hij in de afgelopen zestien jaar zo'n vertrouwd gezicht werd. Hij had er lang mee gedreigd: bij bezuinigen door de overheid op het Nederlands Philharmisch Orkest zou de chef-dirigent ver trekken. En dus voert Haenchen zijn dreigement nu uit. Hij neemt afscheid. Haenchen kwam zestien jaar maakt, betekende deze moeilij ke taak in Amsterdam een nieu we toekomst. Een succesvol dirigent die nu toch vertrekt uit frustratie om dat hij zijn werk niet kan afma ken. Voelt hij zich wellicht mis kend? „Op één punt", zegt hij zonder aarzelen. „Misschien heeft het met mijn Duitse ach tergrond te maken, maar de po litiek heeft hier nooit naar mij willen luisteren. Nu ik weer in Saksen kan werken, heb ik al twee functies waarin dat juist wel gebeurt. Daar wordt mijn mening nu wél gevraagd." „Ik had hier zo graag een keer gesproken met staatssecretaris Rick van der Ploeg. Ik had hem zo graag willen uitleggen waar om het verkeerd is om te bezui nigen op de orkesten. Natuur lijk zijn er die minder goed zijn, maar je hebt een piramide no dig: een paar toporkesten en daaronder en aantal andere. Daarin kunnen musici naar die top doorgroeien. Zonder die brede basis heb je geen top. Dat heb ik hem nooit kunnen vertel len." „Pas toen de bezuinigingen rond waren, kwam hij naar onze concerten en zag je hem bij de opera, als we daar speelden. Maar wat had ik hem graag uit gelegd dat hij het geld verkeerd uitgaf. Want we speelden eigen lijk heel goedkoop voor een groot publiek. En dat is nu afge lopen. Holland Symfonia, dat na de fusie van het Balletorkest en het Noordhollands Philhar monisch Orkest het grootste or kest van Nederland is, kan dat ook nooit opvangen. Bovendien zoeken ze daar nog een nieuwe chef-diiigent. Moeilijk, want iemand die daar in zo'n moeilij ke positie van opbouw wil wer ken, zal veel geld kosten." Wat hebben de platenmaat schappijen toch met de Franse romantische opera? Al weer is er een cd verschenen met grote aria's uit dat genre, gezon gen door een grote stem. Dit maal van de Bulgaarse mezzo Vesselina Kasarova. Het klinkt clichématig om haar veelzijdig te noemen, maar het is wel de waarheid. Ze zingt het grote belcantorepertoire net zo ge makkelijk en overtuigend als het romantische lied en dit sei zoen is ze te gast bij De Neder landse Opera in Mozarts 'La cle- menza di Tito'. Ook haar jongste cd is zonder meer iets bijzonders. Alle aria's uit muzikale drama's van Gou nod, Meyerbeer, Berlioz, Tho mas, Massenet en Lalo krijgen een bijzonder mooie, tot in de details van muziek en tekst uit gewerkte vertolking. Haar Frans klinkt weliswaar een tikje Bulgaars, maar haar stem leent zich qua kleur en techniek uit stekend voor de melodische lij nen, waarin ze op de juiste mo menten de mooiste virtuoze en dramatische accenten plaatst, zonder met die stem meteen te pronken. Extra aardig is de keuze voor wat minder bekende aria's. Ooit wel eens gehoord van de opera 'Cinq-mars' van Gounod en de daaruit afkomstige aria 'Nuit resplendissante'? Aan dit stukje pure schoonheid, eveneens sfeervol begeleid door het Münchner Rundfunkorchester onder leiding van Frédéric Chaslin, ontleent deze cd zijn ti tel. Terecht. Hans Visser Nuit Resplendissante, Franse ope ra-aria's door Vesselina Kasarova. Münchner Rundfunkorchester ö.l.v. Frédéric Chaslin. Tijd: 53.40. Wat is er mooier voor een zanger om een cyclus van Schubert te mogen opnemen? Zo'n reeks liederen behoort im mers tot de hoogtepunten van het liedrepertoire, is een ijkpunt voor wat een zanger kan. Alleen al daarom mag de bariton Mat thias Goerne gerust trots zijn op zijn opname van Die schone Müllerin. Met Eric Schneider aan de vleu gel komt het treurige verhaal van de dichterlijke jongeman met het romantische hart tot le ven. Met zijn donkere warme timbre roept hij beelden op met een diep romantisch getint claire obscure. H.V. Die schone Müllerin, Schubert. Matthias Goerne, Eric Schneider Tijd: 71.46. Haenchen is in elk geval niet ge vraagd. En van een nieuwe vas te band met een ander orkest is ook al geen sprake. „Ik was ooit in gesprek met een Duits orkest, maar we konden het niet eens worden over mijn positie. Ik wilde niet opnieuw in een on dergeschikte positie terechtko men met alle risico's van dien. Nu kan ik eindelijk veel vaker ingaan op uitnodigingen voor gastdirecties. Bij voorbeeld bij de grote orkesten van Berlijn, München, Dresden en Leipzig." Hoe groot is kans dat Haenchen ooit nog eens het Koninklijk Concertgebouworkest gaat di rigeren? Over zijn gelaat glijdt een glimlach vol belofte. „Er zijn seintjes geweest." Hans Visser Concert: Symfonie nr. 8. 'Symfonie der Tausend' van Gustav Mahler. Door: Nederlands Philharmonisch Orkest, Nederlands Kamerorkest, Rita Cullis (sopraan), Angela Maria Blasi (sopraan), Ofelia Sala (sopraan), Lioba Braun (alt), Rein- hild Runkei (alt), Glenn Winslade (tenor), John Bröcheler (bariton), Kurt Rydl (bas), Nationaal Koor van de Oekraïne 'Dumka', Sacraments koor Breda Dirigent: Hartmut Haenchen. Te horen: Amsterdam, Concertgebouw. 9 en 10 september; Dresden, Kreuzkirche, 12 septem ber. Het is niet niks om te worden aangeduid als de 'Chopin en de Paganini van de gitaar'. Toch is die kwalificatie niet echt overdreven. Op de cd Confésion laat gitarist Alexander-Sergei Ramirez horen dat er heel wat komt kijken om de muziek van de in 1885 geboren gitarist en componist Agustin Barrios Mangoré te kunnen uitvoeren. Hij schreef een slordige drie honderd stukken, maar een groot deel daarvan is na zijn dood in 1944 verloren gegaan of zoek geraakt. Puur een kwestie van desinteresse. Dik een halve eeuw later valt daar toch heel anders tegenaan te kijken, getuige de recente cd van Ramirez. Deze schetst in 19 stukken een mooi muzikaal por tret, waarin Barrios toch veel meer is dan een kruising tussen Chopin en Paganini. Romantiek en virtuositeit spelen inderdaad een grote rol, maar daarnaast toont hij zich onmiskenbaar een Latijns-Amerikaan. De ritmes en kleuren van de volksmuziek zijn volop aanwe zig en bovendien steekt hij hier en daar ook zijn liefde voor Bach niet onder stoelen of ban ken. H.V. Confésion, muziek van Agustin Bar rios Mangoré, door Alexander- Sergei Ramirez. Tijd: 75.17. Hij staat hoog genoteerd op het verlanglijstje met kan didaten voor de post van chef dirigent bij het Koninklijk Con certgebouworkest: Mariss Jan sons. Waarom? Een duidelijk antwoord daarop geeft de cd die hij opnam met het Symfonie Or kest van de Beierse Omroep en violist Nikolaj Znaider. Znaider staat met diens hoofd rol in het tweede vioolconcert van Prokofjev, het vioolconcert van Glazunov en Meditation van Tsjaikovski natuurlijk cen traal. De winnaar van het Ko ningin Elisabeth Concours van 1997 speelt die rol, ondanks zijn soms nog wat prille klank, met verve. Maar het is Jansons die met het orkest de voorwaarde daarvoor schept. Vooral bij Pro kofjev, waar de solopartij als vanzelfsprekend lijkt op te bloeien uit een haast magische wereld van klank en ritmiek, met een feeëriek middendeel. Al even gloedvol brengen orkest en solist hetlaatromantische vi oolconcert van Glazunov, met een glanzende cadans en een haast Spaans broeierig aan doend slot. Nog wat verder te rug in de tijd eindigt de cd met Tsjaikovski's Meditation uit 1878, ook bekend als het eerste deel van Trois souvenirs d'un lieu cher. Een fraaie, maar wat zoete bonbon. Zodanig dat het stuk met zijn melancholieke sfeer,toch een muzikale lekker nij is voor de bezoekers der sa lons in de betere kringen van Tsjaikovski's tijd. H.V. Prokovjef, Glazunov, Tsjaikovski. door Nikolaj Znaider, Mariss Jan sons, Symphonieorchster des Bayri- schen Rundfunks. Tijd: 56.49. T 7orstenhoven hadden vanaf het jaar 1 V een nar. Deze zot mocht zelfs het gel r 1000 t geloof parodiëren in een tijd dat dit een burger de kop zou kosten. Hij was geoorloofd het pu bliek én de machthebbers te geselen. Caba ret van nu wordt onder invloed van de 'tele- visie-zapcultuur' steeds sneller en harder. Durft een cabaretier nog de tijd te nemen voor een mooi verhaal of een gevoelig liedje. André Manuel zal, als cabaretier en zanger van de band Krang, veel blijven zingen in het theater. Of het gemiddelde publiek dit ook waardeert, dat zal hem een zorg zijn. „Natuurlijk is er ruimte voor mooie liedjes. Over wat mooi nu precies is, verschillen de meningen. Als u mooi gelijkschakelt aan oubollig zie ik dat liever verdwijnen. We hebben de Stones gehad. Nirvana. Dead Moon. The John Spencer Blues Explosion. Johnny Dowd. lets van die muziek moet in de Nederlandse theaters terug te horen zijn. Dat vind ik mooie liedjes. Ook al klinkt het alsof er drie poedels door een papierver snipperaar worden gedrukt. Leve de directe schoonheid! En om die liedjes naar elkaar toe te praten verzin je een verhaal. Dat dit verhaal ruwer dreigt te worden dan voor heen, lijkt me een zegen. Het geweld behoort een plek in de theaters te krijgen. Rustig de tijd nemen is er niet meer bijDat is je kop in het zand steken." Cabaretière Hester Macrander staat niet bekend om haar harde en grove stijl, toch is zij beslist geen voorstander van de softe aanpak. „Bij sentiment loop ik brakend de zaal uit, daar zul je mij ook niet op betrap pen. Tot verdriet van het publiek, want men vindt dat juist heerlijk. Youp van 't Hek die een gevoelig liedje zingt is toch vreselijk. Ik Hester Macrander: „Bij sentiment loop ik brakend de zaal uit." foto Cees Mooij/GPD zing wel eens een lied waar niet om gelachen kan worden. Dan valt de helft van de zaal in slaap. Dat geeft niet, dat noem ik een rust punt." Arie en Silvester, vertegenwoordigers van het nieuwe theater van de lach, hebben moeite met de zogenaamde mooie liedjes. „Liedjes in het cabaret zijn een zwaktebod. Als Youp gaat zingen loop ik weg. Mijn bil- haren gaan dan recht overeind staan", ver zucht Arie. Collega Silvester legt uit: „Lied jes in een cabaretprogramma kunnen bijna niet meer omdat beide kwalitatief zoveel beter zijn geworden. De grappen zijn ster ker en de Nederlandse muziek is eveneens van hoog niveau. Om je in één van de twee te bekwamen is al lastig genoeg." De Groninger cabaretier Jaap Mulder zingt steeds minder in zijn programma 's. „Ik doe geen liedje om het liedje. Musical vind ik om die reden een vreselijk genre. Ik zit ook in een symfonische rockband, daar kan ik be ter muziek gaan maken. Maar als ik een scè ne speel op zolder waar ik mijn oude gitaar vind, dan kan een mooi liedje wel. Als het maar een functie heeft." De cabaretiers voelen zich de klokkenluider van de maatschappij. Poëtische teksten en liedjes lijken steeds meer passé. Hoe grof moet je als cabaretier momenteel zijn? „Hoe harder de tijd, hoe harder de grap", vindt André Manuel. „Ik speel mijn voorstellin gen altijd rondom de actualiteit. Daar loop ik niet voor weg. U mag dan ook aannemen dat er in mijn voorstellingen politici worden vermoord en vliegtuigen tegen wolken krabbers aanvliegen. Als dit een stijl ge noemd mag worden, dan is het de tijdgeest die me voortjaagt. De cabaretier loopt voor de muziek uit en bepaalt het tempo. Hester Macrander zegt gemakkelijker 'vie ze woorden' dan voorheen. „Ook vloek ik op het toneel. Het is interessant om grofheid te onderzoeken, want niets menselijks is ons vreemd. Het is normaal dat de cabaretier het over wilde driften heeft. Bij veel van ons blijft het uiteraard steken in grofheid om de grofheid." Jaap Mulder onttrekt zich volledig aan deze trend. „Grof cabaret? Ze doen maar. Dat vind ik te gemakkelijk. Je gebruikt een naam en walst erover heen. Of je doet iets met seks. De grote club zit er misschien op te wachten. Soms heb je het idee dat heel Ne derland LPF stemt, dat is natuurlijk niet zo. De grappen die ik maak gaan over mijn ver bazing. Ik snap deze tijd niet. Niet dat ik daar belerend over wil zijn, maar de grap is voor mij een middel om uiting te geven aan deze verbazing." Arie en Silvester vinden zichzelf zeker niet grof maar 'eerlijk'. „We spreken de taal van nu. We schreeuwen praktisch nooit. Stiltes schuwen we ook niet. Er is een scène waarin we anderhalve minuut niks zeggen. Dan doen we een fysieke grap. Poëzie of een lied, oké, maar dat moet wel in dienst staan van de grap. We zijn ook wel eens lief voor ons publiek. Aai, aai, beuk, beuk! Jongeren zijn een belangrijke doelgroep voor cabaretiers. Hun hang naar afwisse ling, snelheid en hardheid is voor de cabare tiers echter geen aandrijvende factor. Hes ter Macrander wil wel weten wat de jeugd bezighoudt maar richt zich met name op haar eigen doelgroep. „In mijn nieuwe pro gramma zit één parodie op die oeverloze MTV-clips die niks anders zeggen als: kijk mij eens een mooi mens zijn, wie wil met mij naar bed? Meestal is je publiek globaal van je eigen leeftijd en leefstijl. In mijn zalen zit ten dus vooral oudere jongeren. Voor veel van mijn oudere fans (55+) ben ik de laatste jaren wel grover en sneller geworden." Arie en Silvester houden op het toneel bij voorkeur rekening met zichzelf. „We spre ken tot op zekere hoogte de taal van de jon geren maar als we een scène doen met de ca via-act van Fred Oster, dan missen we de jeugd. Omdat de helft niet weet wie Fred Os- ter is. De grap is dan mislukt- Jammer. Vol gende. Wij zijn een bus die rondrijdt en mis je een grap, dan stap je de volgende halte maar weer in." De televisie heeft wel degelijk zijn uitwer king op de cabaretiers. Ze kunnen er niet omheen. Behalve Arie en Silvester - twee van hun programma 's waren al op tv te zien - hebben de anderen geen hoge pet op van het medium. Voor Manuel is tv een stinken de beerput waaruit hij met liefde voor ons schept. Het is tenslotte onze eigen stront. „Ik heb niks met de televisie als podium en alles met de televisie als inspiratiebron. Door er naar te kijken schrijf ik grote delen van mijn programma's. Maar als daadwer kelijk theater is de beeldbuis te plat. U moet mij kunnen ruiken." Afstompend, noemt Hester Macrander ons dagelijks ritueel..Televisie kan ook tegen je werken. Wie gaat er nog naar Mike Boddé, nadat hij vorig jaar bij de Vara was te zien? Ik in ieder geval niet. Het is een genadeloos medium." Arie en Silvester laten zich graag beïnvloeden, ook door tv en de MTV-gene- ratie. „Onze snelle, directe en korte grappen lenen zich goed voor het medium. De tv-op- tredens hebben ons veel publiek opgele verd." Voor Jaap Mulder is het medium ech ter de dood in de pot voor het cabaret,1 k ga niet mee met trends en voor tv ben ik niet ge schikt. Ik kan niet binnen enkele seconden snedig of grappig reageren. Als je dat wel kunt, word je een BN'er. De pr-afdeling van een theater zei vorig jaar dat de verkoop van mijn programma niet helemaal naar wens verliep. Of ik daar niet iets aan kon doen. Ik hoor ook wel eens: het is Jaap Mulders eigen schuld, hij komt nooit op tv. Op televisie gaat je eigenheid verloren. Je wordt in stuk jes geknipt." Marion Groenewoud

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 27