Zou God toch vrouwelijk zijn?
Hoe harder de tijd, hoe harder de grap
PZC
i&if
Grote aria's, grote stem
HSiÉEÉi§iÉÖ<SI
liÜÏ aÜ
Hartmut Haenchen
terug naar Dresden
Die Schone Müllerin
Barrios van deze tijd
27
Mariss Janssons feeëriek
Modern cabaret
vrijdag 6 september 2002
artmut Haenchen had zich de terugkeer naar zijn
geboortestad Dresden heel anders voorgesteld.
Komende week neemt hij als chef-dirigent
afscheid van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Twee
keer voert hij in Amsterdam met het orkest de achtste
symfonie van Mahler uit en daarna volgt nog een zelfde
concert in Dresden. Maar wat daar de feestelijke presentatie
van zijn orkest had moeten worden, wordt nu een emotioneel
geladen benefiet voor een door het water bezochte stad.
De afgelopen maand spoelde
rivierwater in een paar da
gen alles weg wat de laatste ja
ren na de val van de DDR was
opgebouwd. Ook tal van podia
voor de Musik Festspiele, waar
Haenchen volgend jaar de lei
ding heeft, zijn zwaar bescha
digd en geld voor herstel is wel
licht eerder op andere plaatsen
nodig. „De stad was voorbereid
op een waterstand die een meter
lager ligt dan nu werd bereikt.
Want wie had ooit gedacht dat
de rivier zo hoog zou komen?"
„We spelen straks in een stad
waar iedereen is getroffen.
Dresden zelf kent nog altijd
33.000 evacués en de deelstaat
Saksen in totaal nog 133.000.
De verkeerschaos in de stad is
enorm. Het hele openbaar ver
voer is nog steeds in de war en
het is zelfs de vraag of de trein
waarmee het orkest volgende
week reist, het station kan be
reiken. Het hotel waar het zou
logeren is nota bene wegge
spoeld. Maar we zullen daar op
treden."
„Gelukkig staat ons eigen huis
in Dresden op een gunstige plek,
zodat ik daar mijn familie kon
opvangen. Het is nu een echt fa
miliehuis. Verder wonen daar
voorlopig ook andere mensen.
Maar het huis van mijn ouders,
waar ik ben opgegroeid, dat is
zwaar beschadigd. En op de
plek waar het bedrijf stond van
mijn broer vind je nu alleen nog
modder. Een lening van de bank
om opnieuw te kunnen begin
nen krijgt hij niet. Hij is al te oud
om dat geld ooit nog terug te
verdienen. En dat is dan nog
maar één voorbeeld."
„Ik sprak er een man die me zei
dat hij nu geen entree voor ons
concert zou kunnen betalen.
Zelfs het goedkoopste kaartje
van 6 euro is voor veel mensen al
te duur. Maar juist vandaag, zei
hij, is er behoefte aan zulke mu
ziek, muziek die troost. Ik heb
toen onderzocht of iedereen
wellicht gratis aan dat concert
zou willen meewerken. Iedereen
doet dat nu. Het orkest heeft bo
vendien uit eigen zak zelfs 5000
euro gegeven en de directie van
het NedPhO heeft daar nog eens
5000 euro bij gedaan. Fantas
tisch, nietwaar? Dat concert
wordt een cadeau voor de bevol
king. En ook de Nederlandse
ambassade draagt een steentje
bij."
Emotioneel
„De uitvoering van de Achtste
zal dus ook voor mijdaar in de
Kreuzkirche, voor de bevolking
van Dresden, heel emotioneel
worden. En dat met een werk
dat toch al boordevol diepe le
vensvragen zit. Mahler voelde
destijds dat hij dit werk moest
schrijven, of het ooit zou
worden uitgevoerd of niet."
„Centraal staat de liefde van
God. In wezen vervolgt hij daar
mee Wagners opera 'Parsifal',
waarin bijna een soort eigen re
ligie wordt geschapen: het ge
loof dat alleen de vrouw de we
reld kan verbeteren. Je vraagt je
af: zou God dan misschien toch
vrouwelijk zijn?"
„Mahler schreef de Achtste toen
zijn huwelijk met Alma nog
goed was. Overal voel je: het
komt goed met de wereld. In zijn
eerdere werk was dat nog wel
anders. Zelfs in de Tweede, 'de
Wederopstanding', plaatst hij
daar nog vraagtekens bij. Maar
hier hoor je de mens vallen en
hoe God hem vervolgens weer
overeind helpt. De manier
waarop hij dat laatste bereikt is
zo barok en doet je dan weer
sterk denken aan Bach. Een
groot deel van de muziekge
schiedenis valt voor mij samen
in dit werk, dat fascineert me in
Mahler."
Scepsis
Het idee van Haenchen om met
het nog in de groei zijnde Ned
PhO in het Amsterdamse Con
certgebouw alle symfonieën van
Mahler uit te voeren, werd in
1998 met scepsis begroet. Im
mers, diens werk leek in de
hoofdstad te zijn voorbehouden
aan het Koninklijk Concertge
bouworkest. Maar ook het Ned
PhO heeft nu zijn eigen gewaar
deerde Mahlertraditie.
.Bovendien is het me gelukt met
onze Mahler een nieuw en ook
j ong publiek te trekkenIn com
binatie daarmee hebben we ook
Schönherg, Webern en Berg
kunnen uitvoeren. En van veel
onbekende Nederlanders, zoals
van Gilse. Nu ik de Achtste diri
geer, merk ik hoeveel er door het
orkest is geleerd. Ik hoef niets
meer uit te leggen. Het orkest is
nu vertrouwd met het Mahler-
idioom, het speelt die muziek nu
van binnenuit. Op die basis kan
mijn opvolger Kreizberg straks
verder bouwen."
„Als ik nu niet wegens de bezui
nigingen zou opstappen, had ik
hier eigenlijk nog drie jaar wil
len werken, dan had ik een top
orkest kunnen achterlaten dat
bestand zou zijn tegen bezuini
gingen zoals die nu zijn doorge
voerd. Gelukkig valt de schade
mee, omdat in elk geval de sala
rissen eindelijk omhoog zijn
gegaan. Het orkest is nu aan
trekkelijker voor buitenlands
talent."
„Jammer is ook dat de kleine
kamermuziekensembles uit het
orkest niet meer kunnen optre
den in Beurs van Berlage. De er
varing die ze daarmee opdeden
kwam immers de kwaliteit van
het orkest enorm ten goede.
Maar uiteindelijk vertrek ik
Hartmut Haenchen: „Misschien heeft het met mijn Duitse achtergrond te maken, maar de politiek heeft hier nooit naar mij willen luisteren."
foto Diederik van der Laan/GPD
toch in een goede sfeer. En als
gastdirigent kom ik nog graag
terug. Uiteindelijk heb ik de
beste jaren van mijn leven gege
ven om dit orkest te brengen tot
waar het nu is. Maar het af
scheid zal pijn doen, vooral om
dat ik mijn werk niet heb kun
nen afmaken."
Toch klinkt hij niet echt bitter.
Zijn besluit om voortijdig weg
geleden naar Amsterdam. Zijn
voorganger Edo de Waart ge
loofde na een jaar niet meer in
het opbouwwerk bij dit orkest,
ontstaan uit de fusie van het Ne
derlands Kamerorkest, het Am
sterdams Philharmonisch Or
kest en het Utrechts Symfonie
Orkest. Maar omdat de toenma
lige DDR-regering Haenchen
het werken onmogelijk had ge-
te gaan bij het orkest is domweg
consequent. Jammer, vooral
ook voor het publiek voor wie
hij in de afgelopen zestien jaar
zo'n vertrouwd gezicht werd.
Hij had er lang mee gedreigd: bij
bezuinigen door de overheid op
het Nederlands Philharmisch
Orkest zou de chef-dirigent ver
trekken. En dus voert Haenchen
zijn dreigement nu uit. Hij
neemt afscheid.
Haenchen kwam zestien jaar
maakt, betekende deze moeilij
ke taak in Amsterdam een nieu
we toekomst.
Een succesvol dirigent die nu
toch vertrekt uit frustratie om
dat hij zijn werk niet kan afma
ken. Voelt hij zich wellicht mis
kend? „Op één punt", zegt hij
zonder aarzelen. „Misschien
heeft het met mijn Duitse ach
tergrond te maken, maar de po
litiek heeft hier nooit naar mij
willen luisteren. Nu ik weer in
Saksen kan werken, heb ik al
twee functies waarin dat juist
wel gebeurt. Daar wordt mijn
mening nu wél gevraagd."
„Ik had hier zo graag een keer
gesproken met staatssecretaris
Rick van der Ploeg. Ik had hem
zo graag willen uitleggen waar
om het verkeerd is om te bezui
nigen op de orkesten. Natuur
lijk zijn er die minder goed zijn,
maar je hebt een piramide no
dig: een paar toporkesten en
daaronder en aantal andere.
Daarin kunnen musici naar die
top doorgroeien. Zonder die
brede basis heb je geen top. Dat
heb ik hem nooit kunnen vertel
len."
„Pas toen de bezuinigingen
rond waren, kwam hij naar onze
concerten en zag je hem bij de
opera, als we daar speelden.
Maar wat had ik hem graag uit
gelegd dat hij het geld verkeerd
uitgaf. Want we speelden eigen
lijk heel goedkoop voor een
groot publiek. En dat is nu afge
lopen. Holland Symfonia, dat
na de fusie van het Balletorkest
en het Noordhollands Philhar
monisch Orkest het grootste or
kest van Nederland is, kan dat
ook nooit opvangen. Bovendien
zoeken ze daar nog een nieuwe
chef-diiigent. Moeilijk, want
iemand die daar in zo'n moeilij
ke positie van opbouw wil wer
ken, zal veel geld kosten."
Wat hebben de platenmaat
schappijen toch met de
Franse romantische opera? Al
weer is er een cd verschenen met
grote aria's uit dat genre, gezon
gen door een grote stem. Dit
maal van de Bulgaarse mezzo
Vesselina Kasarova. Het klinkt
clichématig om haar veelzijdig
te noemen, maar het is wel de
waarheid. Ze zingt het grote
belcantorepertoire net zo ge
makkelijk en overtuigend als
het romantische lied en dit sei
zoen is ze te gast bij De Neder
landse Opera in Mozarts 'La cle-
menza di Tito'.
Ook haar jongste cd is zonder
meer iets bijzonders. Alle aria's
uit muzikale drama's van Gou
nod, Meyerbeer, Berlioz, Tho
mas, Massenet en Lalo krijgen
een bijzonder mooie, tot in de
details van muziek en tekst uit
gewerkte vertolking. Haar
Frans klinkt weliswaar een tikje
Bulgaars, maar haar stem leent
zich qua kleur en techniek uit
stekend voor de melodische lij
nen, waarin ze op de juiste mo
menten de mooiste virtuoze en
dramatische accenten plaatst,
zonder met die stem meteen te
pronken.
Extra aardig is de keuze voor
wat minder bekende aria's. Ooit
wel eens gehoord van de opera
'Cinq-mars' van Gounod en de
daaruit afkomstige aria 'Nuit
resplendissante'? Aan dit stukje
pure schoonheid, eveneens
sfeervol begeleid door het
Münchner Rundfunkorchester
onder leiding van Frédéric
Chaslin, ontleent deze cd zijn ti
tel. Terecht.
Hans Visser
Nuit Resplendissante, Franse ope
ra-aria's door Vesselina Kasarova.
Münchner Rundfunkorchester ö.l.v.
Frédéric Chaslin. Tijd: 53.40.
Wat is er mooier voor een
zanger om een cyclus van
Schubert te mogen opnemen?
Zo'n reeks liederen behoort im
mers tot de hoogtepunten van
het liedrepertoire, is een ijkpunt
voor wat een zanger kan. Alleen
al daarom mag de bariton Mat
thias Goerne gerust trots zijn op
zijn opname van Die schone
Müllerin.
Met Eric Schneider aan de vleu
gel komt het treurige verhaal
van de dichterlijke jongeman
met het romantische hart tot le
ven. Met zijn donkere warme
timbre roept hij beelden op met
een diep romantisch getint
claire obscure.
H.V.
Die schone Müllerin, Schubert.
Matthias Goerne, Eric Schneider
Tijd: 71.46.
Haenchen is in elk geval niet ge
vraagd. En van een nieuwe vas
te band met een ander orkest is
ook al geen sprake. „Ik was ooit
in gesprek met een Duits orkest,
maar we konden het niet eens
worden over mijn positie. Ik
wilde niet opnieuw in een on
dergeschikte positie terechtko
men met alle risico's van dien.
Nu kan ik eindelijk veel vaker
ingaan op uitnodigingen voor
gastdirecties. Bij voorbeeld bij
de grote orkesten van Berlijn,
München, Dresden en Leipzig."
Hoe groot is kans dat Haenchen
ooit nog eens het Koninklijk
Concertgebouworkest gaat di
rigeren? Over zijn gelaat glijdt
een glimlach vol belofte. „Er
zijn seintjes geweest."
Hans Visser
Concert: Symfonie nr. 8. 'Symfonie
der Tausend' van Gustav Mahler.
Door: Nederlands Philharmonisch
Orkest, Nederlands Kamerorkest,
Rita Cullis (sopraan), Angela Maria
Blasi (sopraan), Ofelia Sala
(sopraan), Lioba Braun (alt), Rein-
hild Runkei (alt), Glenn Winslade
(tenor), John Bröcheler (bariton),
Kurt Rydl (bas), Nationaal Koor van
de Oekraïne 'Dumka', Sacraments
koor Breda Dirigent: Hartmut
Haenchen. Te horen: Amsterdam,
Concertgebouw. 9 en 10 september;
Dresden, Kreuzkirche, 12 septem
ber.
Het is niet niks om te worden
aangeduid als de 'Chopin
en de Paganini van de gitaar'.
Toch is die kwalificatie niet echt
overdreven. Op de cd Confésion
laat gitarist Alexander-Sergei
Ramirez horen dat er heel wat
komt kijken om de muziek van
de in 1885 geboren gitarist en
componist Agustin Barrios
Mangoré te kunnen uitvoeren.
Hij schreef een slordige drie
honderd stukken, maar een
groot deel daarvan is na zijn
dood in 1944 verloren gegaan of
zoek geraakt. Puur een kwestie
van desinteresse.
Dik een halve eeuw later valt
daar toch heel anders tegenaan
te kijken, getuige de recente cd
van Ramirez. Deze schetst in 19
stukken een mooi muzikaal por
tret, waarin Barrios toch veel
meer is dan een kruising tussen
Chopin en Paganini. Romantiek
en virtuositeit spelen inderdaad
een grote rol, maar daarnaast
toont hij zich onmiskenbaar een
Latijns-Amerikaan.
De ritmes en kleuren van de
volksmuziek zijn volop aanwe
zig en bovendien steekt hij hier
en daar ook zijn liefde voor
Bach niet onder stoelen of ban
ken.
H.V.
Confésion, muziek van Agustin Bar
rios Mangoré, door Alexander-
Sergei Ramirez. Tijd: 75.17.
Hij staat hoog genoteerd op
het verlanglijstje met kan
didaten voor de post van chef
dirigent bij het Koninklijk Con
certgebouworkest: Mariss Jan
sons. Waarom? Een duidelijk
antwoord daarop geeft de cd die
hij opnam met het Symfonie Or
kest van de Beierse Omroep en
violist Nikolaj Znaider.
Znaider staat met diens hoofd
rol in het tweede vioolconcert
van Prokofjev, het vioolconcert
van Glazunov en Meditation
van Tsjaikovski natuurlijk cen
traal. De winnaar van het Ko
ningin Elisabeth Concours van
1997 speelt die rol, ondanks zijn
soms nog wat prille klank, met
verve. Maar het is Jansons die
met het orkest de voorwaarde
daarvoor schept. Vooral bij Pro
kofjev, waar de solopartij als
vanzelfsprekend lijkt op te
bloeien uit een haast magische
wereld van klank en ritmiek,
met een feeëriek middendeel.
Al even gloedvol brengen orkest
en solist hetlaatromantische vi
oolconcert van Glazunov, met
een glanzende cadans en een
haast Spaans broeierig aan
doend slot. Nog wat verder te
rug in de tijd eindigt de cd met
Tsjaikovski's Meditation uit
1878, ook bekend als het eerste
deel van Trois souvenirs d'un
lieu cher. Een fraaie, maar wat
zoete bonbon. Zodanig dat het
stuk met zijn melancholieke
sfeer,toch een muzikale lekker
nij is voor de bezoekers der sa
lons in de betere kringen van
Tsjaikovski's tijd.
H.V.
Prokovjef, Glazunov, Tsjaikovski.
door Nikolaj Znaider, Mariss Jan
sons, Symphonieorchster des Bayri-
schen Rundfunks. Tijd: 56.49.
T 7orstenhoven hadden vanaf het jaar 1
V een nar. Deze zot mocht zelfs het gel
r 1000
t geloof
parodiëren in een tijd dat dit een burger de
kop zou kosten. Hij was geoorloofd het pu
bliek én de machthebbers te geselen. Caba
ret van nu wordt onder invloed van de 'tele-
visie-zapcultuur' steeds sneller en harder.
Durft een cabaretier nog de tijd te nemen
voor een mooi verhaal of een gevoelig liedje.
André Manuel zal, als cabaretier en zanger
van de band Krang, veel blijven zingen in
het theater. Of het gemiddelde publiek dit
ook waardeert, dat zal hem een zorg zijn.
„Natuurlijk is er ruimte voor mooie liedjes.
Over wat mooi nu precies is, verschillen de
meningen. Als u mooi gelijkschakelt aan
oubollig zie ik dat liever verdwijnen. We
hebben de Stones gehad. Nirvana. Dead
Moon. The John Spencer Blues Explosion.
Johnny Dowd. lets van die muziek moet in
de Nederlandse theaters terug te horen zijn.
Dat vind ik mooie liedjes. Ook al klinkt het
alsof er drie poedels door een papierver
snipperaar worden gedrukt. Leve de directe
schoonheid! En om die liedjes naar elkaar
toe te praten verzin je een verhaal. Dat dit
verhaal ruwer dreigt te worden dan voor
heen, lijkt me een zegen. Het geweld behoort
een plek in de theaters te krijgen. Rustig de
tijd nemen is er niet meer bijDat is je kop in
het zand steken."
Cabaretière Hester Macrander staat niet
bekend om haar harde en grove stijl, toch is
zij beslist geen voorstander van de softe
aanpak. „Bij sentiment loop ik brakend de
zaal uit, daar zul je mij ook niet op betrap
pen. Tot verdriet van het publiek, want men
vindt dat juist heerlijk. Youp van 't Hek die
een gevoelig liedje zingt is toch vreselijk. Ik
Hester Macrander: „Bij sentiment loop ik brakend de zaal uit."
foto Cees Mooij/GPD
zing wel eens een lied waar niet om gelachen
kan worden. Dan valt de helft van de zaal in
slaap. Dat geeft niet, dat noem ik een rust
punt."
Arie en Silvester, vertegenwoordigers van
het nieuwe theater van de lach, hebben
moeite met de zogenaamde mooie liedjes.
„Liedjes in het cabaret zijn een zwaktebod.
Als Youp gaat zingen loop ik weg. Mijn bil-
haren gaan dan recht overeind staan", ver
zucht Arie. Collega Silvester legt uit: „Lied
jes in een cabaretprogramma kunnen bijna
niet meer omdat beide kwalitatief zoveel
beter zijn geworden. De grappen zijn ster
ker en de Nederlandse muziek is eveneens
van hoog niveau. Om je in één van de twee te
bekwamen is al lastig genoeg."
De Groninger cabaretier Jaap Mulder zingt
steeds minder in zijn programma 's. „Ik doe
geen liedje om het liedje. Musical vind ik om
die reden een vreselijk genre. Ik zit ook in
een symfonische rockband, daar kan ik be
ter muziek gaan maken. Maar als ik een scè
ne speel op zolder waar ik mijn oude gitaar
vind, dan kan een mooi liedje wel. Als het
maar een functie heeft."
De cabaretiers voelen zich de klokkenluider
van de maatschappij. Poëtische teksten en
liedjes lijken steeds meer passé. Hoe grof
moet je als cabaretier momenteel zijn? „Hoe
harder de tijd, hoe harder de grap", vindt
André Manuel. „Ik speel mijn voorstellin
gen altijd rondom de actualiteit. Daar loop
ik niet voor weg. U mag dan ook aannemen
dat er in mijn voorstellingen politici worden
vermoord en vliegtuigen tegen wolken
krabbers aanvliegen. Als dit een stijl ge
noemd mag worden, dan is het de tijdgeest
die me voortjaagt. De cabaretier loopt voor
de muziek uit en bepaalt het tempo.
Hester Macrander zegt gemakkelijker 'vie
ze woorden' dan voorheen. „Ook vloek ik op
het toneel. Het is interessant om grofheid te
onderzoeken, want niets menselijks is ons
vreemd. Het is normaal dat de cabaretier
het over wilde driften heeft. Bij veel van ons
blijft het uiteraard steken in grofheid om de
grofheid."
Jaap Mulder onttrekt zich volledig aan deze
trend. „Grof cabaret? Ze doen maar. Dat
vind ik te gemakkelijk. Je gebruikt een
naam en walst erover heen. Of je doet iets
met seks. De grote club zit er misschien op te
wachten. Soms heb je het idee dat heel Ne
derland LPF stemt, dat is natuurlijk niet zo.
De grappen die ik maak gaan over mijn ver
bazing. Ik snap deze tijd niet. Niet dat ik
daar belerend over wil zijn, maar de grap is
voor mij een middel om uiting te geven aan
deze verbazing."
Arie en Silvester vinden zichzelf zeker niet
grof maar 'eerlijk'. „We spreken de taal van
nu. We schreeuwen praktisch nooit. Stiltes
schuwen we ook niet. Er is een scène waarin
we anderhalve minuut niks zeggen. Dan
doen we een fysieke grap. Poëzie of een lied,
oké, maar dat moet wel in dienst staan van
de grap. We zijn ook wel eens lief voor ons
publiek. Aai, aai, beuk, beuk!
Jongeren zijn een belangrijke doelgroep
voor cabaretiers. Hun hang naar afwisse
ling, snelheid en hardheid is voor de cabare
tiers echter geen aandrijvende factor. Hes
ter Macrander wil wel weten wat de jeugd
bezighoudt maar richt zich met name op
haar eigen doelgroep. „In mijn nieuwe pro
gramma zit één parodie op die oeverloze
MTV-clips die niks anders zeggen als: kijk
mij eens een mooi mens zijn, wie wil met mij
naar bed? Meestal is je publiek globaal van
je eigen leeftijd en leefstijl. In mijn zalen zit
ten dus vooral oudere jongeren. Voor veel
van mijn oudere fans (55+) ben ik de laatste
jaren wel grover en sneller geworden."
Arie en Silvester houden op het toneel bij
voorkeur rekening met zichzelf. „We spre
ken tot op zekere hoogte de taal van de jon
geren maar als we een scène doen met de ca
via-act van Fred Oster, dan missen we de
jeugd. Omdat de helft niet weet wie Fred Os-
ter is. De grap is dan mislukt- Jammer. Vol
gende. Wij zijn een bus die rondrijdt en mis
je een grap, dan stap je de volgende halte
maar weer in."
De televisie heeft wel degelijk zijn uitwer
king op de cabaretiers. Ze kunnen er niet
omheen. Behalve Arie en Silvester - twee
van hun programma 's waren al op tv te zien
- hebben de anderen geen hoge pet op van
het medium. Voor Manuel is tv een stinken
de beerput waaruit hij met liefde voor ons
schept. Het is tenslotte onze eigen stront.
„Ik heb niks met de televisie als podium en
alles met de televisie als inspiratiebron.
Door er naar te kijken schrijf ik grote delen
van mijn programma's. Maar als daadwer
kelijk theater is de beeldbuis te plat. U moet
mij kunnen ruiken."
Afstompend, noemt Hester Macrander ons
dagelijks ritueel..Televisie kan ook tegen je
werken. Wie gaat er nog naar Mike Boddé,
nadat hij vorig jaar bij de Vara was te zien?
Ik in ieder geval niet. Het is een genadeloos
medium." Arie en Silvester laten zich graag
beïnvloeden, ook door tv en de MTV-gene-
ratie. „Onze snelle, directe en korte grappen
lenen zich goed voor het medium. De tv-op-
tredens hebben ons veel publiek opgele
verd." Voor Jaap Mulder is het medium ech
ter de dood in de pot voor het cabaret,1 k ga
niet mee met trends en voor tv ben ik niet ge
schikt. Ik kan niet binnen enkele seconden
snedig of grappig reageren. Als je dat wel
kunt, word je een BN'er. De pr-afdeling van
een theater zei vorig jaar dat de verkoop van
mijn programma niet helemaal naar wens
verliep. Of ik daar niet iets aan kon doen. Ik
hoor ook wel eens: het is Jaap Mulders eigen
schuld, hij komt nooit op tv. Op televisie
gaat je eigenheid verloren. Je wordt in stuk
jes geknipt."
Marion Groenewoud