Rijke weduwe leidde bewogen leven Herfstbitterling verovert steeds meer duingebied 17 17 18 18 Susanna Maria Cau-Lonque it y weerwoord September is weer fortenmaand Nadelen van windenergie Vreemd volk op Zeeuwse zandwegen Bierkreek inventariseert rozenbestand bijzonder blauw M Ui dinsdag 3 september 2002 Het weer van OL Vrouwe Geboort duurt gaarne zo vier weken voort OL Vrouwe Geboorte is 8 september Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. Buitengebied, is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Een dame van stand. Zo omschrijft Betty Blik- man-Ruiterkamp uit Zierik- zee de ambachtsvrouwe van Oosterland, Sirjansland en Oosterstein, Susanna Maria Cau-Lonque. Afgelopen tijd heeft ze zich verdiept in het leven van deze welgestelde weduwe. Bewaard gebleven correspondentie tussen Susanna en neef Jacob van Citters bewees daarbij goede diensten. Eergisteren was het 250 jaar geleden dat de ambachtsvrouwe overleed, precies 53 jaar oud. Ter gele genheid daarvan wordt in het Stadhuismuseum van Zierikzee een tentoonstel ling gehouden. Komende vrijdag verzorgt Blikman in de hervormde kerk van Oos terland samen met historica Katie Heyning een herden kingsprogramma Hoe komt iemand er toe zich uitvoerig bezig te houden met het leven van een 'dame van stand' uit de achttiende eeuw? Betty Blikman, cultuurhisto risch gids en publiciste, heeft sowieso grote belangstelling voorhistorische onderwerpen. Ze richt zich daarbij graag op vrouwen, omdat die er volgens haar in de geschiedschrijving ten onrechte bekaaid afkomen. Op Susanna Maria Lonque werd Blikman geattendeerd door een artikel in de Kroniek van de zeemeermin, van de ver eniging Stad en Lande op Schouwen-Duiveland. Daaruit kwam de ambachts vrouwe naar voren als een inte ressant persoon en ze wilde er meer over weten. „Op 1 septem ber is het 250 jaar geleden dat ze gestorven is. Ik dacht: rond die tijd wil ik een lezing over haar houden voor een breed publiek. De ambachtsheerlijkheid leeft nog wel in Oosterland en een aantal dingen in het dorp herin nert aan haar, zoals de molen - die werd opgeleverd op haar sterfdag - en het Gasthuis dat na haar dood werd gebouwd. In de kerk hangt een marmeren epi taaf aan de muur als herinne ring aan deze bijzondere vrouw", vertelt Blikman. Tentoonstelling Contacten met conservator Pe ter Priester van de Zierikzeese musea brachten ook het idee van een tentoonstelling in beeld. „Eerst leek er niet zoveel ten toon te stellen, maar dat valt bij nader inzien erg mee. We hebben veel materiaal, ruim veertig afbeeldingen van oude schilderijen, gravures, de oude Heerenhof, haar landhuis, Ook verschillende voorwerpen. De tentoonstelling wordt opge deeld in tien thema's, waarbij in het laatste thema aandacht wordt geschonken aan de erfge namen", aldus Blikman. Ze vindt dat Susanna Maria Lonque een bewogen leven leid de. Geboren in Middelburg op 1 september 1699, bracht ze het grootste deel van haar leven op Schouwen-Duiveland door. Daar had haar vader, de leger officier Charles Lonque de am bachtsheerlijkheid Oosterland, Sirjansland en Oosterstein in bezit, gekocht van de erfgena men van Cornelis de Jonge foto's Dirk-Jan Gjeltema Zonder man en kinderen moet Susanna een tamelijk eenzaam leven hebben geleid, veronder stelt Blikman. Haar naaste fa milie was klein, ze had alleen een jongere zus. Die was ge trouwd met de regent Anthony Ockersse en daar kon Susanna niet goed mee opschieten. De dochter van haar zus, Jacoba Magdalena Ockersse, erfde al haar bezettingen. Zij trouwde met Johan Steengracht en de ambachtsheerlijkheid beland de uiteindelijk bij de familie Schimmelpenninck van der Oye. Susanna's landhuis Hee renhof werd in 1945 door een Engels bombardement ver woest en is nooit meer her bouwd. Bij haar speurtocht naar het le ven van Susanna heeft Betty Blikman veel gehad aan de brie ven die de weduwe tussen 1734- 1752 schreef aan haar neef, de invloedrijke Middelburgse poli ticus Jacob van Citters. Hij be hartigde, voor zover nodig, haar zaken, regelde transacties. In de brieven is veel te lezen over het dagelijkse leven van een dame van stand in de eerste helft van de 18e eeuw. Rinus Antonisse Tentoonstelling: Een dame van stand, Stadhuismuseum Zierik zee, 3 september tot en met 31 oktober. Herdenking sterfdag op 6 september, kerk Ooster land, 20.00 uur. Lezing Betty Blikman-Ruiterkamp, met me dewerking van Katie Heyning. Het Gasthuis is één van de plaatsen in Oosterland die nog herinneren aan de ambachtsvrouwe uit de achttiende ei (koopsom was 29.200 gulden). In 1718 trouwde Susanna met de vijftien jaar oudere Zierik zeese regent Johan Cau, die in een patriciërshuis bij de Sint Lievensmonsterkerk woonde (het staat er nog altijd en is be kend als Burgerweeshuis). Het echtpaar kreeg twee doch ters, die in 1722 en 1727 stier ven. Echtgenoot Cau was al in 1720 overleden. Susanna bleef als weduwe alleen achter. Na de dood van haar moeder in 1731 werd ze ambachtsvrouwe. Ze verbleef meer in de Heerenhof dan in Zierikzee. Ze hield wel van luxe: beide woningen liet ze opknappen en verfraaien met goudleerbehang. Waarom Susanna nooit hertrouwd is, heeft Betty Blikman niet kun nen achterhalen. „Het kan zijn dat ze gedacht heeft: ik wil het erfgoed van mijn vader behou den en niet versnipperen. Het kan ook zijn dat ze gewoon geen behoefte meer had aan een man." Om de handel en wandel van Susanna met een 21ste eeuwse bril op te beoordelen, noemt Blikman heel moeilijk. „Ze komt op me over als iemand die redelijk standvastig in het leven stond. Mede door haar afkomst was ze zich zeer bewust van haar stand en rijkdom. Ze ge droeg zich daar ook wel naar, maar niet ten koste van ande ren." Rechtvaardigheid stond hoog in haar vaandel; ze be moeide zich persoonlijk met de bestraffing van een hazenstro- per. Blikman: „Ik denk niet dat Gedenksteen in de voorgevel van het Gasthuis. ze slecht is geweest, ze had wel een goed hart. Mensen vroegen ook haar voorspraak en daar ging ze op in. En ze gaf fooien. De laatste notitie in haar kas boek gaat over een fooi aan een arm mens." Dat Susanna in Oosterland en kele opvallende herinneringen achterliet, was voor de tijd nor maal, zegt Betty Blikman. „Kijk naar de Pottere of Conyers- huisjes uit 1651 inNoordgouwe, net als het Gasthuis van Susan na in Oosterland gebouwd vol gens een testamentaire bepaling en met een grote gevelsteen. Rij - ke mensen waren niet zo be scheiden." Ze heeft het idee dat ook de gedachte meespeelde van: als je iets tastbaars achter laat wordt er nog aan je gedacht en wellicht ook voor je zieleheil gebeden. De herfstbitterling is een plant die al vanouds sterk tot de verbeelding van de Ne derlandse floristen spreekt. Dat komt wel in de eerste plaats om dat het een zeldzame plant is, die in Nederland een ver voor uitgeschoven noordelijke voor post bezet. Maar wat waar schijnlijk ook een rol speelt in de populariteit van de bitterling is dat het een fraai gebouwde plant is, met kleine, maar zeer decoratieve bloemen. Met zijn tegenoverstaande blauwgroene bladeren, die vaak aan de voet met elkaar vergroeid zijn, is het een opvallende verschijning en als in de vroege zomer de eerste bloempjes verschijnen zal ook de gewone wandelaar ze niet snel over het hoofd zien. De bitterling is een plant die het zwaartepunt van zijn versprei ding heeft in Zuid-Europa, en via een smalle strook langs de atlantische kustlijn doordringt tot in onze contreien. De noor delijkste groeiplaats die in de Atlas van de Nederlandse flora genoemd wordt is Wijk aan Zee, waar de plant in de twintigste DePZCheeft eenstuk Oosterscheldenatuurgeadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake. eeuw aan het eind van de vijfti ger jaren ontdekt werd, om er vervolgens enkele jaren stand te houden. Maar op de Zuid-Hol landse eilanden heeft de soort al veel oudere papieren. De eerste vondst in ons land stamt uit 1761. Deze werd verzameld in Staalduin bij Hoek van Hol land. Gedurende enkele eeuwen gold de bitterling in ons land als een zeldzame plant, die beperkt was tot de koppen van Voorne en Goeree. De Heukels-flora van 1975 meldt over het voorkomen: 'In vochtige duinvalleien, op open, kalkhoudend zand. Vrij algemeen op Voorne, vroeger ook op Goeree.' Juist in 1975 werd een groepje bitterlingen ontdekt op de drooggevallen zandplaat Hompelvoet in de Grevelingen. Dat luidde het be gin in van een enorme opleving van de populatie. De Grevelingen werd stormen derhand veroverd. Na de Hom pelvoet volgden de Stampers plaat en de Veermansplaat, maar ook vochtige oevers langs het vasteland. De plant wist zijn oude plekje in de duinen van Goeree te heroveren en het duurde niet lang voordat ook in de Schouwse duinvalleien de eerste herfstbitterlingen ver schenen. Zelfs op drooggevallen zandgronden in het Krammer- Volkerak wist de herfstbitter ling, samen met andere zeld zaamheden als de Parnassia, de Bonte paardenstaart en de Moe- raswespenorchis vaste voet te verkrijgen. Maar daarmee leken de mogelijkheden ook wel zo'n beetje uitgeput. De zaden van bitterling zijn tamelijk zwaai en het leek uitgesloten dat de plant de sprong naar andere duingebieden zomaar zou ma ken. Zeker als men realiseert dat de plant enkele eeuwen lang de barrière van de Grevelingen niet had kunnen overbruggen. Maar wat alleen optimisten durfden te hopen, gebeurde toch. In 2002 werd de herfstbit terling ontdekt op Walcheren. In een van de gerestaureerde duinvalleien in Oranjezon ont dekte beheerder Gerard Wosten een groeiplaats van vele hon derden exemplaren, wat in ieder geval inhoudt dat de plant hier - zonder dat iemand het heeft op gemerkt - al enkele jaren staat. Maar nog is daarmee de succes story van de bitterling niet afge lopen. Inmiddels zijn ook in Zeeuws-Vlaanderen twee V? P 0 Herfstbitterling illustratie Adri Karman groeiplaatsen ontdekt. Het be treft in dit geval een andere soort, die in plantenboeken be schreven wordt als zomerbitter- ling. Opvallende verschillen zijn onder meer de grootte van de plant (zomerbitterling is veel forser) en de bloemkleur. De bloemen, die bij de herfstbitter ling lichtgeel zijn, zijn bij de zo merbitterling diep dooiergeel. Verder zijn er verschillen in de breedte van de kelkslippen en de mate van vergroeiing van de bladeren, maar dat zijn kenmer ken die alleen floristen opval len. Net als de herfstbitterling is ook de zomerbitterling een soort die van origine ver zuidelijk van ons land thuishoort. Maar de vesti ging heeft een andere achter grond. Van de herfstbitterling wordt aangenomen dat de plant ooit via zaden die aan vogelpo- ten waren vastgekleefd bij ons terechtgekomen is. Op dezelfde moeizame manier heeft de plant zich in eerste instantie op be scheiden schaal weten uit te breiden. De zomerbitterling is waar schijnlijk hier terechtgekomen als gevolg van het veranderende klimaat. De plant is al jaren lang bezig met een opmars naar het noorden en in die zin is zijn komst niet zo verrassend. Het past in het patroon van tiental len dieren en planten die onder invloed van het warmer wor dende klimaat uitbreiden naar het noorden. Eerder al was de zomerbitterling bekend als ad- ventief, die onder andere via graszaadmengsels hier terecht komt. Enkele decennia geleden werd de soort al gevonden in een berm bij Hoofdplaat en er is een grote stabiele groeiplaats bij Amsterdam. Toch blijft ook de zomerbitterling een welkome aanwinst, als was het alleen maar omdat het een soort is die alleen voorkomt op plaatsen waar een hoogwaardige levens gemeenschap aanwezig is. Chiel Jacobusse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 16