Je moet niet proberen
Keith Richards te zijn
PZC
Uiteindelijk zegevierde de dictatuur van de ongeest
Rolling
Stones
29
Melk goed
voor elk?
Duitsland tussen
twee oorlogen
zaterdag 31 augustus 2002
Washington
Een vrouw naar mijn hart.
Ergens in de zeventig, ge
huld in een T-shirt met zo'n bij
passende korte 'pyjamabroek'
die niet al te strak haar goed ge
vulde figuur omhult, galmt ze
een opgewekt goedemorgen in
onze richting. De geur van zelf
gebakken bosbessenmuffins is
haar vooruit gesneld. Onze
landlady in Lewes - in 1631
kortstondig het domicilie van
Nederlandse walvisvaarders -
kent haar pappenheimers. Als
het schaaltje bananenbrood en
fruitcake maar fluks arriveert,
heeft niemand oog voor de sleet
se staat van het plafond uit 1888
of de vergeten kruimels van de
vorige dag.
Eerst maar even de medische
rapportage. Anderhalve dag
eerder is de man van Pat - want
zo heet onze vakantiematrone -
van de trap gevallen. Dat was
even schrikken. Ook voor ons.
Geheel en al onbewust van de
tragische buiteling die zich op
de tweede verdieping had afge
speeld, deden we die namiddag
voorzichtig de voordeur open.
Afgaande op het wagenpark -
ambulance, brandweer, politie -
dat zich rondom het huis had
opgesteld, leek het wel alsof we
op de plaats van een misdaad
waren aangeland.
Een man in een officieel blauw
pverhemd verordonneerde ons
naar de bank in de zitkamer.
Daar moesten we maar even
wachten op de dingen die ko
men gingen. Een grijzige oude
man, ook een gast, stelde zich
voor en begon een warrig ver
haal waaruit alleen op te maken
viel dat er iemand gevallen was.
Dood, geduwd, uitgegleden?
Hangzak
Maar Agatha-Christievisioe-
nen konden achterwege blijven.
Enkele minuten later werd het
gewonde slachtoffer in een
hangzak door de achterdeur
naar buiten getild en de geüni
formeerde invasie bleek een
kwestie van de gebruikelijke
overdaad die zich in dit land na
een 911 -belletj e met immer gil
lende sirenes in gang zet.
Nu de heer des huizes aan zijn
struikeling over een kleedje een
gebroken heup heeft overge
houden, staat onze Pat er alleen
voor. Maar daar draait ze haar
hand niet voor om. Pat is de
vleesgeworden doortastend
heid. Ze geeft haar mening im
mer met aplomb en als ze een
Nederlandse was, had ze vast
het gezegde 'ledigheid is des
duivels oorkussen' in kruissteek
aan de wand hangen. Ze is over
al in de wereld geweest, bridget,
golft en begeeft zich vol overga
ve in het cursuscircuit. ,,Je kunt
hier zelfs leren hoe je lelies
kweekt."
Met de medische stand heeft Pat
weinig op en het spreekt voor
zich dat ze niet met zich laat sol
len in het ziekenhuis. Waarmee
we op een onderwerp komen dat
Pat na aan het hart ligt: melk.
Want wat wij niet weten, maar
Pat wel, is dat er sprake is van
een westerse samenzwering van
artsen, boeren en regeringen die
ons hebben aangepraat dat
melk gezond is, uitsluitend en
alleen om het koeienvocht te
kunnen verkopen. Het idee dat
je sterke botten krijgt als je da
gelijks enkele glazen van het
calciumrijke witte goed naar
binnen werkt, is volgens Pat on
zin. „Als de rauwe melk is ge
pasteuriseerd, werkt de calcium
helemaal niet meer."
Mijn huisarts wil dat ik melk
drink om het gevaar van osteo
porose af te wenden, maar melk
is zelfs slecht voor me, beweert
Pat. En alhoewel ze het op tafel
zet voor gasten, heeft ze in haar
koelkast altijd sojamelk staan
voor de 'ingewijden'. Zelf
zweert ze bij fruitsap, vitamine-
en calciumpillen. De verpleeg
kundige die gisteren probeerde
te verhinderen dat ze haar man
zijn dagelijkse dosis versterker-
tjes uit een potje wilde geven,
kon rekenen op een stevig ge
sprek met Pat.
Onderzoeken
Als we Pats melktirade niet zo
maar willen geloven, kunnen we
te rade gaan bij www.milk-
sucks.com, waar onder auspici
ën van de People for the Ethical
Treatment of Animals een hele
trits onderzoeken wordt aange
haald waarin calcium uit zuivel
wordt verketterd. Dat diëtisten
en artsen het niet met haar eens
zijn, zal Pat een zorg zijn. Ze
staat niet voor niets bekend als
'de vrijdenker uit Lewes'.
„Melk stinkt", zegt ze nog maar
eens, waarna ze ons een fijne
dag toewenst.
Ans Bouwmans
Het is een bijna terloopse mededeling. „De
keizer heeft afstand gedaan van de troon.
De revolutie heeft in Berlijn gezegevierd." Een
van de opmerkelijkste periodes in de Duitse en
Europese geschiedenis is begonnen, Een tijds
gewricht tussen twee catastrofes, de Eerste en
de Tweede Wereldoorlog. De hier aangehaalde
auteur is Harry graaf Kessler, aristocratisch
diplomaat en bevlogen kunstkenner. Een keu
ze uit zij n dagboeken is nu in Nederlandse ver
taling verschenen in de Privé-Domeinreeks en
het is fascinerende lectuur.
Kessler verkeerde - het is maar een beperkte
greep - met kunstenaars als de architect Van
de Velde, de schilder George Grosz, de schrij
vers Rilke en Brecht, met politici als Rathenau
en Stresemann, trok op met Albert Einstein,
zette zich in voor het Nietzsche-archief en was
diplomaat in diverse Europese landenHij was
een kosmopoliet, een Weltmann.
Kessler, zoon van een Hamburgse bankier en
een in India geboren moeder van Ierse adel,
mag met recht een van de grootst^ kroniek
schrijvers van de Weimarrepubliek worden
genoemd. Vlijmscherp en trefzeker beschrijft
hij de tragische teloorgang van het van begin
af aan gedoemde 'experiment'.
De dans op de vulkaan gaat over de periode
tussen 1918 en 1933, de tijd van hyperinflatie
en crisis, maar ook van ongebreideld consu
mentisme en decadentie. De 'dodendans'
begint in 1918. Duitsland heeft de oorlog ver
loren, de keizer vlucht naar Nederland, de re
volutie zit in de lucht en wordt in diverse ste
den al in de praktijk gebracht. Een jaar later
proclameren de sociaal-democraten, die eer
der de linkse Spartakusopstand bloedig heb
ben neergeslagen, in Weimar - stad van Goethe
en Schiller - de republiek. Het is een kwetsba
re kasplant op de puinhopen van een smade
lijk verloren oorlog. Vijandig bejegend door
links en rechts, klein gehouden door wraak
zuchtige Fransen en Britten, gehandicapt
door gigantische herstelbetalingen.
De republiek blijft veertien jaar wankelend
overeind dankzij twee staatslieden van for
maat: Walter Rathenau, minister van Buiten
landse Zaken tot hij in 1922 door een rechtse
extremist wordt vermoord en Gustav Strese
mann, die het ambt tot zijn dood in 1929 be
kleedt. Zij proberen Duitsland met de rest van
de wereld te verzoenen, maar ontmoeten in
eigen land slechts vijandigheid en onverschil
ligheid. De ineenstorting van de wereldecono
mie in 1929 is voor Weimar in feite al de dood
steek, al zal het bestel de crash nog vier jaar
overleven. In 1933 geeft het Duitse volk defi
nitief toe aan zijn Fuhrersehnsucht en brengt
het Hitier aan de macht
Harry graaf Kessler - tot het einde van de Eer
ste Wereldoorlog overtuigd conservatief mo
narchist - bekeert zich in 1918 tot de repu
bliek, de democratie, het pacifisme en de
Europese eenwording. Vaak verontrust, soms
geamuseerd, altijd betrokken beschrijft hij
zijn omgeving. Al op 7 maart 1919 profeteert
hij in zijn dagboek: „Als plotseling een geloof,
in Liebknecht (leider van de Spartakusop
stand) of een ander, deze in gedisciplineerd ge
drag getrainde Duitse massa's in zijn greep
weet te krijgen, dan wee alle tegenstanders; zo
niet vandaag, dan toch een generatie later."
Hysterisch
Kessler blijft in het voetspoor van Rathenau
en Stresemann en geïnspireerd door de kunst
kringen, ijveren voor een 'Europees' Duits
land. Maar de noodlottige ontknoping nadert.
Op 30 januari verneemt hij met 'ontzetting'
dat Hitier tot kanselier is benoemd. En een
kleine drie weken later schildert hij hoe de na
zi's een einde maken aan een politieke bijeen
komst: „Onder het gezang liep de zaal lang
zaamaan leeg. Het was een situatie vol intens,
meeslepend pathos. Velen hadden beslist net
als ik het gevoel dat dit voor lange tij d de laat
ste keer was dat intellectuelen in Berlijn het
openlijk voor de vrijheid konden opnemen."
Kessler vertrekt naar Parij s waar hij via diplo
matieke kanalen hoort dat het beter is niet
naar Duitsland terug te keren. Op zijn verjaar
dag 23 mei 1933 lezen we over zijn geboorte
land: „De kleine middenstand zwaait de scep
ter, het is de dictatuur van de ongeest. De
geest, de intellectueel, kunstenaar of schrijver
wordt van generlei waarde geacht, is volko
men onbeduidend geworden." Harry graaf
Kessler sterft in 1937 in Lyon en wordt begra
ven op het Parijse kerkhof Père Lachaise.
Theo Hoeymakers
Harry graaf Kessler: De dans op de vulkaan -
Een keuze uit de dagboeken 1918-1933. Ver
taald door Peter Claessens. Uitgeverij Arbei
derspers, €25.
The Rolling Stones maken
zich op voor alweer een
wereldtournee. De zoveelste
laatste. De tour begint dins
dag 3 september in Boston en
zal in de loop van volgend
jaar ook Nederland aan
doen. Bij de voorbereidingen
in de Canadese stad Toronto
oogt 's Werelds Grootste
Rock 'n Roll Band relaxter
dan ooit. Gitarist Keith Ri
chards: ,,We zijn dit keer ner
gens aan gebonden. Nou ja,
behalve aan ons verleden
dan." Een gesprek over de
muziek, de herinneringen en
de doden.
Toronto, anderhalve week
voor de start van de nieuwe
wereldtournee van The Rolling
Stones. Het is vrijdag, de laatste
dag dat de band zijn domicilie
heeft in de karakteristieke zalen
van de Masonic Temple - een ou
de Vrijmetselaarij-tempel in het
centrum van Canada's culturele
hart. Wekenlang hebben Jagger,
Richards, Watts, Wood en bas
sist Darry 11 J ones zich hier voor
bereid op de komende tour en is
er geoefend op ruim honderd
Stones-nummers. Allengs heeft
zich een setlist gevormd. De in
middels legendarische rockgo-
den zijn er zo goed als klaar
voor.
In de jaren geleden tot televisie
studio omgebouwde beneden
zaal leunt Mick Jagger (59) te
gen een kruk. De zanger heeft
een vormloze blauwe sweater
aan, waarboven twee hagelwit
te overhemdboordjes steken die
bedoeld lijken om het te grote
hoofd met zijn wereldberoemde
lippen overeind te houden. Een
microfoon hangt losjes in zijn
linkerhand. Tegenover hem zit
Charlie Watts (61), een trotse
grijsaard, achter zijn drumkit.
Gitaristen Ron Wood en Keith
Richards dralen tussen hen in.
Ronnie (55), de eeuwige benja
min van de groep, speelt met een
sigaret. Zijn zwarte haren han
gen als kraaienveren om z'n
hoofd. Keith (58) oogt, in zijn
groene legerhemd en met een
opgerolde doek om het gegroef
de hoofd, als een verweerde gue-
rillastrijder - de gitaar als
automatisch vuurwapen in de
aanslag houdend.
De mannen hebben net het intro
van een oud Stones-nummer
doorgenomen. „Klonk goed zo,
man", roept Ron Wood. „Weet
ik", grijnst Richards. „Ik heb
het geschreven!De sfeer is bij
zonder ontspannen. „Iedereen
is heel relaxed", had Ron Wood
eerder die middag al verteld.
„Zelfs Charlie lacht en maakt
grapjes. En fk hoef niet constant
tussen Mick en Keith in te sprin
gen om de zaken te sussen."
Ron Wood weet ook niet hoe het
komt. „We zijn ouder, wijzer.
Maar het zal ook te maken heb
ben met feit dat geen rock 'n'
roll-band ooit zover gekomen is.
The Stones betreden nieuwe,
nooit eerder door iemand bega
ne paden. Zelfs wij zijn nu ge
stopt met beweren dat dit de
laatste Stones-tour zal zijn. Het
zou kunnen, maar misschien
ook niet. Ik heb altijd het gevoel
gehad dat we door zouden gaan
tot we er bij neer zouden vallen -
als echt heel oude mannen. We
zullen zien."
Op dinsdag 3 september begin
nen The Rolling Stones in Bos
ton aan hun nieuwe wereldtour
nee. De zoveelste dus, maar zelfs
voor The Stones valt er aan zo'n
toer nog wel iets nieuws te ont
dekken. Voor het eerst in de ge
schiedenis van de band zal de
groep China en India aandoen.
Bovendien is het een toer die
niet alleen langs stadions en
concerthallen voert, maar ook
langs relatief kleine theaters.
Deze tournee zal in zekere zin
een toer van de vrijheid worden.
Keith Richards: „Als ik naar onze oude nummers luister, dan is het alsof ik het verleden aan het herontdekken ben."
foto J.P. Moczulski/GPD
Er kan vrijelijk uit het gehele
oeuvre worden geput, een nieu
we studioplaat is er immers niet.
Er is alleen de eind september te
verschijnen compilatie-dubbel-
cd Forty licks met digitaal opge
poetst oud materiaal en vier
nieuwe songs. Keith Richards.
„We zijn dit keer nergens aan
gebonden. Nou ja, behalve aan
ons verleden dan."
Dagboek
Richards heeft zich in een bo
venzaal van de Masonic Temple
achter een groot glas met een ge
heimzinnig fel oranje drankje
genesteld. Er zijn veel herinne
ringen bovengekomen, deze
laatste paar weken, vertelt hij
„Het komt door die oude songs.
We hebben ik weet niet hoeveel
nummers doorgenomen. Ron
houdt ze allemaal bij op een sto-
ryboard." Tegen Ron Wood, die
net de kamer komt binnengelo
pen: „Hoeveel hebben we er nu,
Ron?" Ron: „Hoeveel nummers?
Honderd dertig!"
Keith: „Shit! Dat is ons Meneer
tje Geheugen, hooi-."
Een schurkende lach glijdt over
tafel. Dan vervolgt Richards
zijn verhaal met door drank en
drugs vervormde stem. „Als ik
naar die prachtig opgepoetste
nummers op Forty licks luister,
dan hoor ik dingen terug die ik
helemaal vergeten was. Charlie
en ik zitten er soms uren met
verbazing naar te luisteren.
Normaal luister je zo'n song bij
een repetitie alleen terug om te
horen in welke toon het ook al
weer staat en zo Je gaat er niet
écht naar zitten luisteren. Nu is
het alsof ik het verleden aan het
herontdekken ben."
„Er staan oudjes van dertig jaar
geleden op, nummers die we
destijds in twee takes hebben
opgenomen en die ik al decennia
lang niet meer gespeeld heb Als
ik nu zo'n nummer speel, dan
herinner ik me opeens weer hoe
ik destijds was. Waar ik woonde
en met wie. Ik herinner me het
meisje, een bepaalde nacht...
Mick heeft het ook, vertelde 'ie
laatst. Het is alsof het allemaal
een week geleden is. Ik hou geen
dagboek bijIk moet het hier
mee doen. Deze nummers zijn in
feite mijn dagboek."
De gedachten gaan terug naar
vijfentwintig jaar geleden, naar
Toronto 1977. Omdat we hier nu
toch zitten. Omdat het de derde
keer is dat de groep hier een we
reldtournee voorbereidt. En
omdat de gebeurtenissen van
toen een belangrijk breukvlak
in de geschiedenis van The Sto
nes vormden en zeker in de per
soonlijke geschiedenis van Ri
chards.
„Yeah, Toronto...", verzucht de
gitarist. „Ik hou van deze stad.
Hoewel ze het toneel was van
Mijn Grote Aanhouding. Het
was hoog tijd dat ik met de hero
ine ophield, het experiment had
al te lang geduurd - tien jaar. To
ronto was mijn 'wake up call'.
Net op tijd."
Februari 1977. Keith Richards
en zijn vaste vriendin Anita
hebben nog geen j aar eerder hun
elf weken oude zoontje Tara
verloren. Het jochie was in zijn
wiegje gestikt. Verscheurd door
verdriet heeft het stel zich
sindsdien steeds verder terug
getrokken in een eng wereldje
vol drugs en drank in Keith's
huis in het zuiden van Enge
land. Ondertussen zitten de an
dere Stones al drie weken in
Toronto, klaar om de laatste op
namen te maken voor de live
plaat Love you live en zich voor
te bereiden op een reeks concer
ten. Ze zijn in afwachting van
hun gitarist, die weken niets van
zich laat horen.
Als het paar op 24 februari ein
delijk op het vliegveld aankomt,
ziet Richards eruit als een lo
pend lijk. Hij heeft in het vlieg
tuig een flinke shot genomen.
Drie dagen later vallen vijftien
leden van de Royal Canadian
Mounted Police zijn hotelkamer
binnen. Ze vinden er ruim ge
noeg drugs om hem als drugs
handelaar op te pakken. Het is
niet de eerste keer dat Keith
wordt opgepakt - in feite is het
de zesde keer in tien jaar - maar
eerdere arrestaties lijken
slechts akkefietjes vergeleken
bij deze situatie. Richards daar
over nu: „Deze keer had het me
zo goed als alles kunnen kosten.
Bij een veroordeling had ik in
heel veel delen van de wereld
niet meer kunnen spelen. Ik zou
een onmogelijke factor binnen
de band geworden zijn, een echt
struikelblok... Nee, het is vol
strekt onduidelijk hoe het met
The Stones verder had gemoe
ten als ik de straf had gekregen
die ervoor stond - zeven jaar de
bak in. Zeven jaar."
Het had het einde van een legen
darische rockband kunnen be
tekenen. De gitarist komt echter
op borgtocht vrij en wordt door
de Verenigde Staten - uitgere
kend de VS, die tegen Richards
juist een inreisverbod hadden
uitgevaardigd - uitgenodigd een
afkickprogramma te volgen. En
de rechtszaak tegen Richards in
Canada, die maar liefst twee
jaar duurt, loopt uiteindelijk
met een enorme sisser af. De gi
tarist komt weg met een on
denkbaar lage straf: het geven
van een benefietconcert. Een
blind meisje uit Montreal zou de
rechter deze milde straf bij wij
ze van suggestie hebben inge
fluisterd.
Blinde engel
Richards is er vijfentwintig jaar
later nog altijd van overtuigd
dat zijn 'blinde engel' inderdaad
de hand heeft gehad in die mira
culeuze uitspraak van toen.
„Dat is absoluut een waar ver
haal", zegt hij tussen twee slok
ken door. „Dat meisje - een jaar
of zeventien, achttien - reisde
twee jaar vóór de ellende in To
ronto begon met ons mee, van
concert naar concert. Vaak lif
tend. Kun je nagaan: een blind
meisje, 's nachts liftend. God
weet wat er had kunnen gebeu
ren. Toen ik dat doorkreeg, ben
ik naar onze truckchauffeurs
gelopen en heb tegen ze gezegd:
'Luister, ze reist toch wel achter
ons aan, daarin valt ze niet te
gen te houden, dus zorgen jullie
alsjeblieft een beetje voor haar.
Zorg dat ze veilig bij het volgen
de optreden komt.' Ach, het was
zo'n lief meisje. Goed, tijdens
het proces is ditzelfde meisje
naar het huis van die rechter ge
gaan - het is pure Dickens dit -
heeft daar aangeklopt en hem
dit verhaal over mij verteld."
Eind jaren zeventig wordt lang
zaam maar zeker duidelijk dat
Keith Richards van de lijst van
'bijna-doden van de rock 'n roll'
kan worden geschrapt, een lijst
die hij jarenlang aanvoerde. Om
hem heen bleven mensen zich
echter in het fatale ongeluk
storten. De lijst van slachtoffers
die werden meegesleurd in de
verwoestende hectiek die The
Stones decennia lang omgaf,
lijkt eindeloos.
„De weg achter ons is bezaaid
met grafstenen. En waarom?"
peinst Richards hardop. „Al die
mensen wilden met iets mee
doen, onderdeel zijn van iets
wat onwerkelijk was. Ze deden
dingen zo excessief dat het niet
meer kon. Ook dingen die wij
zelf niet eens deden."
De gitarist neemt nog een slok
en steekt een sigaret op. „En dan
hebben we het nog niet eens
over de mensen die er niet aan
onderdoor gingen maar nog wel
gewond rondlopen, herstellen
de zijn. Allemaal hebben ze zich
verloren in wat er om hen heen
gebeurde. Je moet ook helemaal
niet proberen Keith Richards te
zijn."
Elk jaar komen er meer doden
bij, vertelt Richards. „Niet alle
maal vanwege drugs natuurlijk,
we worden ook ouder. De dood
van Ian Stewart (Stones-pianist
van het eerste uur, overleden
december 1985) had niks met
drugs te maken." Chuch Magee,
27 jaar lang roadmanager bij
The Stones en daarvoor al vaste
roadie van Ron Wood bij The
Faces, stierf twee weken gele
den. The Stones hebben op zijn
begrafenis 'Amazing Grace' ge
zongen.
Richard Stekelenburg
Forty Licks verschijnt op 30
september bij Virgin Records.