Niemand mag aan mijn wisser komen
Eigen schuld dikke bult gaat allang niet meer op
Hens van As
glazenwasser
25
lSoCD
Explosieve groei claims
zaterdag 31 augustus 2002
Het is dat Hens van As er de
ironie van inziet, maar leuk is
anders. Het begon een jaar of acht
geleden. Zit-ie rustig een beetje te
zitten, kijkt 'ns naar buiten, kijkt
naar boven en paf: opeens ziet-ie
't. Van die vieze sporen op z'n bo
venramen. Iets chemisch, inge
vreten, uitspoelsel van het cement
van de dan vier jaar oude flat?
Hens wist het ook niet, maar het
werd alleen maar erger en de wo
ningbouwvereniging wenste er
niets aan te doen. Nou: Hens heeft
het voor de rechter laten komen.
Heeft ze voorgerekend wat het al
leen al kostte om daar met z'n al
len te zitten en dossiers te maken.
Méér dan genoeg om nieuw glas
van te plaatsen, toch? ,,Dat ik, als
glézenwasser, de hele dag tegen
die smerige ramen aan moet kij
ken. .onvoorstelbaar!
Het zou overdreven zijn te stellen
dat hij van kind af droomde van
een carrière in het vensterglas. „Mijn
hobby", zegt Hens gedecideerd, „is
geld verdienen. Als dat kan door in de
buitenlucht te zijn, als eigen baas, tus
sen de mensen, is dat mooi."
Zodoende gaat Hens al zestien jaar
ladder op, ladder af. Da's lang, voor
werk waar toch een zekere monotonie
in zit. Toch, zonder uit te sluiten dat
hij nog ooit wat anders gaat doen,
vindt Hens het goed zo. Een zucht
naar anders of meer is hem vreemd.
„Wat ik overgehouden heb aan mijn
jeugd is onbetaalbaar: tevredenheid."
Dan schildert hij een jeugd in grijstin
ten. In Vlissingen, op 10-4-61 werd
hij in het gezin Van As geboren. „Eén
keer per maand werd er een mud kolen
gestort en als die op was, was het op.
En dan was het koud. Kon je naar het
Nollebos om hout te gaan sprokkelen
of boven het gasfornuis gaan hangen
en vroeg in bed kruipen, met kippen
vel op je benen. Het enige snoep dat ik
gekend heb, waren de ijspegels die
aan het raam hingen. Zomers had je
gelukkig het strand en de zee en de
speeltuin." Terugkijkend heeft hij
zich altijd rijk gevoeld met alles wat
hij méér had dan die mud kolen en die
ijspegels van toen.
Vrijheid
Nog een jeugdherinnering, aan de
kleuterschoolBuiten was het prach
tig weer, maar wij zaten binnen met
z'n allen. En ik maar klieren, totdat de
juffrouw zei: ga alsjeblieft naar bui
ten. Toen heb ik de smaak van de vrij
heid geproefd. Die smaak ben ik nooit
meer vergeten. Al die kindertjes in die
klas en ik lekker buiten!
Later zou de vrijheidslievende Hens
van de leao getrapt worden, nét voor
het examen. „Ik vond het niet altijd
nodig om vroeg op school te verschij
nen voor vakken waar ik toch een vol
doende voor haalde. Achteraf ben ik
toch wel blij dat ik op die school geze
ten heb. Die kennis komt me nog elke
dag van pas bij mijn administratie."
Kort nadat hij de leao de rug toekeer
de - of andersom - brak de Vlissinger
een been. Wat complicaties erbij, en
Hens was een vol jaar uit de running.
En toen strompelde hij min of meer te
Hens van As: „Lekker in het zonnetje een beetje met water kliederen."
gen een vriendinnetje aan. „Die vader
vroeg: wat doe je voor de kost? Opeens
drong het tot me door dat ik eigenlijk
niks deed.Via de vader van het meis
je kwam Hens in de metaalbewerking
terecht. Ging naar de avondschool en
haalde, op eigen kosten, zijn lasdiplo-
ma's. „Dat werken als lasser heeft een
jaartje of drie, vier geduurd. Toen wist
ik zeker: deze j ongen werkt nóóit meer
voor een baas."
Eigen baas zijn: dat was wat Hens
rook toen hij op een dag niet lang
daarna een glazenwasser aan het
werk zag. „Lekker in het zonnetje een
beetje met water kliederen. Mensen
blij maken met schone raampjes, een
vriendelijk woord, een lach: ik dacht,
dat is het wel."
In een hoek van zijn appartement is
een stilleven gebouwd. Centraal staat
een grote, ingelijste foto van een wol
kenkrabber in aanbouw. Ver boven
het mensengewemel van New York zit
een tiental bouwvakkers ontspannen
te lunchen op één van de balken van
het stalen geraamte. Hun benen bun
gelen losjes in de lucht, die zich om
hen heen uitstrekt. De gedachte aan
een minutenlange vrije val dringt zich
op. Zo niet bij Hens. „Mij raakt de
verbroedering van die gastjes uit de
jaren vijftig, met hun broodtrommel
tjes. En natuurlijk dat werken op gro
te hoogte," Rondom de foto liggen,
zorgvuldig gepositioneerd: een pakje
sigaretten met de merkwaardige
naam Amateurs Sigaretten; een bake
lieten zaklamp van het merk Pertrix;
een roestig zeepdoosje; een oude aan
steker, een luciferdoosjeshouder. Dan
nog zo'n jaren-vijftig-etui met reis-
benodigdheden voor de man: gereed
schap om de nagels onberispelijk te
houden, leren etuitjes en glazen doos
jes voor borsteltjes, scheergerei en
reukwater. Het heeft allemaal te ma
ken met die mannen op de foto. Je ziet
ze voor je, een Amateurs Sigaretten
nonchalant in de mondhoek, de oude
aansteker in de aanslag. Oeps, daar
valt-ie. De bouwvakker grijpt nog na,
wankelt even op z'n stalen balk.
Hens is, na een scheiding, alweer meer
dan twaalf jaar single. Nog een geluk,
zegt hij zelf, dat hij geen drinktype is
adres ging ik altijd een emmer water
halen, want ik vond het wel een heel
leuk vrouwtje. Op een dag doet ze
open, in een erg sexy negligeetje en
vraagt met zo'n zwoele stem of ik even
van het toilet gebruik wil maken. En
toen: moet je geen kopje koffie, gla
zenwasser? Dat is dan heel leuk. Heel
spannend", zegt Hens nog nagenie
tend. Zo gebeuren er wel meer leuke
dingen. Die keer dat hij in een nieuw
bouwwijk bezig was. Op het moment
Altijd dat alleen 's avonds thuisko
men, alleen je potje koken.. „Meestal
eet ik buiten de deur, trouwens. Jam
mer dat er zo weinig keus is hier. Een
goeie gaarkeuken zou prettig zijn."
En weer een vrouw in zijn levendat
zou ook wel aardig zijn, maar dan in
een lat-relatie.
Kopje koffie
Dat vrijgezelle leven heeft wel een
voordeel: je hoeft geen néé te zeggen
als je wordt uitgenodigd voor 'n kopje
koffie. Jaha, want dat gebeurt dus
écht. Waarom ook niet. Hens ziet er
niet slecht uit en hij is altijd brum.
Ook in de winter. Goudeerlijk brons,
van onder de blote hemel werken. „Ik
heb het één keer meegemaakt en toen
heb ik mijn kans ook waargenomen.
Ik ben ook van vlees en bloed. Op dat
dat hij zijn hoofd boven het raam uit
stak, liep de bewoonster poedelnaakt
de kamer in. „Toen ze me zag, spurtte
ze gelijk terug. Die avond bij het afre
kenen had ik wel even moeite om mijn
gezicht in de plooi te houden."
Dat zijn de krenten in de papVerder is
het toch routinewerk. Over een ge
middeld raam, niet te groot en niet te
klein, niet te vies en niet te schoon,
doet Hens een minuutje of vier, vijf.
Denk niet dat hij dat zelf verzint, daar
is het Glazenwassersboekje van Else
vier voor. Elk type raam en glas, en elk
type gebouw, kozijn of noem maar op
staat erin beschreven. En precies hoe
lang je erover mag doen. Op het eerste
gezicht heeft het veel weg van het
werk van een obsessieve gek, die er
maar eens voor is gaan zitten om dat
allemaal intens te bekijken en in de-
foto Lex de Meester
tail op te schrijven. Maar het boekje is
juist een heel serieuze aangelegen
heid, want de basis voor offertes van
glazenwassers. Er staan nog meer we
tenswaardigheden in. Mag ook wel,
voor tweehonderd piek. Maar hoe je
een raam moet zemen, staat er niet in.
Dat leerde je vroeger gewoon in de
praktijk en tegenwoordig op de Vak
opleiding Glazenwasser.
Hens, man van de praktijk. „De volg
orde is het belangrijkste. Je laddert
van beneden naar boven. Eerst de on
derste ramen wassen, dan die daarbo
ven. Dat doe je met een inwasser, een
aluminium buis waaromheen een
schapenvacht zit. Verder zijn nodig:
een emmer water. Een schuurspons
voor het houtwerk en een verfkrab-
bertje (stel dat je verfresten tegen
komt, of siliconen, of vogelpoep, of
cement). Je plaatst je ladder, pakt je
emmer reservesponsen (want je laat
nogal eens een spons vallen) en dan ga
je inwassen. Van beneden naar boven
inwassen, van boven naar beneden
wissen. Elke keer wanneer je de wisser
aanzet, tevoren eerst altijd de liniaal
even droogtrekken. En terwijl je wist,
de hele tijd controle, controle, contro
le. Er mag geen druppel meer op de
ruit zitten. Soms zie je het pas als je er
al een meter vanaf bent, en dan nog al
leen bij een bepaalde lichtval. Als je
dan een goede glazenwasser bent,
loop je rustig vier sporten omhoog om
die traan weg te halen. „Ik loop, abso
luut. Dat kost minder tijd dan dat 's
avonds de telefoon gaat en dat je terug
moet komen. Ja hoor, dat heb ik mee
gemaakt, daar bellen mensen wel
voor. Logisch ook."
Er gaan heel wat emmers water door
heen op een dag. Gewoon, schoon
leidingwater. Geen Glassex, geen spi
ritus, niets van dat al. Alleen op indu
strieglas en bouwglas dat onder het
cement zit, gaat er een speciaal spulle
tje in het water. „En", zegt hij trots,
,ik gebruik natuurlijk eersteklas wis
sers, van een euro of tien, en goede
sponsen. Niemand mag aan mijn wis
ser komen. Dat is net als de schaar van
een kapper. Die wisser staat helemaal
naar mijn hand. Als er ook maar iets
met die wisser is, sta ik stijf van de
stress. Als-ie niet kaarsrecht is, zie je
het direct op het glas. Zo'n wisser
moet helemaal op je afgesteld raken."
Ritueel
Dat inwerken is een ritueel op zich.
"Je zet je eerste streek en voelt: hier
moet ik een beetje buigen en daar een
beetje duwen. Je zet de liniaal wat
vaster in de wisserhouder, geeft nog
eens een veeg...het kan wel twee, drie
uur duren voor die wisser lekker in je
hand ligt." AH heeft, de beste sponzen,
zegt hij. „Deels natuurspons, deels
katoen. Je hebt ook sponsen die na een
uur nul procent spons en honderd pro
cent katoen zijn. Zo'n spons absor
beert niet. Dan heb ik gewoon het idee
dat ik met een hand vol spons zit. Met
een spons van AH doe ik zeker een
dag, soms wel twee. Op de maandag
begin ik met twee nieuwe. Eén spons
in gebruik, één reserve in de emmer.
Die zwemmer is de gebruiksspons
voor de volgende dag. Dan is-ie inge
weekt. Dinsdag komt er een nieuwe
reservespons. En zo verder. Ja, d'r
gaan er heel wat doorheen in een
week. Als de voorraad bij AH op is,
heb ik een probleem. Daarom bewaar
ik mijn ouwe sponsen een hele tijd."
Waren we bijna het belangrijkste ver
geten: de ladder. Hens heeft houten
ladders. „Dat staat professioneler,
ambachtelijk Voordeel van een hou
ten ladder is ook dat ze kraken voor
dat ze doormidden breken. Kun je er
nog snel af gaan. Denk maar niet dat
aluminium sterker is. Ik heb het duur
ste en zwaarste profiel gehad, maar na
drie jaar was die ladder onveilig. Alu
minium, ik vind het niks. In de winter
absorbeert het kou, in de zomer
warmte. Dat trekt de hele dag door je
lichaam, en niet te weinig. Het geeft
ook nog eens zwart af aan je handen,
bijna niet schoon te krijgen. Moet je
eens bij de bakker staan in je nette
kleren, met van die pikzwarte handen,
of ergens uit eten gaan. Dan voel je je
behoorlijk opgelaten."
Glazenwassers, zegt Hens, zijn alle
maal vrijbuiters. Dat maakt het tot
een apart wereldje. In de Randstad
wordt wel gevochten om klanten.
Vlissingen daarentegen, is lekker re
laxed. „Er is veel werk, je kunt elkaar
het licht in de ogen gunnen. Sta je te
wassen, komt er een collega-glazen
wasser in dezelfde straat een raampje
doen. Geeft niks. Je rookt samen een
sigaretje, maakt een praatje."
Eigenlijk heeft Hens altijd wel genoeg
werk. Zoveel zelfs, dat hij zich voor
keuren kan veroorloven. „Ik heb een
hekel aan ramen met kunststof kozij
nen. Moet je veel te vaak herstel ple
gen, omdat die ramen een andere bol
ling hebben. Al tijdens het ladderen
sta je tranen en strepen te verwijde
ren. Dat kost tijd en tijd is geld. Ik wil
dus graag in de krant hebben dat men
sen uit buitenwijken niet meer hoeven
te bellen." Oud glas, dat heeft Hens
het liefst. Wissen, en in één keer is het
goed. Het liefst werkt hij in de oude
stad. „Is ook het gezelligst, 's Zomers
pak ik 's avonds vaak de fiets. Als ik
dan ben wezen wassen, kijk ik om me
heen naar de ramen die ik gedaan heb,
of ze mooi glimmen. Dat heb ik toch
mooi gepresteerd, denk ik dan, dat is
mijn product. Dan ben ik echt zo trots
als een aap."
Ondine van der Vleuten
T Tallen met je fiets over een straatklinker
V of een boomwortel. Vroeger gold zoiets
I als eigen schuld. Verbandje erom en voort
aan beter uitkijken. Maar tegenwoordig
roept iedereen: Schadeclaim! In tien jaar
j tijd zijn de claims én de uitgekeerde som-
J -gien geld astronomisch toegenomen. Ame-
j rikaanse toestanden?
i Zelf weet S j ak Janssen er niks meer vanhoe
i hij met zijn racefiets over de kop is gegaan
op het fietspad bij Hilvarenbeek. Geheu
genverlies. Een politieman vertelt hem later
i dat het een opstekende betonplaat moest
zijn geweest.
J De nu 45-jarige Janssen had hersenletsel,
lag negen dagen in coma en kreeg twaalf
maanden ergotherapie. Het is nu vier jaar
I later en Sjak tobt nog steeds met zijn con
centratie. Ook is hij geestelijk snel uitgeput.
Hij heeft wel een schadeclaim overwogen,
I maar niet doorgezet. „Ik was volledig ge-
I fixeerd op herstel, en ik beschouwde het ge-
I woon als mijn eigen schuld. Ik ben bezig er
een boekje over te schrijvenwant het grijpt
j wel erg in in je leven. Ik fiets nooit meer zon-
j der helm,"
I Bouwvakker Herman van Vugt (59) ging wél
voor zijn recht. Hij fietste op 13 april 1995
I ramvast in een spleet op een spoorwegover-
j gang. De NS vond dat hij zijn zware hersen-
I schudding, gebroken botten en geblesseer-
de nek aan zichzelf te wijten had. Dat was
I tegen het zere beenwant Herman begon
prompt via zijn rechtsbijstandverzekering
een civiele procedure. Na drie jaar juridisch
I haarkloven rolde daar een financiële schik
king uit van zo'n 12.000 euro.
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Na een
zware regenbui ligt altijd wel ergens een
stoeptegel te wiebelen. En een boomwortel
I kan het asfalt soms in snel tempo centime
Vallen met je fiets over een straatklinker of een boomwortel. Vroeger gold zoiets als eigen
schuld. Maar tegenwoordig zijn schadeclaims dan snel ingediend.
ters omhoog krikken. De wegbeheerder,
vaak de gemeente of de provincie, kan dat
met het allerbeste onderhoudsplan niet
voorkomen. Dat was altijd al zo, maar de
laatste jaren proberen steeds meer mensen
hun schade of leed te verhalen: de juridise
ring van de samenleving heet dat in vak
kringen. Wegbeheerders hebben daarom
een aansprakelijkheidsverzekering. Bij
Centraal Beheer Achmea of bij AOG, een
onderlinge maatschappij van de gemeen
ten.
„De eisen tot schadevergoeding van burgers
zijn sinds 1 januari 1992 explosief toegeno
men", weet Sep van Esch, branchemanager
bij Centraal Beheer in Apeldoorn. „Tot die
datum kon men een overheid alleen aan
sprakelijk stellen wanneer er iets verwijt
baar mis was met het wegdek. Bijvoorbeeld
als een gemeente een jaar lang een gat in de
weg niet repareerde, terwijl ze wist dat het
gat er zat. In 1992 is de risico-aansprake
lijkheid ingevoerd: sindsdien is een ge
meente aansprakelijk voor elk gebrek aan
de weg, ook buiten haar schuld. Allerlei an
dere omstandigheden bepalen vervolgens of
het wel of niet tot een schadevergoeding
komt. Sinds die wetswijziging is het aantal
schadeclaims verviervoudigd."
Ook de uit te keren bedragen zijn met een
factor vijf gestegen, aldus Van Esch. „Dat
heeft onder meer te maken met het gegeven
dat andere regelingen zijn ingekrompen. Ie
mand die arbeidsongeschikt raakt bijvoor
beeld krijgt tegenwoordig te maken met het
WAO-gat. Zo'n financieel nadeel moet je
ook weer overbruggen."
Overleg
Van Amerikaanse toestanden, waarbij soms
tonnen worden uitgekeerd voor een gebro
ken nagel, wil Centraal Beheer niet spreken.
„Bij ons stapt de wederpartij in minder dan
een procent van de gevallen naar de rechter.
Alle andere zaken lossen we in goed overleg
op. In de Verenigde Staten is het systeem an
ders. De sociale zekerheid is niet geregeld
zoals bij ons. De verdienste van de advoca
ten daar bestaat uit een percentage van de
schadevergoeding. Vervolgens zit er een
jury, die geneigd is bij het vaststellen van
de uitkering rekening te houden met het ho
norarium van de advocaat. Ook krijgt die
jury dramatische videofilms voorgescho
teld van het slachtoffer. Dat bij elkaar jaagt
het aantal zaken én de uitgekeerde bedra
gen enorm op. Verzekeringsmaatschappij
en gaan in de VS failliet door enorme scha
declaims."
Centraal Beheer zit niet braaf premies te in
casseren of de portemonnee open te houden.
Van Esch: „We kennen een risk-manage-
mentbedrijf dat de overheden adviseert. Zo
helpen we aan de basis met het bedenken
van transparante onderhoudssystemen die
de risico's verminderen."
Eind mei dit jaar kwam een 48-jarige man
uit Oss om het leven doordat een boomwor
tel in het asfalt zijn racefiets min of meer
lanceerde. Het slachtoffer reed hard en
droeg geen helm. Na het ongeluk versche
nen er waarschuwingsborden en kort voor
de bouwvakvakantie is het wegdek her
steld. De achterblijvende familie zag af van
een civiele procedure. Het ontbreken van
een rechtsbijstandverzekering schrikt men
sen vaak al af, maar in dit geval verkozen de
nabestaanden gewoon de rust.
Juridisch specialist prof. mr. Willem van
Boom van de Katholieke Universiteit Bra
bant kan zo één-twee-drie niet inschatten
wat de kansen van een claim voor de nabe
staanden waren geweest. „Je kunt een pro
cedure aanspannen wegens gederfde in
komsten, zeg maar het levensonderhoud als
het gaat om de kostwinner, en de kosten van
de begrafenis. Niet om smartengeld, want
daar voorziet de wet niet in bij overlijden
Of de rechter de aansprakelijkheid van de
wegbeheerder erkent, is van veel omstan
digheden afhankelijk. „Hoe hoog was die ri
chel, was die goed of slecht zichtbaar, vol
deed de gemeente aan normale eisen van
onderhoud? Als er een gat in het asfalt zit
van één bij één meter en de gemeente weet
dat, dan is het logisch dat dit meteen wordt
gerepareerd. Bij zo'n boomrichel wordt dat
al moeilijker."
„Voor sommigen kan zoeken naar een ant
woord op de schuldvraag uiteraard helpen
bij de verwerking van het ongeluk", besluit
Van Boom. „Maar procederen kan een lang
durige zaak worden die ik niemand zou aan
raden, en daarbij: je krijgt er je dierbare niet
mee terug,"
Joop van der Pol
Mensen die schade of letsel oplopen door slecht wegdek of boomwortels in het fietspad
dienen steeds vaker een eis tot schadevergoeding in. De afgelopen tien jaar zijn de
claims bij wegbeheerders als gemeenten en provincies verviervoudigd. Het bedrag dat
daarmee is gemoeid groeide met een factor vijf.
Dat zegt S. van Esch van Centraal Beheer Achmea. De Apeldoornse verzekeraar beheert de
aansprakelijkheidspolis van ruim de helft van de Nederlandse gemeenten. Om bedrijfspo-
litieke redenen geeft Centraal Beheer geen exacte cijfers.
De AOG, de onderlinge verzekering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),
bevestigt globaal het beeld dat Centraal Beheer schetst. Woordvoerder Toet van de AOG:
„De juridisering van de samenleving is duidelijk voelbaar: mensen willen genoegdoening,
hollen gemakkelijker naar een advocaat."
De AOG berekende in 2000 over 195 aangesloten gemeenten een bruto schadelast van 2,3
miljoen euro. Vorig jaar was dat bedrag aan betaalde en gereserveerde schades gegroeid tot
ruim 3 miljoen euro. Zo'n 85 procent van het totale bedrag heeft betrekking op wegbeheer
Het komt slechts zelden tot juridische procedures. Volgens Centraal Beheer wordt 99 pro
cent van de claims ofwel afgewezen ofwel tot tevredenheid gehonoreerd.