Er zitten
twee ikken
in mij hé
PZC
Ph
Grignard
paste in
geen enkel
systeem
li
HF
i—
*j|j|
f
MR
y
O
Cl
23
De Biechtspiegel
donderdag 22 augustus 2002
orig jaar stelde de Vlaming Bart
Plouvier (Mortsel, 1951) voor het
Zeeland Nazomer Festival het
meerdaagse programma Van de Zee samen.
Op de zolder van het Zeeuws Museum in
Middelburg smeedde hij muziek en
literatuur tot één geheel. Dit jaar drukt hij
opnieuw een stevig stempel op het festival, al
treedt hij dan niet zelf op. In vijf cafés
verspreid over de provincie wordt het door
hem geschreven stuk De Biechtspiegel
opgevoerd. Plouvier over zijn monoloog aan
de toog.
Een donkerbruiner café dan
dat uit De Biechtspiegel is
nauwelijks voorstelbaar. De
stamgasten, die bijna tot het
meubilair horen, zijn van een
ongekende en met alcohol door
drenkte tragiek. Cafébaas Irma,
'die ouwe madamme nevens de
stoof, incluis. „Met wa' da' zij
gedronken heeft, daar kunt ge
zo'ne groten tanker mee vullen,
en als dien aan de grond loopt
kan heel de kust zijn eigen een
jaar lang zat drinken.
De verteller schetst, in sappig
dialect uit de streek van Eeklo,
een aanvankelijk vermakelijk
portret van zijn 'staminee, de
leste op 't dorp 'en van diens vas
te bezoekers. Maar geleidelijk,
Woensdag 28 (première) en donder
dag 29 augustus, café Juliana in Big-
gekerke.
Vrijdag 30 en zaterdag 31 augustus,
café De Drie Koningen in Groede.
Maandag 2 en dinsdag 3 september,
café Zeelands Welvaren in Scherpe-
nisse.
Woensdag 4 en donderdag 5 septem
ber, café Havenzicht in Kamperland.
Vrijdag 6 en zaterdag 7 september,
café Land en Scheldezicht in Bath.
Aanvang telkens 20.30 uur.
Tekst: Bart Plouvier.
Spel: Mark Verstraete.
Regie: Frie Couwberghs.
Dramaturgie: Alex Mallems.
Het is het klassieke leven van een blues
muzikant. Ferre Grignard introduceerde
halverwege de jaren zestig de blues in België.
Korte tijd was hij uitzonderlijk succesvol.
Met 'Ring, ring, I've got to sing' scoorde hij
een wereldhit en de Hamburgse Starclub en
het Parijse Olympia lagen aan zijn voeten.
Maar twintig jaar geleden stierf hij, inmid
dels een straatarme alcoholicus, aan
keelkanker, 43 jaar oud. Wigbert van Lierde
spoorde Grignards oude liedjes op en brengt
hem op het Middelburgse Abdijplein een mu
zikaal eerbetoon.
„Ik heb Ferre Grignard nooit persoonlijk ge
kend", vertelt Van Lierde. ,,Voor mij was hij
aanvankelijk niet meer dan een naam met
twee bekende liedjes. Ik ben op onderzoek ge
gaan en kwam een schat van liedjes tegen.
Heel knap, heel mooi. Voeg daarbij zijn tragi
sche levensloop en je hebt een indrukwek
kend verhaal." Dat verhaal vertelt Van Lier
de in de theatervoorstelling Ferre - Yellow
me, yellow you, waarvan hij in Middelburg
vooral het muzikale gedeelte ten gehore zal
brengen. En dat verhaal vertelt hij, samen
met schrijver Bart Plouvier, ook in een boek,
dat dit najaar bij Nijgh Van Ditmar in Ant
werpen verschijnt.
Het is geen toeval dat Grignards hoogtijda
gen in de jaren zestig vielen, hoewel hij vol
gens Van Lierde geen hippie was. „Men heeft
hem ten onrechte een flower power-stempel
gegeven.Grignard groeide op in Antwerpen,
een havenstad met veel bruine kroegen en
jazzcafés. Buitenlandse zeelieden introdu
ceerden nieuwe of onbekende muziekstijlen.
Charlie Parker en Miles Davis, oude Ameri
kaanse blueszangers, Engelse skifflegroepen
naarmate het aantal consump
ties oploopt, verdwijnt de lach
en wordt het verhaal steeds be
klemmender, tragischer vooral.
„Hij is toch vrij ontgoocheld in
het leven", zegt Plouvier. „Af en
toe laat hij daarover iets door
sijpelen. Hoe meer hij drinkt,
hoe meer hij gaat lossen wat hij
eigenlijk niet zou moeten los
sen."
De monoloog dateert van 1998
en verscheen min of meer samen
met de gelijknamige roman.
„Eigenlijk was het idee voor de
monoloog er eerst. Toen wilde ik
dat verhaal inbedden in een gro
ter geheel, in het dorp waar het
zich afspeelt. Die omkadering is
uiteindelijk de roman gewor
den. Aan het slot daarvan zou
aanvankelijk de monoloog ko
men, maar die was stilistisch ge
zien zo anders dat die niet meer
in het boek is terechtgekomen.
De monoloog kun je lezen als
een vervolg op de roman, maar
je hoeft de roman niet te hebben
gelezen om de monoloog te kun
nen smaken."
De Biechtspiegel was het eerste
toneelwerk van Plouvier, die al
diverse romans op zijn naam
had staan. Het idee is ontstaan
toen hij acteur Mark Verstraete,
een jeugdvriend, weer ontmoet
te. „We waren elkaar uit het oog
verloren, maar via de literatuur
hebben we elkaar teruggevon
den", zegt de schrijver. „We ble
ken nog steeds zoveel dingen ge
meen te hebben, dat we vonden
dat we best iets samen zouden
kunnen doen. Dit was het meest
voor de hand liggende."
Eenvoudig was het schrijven
van de monoloog niet. „In mijn
proza is er bijna altijd een alwe
tende verteller, een objectieve
waarnemer. Ik maak nauwelijks
gebruik van dialogen of de mo
nologue intérieur. Voor toneel
moet dat totaal anders. Ineens
diende ik in spreektaal te gaan
schrijven, terwijl mijn ro
manstijl juist heel literair en
bloemrijk is, met veel allitera
ties en verwijzingen naar ande
re boeken."
„Het heeft wel even geduurd
voordat ik goed gestart was, ze
ker een half jaar." In die periode
brainstormde hij regelmatig
met Verstraete en ging veel naar
het theater. „Toen ik eenmaal de
toonzetting had, was het zo ge
daan. Het gaat om het juiste rit
me, dat is voor mij heel belang
rijk. Ik probeer de lezer altijd
een bepaald ritme op te leggen
en in het theater is dat ritme
sneller dan in proza." Inmiddels
heeft Plouvier nog twee toneel
werken Het walvisoor, Een en
gel in de zon) geschreven en
Mark Verstraete
werkt hij aan zijn vierde stuk,
Hallo, ween, dat in oktober in
première gaat.
De verteller van De Biechtspie
gel verhaalt vooral van zijn in
nerlijke strijd. „In mij zitten
twee ikken hé, en die maken al
tijd ambras." Zijn leven lang
heeft hij verlangd naar een
avontuurlijk leven, naar het af
schuimen van de wereldzeeën
'en overal een liefhebben, een
negrinnéke ginder, een chinees-
ke daar, en dan eindelijk, in ie
dere haven, van mijn gat kun
nen geven tot mijn kloten zeer
deden'. Maar het verlangen
durft hij niet waar te maken, ,,'t
Is just of ik zit me' een elastieks-
ke aan 't dorp vast, als ik nog
maar naar 't stad gaan voel ik
het al trekken, 't spant mijnen
asem en mijn hart af."
Het café en het dorp komen te
rug in meerdere boeken van
Plouvier, die zelf behalve - on
der meer - folkmuzikant, tui
nier, bouwvakker, dokwerker,
fabrieksarbeider, kok, brou
wersgast, restaurateur en muzi
kant in Bobbejaanland ook vier
jaar lang matroos op een zeesle
per is geweest. „Ik schrijf over
de dingen die ik goed ken. Ik
schrijf makkelijker over een
dorpscafé en een schip dan over
een kantoor of een berghut.
Sinds De Biechtspiegel ben ik
het dorp ook bewust als decor
gaan gebruiken en gaan uitbou
wen, zodat alle boeken zich la
ten lezen als één groot verhaal."
„Het dorp krijgt haast mythi
sche dimensies, is een soort uni
versum op zich. Aan de ene kant
is zo'n dorpsgemeenschap heel
klein en bekrompen, maar met
al haar stilzwijgende afspraken,
rituelen en gebruiken vormt het
ook een veilige cocon. Het geeft
een soort geborgenheid. In die
zin is er ook een duidelijke over
eenkomst tussen de kleine ge
meenschap op een schip en die
in een dorp of een café."
Tot nu toe heeft Mark Verstraete
de monoloog niet in cafés ge
speeld. „Dat was aanvankelijk
wel de opzet, maar dat idee heb
ben we uiteindelijk laten vallen
omdat het niet commercieel ge
noeg was. Er zijn weinig cafés
die groot genoeg zijn voor het
decor en voldoende speelveld
foto Koen Broos
hebben. Bovendien is het decor
zo gemaakt dat het vooral veel
suggereert. Als je in een echt ca
fé speelt, valt die suggestie in
eens weg."
Tijdens het Zeeland Nazomer
Festival zijn échte kroegen in
Biggekerke, Groede, Scherpe-
nisse, Kamperland en Bath het
toneel. Plouvier zal zich zeker
ook onder de stamgasten men
gen. „Ik ben vooral benieuwd
hoe Mark de setting in de cafés
oplost. Bovendien wil ik graag
zien hoe het Nederlandse pu
bliek op de monoloog reageert."
In Vlaanderen is De Biechtspie
gel in totaal zo'n zestig keer op
gevoerd en zeker niet zonder
succes. Plouvier zelf zag de
voorstelling diverse malen. „Als
ik alleen al mijn eigen proza of
poëzie teruglees, vind ik dat
confronterend. Als je iemand li
ve je eigen tekst ziet brengen,
met daarin heel veel dingen die
ik zelf ook zeg of denk, dan is dat
heel gek. Een beetje beklem
mend wel. Als toeschouwer zit
je dan eigenlijk naar jezelf te
kijken."
Rolf Bosboom
Ferre Grignard
- Grignards favoriet was Lonnie Donegan - in
de haven van Antwerpen waren hun platen te
horen. Van Lierde: „Ferre Grignard hield dat
bij. Hij probeerde die platen te pakken krij
gen. Hij had een behoorlijke bluescollectie en
als een van eersten in België hield hij zich
daar ook als muzikant mee bezig."
In Humo beschrijft Roger Grignard de eerste
skifflegroep van zijn broer. „Ze maakten mu
ziek met gitaar, mondharmonica, lepels, vin
gerhoeden en wasborden. Hun basgitaar was
een houten theekist met een bezemsteel als
foto Koen Huybreghts
gitaarhals en een touw als snaar erop gebon
den. Zo is hij begonnen." Al snel vielen zijn
optredens bij het Antwerpse cafépubliek in
de smaak, hoewel zijn Engels volgens Roger
Grignard 'schabouwelijk' was en bleef. Dat
bevestigt Van Lierde, „Zijn Engels was scha
mel en hij kende twee akkoorden. Maar hij
heeft de blues in België gezicht gegeven. Hij
speelde vanuit de buik, vanuit het hart. Ze
zeggen wel eens: Can a white man play the
blues? Ja, Ferre Grignard bewees van wel.
Zijnpréserece op het podium was indrukwek
kend en elk liedje straalt enorme energie uit.
Je hoort hoe hij zijn ziel erin legde, het is mu
ziek van grote eerlijkheid en puurheid, van
een kracht die je meteen pakt."
Grignard tekende bij platenmaatschappij
Philips en zijn eerste elpee sloeg geweldig
aan. Niet alleen in België, maar ook in Frank
rijk en de Verenigde Staten. Hij werd uitge
nodigd in het Olympia in Parijs om het voor
programma te verzorgen van Antoine,
destijds een grote ster. Met een oude Rolls
Royce reed hij ernaar toe. Niet harder dan
tachtig, verkleumd, want zonder verwar
ming, maar wat een entree. „Zestien dagen
heeft hij daar gespeeld, met veel succes", weet
Van Lierde. „Plotseling was hij een hele grote
meneer. Tot zijn eigen verbazing."
Maar zo snel als het succes kwam, zo snel
kwam ook het verval. Grignard was er de man
niet naar om zich te schikken naar de wensen
van een platenmaatschappij. Van Lierde:
„Hij was een schilder die muziek maakte en
een muzikant die schilderde. Hij koos voor
vrijheid. Hij was een individu dat niet in een
systeem paste. Een schilderij is een schilderij
en muziek is muziek, maar dat gedoe rondom,
verkoopcijfers, planning, enzovoort, dat lag
hemniet. Hij leefde in het nu. In de strijd zich
zelf te behouden, heeft hij veel verloren. Hij
raakte aan de drank en had geen rooie duit
meer. De Belgische staat had hem getaxeerd
als zelfstandige en eiste miljoenen belasting
van hem. Maar hij had al zijn geld altijd me
teen uitgegeven. Dus pikte de staat alles in
wat hij nog verdiende."
In het diepst van zijn ellende kreeg hij ook
nog keelkanker. Op 8 augustus 1982 overleed
Ferre Grignard. Sindsdien leeft hij voort in
verhalen, als een Antwerpse legende, maar
zijn muziek raakte grotendeels vergeten. Van
Lierde heeft die weer op het repertoire geno
men. „In een eigen vertolking, want niemand
kan ze spelen zoals Ferre deed. Maar hij is een
figuur die niet vergeten mag worden en er zijn
zoveel liedjes die niemand kent. Ze verdienen
het gespeeld te blijven. Hoe kun je iemand be
ter eren dan zij n muziek te spelen? Zo blij ft hij
leven."
Ernstjan Rozendaal
Ferre - Yellow me, yelloiv youdonderdag 29 augus
tus om 21.30 uur op het Abdijplein Middelburg.
Publicatie - Bart Plouvier en Wigbert van Lierde:
Captain Disaster. Leven en lijden van Ferre Grig
nard, Uitgeverij Nijgh Van Dirmar, 19,95 in
clusief cd met muziek van Grignard).
r
i i V
l-
A
Filip Jordens zingt Brei
Groeten uit Zonnemaire Tiengemeten
Digna Sinke, geboren in Zonnemaire, is
filmmaker. In 1972 maakte ze haar eerste
korte speelfilm, Groeten uit Zonnemaire.
De documentaire Tiengemeten (2001) gaat
over het eiland Tiengemeten dat werd terug
geven aan de natuur.
Vertoning op een groot scherm op het Ab
dijplein, 21.30 uur.
WOENSDAG 28 AUGUSTUS
Dubbele en de watermensen
Muziektheater voor kinderen door Theater
makerij Mens. Martin Mens vertelt het boek
van Hans Kuyper, twee muzikanten bege
leiden hem.
Abdijplein, 15 uur
Teruggespoeld
Literaire salon van Kees Slager; deze keer
praat hij met de Belgische auteur Geert van
Istendael, die al meerdere boeken over Bel
gië en Brussel schreef. Het Belgisch Laby
rint of De schoonheid der wanstaltigheid is
één van zijn bekendste.
Prinsenlogement, 20 uur.
Hommage a Brei
Filip Jordens zingt chansons van Jacques
Brei; bekende nummers als 'Ne me quitte
pas' en 'Les bourgeois' afgewisseld met on
bekend werk. Met medewerking van 'les
p'tits Mozarts de ce soir'.
Abdijplein, 21.30 uur.
DONDERDAG 29 AUGUSTUS
Teruggespoeld
Literaire salon van Kees Slager; hij ontmoet
Koos van Zomeren. In diens werk speelt het
dorp Herwijnen aan de Waal, waar zijn va
der werd geboren, een belangrijke rol. Van
Zomeren schreef onder andere: De bewoon
de wereld - een bloemlezing uit ons land
schap en 1946 - een verkenning van een ge
boortejaar.
Prinsenlogement, 20 uur.
Ferre - Yellow me, Yellow you
De Antwerpse zanger Ferre Grignard intro
duceerde halverwege de jaren zestig de
blues in België, 'Ring ring' was een werel
dhit. Wigbert Van Lierde spoorde nummers
van de twintig jaar geleden overleden zan
ger op, en brengt met zijn groep de skiffle-
muziek met wasbord en gitaar ten gehore.
Abdijplein, 21.30 uur.
VRIJDAG 30 AUGUSTUS
Teruggespoeld
Literaire ontmoeting: Kees Slager in ge
sprek met de Vlaamse schrijver Paul De Wis-
pelaere. In 1998 ontving De Wispelaere de
Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn
overwegend autobiografisch getinte werk.
Hij schreef onder andere Tussen tuin en we
reld en Het verkoolde alfabet.
Prinsenlogement, 20 uur.
El Tattoo del Tigre
Dertig-koppig showorkest met vooral ko
perblazers Onder hen Theo Mertens. Het
orkest speelt verschillende stijlen: mambo,
samba en muziek in de traditie van Perez
Prado.
Abdijplein, 21.30 uur.
Paul De Wispelaere