V erdroging bedreigt oudland Vlaamse natuur heeft moeite met inhaalslag Nieuwe Raadkaart Hier liep je met je kleine voetjes dinsdag 20 augustus 2002 De Yerseke Moer: een natuurgebied met levende geschiedenis. foto Willem Mieras Help, de Yerseke Moer verdroogt! De verdro ging trekt al jaren sluipend sporen door de moer, vooral omdat het waterpeil door waterschap Zeeuwse Eilan den laag wordt gehouden. Dat gebeurt om de omrin gende boeren te gerieven. Het betekent de nekslag voor het oudland uit de twaalfde eeuw, dat de bijzondere be tekenis juist ontleent aan het karakter van zeer nat en laagwaardig weidegebied. De Yerseke Moer is één van de weinige stukjes authentiek landschap die in Zeeland be waard zijn. Natuur en cultuur historie gaan er harmonieus sa men. Het natuurgebied is wel een prentenboek voor ons ge heugen genoemd. Verdroging tast veel waardevols onomkeer baar aan. De Yerseke Moer is levende ge schiedenis, het is eigenlijk een Zeeuws openluchtmuseum. Kernachtiger kan Chiel Jaco- busse van de beherende stich ting Het Zeeuwse Landschap (HZL) het niet samenvatten. „Alle andere restjes poelgebie- den in de provincie zijn aanzienlijk kleiner. De Yerseke Moer is nog het enige wat op be hoorlijke schaal een historisch landschap heeft. Je vindt sporen terug uit alle eeuwen na het be gin van de jaartelling. Die zijn in onderlinge samenhang be waard en het bepaalt in behoor lijke mate hoe nu de flora en fauna er uit ziet." Jan Kardijk, zes jaar als gids ac tief geweest in de Yerseke Moer, noemt de 'zeggingskracht' van het gebied opvallend. In de aan leg van wegelingen, akkers op kreekruggen, veenwinning, drinkputten en boerderijtjes hebben mensen hun tekens in het landschap aangebracht. Kardijk vertelt dat de moer door het verdwijnen van veel mei doornhagen een open land schap is. Middenin zit het zoute water zo dicht aan het opper vlak dat er geen struiken of bo men kunnen groeien. Vooral op de wat hoger gelegen delen zijn langs slootkanten spontaan meidoornstruwelen opgesla gen, alsook bramen, hondsroos en vlier. In de Middeleeuwen begon het afgraven van het veen (moerne- ren) voor de zoutwinning. Voor het vervoer van de derrie naar de zoutketen ontstonden zoek- weggetjes ofwel wegelingen. Vóór de moernering liepen er al leen schaapskudden. Om de die ren van zoet water te voorzien, werden op de hoogste plekken drinkputten gegraven (enkele hollestelles zijn er nog). Kar dijk: „De Middeleeuwse kuilen, bulten en kreekruggen zijn niet alleen van historisch belang. Het reliëf, de samenstelling van de grond en de zoute kwel in de ondergrond zorgen voor een rij ke variatie aan planten." In het reservaat zijn bemesting en bestrijdingsmiddelen taboe. Het Zeeuwse Landschap voert een verschralingsbeheer en vee wordt pas laat in de wei gelaten, waardoor tal van verdwenen plantensoorten zijn terugge keerd. Een deel is uitsluitend hooiland en daar groeien plan ten die geen begrazing verdra gen. Hier is sprake van een ou derwets bonte wei. Het beheer heeft ook een gunstig effect op weidevogels als tureluur, grutto en kievit. In de winter foerage- ren en overnachten er duizen den ganzen. De zeldzame kemp haan is helaas verdwenen - daarvoor kwam het natuurbe heer van de moer te laat. Ruilverkaveling Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging een ruilverkaveling van de Yerseke Moer niet door. In 1985 viel stemming over een verkaveling positief uit. Deze werd in 1991 afgerond. Rondom het reservaat is het waterpeil fors (70 centi meter) verlaagd tot 2.30 meter - NAP. Voor het natuurgebied staat het peil vastgesteld op 19 5 meter-NAP. Jacobusse legt uit dat vanuit de moer veel water weglekt naar de landbouwgron den en dat is de voornaamste re den van de verdroging. Een kwalijk gevolg van de verdro ging is het inklinken van het veen. Dat vergaat gewoon als het niet nat is. De historische opbouw wordt er door aange tast. Het Zeeuwse Landschap wil dat er wat aan gedaan wordt en wel door het waterpeil in de moer te verhogen. „Het heet niet voor niks moer, afkomstig van moe ras", beklemtoont Jacobusse. HZL heeft samen met water schap Zeeuwse Eilanden onder zoek laten doen. Dit wijst uit dat verhoging van het waterpeil in de sloten (met ongeveer 45 cen timeter) door het plaatsen van stuwen soelaas biedt. Het heeft geen directe effecten op de land bouwgronden. Bijkomend voordeel is dat de moer bij veel regenval dienst kan doen als wateropvanggebied. Bij het nieuwe peil komt een uiterst mi niem deel in de winter onder water te staan. Jacobusse heeft gemerkt dat sommige boeren in de omgeving weinig voelen voor een hoger peil in de moer. Ze zijn bang dat ganzen minder goed terecht kunnen en uitwijken naar de akkers. Ten onrechte, zegt Jaco busse. „Natuurlijk proberen we zoveel mogelijk opvang in het reservaat te plegen. Het voed selaanbod voor ganzen in het re servaat blijft minimaal gelijk. Er zijn nu veel plaatsen waar ruigtekruiden als distels en rid- derzuring overheersen. Door de peilverhoging zullen die plek ken een meer grazig karakter krijgen, waardoor ze geschikt worden voor foeragerende gan zen. Daarbij komt dat door ver- natting de plaatsen waar de ganzen kunnen slapen toene men. Die slapen liefst in natte omstandigheden. Je krijgt min der trekbewegingen en de gan zen verbruiken minder ener gie." Schade Het Zeeuwse Landschap be treurt de opstelling van een aan tal boeren. De stichting vindt uit een oogpunt van goed na buurschap het tegenwerken van een peilverhoging onaanvaard baar. Waterschap Zeeuwse Eilanden is bezig met de voor bereidingen om een hoger wa terpeil te realiseren. Als dat niet tot uitvoering komt, kan HZL dan toch - net als de boeren al tijd doen - schade claimen? Ja cobusse acht dat zeker niet uit gesloten. „Zoals de boeren vernattingsschade claimen, kunnen wij verdrogingsschade claimen. Door de verdroging halen wij bepaalde natuurdoe len niet, die de overheid heeft vastgesteld. Dat kan ons veel in komsten kosten. Veel erger is natuurlijk dat belangrijke na tuurwaarden in zo'n kostbaar gebied teloor dreigen te gaan." Rinus Antonisse Natuurbeschermers in Vlaanderen kijken soms met een jaloers oog naar Neder land. Daar wordt in het afwegen van belangen de natuur serieu zer meegenomen dan in het ei gen Vlaams Gewest, menen ze. Of dat klopt, is nog maar de vraag. Bij beslissingen weegt ook in Nederland de 'rode' eco nomie uiteindelijk altijd zwaar der dan de 'groene' economie. Aan deze zijde van de grens be staat de indruk dat de zuiderbu ren natuur en milieu vooral als sluitpost beschouwen. De trage gang van zaken bij het gezond- maken van de Schelde is er een duidelijk voorbeeld van. En feit is dat pas dankzij Europese re gels het natuurbeleid in Vlaan deren wat meer gestalte begint te krijgen. Maar ook hier hoeft Nederland zich niet op de borst te kloppen. Het inpassen van EU-richtlijnen loopt bepaald niet van een leien dakje. Hoe het ook zij, Vlaanderen maakt meer werk van natuur beleid. In elk geval op papier. Het Instituut voor Natuurbe houd (IN) rapporteert sinds 1999 tweejaarlijks over de toe stand van de natuur in Vlaande ren. Recent verscheen het Natuurrapport 2001. Ging de eerste rapportage vooral over de toestand van de natuur, nu wor den ook de oorzaken van veran deringen en de houding van de mens tegenover de natuur be handeld. Het Natuurrapport geeft aan dat het Vlaamse beleid moet steunen op drie pijlers: afbake ning van voldoende ruimte voor de natuur; grondige afstemming met andere beleidsterreinen; vrijwaring van een goede mi lieukwaliteit. De totale opper vlakte beschermde natuur neemt duidelijk toe. De afstem ming met andere beleidsdomei nen, zoals landbouw en ruimte lijke ordening, is nog zeer beperkt. Het IN noemt de alge mene milieukwaliteit zorgwek kend. Tot de pluspunten wordt gere kend dat de oppervlakte na tuurgebied dat valt onder de Europese Habitatrichtlijnen in mei 2001 werd uitgebreid tot 102.000 hectare. Maar waar Zeeland al lang over een uitge zette Ecologische Hoofdstruc tuur beschikt, is de afbakening daarvan in Vlaanderen nog vol op aan de gang. De oppervlakte natuurreservaat bedraagt bijna 20.000 hectare; de groei is echter onvoldoende om de doelstelling van 50.000 hectare tegen 2007 te halen. Het bosarme Vlaanderen moet tegen dat jaar ook een bos uitbreiding van 10.000 hectare krijgen. Grondwater Bij de bevolking groeit de aan dacht en inzet voor het natuur beleid, constateert het IN, maar de zo lang veronachtzaamde na tuur reageert aarzelend. De si tuatie van soorten als vos, das, vleermuis, een aantal eendach- tigen en enkele bosvogels ver toont verbetering. Het slechte nieuws komt volgens het IN uit gebieden waar niet alleen de na tuur telt. Activiteiten zoals het verstevigen van beekoevers, het opdrijven van de productiviteit van soortenrijke graslanden en het winnen van grondwater, tasten de natuurkwaliteit aan. Steekproeven wijzen op een halvering van de oppervlakte soortenrijk grasland in de afge lopen twintig jaar. Wat nog res teert, is nochtans uniek op internationaal niveau. De voor uitgang van enkele bosvogel soorten kan worden toegeschre ven aan grotere aandacht voor de natuur bij het bosbeheer. Slecht nieuws is ook dat onge veer een derde van alle soorten planten en dieren in Vlaanderen zich in de categorieën kwets baar tot uitgestorven bevinden, aldus het IN. Opvallend zijn de talrijke exotische soorten, al dan niet bewust in Vlaanderen ingevoerd, die zich uitbreiden en zichzelf instandhoudende populaties vormen. Voorbeeld hiervan is de Canadese gans, die een explosieve groeit kent en die oprukt richting Zeeland. Waterlopen De nauwelijks dalende milieu druk blijft een probleem. Het IN merkt op dat de waterlopen weliswaar zuiverder worden, maar toch nog tot de vuilste van Europa behoren. De invloed van voedingsstoffen op de natuur is op weinig plaatsen ter wereld zo groot als in Vlaanderen. Gedu rende de laatste dertig jaar zijn overal in Vlaanderen planten van voedselarme omstandighe den vervangen door planten van voedselrijke milieus. Ook de toenemende boomsterfte in de bossen heeft met milieuversto ring te maken. Het IN acht een krachtdadiger aanpak om de milieudruk te verminderen een absolute vereiste, onder meer via het mestbeleid. Door de blijvende toename van bebouwing en uit breiding van transportaders raakt de open ruimte steeds meer versnipperd en worden de overblijvende resten natuur kleiner, tot beneden kritische grenzen. De samenstellers van het rap port bevelen aan meer aandacht te besteden aan grensover schrijdende contacten. Immers, de natuur houdt niet op bij de grens. Het is interessant de situ atie in Zeeuws-Vlaanderen te vergelijken met die in Vlaande ren. Dan kan duidelijk worden of er terecht sprake is van jaloe zie of niet. Rinus Antonisse Natuurrapport Vlaanderen 2001. Samenstelling E. Kuijken e.a. Uitgave Instituut voor Na tuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel. Zie ook www. natuurrapport.be Op 19 maart 1961 zond een onbekende afzender een oude prentbriefkaart van de Dorpsstraat in Westdorpe aan de heer en mevrouw G. Dellaert- van Waes in Edegem bij Ant werpen. De kaart was tot in alle hoekjes beschreven, zodat er geen plaats meer was voor een afzender. Dat hoefde ook niet, want in de tekst bedankt hij voor de recent genoten 'echt ge zellige ontvangst'. De ansicht was uitgegeven door Ad. van Loy, bazar Sas van Gent. Germain Dellaert kreeg in 1961 de - toen al oude - kaart van Westdorpe omdat dat zijn ge boortedorp was. Op de voorzij de staat geschreven: 'Hier liep je met je kleine voetjes.' In de Dorpsstraat dus, ruim voor de Tweede Wereldoorlog. Die is nu niet meer te vinden en J. J. van Moorten uit Sas van Gent geeft uitleg. „Het is de Graaf Jansdijk (A-zijde) te Westdorpe, gezien van de hoek Singel, richting Dorpsplein. Vroeger noem de men dit de Dorpsstraat." E. Hofman uit Terneuzen wijst op de (bescheiden) toren van de rooms-katholieke kerk, die vol gens hem in de jaren 1884-1888 werd gebouwd. „Op 19 novem ber werd het kruis op de vijftig meter hoge toren geplaatst. De kerk deed dienst tot 21 mei 1940. Toen werd de kerktoren door terugtrekkende Belgische (Waalse) troepen opgeblazen en werd de kerk met bijbehorende pastorie in brand gestoken." Het is een minder bekende epi sode uit de Tweede Wereldoor log. Na de capitulatie ging de strijd in Zeeland nog korte tijd door; tot een bombardement op Middelburg, 17 mei, ook daar spoedig een einde aan maakte. De aandacht gaat meestal uit naar dat bombardement en de gevolgen ervan. Westdorpe heeft naar verhouding zeker zo zwaar geleden. Er waren 34 wo ningen vernield en 64 panden zwaarbeschadigd, terwijl 315 huizen lichte schade opliepen. De vernielingen, waaronder ook de kerk, hadden overigens geen enkel (militair) effect gehad. Over de vernielde kerk weet C. P. Fase uit Sint-Annaland nog te melden dat het ging om de parochiekerk van Onze Lieve Vrouwe Visitatie, die gebouwd werd door de firma Plasschaert uit Westdorpe zelf. Terug naar de Graaf Jansdijk. Geen wonder dat die benaming is gekozen, want het op één na langste dorp van Nederland (Stadskanaal is het langste) strekt zich voor het overgrote deel uit langs deze dijk. Wanneer Westdorpe is ont staan, is niet bekend; als paro chie wordt het dorp in 1276 ge noemd. Het werd verschillende malen getroffen door storm vloeden. Na zo'n ramp in 1480 verdween het noordelijk deel van het dorp onder water en er bleef slechts een geringe bebouwing over. Ook die verdween in 1586, toen het zuidelijk deel onder water werd gezet door prins Maurits (hij stak de dijken door) om Axel te behouden. Na de bedijking van de Autrichepolder in 1617 werd Westdorpe nieuw leven in geblazen, en groeide het uit tot een welvarende gemeente, die in 1970 bij Sas van Gent werd ge voegd. Eén inzender meende Hein- kenszand te herkennen en een andere zag de Dorpsstraat van Westdorpe aan voor die van Wolphaartsdijk. De winnaars van de waardebonnen zijn: G. G. Kindt-Gijsel, Westdorpe, E. Hofman, Terneuzen en J. J. van Moorten, Sas van Gent. Rinus Antonisse Deze keer uit de collectie van Hans Lindenbergh een opname uit een stad, ruim honderd jaar geleden. Maar veel is er niet veran derd en de vraag is: om welke plaats gaat het? Meer informatie over de locatie en mogelijk over de mensen op de kaart, is welkom bij de redactie Buitengebied. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 24 augustus wor den gezonden naar: redactie PZC Buitengebied, postbus 18, 4380 AA Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl. Voor in zenders van goede oplossingen zijn drie waardebonnen beschik baar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 55