Roofvogel nestelt zich weer Zeldzame vlinders vliegen rond in Zeeuwse duinen 23 23 24 24 weerwoord Verdroging trekt sporen door de moer Oude ansicht als bedankje Fort Bedmar leeft voort als camping Zunn'n me nao d'n oest gaon kiek'n? bijzonder blauw dinsdag 20 augustus 2002 Oogstmaand vaak een bron van zegen, stemt allen tot dankbaarheid. Weet: zonneschijn volgt op regen en regen volgt op noeste vlijt. Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC. postbus 18. 4380 AA, Vlissingen. fax 0118- 470102. e-mail redactte@pzc.nl. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschapland- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Het zag er even treurig uit. De buizerd, Neder lands algemeenste grote roofvogel, liep terug van tienduizend paren tot slechts 1650 zo'n kwart eeuw geleden. Andere soorten ver ging het niet veel beter. Maar de roofvogels ontworstelen zich aan de bijna fatale dip. Torenvalken zijn weer gewo ne broedvogels in de polder en overal waar rietvelden zijn, vliegen bruine kieken dieven. Ook boomvalken en sperwers zitten in de lift. En voor het eerst broedt de ha vik in Zeeland. In 2001 werden in de provincie 822 roofvogelbroedparen opge spoord, iets meer dan het jaarervoor. In 1995 waren dat er nog 500. Met name voor de bruine kiekendief is Zeeland een belangrijk ge bied: hier broedt ruim 25 procent van de Nederlandse populatie. Haaksnavels om vlees aan stukken te scheuren. Flinke klauwen om een goede grip op een prooi te hebben. Het zijn de opvallendste kenmerken van de roofvogels. Dieren die tot de verbeelding spreken en door hun wil om te overleven ontzag inboezemen. Henk Castelijns uit Philippine, voorzitter van de Roofvogelwerkgroep Zeeland, ging zich vijftien jaar geleden met deze fascinerende vogels bezig houden. Ze hebben hem sindsdien niet meer los gelaten. Hij weet inmiddels veel van hun leefwijze af. Sommige broedpa- ren volgt hij jarenlang. Natuurlijk is persoonlijke be trokkenheid daarbij onmis baar, maar Castelijns weet ook dat de gegevens die hij en de an dere leden van de Roofvogel werkgroep verzamelen nuttig en nodig zijn. Bijvoorbeeld bij de (her)inrichting van het lan delijk gebied en om tijdig met beschermende maatregelen in te kunnen grijpen als het mis dreigt te gaan. „Trends bes peuren", zegt hij. „Waarom neemt een soort toe of af? Alleen de besten lukt het kennelijk. We weten nog lang niet al les." Zelf volgt Castelijns de ontwik keling van de roofvogels in Midden-Zeeuws-Vlaanderen intensief. „Zo blijkt dat 30-40 procent van de buizerdparen het tot jongen brengt en onge veer 5 0 procent van de sperwers Bij de bruine kiekendieven is dat 75 procent. Volgens de lite ratuur is dat normaal om de po pulatie in stand te houden. Sommigen bouwen alleen een nest, vliegen erom heen en leg gen geen eieren. Ik heb een bui- zerdpaar dat ik al acht jaar volg. Dat had vorig jaar voor het eerst een jong en dit jaar twee. In die acht jaar heb ik ze nooit verder dan één kilometer van het nest gezien, ze gaan nooit verder. Meestal beperken ze zich tot een straal van 500 meter rond het nest." Het zijn deze gedragspa tronen die Henk Castelijns graag wil ontrafelen. Prooiresten Daarom ook doen de leden van de Roofvogelwerkgroep aan nestonderzoek, waarbij ze zich overigens strikt houden aan een speciale handleiding. Zorgvul dig benaderen en behandelen staat voorop. Zo wordt de brui ne kiekendief, die niet in een boom maar op de grond broedt, Drie jonge, bijna vliegvlugge buizerds in de Koegorspolder bij Terneuzen. foto's Jeroen Castelijns met extra voorzorgsmaatrege len gevolgd. Het nestonderzoek levert veel gegevens op, vertelt Castelijns. Uiteraard hoeveel eieren er gelegd zijn en hoeveel jongen er uitkomen en hoe de verhouding mannetje/vrouwtje is. Het gewicht geeft inzicht in de conditie en de vleugellengte informeert over de leeftijd. Ook prooiresten worden verzameld, om te achterhalen wat de dieren eten. Van belang is het ringen, wat gegevens oplevert over de verspreiding van de vogels. In Zeeland geringde nestjonge roofvogels zijn teruggemeld uit Schoorl, Neerpelt, Gravelines en Casablanca, 2173 kilometer ver van huis. In 2002 is voor de Roofvogel werkgroep ongetwijfeld hét hoogtepunt de ontdekking van broedende haviken ergens in de Hals van Zuid-Beveland (met twee uitgevlogen jongen). In de duinen van Vrouwenpolder en ergens langs het Veerse Meer ba kenden twee havikkoppels een territorium af, wat duidt op nes telgedrag. Bijzonder is ook het nest van de slechtvalk in de schoorsteen van EPZ bij Bors- sele, één van de negen broedge- vallen in Nederland. Van de elf in Nederland voorkomende soorten broeden er nu zeven in Zeeland. De juiste plaats van de nesten wordt met opzet vaag gehou den. Aan kraambezoek is geen Jonge torenvalken in een boomg behoefte. Er zijn nog altijd lie den op uit om roofvogels en hun nesten te vernietigen, of om de dieren te vangen voor de ver koop. De onderzoekers worden elk jaar wel geconfronteerd met rare en nare zaken. Sommigen ird in Hoek. De vogels zijn bijna zien roofvogels als vijanden, terwijl ze juist nuttig zijn. Cas telijns: „De havik is bijvoor beeld een echte jager op duiven en konijnen, maar hij jaagt ook op kraaien en eksters. Alleen al de aanwezigheid van een havik lar om uit te vliegen. veroorzaakt paniek onder die vogels en de stress die daardoor optreedt kan de populatie kraaiachtigen beïnvloeden." Door een ander gebruik van be strijdingsmiddelen in combina tie met betere bescherming is het voor de roofvogels langzaam aan beter geworden, stelt Caste lijns. Hij signaleert dat het her stel in het begin heel traag op gang kwam, gevolgd door een versnelling, terwijl sommige soorten aan het afvlakken zijn. Evenwicht Tien procent van de Nederland se torenvalk-populatie broedt in Zeeland. Het aantal broedpa- ren stabiliseert tussen 425-540. Ook de bruine kiekendief lijkt met 305-350 broedparen een ze ker evenwicht te hebben be reikt. Of Zeeland een kwart van de landelijke populatie blijft herbergen is de vraag; het op rukken van de vos kan op deze grondbroeders negatief uitwer ken. De sperwer is pas midden jaren tachtig weer in Zeeland gaan broeden. De nesten zijn moeilijk te traceren. Het aantal broedparen wordt op 205-295 geraamd De buizerd begon be gin jaren zeventig in de provin cie te broeden en heeft jaren ge kwakkeld. De laatste tien jaar gaat het beter en het aantal pa ren ligt naar schatting op 125- 160. Het aantal broedende boomvalken wordt op 40-60 ge schat. Castelijns noemt het een moeilijke soort, met een ander gedrag. Het huidige aantal broedparen vindt hij voor Zee land gunstig. Rinus Antonisse Of het nou gaat om vogels, planten of paddestoelen, voor al die groepen vormen onze duinen een bijzonder gebied. En dat is ook geen wonder. De af wijkende bodemsamenstelling, de aanwezigheid van natuurlijk reliëf en als gevolg daarvan een grote variatie in microklimaat vormen ideale omstandigheden voor tal van bijzondere soorten. Dat geldt ook voor de vlinders. Er vliegen in de duinen een aan tal soorten rond die in de rest van de provincie zeldzaam zijn of helemaal ontbreken. Het is algemeen bekend dat dagvlinders in de afgelopen eeuw enorm achteruitgegaan zijn. In de duinen is dat ook goed te merken. Van de ongeveer veertig soorten die alles bij el kaar in de Zeeuwse duinen zijn waargenomen is twintig pro cent uitgestorven. Vooral de fa milie van de parelmoervlinders heeft bijzonder te lijden gehad. De grote parelmoerviinder, de duinparelmoervlinder, de zilve ren maan en de veldparelmoer- vlinder zijn allemaal verdwe nen, hoewel van deze soorten allemaal vaste populaties in de Zeeuwse duinen voorkwamen. De enige soort die nu nog rest is de kleine parelmoervlinder, die zowel in de Walcherse als in de Schouwse duinen nog te vinden is. Dat de parelmoervlinder zo gekelderd is heeft verschillende oorzaken. Verdroging van de duinen heeft een belangrijke rol gespeeld, evenals het door hel- minplant en andere maatrege len vastleggen van stuivende duinen. Ook het verdwijnen van begrazing heeft de parelmoer vlinders geen goed gedaan. De heivlinder is in Zeeland vrij wel beperkt tot de duinen. Zoals de naam aangeeft is het een vlinder die in het binnenland voorkomt op heidevelden. In de zandige grensstreek in Oost- Zeeuws-Vlaanderen komt de heivlinder ook nog voor. In te genstelling tot de parelmoer vlinders komt de heivlinder voor op droge tot zeer droge ter reinen. Op met korstmos begroeide, kurkdroge duinhel lingen is het vaak de enige dag vlinder die je tegenkomt. Het is een opvallende en actieve soort die men nauwelijks over het hoofd kan zien. Zelfs in kleine duinterreintjesals de Kaloot en de Kamperlandse duintjes ko men heivlinders voor, terwijl ze in de polders - afgezien van een enkele zwerver - geheel ontbre ken. Dagvlinders die in de dui nen opvallend talrijk zijn, zijn onder meer het vuurvlindertje en het hooibeestje. Andersom zijn er ook soorten die in de pol ders heel gewoon zijn, terwijl ze in de duinen veel schaarser voorkomen. Het geldt voor alge mene soorten als de dagpauw oog en de atalanta, waarvan de rupsen op brandnetels leven. Brandnetels zijn in grote delen van de duinen schaars en boven dien kan ook de droogte en de daarmee samenhangende schaarste aan belangrijke nec- tarplanten als leverkruid, kat- testaart en akkerdistel een be perkende factor vormen voor het voorkomen van deze en an dere dagvlinders. Ook nachtvlinders hebben in de duinen hun speciale vertegen woordigers. Eén van de meest opvallende soorten is de glas- vleugelpijlstaart, waarvan een behoorlijke populatie in Oran jezon en omgeving voorkomt. Het is weliswaar en nachtvlin der, maar deze soort is overdag volop actief. De vlinders bezoe ken graag bloemen met veel nectar, zoals die van de vlin derstruik. De rupsen leven van wilde kamperfoelie of ook wel van sneeuwbes. Een even fraaie verschijning, die zich echter overdag zelden of nooit laat zien is de roomvlekvlinder. Het is een fraaigekleurde vlinder, die op beide voorvleugels zes tot acht roomwitte vlekken heeft op een bruinzwarte ondergrond. Be halve in de duinen van Schou wen en Walcheren komt de roomvlekvlinder alleen in Zuid- Limburg en zeer lokaal op enke le plaatsen in Noord-Brabant voor. De nachtvlinderbevolking van de duinen kent honderden soor ten, waarvan er tientallen uit sluitend in de duinen voorko men. Er is echter één soort die in zijn voorkomen geheel beperkt is tot de Zeeuwse duinen; de ge veerde witvleugeluil. Het is een onopvallende mot met wat zwartbruine streeptekening op een lichtbruine ondergrond. Zo te zien niks bijzonders, maar ook hier geldt dat schijn be driegt. De geveerde wiltvleu- geluil is de enige vlinder die in zijn wereldwijde voorkomen beperkt is tot Zeeland. Chiel Jacobusse De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland hoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 53