Drang om op te vallen De erfenis van Jon-Dahl Tomasson Stap voor stap naar de top 23 Rafael van der Vaart Anthony Lurling Arjen Robben J donderdag 15 augustus 2002 Rafael van der VaartVroeger kon ik nog wel eens genieten van een bal op de paal of op de latNu niet meer. foto Hans van Weel - Ron Pichel/GPD Superlatieven, heldenvere ring - kom er niet mee aan bij de jonge Heemskerker. Het gaat meestentijds aan hem voorbij. Hij speelt zijn spel met de voe ten. 'Lekker beuken' zei hij na die twee doelpunten tegen Bar- 9a en hij lachte tevreden. Nee, aan Rafael van der Vaart hoeft niemand meer te twijfelen. Het komt allemaal goed. Of beter: het is al goed. Want welke jonge ling kan al zeggen dat-ie in de belangstelling staat van de grootste clubs van Europa. Ze vragen hem er altijd naar en dan zegt-ie: „Natuurlijk wil ik wel bij de grote clubs spelen, bij Barcelona of Real Madrid." Maar het zijn suggestieve op merkingen. Zoiets als 'houd je van lekker eten?' Daar kun je al leen maar ja op antwoorden. „Als ze mij vragen of ik voor Barcelona of Madrid wil spelen, zeg ik ja. Natuurlijk is het een droom om voor die grote clubs uit te komen. Maar nu zit ik bij Ajax en ik voel me hier erg pret tig. Na de training ben ik zo thuis. Je moet volgens mij ook niet te jong vertrekken. Er zijn voorbeelden genoeg van jon gens die het goed deden, maar in het buitenland nooit meer dat niveau wisten te halen. Aan zo'n beslissing zit ook een risico vast. Kijk naar Brian Roy. Was hier bij Ajax toch een fantastische voetballer. Hij vertrok te vroeg en is nooit meer zo goed ge weest." De voetballer Van der Vaart is vorig jaar volwassen geworden. Door schade en schande. Een blessure gooide zijn seizoen in de war, de medische ingreep liet te wensen over, waardoor het herstel allemaal langer duurde dan noodzakelijk was. De tro fee, een stukje van zijn knie, staat nog thuis, op de kast, als een relikwie in een glazen potje. „Het stond naast mijn bed in het ziekenhuis, na de operatie. Ik dacht, laat ik het maar meene men, het is tenslotte van mij." Maar hij kan er nog wel kwaad om worden. Hij is er daardoor tenslotte drie maanden extra uit geweest. „Waar ik me aan kan irriteren is dat ze in het VU (waar de eerste operatie aan de knie heeft plaatsgevonden) niet willen toegeven dat het hun fout is ge weest. Ze hebben altijd volge houden dat ik te vroeg ben be gonnen, dat ik te weinig geduld heb gehad. Maar dat is helemaal niet zo. Toen ik na die eerste operatie weer aan de slag ging, voelde ik vanaf de eerste keer steeds iets knakken in mijn knie. Het zat echt niet goed. La ter bleek dat er een stukje van het bot was achtergebleven. Dus het had niets te maken met te vroeg beginnen. Ze hadden dat stukje wel degelijk over het hoofd gezien." Slikken Het was wel 'balen': aan de zij lijn toekijken, de belangrijke wedstrijden missen. „Vooral Het was zwaar om aan de zijlijn te moeten toekijken hoe Ajax afgelopen seizoen de macht greep in de Neder landse competitie. Hoe nadrukkelijk hij ook werd betrokken in de feestelijkheden rond de schaal en de beker, het voelde anders. Anders dan voetballen, anders dan in het veld staan. Uiteraard was het ook zijn kampioenschap. Want Rafael van der Vaart had tenslotte veertien keer gescoord en daarmee de basis gelegd voor het succes. Maar nu is hij weer terug. Onbe vangen, zoals gewoonlijk. Hij scoorde al weer twee keer in het Amsterdam-toernooi tegen Barcelona. Zelfs Louis van Gaal sprak bewonderend over Van der Vaart. En Van Gaal; die is toch wel wat gewend. omdat het zo goed ging. Ik voel de dat het mijn seizoen moest worden en dat gebeurde. Het ging allemaal zo makkelijk, al les lukte, ik scoorde veel. Dan moet je wel even slikken als je er ineens door een blessure naast komt te staan. Het was zwaar, dat geef ik toe. Je hebt je vrien den en je praat er thuis over, maar toch..." Even leek het erop dat de mid denvelder in de aanloop naar dit seizoen moeite had om weer op zijn oude niveau te komen. In de uitwedstrijd tegen Celtic werd hij gewisseld, thuis tegen Man chester United ook. Het was slechts schijn, zo bleek. „Tegen Celtic werd ik gewisseld, omdat we bezig waren met een ander systeemMet twee centrale spit sen. De trainer wilde gewoon wat uitproberen. Ik moest iets meer controlerend spelen, waardoor je uiteindelijk wat minder opvalt. Tegen Manches ter was ik moe, maar dat was normaal. We zaten nog in de voorbereiding, hadden een zwa re week gehad. Iedereen zat er een beetje door. Tegen Barcelo na voelde ik me weer sterk. Ik heb nergens meer last van. Het is eigenlijk geen discussie meer; Van der Vaart is de num mer tien van Ajax. Maar de fijn proever in hem, denkt nog wel eens terug aan een andere tijd, toen hij nog linkermiddenvel der was. Een mooi passje, waar mee je zo maar een medespeler vrij zet, daar kon hij destijds erg van genieten. Nog steeds, maar sinds Van der Vaart scorende middenvelder is geworden, is hij verkocht. Er is eigenlijk geen weg meer terug. Scoren is het mooiste wat er is, weet hij. „Ik wil nu heel graag doelpun ten maken. Dat is een prachtig gevoel. Vroeger kon ik nog wel eens genieten van een bal op de paal of op de lat. Dan dacht ik: 'mooie poging, jammer dat-ie niet zit.' Nu niet meer. Tegen Manchester kopte ik op de lat en baalde ik verschrikkelijk omdat die bal er niet in ging. Wat dat betreft ben ik veranderd. Ik kon als middenvelder best wel ge nieten van een onopvallende partij, als ik maar goed speelde. Ik heb nu veel meer de drang om op te vallen. Eigenlijk wil je dat toch altijd als voetballer. Opval len." Anoniem „Tegen Celtic speelde ik een goede wedstrijd, waarin ik vrij wel niets fout heb gedaan. Maar het was anoniem. Ik was on zichtbaar. Alleen degenen die het spel goed doorgronden, zien wat je doet. Het grote publiek niet. Maar soms schiet het om me heen behoorlijk door. Zoals bij het Amsterdam-toernooi. Ik werd tot man van het toernooi gekozen, maar dat kwam alleen omdat ik twee doelpunten had gemaakt. Wat mij betreft had den Trabelsi of Chivu de prijs gekregen. Maar ja, scorende spelers onthouden de mensen, de mooie passjes is men gauw vergeten." De middenvelder speelt ook steeds dieper, steeds meer naast of soms zelf vóór de voorste aanvaller. Als de kippen erbij om te kunnen scoren. Zo maakte hij ook de gelijkmaker tegen Barcelona. Hij stond 'toevallig' voor het doel. Soms lijkt het erop dat hij te gretig is, te veel de drang naar voren heeft, te graag wil scoren. „Dat wordt me wel eens verweten. Maar ik zal altijd eerst mijn taak goed uitvoeren. Als je daarnaast kunt scoren is dat meegeno men." Het wordt een hectisch seizoen, een zwaar seizoen. Misschien wel zo zwaar, dat de strijd op veel fronten z'n tol zal eisen. Zo als vorig seizoen bleek bij de concurrentie. Waar Feyenoord en PSV zware Europese ver plichtingen hadden, daar liep Ajax min of meer fluitend dooi de competitie. Van der Vaart kan het zich moeilijk voorstel len, welke tol de Champions League eist. Hij heeft het ook nog niet meegemaakt. „Ik ben hartstikke fit. Je maakt mij niet wijs dat als je woensdag een wedstrijd speelt, dat je dan zondag nog moe bent. Onze ploeg is jong. Heel erg jong. Maar daardoor misschien ook wel veerkrachtig. Ik besef dat het een zwaar jaar zal worden, maar we hebben een hele grote selectie en die zullen we ook hard nodig hebben." André Hoogeboom Soms denkt Anthony Lurling terug aan de tijd dat de wek ker om vijf uur 's ochtends afliep en hij de ganse dag in gootsteenkastjes aan zwanenhalsen en leidingen lag te wrik ken. „En wat denk je van een klus op een zinken plat dak bij 28 graden?" Vandaar dat hij momenteel van elke minuut ge niet. „Ik knijp mezelf nog vaak in de arm. Ik speel bij Feye noord, mijn favoriete club, en heb het ontzettend goed. Het lijkt een jongensboek. Dan lig ik 's avonds in bed en voel ik me ongelooflijk trots en blij." Maar goed, ook bij Feye noord zal gewerkt moeten worden. Dat beseft Anthony Lurling als geen ander. „Niet dat ik er bij Heerenveen niets aan deed, natuurlijk niet, maar ik dien hier elke seconde van de training op m'n scherpst te zijn. Bij Heerenveen kon je nog wei eens een minuutje wegzakken, dat kan hier niet. Bij Feyenoord moet elke balaanname, elke voorzet goed zijn, ook op 'zo maar' een training. Een rond- ootje van zes tegen twee? Als je niet oplet, sta je voortdurend in het midden. Ik moet leren om voortdurend geconcentreerd te zijn." De 25-jarige Bosschenaar was toe aan een nieuwe uitdaging. Het aanbod van Feyenoord was een geschenk uit de hemel. De transfer kwam voor velen op een verrassend moment, omdat Lurling het laatste jaar bij Hee renveen niet zijn sterkste perio de kende. ..Aan de ene kant was ik verrast, maar aan de andere kant toch ook weer niet", zegt de aanval ler. „Ik wist van mijn zaakwaar nemer dat Feyenoord voortdu rend belangstelling had. Toen ik nog bij Den Bosch speelde, wil den ze me al hebben. Na mijn eerste jaar bij Heerenveen was de belangstelling opnieuw con creet, maar toen kwamen de clubs er niet uit. Bert van Mar wijk is al die tijd gecharmeerd van me geweest en al heb ik dan een mindere fase gekend, hij heeft vertrouwen in me gehou den." Nummer 10 Dat vertrouwen heeft er mede toe geleid dat Anthony Lurling in Rotterdam-Zuid het shirt met rugnummer 10 heeft gekregen. Dat lijkt op het eerste gezicht een loodzware erfenis. Het nummer behoorde immers toe aan Jon Dahl Tomasson, ook al ex-Heerenveen, die voor Feye noord veel belangrijke doelpun ten scoorde. „Dat ze me dat Anthony Lurling: „Tomasson kon in de laatste minuut nog een sprint vanaf eigen helft inzetten, maar ik denk dat ik wat minder kansen nodig heb om te scoren." foto Robin Utrecht/ANP mooie nummer hebben gegeven, doet me best wat", aldus Lur ling. Het is het nummer voor een ba- sisspeler. Van Marwijk heeft ge zegd dat ik de ploeg beter kan maken, maar men kan mij na tuurlijk niet vergelijken met To masson. Hij is een hele andere spits, met veel meer loopvermo gen. Ik ben een speler die rond 'de zestien' van de tegenstander acties moet maken en snel het doel zoekt. Tomasson kon in de laatste minuut nog een sprint vanaf eigen helft inzetten, ge weldig om te zien, maar ik denk dat ik wat minder kansen nodig heb om te scoren. In mijn eerste jaar bij Heerenveen maakte ik achttien goals uit een kans of dertig." Posities Lurling is in de oefenperiode door Van Marwijk op twee posi ties gebruikt. De Brabander ambieert de rol achter de spit sen. maar schikt zich ook in de rol van linksbuiten. Maar Lur ling zal hoe dan ook de concur rentiestrijd moeten aangaan. „Ach, als je daar niet tegen kunt, moet je niet in de top gaan voetballen. In mijn eerste jaar bij Heerenveen had ik met Samardzic en Pahlplatz te ma ken. Nu zijn er wel een man of zes, zeven voor die twee posities. Je moet er niet bang voor zijn en ik zal toch niet voor niets zijn gehaald." „Als ze me vragen waar ik wil staan, zeg ik: op het veld. Tja, ik kan van alles roepen, maar dit is natuurlijk wel Feyenoord, dus zul je er eerst voor moeten zor gen datje bij de eerste elf zit. Als Van Marwijk vindt dat ik rechtsback moet spelen, ga ik daar spelen, makkelijk zat. Maar oké het liefst zou ik een koppel vormen met Pierre van Hooijdonk. Dat lijkt me gewel dig. Pierre de bliksemafleider en ik daar wat omheen. Van zo'n wereldspits kan ik natuurlijk ook nog veel leren." „Als voetballer kijk ik enorm uit naar het seizoen, maar in de voorronde van de Champions League hadden we het wel wat makkelijker mogen treffen. Aan de andere kant is het natuurlijk ook zo dat Fenerbahce niet blij met ons is. Per slot van rekening is Feyenoord de houder van de UEFA Cup, Europees gezien zijn we geen kleintje. Maar me de omdat we in de voorberei ding de nodige blessures hebben gehad, wordt het niet makke lijk." Lurling kijkt met gemengde ge voelens terug op de warming-up voor het seizoen. Meteen in de eerste oefenwedstrijd scoorde hij voor Feyenoord. Daarna kreeg hij te horen dat supporters speciaal voor hem een website hadden opgezet. Verder rolden zijn ogen bijna uit de kassen toen hij de belangstelling voor de eerste trainingen zag. „Twaalfduizend fans bij twee trainingen. Dat zijn er net zo veel als er destijds bij Den Bosch naar vier wedstrijden kwa men." Minpuntje was de rode kaart die Lurling incasseerde tijdens een oefenduel in Oostenrijk. „Dat is dom geweest. Ik praat het niet goed, maar het kwam mede om dat Kalou voortdurend voor 'nigger' werd uitgescholden. Ik heb er van geleerd en heb me teen een weddenschap afgeslo ten. Dit was mijn laatste rode kaart. Wat de inzet is? De reis naar en twee kaartjes voor de Champions-Leaguef inale. Peter van der Meeren Arjen Robben Anderhalf jaar geleden speelde hij nog in de A- jeugd van FC Groningen. Ta lentvol, zeker, maar nog verre van bekend bij het grote pu bliek. De maanden die kwamen, zetten het leven van Arjen Rob ben volledig op zijn kopDebuut in de hoofdmacht van FC Gro ningen, de handtekening onder een contract met PSV en - na nog één seizoen in het Ooster park - de daadwerkelijke over gang naar Eindhoven. Bij veel jonge voetballers van zijn leeftijd, Robben is nog maar achttien jaar, zouden dergelijke ontwikkelingen het hoofd op hol doen slaan. Niet bij de gebo ren Bedummer. Op het terras van de Herdgang zit de vleesge worden nuchterheid. „Het zal wel de Groningse achtergrond zijn", lacht hij. „Ik laat me niet zo snel gek maken, hoewel het soms wel eens moeilijk was om het allemaal te bevatten. Ja, ik ben in sneltreinvaart een nieu we, volwassen wereld ingezo gen. Maar voor vrienden ben ik dezelfde persoon als een paar jaar geleden. Althans, dat pro beer ik te zijn. Ook al voetbal ik nog zo goed, ik blijf gewoon Ar jen Robben." Robben werd eind 2000 bij de selectie van FC Groningen ge haald. Het was op vrijdagmid dag, hij zat nog op school. „Het was heel onverwacht, ik speelde in de Al en had er absoluut geen rekening mee gehouden. Ik zat in het laatste schooluurtje van de week toen plotseling mijn te lefoon ging. Dat ding mochten de leraren niet horen, dus hij stond op de trilfunctie. Hij bleef maar gaan, wel zeven, acht keer. Tot ik dacht: er moet iets aan de hand zijn. Ben ik zogenaamd naar de wc gegaan en heb ik te ruggebeld naar mijn ouders. Bleek dat de trainer, Jan van Dijk, me mee wilde nemen naar de wedstrijd tegen FC Twente." Een reserve- en twee invalbeur ten volgden en op 17 december 2000 maakte hij zijn debuut als basisspeler, als spits, thuis te gen Feyenoord. De Rotterdam mers werden in het Oosterpark met 1-0 verslagen, Robben deed meer dan van hem werd ver wacht en zou nadien razendsnel uitgroeien tot een gewaardeer de kracht bij FC Groningen. Aan het einde van dat seizoen toonde PSV interesse. Net als Ajax en Bayern München. Rob ben praatte met Leo Beenhak ker, maar kreeg daar geen goed gevoel bij. Anders was het met PSV, na gesprekken met Frank Arnesen. „Er zijn bepaalde din gen die je keuze bepalen, met op de eerste plaats de vraag of je je bij een club lekker kunt voelen. Dat is hier het geval. De menta liteit, het gemoedelijke, dat heeft bij mij een grote rol ge speeld." Robben en PSV waren het er over eens dat het goed zou zijn om nog een jaartje te rijpen, er varing op te doen bij FC Gronin gen. „Een halfjaar eredivisie was te weinig om al de stap naar een topclub te maken." Het vorige seizoen, met Dwight Lodeweges als opvolger van Jan van Dijk, begon niettemin moeizaam voor de jonge Gro ninger. „Ik zat niet lekker in mijn vel, ook het voetballende gedeelte was niet goed." Het had niet zozeer met de hoge re verwachtingen te maken. Hij had net getekend bij PSV, de mensen keken anders tegen hem aan. „Maar dan is het aan jou om het ook waar te maken. Je krijgt snel praatjes. Zo van: hij is met z'n kop al bij PSV. Natuurlijk deed het pijn dat supporters die een paar maanden eerder nog op de banken stonden, me toen plotseling uitfloten." Deze zomer was hij toe aan de stap naar PSV. Bij FC Gronin gen was hij 'niet uitgeleerd', maar de ontwikkeling gaat nu veel sneller, zegt hij. „Een trai ning bij PSV is als een wedstrijd bij FC Groningen." Arjen Vos en Frank van den Heuvel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23