Boer hield bezit bij op boekje in de binnenzak Brochure helpt vogelkijkers Geen twijfel mogelijk, dit kan alleen Aagtekerke zijn Oude veldkaarten Nieuwe Raadkaart V Wp Bijna alle landbouwers in Zeeland hebben eene kaart van hunne landerijen in huis, schreef de Groningse boer Grommers vol bewon dering in 1890 na zijn bezoek aan Zeeland. De Groninger doelde niet alleen op de fraai ingekleurde kaarten die nu, ingelijst achter ontspiegeld glas, hangen te pronken in de mooie kamer of de gang van menig boerderij. Grommers had het volgens consulent regionale geschiedbeoefe ning Aad de Klerk van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) toch vooral over de bedrijfskaartboek- jes, beter bekend onder de naam veldboekjes of meet- boekjes. De soms zeer mooi versierde boekjes vormen een bijzon der en typisch onderdeel van het Zeeuwse erfgoed. In de archie ven zijn enkele tientallen veld boekjes te vinden. Een veelvoud moet echter nog bij allerlei par ticulieren thuis liggen als ze ten minste niet op de een of andere manier verloren zijn geraakt. De Klerk heeft geen idee wan neer de eerste veldboekjes zijn verschenen. Hij vermoedt eind achttiende eeuw. Zekerheid heeft hij niet omdat er tot nu toe niet veel over bekend is. De meeste veldboekjes zijn niet groter dan schoolschriftjes en vaak gemaakt door een landme ter. Het eerste kaartje is meestal van het erf en de gebouwen. Daarna volgen per pagina kaartjes van alle afzonderlijke percelen of groepjes percelen, met de aanduiding van de groot te. Ook de lengte en breedte van de greppels staat vaak vermeld. De Klerk kent zelfs kaartjes waarop de planken zijn ingete kend die de arbeiders gebruik ten om droog van het ene naar het andere perceel te lopen. De Klerk laat een fraai kaartje uit 1772 zien van een boerderij in Groede. Zeker de gedetail leerde tekening van de eigenlij ke boerderij doet denken aan de wat naïeve afbeeldingen die ook zijn te vinden op merklappen. Met enthousiasme geeft hij aan dat sommige tekeningen zo ge detailleerd zijn, dat nu nog pre cies te zien is hoe groot de moes tuin van een bepaalde boerderij was, het woonhuis, de bedrijfs gebouwen, de grachten, de te belopen grond en de boom gaard. Soms staat zelfs aange geven uit welk materiaal een ge bouw is opgetrokken. De tekeningen van de percelen zijn ook zeker het bestuderen waardOm te beginnen staan al lerlei veldnamen vermeld, maar V h t /t J 11 - V T dinsdag 13 augustus 2002 f l'LOLCE.NS KNMAJEN# EU) BOEK. l\N BAL. S T ft i Perceel grasland in een kaartboekje door landmeter M. Andree van een hofstede bij Hoogelande, 1829 (te vinden in het Zeeuws Archief foto Ruben Oreel OEMKETBN DOOR vEiifiOHlKDËN I. WDNEETERb EN o\ ERGESET POOR ADRIA VN BAL. Titelblad bedrijfskaartboek van landerijen in Nieuwerkerk, kopie door A. Bal, 1776-1777 (te vinden in het Gemeentearchief Schou- wen-Duiveland). ook veedrinkputten en andere bijzonderheden. De Klerk kent zelfs een boekje waarin de aan wezigheid van zoet water in de ondergrond staat opgenomen. Naast al die gegeven is in elk ge val de effectieve oppervlakte aangegeven. Voor akkerland is dat het te ploegen en in te zaaien gedeelte (ploegens en zaaiens), voor grasland het te maaien (maiens) deel. Op basis van die gegevens kon de boer het stuk loon bepalen. Planten Ook werden de boekjes gebruikt om de vruchtwisseling te plan nen, weet De Klerk. Zo heeft hij boekjes gezien waar de klei nog letterlijk aan de pagina's kleeft. In gedachte ziet hij zo'n boekje dan ook zitten in de binnenzak van een boer. Aangekomen bij een perceel waar geoogst moet worden, haalt hij het tevoor schijn en aan de hand van de maten bepaalt hij hoeveel ar beiders daar te werk worden ge steld om het graan te oogsten. „Sommige exemplaren zijn dan ook flink beduimeld en verkreu keld." De veldboekjes geven een mooi beeld van het Zeeuwse platteland vóór de grote herver kavelingen. Ze laten vooral goed zien hoe klein sommige percelen waren en hoe het boe renland dooraderd was met greppels en slootjes voor de af voer van het water. Ze geven een goed inzicht in de microtopo- grafie van een bepaalde regio, aldus De Klerk. Een van de laatste pagina's van een veldboekje bevat meestal de 'vergaring', een optelsom van alle percelen. Daarna is er vaak nog ruimte voor aantekeningen, bijvoorbeeld over de opbrengst en de drainage. De consulent kent boekjes waarin met pot lood precies de opbrengsten van verschillende percelen zijn bij gehouden. De boekjes waren volgens De Klerk vooral na de invoering van het kadaster in 1832 op een voudige manier te vervaardi gen. Hi] kan zich voorstellen dat schoolmeesters met een wat meer ontwikkeld tekentalent boeren aanboden om de schrift jes te maken. Rondtrekkende landmeters deden dat ook, weet hijAls een soort marskramers trokken die lieden over het plat teland en boden links en rechts aan om het bezit van de boeren op schrift vast te leggen. West-Brabant De Klerk weet niet of de boekjes alleen in Zeeland werden ge bruikt. Daarvoor is onderzoek nodig, zegt hij. Hij kan zich voorstellen dat ze ook werden gebruikt op de Zuid-Hollandse eilanden en het kleigebied van West-Brabant. Bewijzen daar voor heeft hij niet gevonden. Onderzoek is ook nodig om te zien of de boekjes regionale ver schillen bevatten. Om dat te kunnen doen wil de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland in samenwerking met het Zeeuws Archief, Landbouwuniversiteit Wageningen en Universiteit Utrecht deze vorm van verge ten, maar typisch Zeeuws erf goed vastleggen. De Klerk benadrukt dat het niet de bedoeling is om de boekjes in te lijven. Het gaat de SCEZ om het inventariseren en documen teren en, indien de eigenaars daartoe bereid zijn, ze enige tijd tentoon te stellen. Het lijkt hem zeer mooi om in 2003, het jaar van de boerderij, in elke regio een expositie van veldboekjes op te zetten. De boekjes werden, zover De Klerk weet, gebruikt tot aan het begin van de twintig ste eeuw. Daarna raakten ze in onbruik. Hij kan zich echter niet voorstellen dat ze in kolenka- chel werden gegooid. Daarvoor zijn zelfs de minder fraaie exemplaren nog te mooi. De Klerk vermoedt dan ook dat in menig boekenkast nog wel zo'n schriftje staat. Emiie Calon Wie één of meerdere veldboek jes (of vergelijkbare losse kaar ten) in huis heeft, kan contact opnemen met de Stichting Cul tureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), A. Manni (0118-670870), post bus 49, 4330 AA Middelburg. SCEZ stuurt vervolgens een for mulier toe om een eerste indruk te krijgen. Daarna is het de be doeling om per regio een inkijk- dag te houden zodat een aantal deskundigen die boekjes ter plaatse kan bekijken en foto graferen. Kijken naar vogels is leuk. Met enige kennis kijken, is nog leuker. Volgens Vogelbe scherming Nederland trekken steeds meer mensen er gewa pend met verrekijker en vogel boek op uit, om zowel in de eigen omgeving als daarbuiten naar vogels te kijken. Om beginnen de vogelkijkers op weg te helpen heeft Vogelbescherming de bro chure Genieten van Vogels kij ken uitgegeven. Uitgangspunt is dat er overal vogels zijn. Er zijn geen andere dieren in de natuur die zich zo gemakkelijk laten zien", aldus Vogelbescherming. Voor veel mensen is het een belangrijke hobby en de fanatieke vogelaars zorgen er zelfs voor via een pie per continu op de hoogte te blij ven van bijzondere waarnemin gen. De brochure is duidelijk niet be stemd voor die doorgewinterde vogelaars, wel voor mensen die zonder al te veel 'studie' toch het beestje een naam willen geven. De aquarellen van de Zeeuwse illustrator Danker Jan Oreel, die zo'n zeventig verschillende soorten in hun eigen leefgebied laten zien, bieden wat dat be treft een goed uitgangspunt. Te gelijkertijd wordt informatie gegeven over broed vogels en trekvogels. Vogels kijken kan overal, stelt Vogelbescherming. Thuis van uit het raam. Tijdens een strandwandeling. Fietsend door de polder en zelfs vanuit de auto in de file. Nogal wat vogels zijn niet kieskeurig als het gaat om him leefgebied. Ze zitten in bermen, bij havens en op indu strieterreinen, vliegen boven vuilnisbelten en achter de veer boten. In de brochure zijn de afgebeel de vogels ingedeeld naar leefge bied. Zo worden bij vogels voor alledag onder meer genoemd de spreeuw, merel, lijster, zwarte kraai, winterkoning, Turkse tortel en verschillende mezen- soorten. Bij de watervogels gaat het om grauwe gans, lepelaar, aalscholver, visdieffuut, wilde eend en blauwborst. Belangrijk in een kustprovincie als Zeeland zijn de steltlopers, zoals schol ekster, bontbekplevier, kluut en bonte strandloper. In open ruimten, met name weilanden zijn wulp, kievit, grutto, bui zerd, meerkoet, witte kwik staart en knobbelzwaan te vin den. Onder de bosvogels worden geschaard de groene en bonte specht, de sperwer, gaai en houtduif. Vogelbescherming Nederland geeft ook enkele tips, over vo- gelgidsen, verrekijkers en vo gelgeluiden herkennen. Wie vo gels wil kijken in het open veld kan dat soms het beste doen vanuit de auto; die schrikt de dieren minder gauw af. Op de fiets of te voet een gebied ver kennen kan uiteraard ook, maar dan is het verstandig kleding in gedekte kleuren aan te trekken en geen wilde bewegingen te maken. Stil zijn en geduld oefe nen leveren uiteindelijk de beste kijkresultaten op. Overal in het land zijn (regionale) vogel werk groepen actief. Diverse Zeeuwse groepen heb ben een eigen website, waaron der de Vogelwerkgroep Walche ren (www.birdingzeeland.nl), natuurbeschermingsvereniging 't Duumpje (www.duumpje.nl) en zusterorganisatie de Stelt- kluut (www.steltkluut.nl). Er zijn zestien mooie vogelkijkge- bieden op een kaart aangege ven. Daarvan bevinden zich er drie in de Delta - Haringvliet, Veerse Meer en het Verdronken Land van Saeftinge. Maar in feite is heel Zeeland voor wie maar kijken wil een echt vogel paradijs. Atlas ANWB Media heeft een nieuwe, omvangrijke Topografische At las Nederland uitgebracht. Daarin staan de recentste edi ties van alle kaarten op schaal 1 50.000 van de Topografische Dienst. De atlas telt 320 pagi na's en er zijn 274 kaarten opge nomen. De kaarten geven een zo nauwkeurig mogelijk beeld van het aardoppervlak. Wegen, ri vieren, bebouwing en grondge bruik worden uitgebeeld door middel van symbolen, lijnen en kleurvlakken. Ook staan er na men van objecten op de kaarten. Zo zijn bijvoorbeeld veel Zeeuwse boerderijen met name genoemd, evenals voormalige verdedigingswerken in Zeeuws-Vlaanderen. De ANWB noemt als één van de belangrijkste functies van de topografische kaart 'oriëntatie': waar ben ik, hoe kom ik daar en hoe ziet mijn omgeving er uit? Daarom ook zijn alle belangrij ke objecten die zich in het ter rein bevinden, aangegeven. De atlas geeft een toelichting op het maken en het gebruik van topo grafische kaarten. Die voor Midden-Zeeuws-Vlaanderen dateert uit 1994 en is dus duide lijk aan actualisering toe. West- Zeeuws-Vlaanderen daarente gen is in 2001 pas herzien. De symbolen en kleuren die op de kaarten staan worden aan de hand van foto's helder uitge legd; wat is een grondduiker precies, hoe ziet een kilometer- raaipaal er uit? Rinus Antonisse Genieten van Vogels kijken. Uitgave Vogelbescherming Ne derland, Zeist. Gratis aan te vragen (030-6937777 of www- .vogelbescherming.nl). Topografische Atlas Nederland. Uitgave ANWB, Den Haag. Prijs 49,95. Een algemeen beeld van een dorp thuisbrengen blijkt best moeilijk. Kennelijk lijken Zeeuwse dorpen nogal eens op elkaar. Zo werden als antwoord op de vraag van vorige week on der meergenoemd: Schore, Se- rooskerke op Schouwen (3x), Ovezande, Baarsdorp, Baar land (2x), Oudelande en Rit- them (2x). Allemaal onjuist. Jammer van het mooie gedicht uit 1929 over Ritthem dat C. Ar- endse uit Middelburg toezond. „Het dorp op de raadkaart kan volgens ons geen ander dan Aagtekerke zijn. Als we de toren zien is er geen twijfel mogelijk. We kunnen hem zelf elke dag zien vanuit de kamer", meldt J. Louwerse uit Aagtekerke. En zo is het. De foto is genomen vanuit het zuidoosten, schrijft F. van den Driest uit Seroosker- ke W)die ook de twee personen weet te benoemen. „Op de voor grond staat rechts mijn grootva der Marinus van den Driest (1862-1946) en links zijn oudste zoon Jacob (1886-1969). Vader en zoon staan tussen de maïs. Marinus zal de maïs wel ge bruikt hebben voor zijn var kens. Hij was van beroep var- kensboer. Marinus, die Manen werd genoemd, kocht en ver kocht biggen, vooral in het noordwestelijk deel van Wal cheren. Daarnaast was hij een fervent jager en stroper." EMisilje-Klap uit Cadzand, die haar jeugdjaren in de Dorps straat (nu Schoolstraat) door bracht, maakt over de varkens een opmerking. „Aagtekerke werd Keutjeskerke genoemd." Inzender Van den Driest weet dat Mariens oudste zoon Jacob niet in de voetsporen van zijn vader trad. „Hij leurde met olie in zijn woonplaats Aagtekerke. Omstreeks 1925 werd Jacob me- defirmant van een bodedienst tussen Aagtekerke en Middel burg. Met een vrachtauto wer den goederen opgehaald, die be stemd waren voor de inwoners van Aagtekerke. Op de foto zijn de woning en schuur van Marien niet te zien Ik schat dat de foto omstreeks 1900 is genomen." J. Janse uit Kortgene noemt eveneens de heren Van den Driest, al heet Jakob Jaap. „Hij was getrouwd met een zuster van mijn opa Janse, ze heette Jaantje Janse." Deze inzender wijst, evenals verschillende an deren, op de toren van de Neder lands hervormde kerk als her kenningspunt. A. Roose uit Middelburg gaat in op de ge schiedenis van kerk en dorp. „De vroegst vermelding van Aagtekerke is uit het jaar 1235." Vast staat dat omstreeks 1291 te Aagtekerke een cisterciënzer nonnenklooster werd gevestigd, genaamd Waterlooswerve. De kloosterlingen kwamen van Emelisse op Noord-Beveland en verhuisden vanwege overstro mingsgevaar (Emelisse is ver dronken). J. Sturm uit Middelburg atten deert op het huis rechts vooraan op de kaart. „Dit huisje stond aan het padje en werd indertijd bewoond door de familie Mal- jers. Op de hoek van dit padje stond de woning en schoenma kerij van J. J. Sturm De straat die er nu langs loopt heet tegen woordig de Rijsoordselaan." A. Sturm uit Vlissingen geeft aan dat de foto gemaakt is vanaf het Molenpadje, 'al wel heel lang geleden, zeker voor 1940'. Volgens inzender Roose dateert de kerk uit de tweede helft van de dertiende eeuw en de toren uit de vijftiende eeuw. Tijdens het beleg van Middelburg in de Tachtigjarige Oorlog 1572- 1574) liep het gebouw veel scha de op. Bij een verbouwing in 1625 kreeg de kerk het huidige zien van Hendrik Thibaut, am- bonnen zijn: C. Matthijsse-den aanzicht, al werd de toren in de achttiende eeuw voor een deel ommanteld. In 1985 kreeg de to ren een opknapbeurt. In de kerk is een opvallende graftombe te bachtsheer van Aagtekerke en burgemeester van Middelburg. De tombe is gemaakt door de bekende Rombout Verhulst. De winnaars van de waarde- Hollander, Meliskerke, S. Bos- selaar, Aagtekerke en J. Pro voost, Domburg. Rinus Antonisse Uit de collectie van Hans Lindenbergh deze keer een afbeelding van een dorpsstraat. De vraag is: om welk dorp gaat het? Wie meer weet te vertellen over de foto wordt verzocht de informatie door te geven aan de redactie van Buitengebied. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 17 augustus wor den gezonden aan: Redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA Vlissingen, fax 0118-470102 of e-mail redactie@pzc.nl Voorde inzenders van goede oplossingen zijn drie waardebonnen beschik baar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 19