Zo'n pop
moet wel
echt lijken
Deze maand zijn de Rumoirtschorren op zijn mooist
Onderzoek naar
vogelverschrikkers
19
19
20
20
weerwoord
Op zoek naar
veldboekjes
Verwarring
over dorp
op raadkaart
Fort bij de
spui aan de
Moervaart
Eên groate
vis en aolles
kom goed
bijzonder blauw
Over vogelverschrikkers
zijn hele bomen op te
zetten. Ze helpen geen snars.
Het zijn helden op stokken,
leuk als versiering. Vogels
lachen er om. Tegenover die
opvatting staat een andere.
Ze hebben, zij het voor korte
tijd, wel degelijk een nuttige
functie. Op cruciale momen
ten kunnen ze vogels afwe
ren. Vast staat in elk geval
dat vogelverschrikkers een
eeuwenoud wapen zijn op
het boerenland. Ze worden
nog altijd toegepast. En de
simpele vogelverschrikker -
houten kruis, oude jas -
krijgt gezelschap van crea
tievere verschijningen. Het
Meertens Instituut in Am
sterdam onderzoekt de posi
tie van de vogelverschrikker
in Nederland.
De indruk bestaat dat de vo
gelverschrikkers langzaam
maar zeker terrein verliezen.
Daarom wil het Meertens Insti
tuut tijdig in kaart brengen
waar ze nog staan en vooral
ook welke functie ze hebben,
legt onderzoeker Marjolein Ef-
ting Dijkstra (van de afdeling
etnologie, vroeger volkskunde)
gels verschrikt - dat onderzoek
ik."
Efting Dijkstra is van huis uit
kunsthistoricus en daarom is
het niet zo verwonderlijk dat
haar belangstelling ook uitgaat
naar vogelverschrikkers 'nieu
we stijl'. Het gaat dan om objec
ten die in meer of mindere mate
een kunstzinnige uitstraling
hebben. Ze heeft de indruk dat
er sprake is van enige verschui
ving: van de heel simpel aange
klede palen naar fraai ogende,
esthetisch verantwoorde ver
schijningen. De meeste men
sen denken dat het alleen over
poppen en lappen gaat, maar
het is veel breder."
De meldingen beginnen inmid
dels bij Efting Dijkstra binnen
te komen. Zeeland, toch een ge
bied waar vogelverschrikkers
thuishoren, blijft nog wat ach
ter. Ze hoopt op reacties uit het
hele land, zodat ook kan worden
nagegaan of er per regio ver
schillen in uitvoering en toepas
sing zijn.
„Ik gebruik ze al jaren. Tegen
woordig weer gewone mannen.
Ik heb ook een tijdje roofvogels
gehad, maar dat werkte niet",
vertelt boer Sjaak de Bree uit
Zonnemaire. Hij is redelijk te
vreden over het effect van de vo
gelverschrikkers, die hij onder
meer inzette om vogels uit zijn
bloemkolen te houden en die nu
dienst doen bij de pruimenbo
men. Het is wel belangrijk dat
de vogelverschrikkers een beet-
uit. Ze beperkt zich bij het on
derzoek niet tot de traditionele
akkerbewakers, maar neemt
ook andere vormen van af
schrikking mee, zoals knalap
paraten, ratels, linten, vliegers
en dode vogels. En niet alleen
op boerenland, ook in volks
tuintjes. „We kijken naar het
hele bereik van de vogelver
schrikking. Alles wat maar vo-
je levensecht lijken, weet De
Bree. „Het is best een heel werk
om ze op te zetten, maar als ik
een gans of een duif zie, dan haal
ik ze tevoorschijn."
Hij heeft nu een vogelverschrik
ker in dienst die op een stoel zit.
„Ik heb dat ding zelf gemaakt.
Vrij eenvoudig. Een oude over
all vol met stro gestopt en daar
een oude Abrahamkop opgezet -
dinsdag 13 augustus 2002
Is het weer op
Maria Hemelvaart
uitgelezen,
zo zal heel de herfst
voortreffelijk wezen
Maria Hemelvaart
is 15 augustus)
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC.
postbus 18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102.
e-mail redactie@pzc.nl.
Buitengebied, is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102.
e-mail redactie@pzc.nl
Vogelverschrikker van boer Sjaak de Bree uit Zonnemaire:,Je moet het ding om de paar dagen verzetten." foto's Willem Mieras
die had ik nog op mijn vijftigste
verjaardag gekregen. Je moet er
wel wat van maken, gewoon een
overall met een stok er in werkt
niet. En je moet ook steeds zor
gen voor een andere situatie. Als
ie tien dagen op dezelfde plaats
staat, zijn de vogels eraan ge
wend. Ik verzet het ding dus om
de paar dagen."
Kauwtjes
Ook fruitteler Adri Hoogstrate
uit Kloetinge zet regelmatig
zelfgemaakte vogelverschrik
kers in om vogels uit zijn bomen
te weren. Meestal is het tegen
duiven die graag de knoppen uit
de Opalbomen plukten. Dit jaar
trof hij na terugkeer van vakan
tie ook een flinke groep kauw
tjes aan die het op de pruimen
hadden voorzien, ook weer van
het ras Opal, dat het eerste rijp
is. „Ik heb een paar overalls
gevuld, een paar boompalen
er in gestoken en een kunst-
mestzak bovenop gedaan en
dat gewoon in de bomen gehan
gen. Daar zijn ze wel van ge
schrokken, ik heb geen kauwtje
meer gezien", aldus Hoogstrate.
Voor het eerst heeft hij ook en
kele vogelverschrikkers in de
peren gehangen. „Eens kijken
wat het doet. En volgend jaar als
de knoppen weer in de Opals zit
ten, gaan ze er zeker weer in."
Hoogstrate noemt de toepassing
van de vogelverschrikkers een
laatste redmiddel. Hij heeft er
varen dat het afschrikken trou
wens korte tijd duurt; de vogels
wennen snel. Aan de andere
kant vergeten ze ook snel. Als ze
een jaar later weer voor het eerst
met de vogelverschrikkers ge
confronteerd worden, kijken ze
toch enige tijd de kat uit de
boom.
Proefschrift
Marjolein Efting Dijkstra van
het Meertens Instituut vindt
haar onderzoek naar de vogel
verschrikkers een heel leuk pro
ject. Het maakt onderdeel uit
van een proefschrift. Het onder
zoek duurt twee jaar. De eerste
fase is de inventarisatie. Daarna
worden de gegevens verwerkt.
Efting Dijkstra is van plan om
zelf zoveel mogelijk mensen die
vogelverschrikkers gebruiken
te interviewen. „Ik ben geïnte
resseerd in wat de mensen te
vertellen hebben.Ze werkt met
een vragenlijst en wil onder
meer weten hoe mensen aan een
vogelverschrikker komen,
waarvoor en wanneer ze het
ding gebruiken en of het effect
heeft. „Zo krijg je een mooi
beeld van Nederland."
Rinus Antonisse
Het Meertens Instituut heeft een
speciaal meldpunt vogelver
schrikkers geopend:
www.meertens.nl/vv/. Mensen
die een vogelverschrikker heb
ben gezien kunnen dat doorge
ven, met vermelding van plaats
en tijdstip. Een foto mailen kan
ook: vogelverschrikker@meer-
tens.knaw.nl
De Rumoirtschorren zijn niet
bijzonder rijk aan verschil
lende plantensoorten. Dat komt
omdat de zoute bodem en het
overspoelende vloedwater voor
de meeste planten geen geschikt
milieu vormen. Alleen speciaal
aan het zilte milieu aangepaste
soorten weten hier te overleven.
Het zijn slechts enkele tiental
len verschillende soorten, maar
het zijn wel stuk voor stuk plan
ten die buiten de zilte invloeds
sfeer niet voorkomen.
In augustus zijn de schorren op
zijn mooist. Het bloeifestijn van
zulte of zeeaster, de paarsgloei-
ende lamsoorvelden en niet te
vergeten de zilveren linten van
de fors uitgegroeide zeealsem
vormen met elkaar een buiten
gewoon afwisselende en kleur
rijke vegetatie. Het aardige is
dat niet zomaar alle planten
willekeurig door elkaar groeien,
maar dat ze volgens een vast pa
troon geordend zijn. De ontwik
keling van schorren begint veel
al met de vestiging van Engels
slijkgras. Dat is een harde gras
soort met stevige schuin opge
richte bladen, waartussen de
gele, later bruin wordende
bloeipluimen staan. Het slijk
gras vormt uitgebreide horsten
en een beginnend schor ziet er
vaak uit als een kale slikvlakte
met allemaal uitdijende eiland
jes van Engels slijkgras.
Het is juist in deze tijd van het
jaar de moeite waard om de
bloeistengels van het Engels
slijkgras eens aan een nadere in
spectie te onderwerpen. Niet
zelden zitten er in de aar kleine
zwarte, banaanvormige vrucht
jes. Dat is het zogenaamde moe
derkoren, een zwam die vroeger
in het koren zat en soms tot mas
sale vergiftiging leidde.
Maar terug naar het schor. Tus
sen de horsten van het Engels
slijkgras ontstaan de eerste
kleine geultjes; in eerste instan
tie maar een paar centimeter
diep, maar al spoedig worden ze
geflankeerd door kleine oever
walen en naarmate de tijd ver
strijkt wordt het reliëf steeds
duidelijker zichtbaar. Langs die
geultjes wordt een rand van
aanspoelsel gevormd: schei-
presten, wieren en afgestorven
plantendelen van elders bezin
ken langs de geultjes en worden
vervolgens weer bedolven onder
zand en slik. Waar die organi
sche resten verteren ontstaat
een heel voedselrijke bodem en
hier vestigen zich de eerste
plantjes van het grijsgroene
schorrenkruid. Het zijn vlezige
plantjes, die in het buitenland
wel verzameld en als groente ge
geten worden, zoals bij ons de
zeekraal. Vervolgens komen de
zeealsem en het rood zwengras.
Na verloop van tijd worden ze
opgevolgd door de zilvergrijs
gekleurde planten van de gewo
ne obione of zoutmelde. Het zijn
een soort ministruiken, waar
van de overjarige stengels hout
achtig worden. Enkele vogels
bouwen in deze twintig tot der
tig centimeter hoge plant graag
hun nest, bijvoorbeeld de riet
gors en - in gebieden die vlakbij
de duinen gelegen zijn - de kneu.
Tijdens de ontwikkeling van de
begroeiing op de oeverwallen
gebeurt er ook van alles in de
kommen. Daar waar eerst al
leen maar dichte horsten van
slijkgras groeiden, wordt de ve
getatie geleidelijk meer gevari
eerd. De zeekraal vestigt zich
als een van de eerste en niet lang
daarna volgt de zulte of zeeas
ter. Naarmate de opslibbing
doorgaat verschijnen er steeds
weer nieuwe soorten: schijns-
purrie, schorrezoutgras, zee
weegbree en tenslotte ook de ge
wone zoutmelde die al in een
veel eerder stadium de oever-
wallen veroverde. Als het een
maal zover is dan is de ontwik
keling op een soort eindpunt
aangeland. Zoutmeldevcgeta-
ties kunnen zich jarenlang
handhaven. Op de oeverwallen
vormt de zoutmelde niet het
eindstadium. Na verloop van
tijd worden de zoutmeldestrui-
ken verdrongen door een dichte
mat van strandkweek. Maar
dan is ook daar het verande
ringsproces in de begroeiing op
zijn einde. Zo'n hoog opgewas
sen schor is heel eenvormig wat
betreft de vegetatie. Maar men
selijk activiteiten zoals begra-
zing met vee of (wat vroeger ten
allen tijde gebeurde) inpolde
ring brengen nieuwe verande
ringsprocessen op gang.
Chiel Jacobusse
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.