Granaten of prikkeldraad
Idéfix, een goed geconserveerde werkhond ggP
Zoekactie in
stationsgebied
Middelburg
zaterdag 3 augustus 2002
De meelfabriek die schuin tegenover de plek stond waar nu het Maisbaaicomplex is opgetrokken, werd eveneens door het Het door geallieerd vuur zwaar gehavende Middelburgse station en de op 5 november 1944 vernielde Stationsbrug.
oorlogsgeweld geteisterd. foto collectie Hans Houterman foto Zeeuws Documentatiecentrum
Dat wordt nog een hele verrassing: ko
men er met het graafwerk granaten
boven of is het prikkeldraad en ander on
schuldig spul? Volgende week breekt het
moment van de waarheid aan als in het
Middelburgse stationsgebied de honderd
verdachte locaties worden onderzocht
die bij een eerste speurtocht met detectie
apparatuur in beeld zijn gekomen. Daar
mee is nog slechts een deel van het terrein
onder de loep genomen. Aan de andere
kant van het station ligt nóg een strook
grond die op termijn een andere invulling
krijgt. Daar heeft het in de Tweede We
reldoorlog tot twee keer toe gespookt.
Het zijn de woorden van een deskundige, de
projectleider van het Limburgse bedrijf
dat is gespecialiseerd in het localiseren van
niet ontplofte exlosieven: Middelburg spant
het paard achter de wagen door nu pas te kij
ken of graven en bouwen kwaad kan op de
plek waar het stadskantoor moet verrijzen. Er
had al veel eerder een tl-fabriek moeten gaan
branden. Middelburg mag in de periode '40-
'45 dan niet zo intensief zijn bestookt als Vlis-
singen, de oorlog heeft ook in Zeelands hoofd
stad flink huis gehouden. Het geweld van
bommen en granaten bleef er in grote lijnen
beperkt tot twee perioden: in mei 1940 en vlak
vóór de bevrijding in 1944.
De kalender staat op 17 mei 1940 als
Middelburg vanuit de lucht hevig wordt ge
bombardeerd en tegelijkertijd ook door artil-
leriegeschut wordt bestookt. Gloeiende gra
naatscherven veroorzaken het ene vuur na het
andere. De vlammen hebben aan de brandbare
gebouwen een gemakkelijke prooi. Bovendien
valt op het beslissende moment de waterdruk
weg zodat de brandweer voor een onmogelijke
taak staat. Meer dan honderd branden maken
korte metten met achttien openbare gebou
wen en vijfhonderd woningen. Het Abdijcom
plex en het stadhuis behoren tot de vele fraaie
monumenten die ten offer vallen.
Het is goed mogelijk dat de Heinkel 111 bom
menwerpers van Luftwaffe-geschwade 4 en
het bij Lewedorp opgestelde geschut van de
Duitse artillerie op die dag blindgangers in het
stationsgebied hebben achtergelaten. Op die
'Vreselijke Vrijdag' moet ook het vrijwel naast
het station gesitueerde veilinggebouw het
ontgelden. Na weer te zijn opgebouwd, wordt
het complex vier en een half jaar later ander
maal door het oorlogsgeweld getroffen. Het is
dan 11 oktober 1944.
Oud-gemeentesercretaris Van der Veur no
teert over die dag: 'Des middags doorstaan de
zeedijk bij Vrouwenpolder, het havengebied
te Vlissingen en de omgeving van het Middel
burgse station een zwaar bombardement. De
gebouwen van de groenteveiling worden hevig
geraakt. Aan de Stationsstraat, Blauwendijk
en Loskaai is de vernieling niet mis. Een bom,
gevallen in de kanaalmuur bij de Stationsbrug
heeft een dikke laag modder in de gehele Sta
tionsstraat tot gevolg'.
Middelburg verkeert ook in de dagen die dan
komen in de ban van bomaanvallen, later ge
volgd door artillerievuur. Het is de tijd dat de
stad toevluchtsoord is van evacués. Zij zijn
van elders op Walcheren gevlucht voor de
bommen of het water. Het inwonertal is in die
tijd verdubbeld tot 40.000.
Op 29 oktober ontsnapt Middelburg ten dele
aan een luchtaanval. Die dag zijn vanaf Britse
bases 326 vliegtuigen opgestegen. Lancasters,
Halifaxes en Mosquito's. Ze hebben als missie
doelen te bestoken bij Westkapelle, Domburg.
Zoutelande en Middelburg. Vanwege de be
wolking wordt de aanval op versterkingen bij
Middelburg afgelast nadat negen vliegtuigen
hun bommen hebben afgeworpen. 'Middel
burg was vol Duitse soldaten die erg nerveus
waren', schrijft de Middelburgse brandweer
man Wim den Hollander eind oktober in zijn
'dagboek der bevrijding'. 'Zij probeerden in de
gunst van de bevolking te komen door het
wegggeven van voedsel waaraan groot gebrek
was. Grote voorraden munitie, wapens en wa
gens werden in het water gesmeten'.
'Aan alles is te zien en te merken dat Middel
burg 'frontstad' is geworden', meldt M. San-
derse in zijn dagboek, 's Avonds werden we
hier door de geallieerde artillerie onder vuur
genomen. Er kwamen veel treffers in de stad
terecht. Eén op een munitieschip dat voor de
meelfabriek lag. Het vloog in brand en de
vlammen sloegen over op de meelfabriek waar
ook munitie lag. Eei-st zagen we een rode gloed
maar plotseling was er een prachtig schouw
spel te zien. De munitie vloog in rode en oranje
ballen, sterren en strepen de lucht in en ont
plofte toen met donderend geweld'.
In die eerste novemberdagen bereikt het oor
logsgeweld in Middelburg een hoogtepunt:
'Rang! Daar klettert weer ergens een granaat
neer', schrijft E. Marezate in zijn boek 'Zó was
het' als kanttekening bij de datum 2 november
1944. 'Is dat een schrik. Corrie ziet lijkbleek.
Wil je wel geloven dat deze dagen veel en veel
benauwder zijn dan die van mei 1940? Kledde-
rem! Opnieuw een granaat! Heel Middelburg
leeft op het ogenblik in de kelders. We zijn al
lemaal holbewoners geworden'.
Duizend
Hoe erg het is geeft waarnemend burgemees
ter J. Ph. Koene aan in 'Onmiddellijk vóór en
direct na de bevrijding van Middelburg' als hij
het heeft over de toestand in de nacht van 2 op
3 november: 'Des avonds rond 9 uur beginnen
de granaten weer te fluiten. Van slapen komt
die nacht niet veel. Tellingen door enkele per
sonen stellen op bepaalde tijden een snelheid
vast van 2 granaten per minuut en een schat
ting van 1000 granaten voor die nacht'.
Twee nachten later is de beschieting van de
stad nog heviger. G. van der Ham, samenstel
ler van de Zeeuwse oorlogsgeschiedschrij-
ving, vermeldt dat via de zender van de Orde
Dienst verschillende keren wordt verzocht om
artillerievuur, komend uit de richting Noord
zee of Westkapelle en gericht op de verkeers
weg Middelburg-Nieuwland 500 tot 700 meter
naar rechts te verleggen. 'Granaatvuur ligt nu
grotendeels in de stad. De beschieting is on
houdbaar voor de opgepropte bevolking'.
In ingezonden stukken in de krant is de afgelo
pen dagen gegist waar de in het stationsgebied
aangetroffen blindganger, waardoor nu een
grootscheepse speuractie op gang komt, van
daan kan zijn gekomen. Berichten spreken
elkaar tegen dat het door scheepsgeschut af
geschoten projectiel afkomstig moet zijn ge
weest van het slagschip Warspite, dat voor de
kust bij Westkapelle was gesitueerd. Middel
burger H. Houterman beschikt over documen
tatie die erop duidt dat een Canadese artille
rie-eenheid vanaf de Zeeuws-Vlaamse kust
met hetzelfde kaliber granaten heeft gewerkt
als die van de het stationsgebied gevonden
blindganger.
De Duitsers hebben in de oorlog kwistig met
granaten gestrooid. Vlissinger A. H. van Dijk
herinnert er aan, dat in het Jaagpad tussen
Middelburg en Vlissingen kuilen waren gegra
ven waarin granaten waren geplaatst met de
punt en de ontsteking naar boven. Dat werd
afgedekt door een plankje. Van Dijk: ,,Zo was
het Jaagpad in 1944 ondermijnd. Je reed met je
fiets om de plankjes heen. Maar de 'mijn' was
bedoeld voor zwaardere voertuigen die door
het plankje zakten."
Rampenplan
In het historisch vooronderzoek dat in deze
dagen aan het eigenlijke graafwerk vooraf
gaat, telt ook mee of explosieven na de oorlog
netjes zijn afgevoerd of dat er materiaal vanaf
de kade in het water is gedumpt. Projectleider
Folkersma: „Dat zijn altijd de mooiste plek
ken geweest, weten we uit ervaring." Het ei
genlijke graafwerk met een gepantserde
kraan geschiedt onder toezicht van particulie
re explosievendeskundigen die projectielen
tot een bepaalde gevaarlijkheidsgraad mogen
veilig stellen. Als er een bom wordt gevonden
met een chemische vertraging worden er extra
veiligheidsmaatregelen getroffen. Zo'n ont
steking kan bij beweging al geactiveerd wor
den en over zeven uur maar misschien ook pas
na een week afgaan. In dat geval komt het
Explosieven Opruimingscommando van de
Koninklijke Landmacht in actie. Voor zo'n si
tuatie heeft de gemeente Middelburg een ram
penplan klaar liggen, waarbij in het uiterste
geval buurtbewoners binnen een bepaalde
straal moeten evacueren.
Jacques Cats
Hij heeft al een naam: Idéfix. Want na
tuurlijk noemen de archeologen de op-
gegraven hond naar de viervoeter van Aste-
rix en Obelix, dé symbolen voor die periode,
j Maar het is onwaarschijnlijk dat het dier dat
enkele dagen geleden op Wateringse Veld
j (Den Haag) werd aangetroffen ooit echt bij
de Romeinen heeft gehoord.
„Vermoedelij k was het een inheemse werk
hond. Omdat het dier is gevonden op de plek
waar een boerderij stond. Vlakbij de hond is
een schaap of een geit opgegraven", zegt ar
cheologe Corien Bakker van de gemeente
Den Haag. Idéfix moet ongeveer 1800 jaar
geleden overleden zijn
1 Het kadaver is vervoerd naar het Haags His-
toxisch Museum, waar het te zien zal zijn op
1 de tentoonstelling De Hond en Zijn Baas. die
duurt tot eind oktober. Het museum .aan de
Korte Vijverberg gaat ook een prijsvraag
houden voor een origineler naam van hun
nieuwe pronkstuk.
Om te voorkomen dat beschadigingen op
traden, werden de restanten van de hond
niet in delen vervoerd, maar werd het dier
met klei en al als geheel in een bestelbusje
geladen. Archeoloog Dennis Nieweg hield
onderwijl de vondst continu nat. Bij droogte
zouden er scheuren kunnen ontstaan. Dank
zij het grondwater is het kadaver al die jaren
nooit uitgedroogd. In het museum wacht
eerst een behandeling met het verhardings
middel paraloid.
Romeins dorpje
De vondst lag ongeveer een meter onder de
grond, op een plek waar komende jaren weer
een nieuw deel van de wijk Wateringse Veld
wordt gebouwd. Het dier werd aangetroffen
in een vroegere greppel rondom het erf van
een vroegere boerderijOp deze plek lag een
Romeins dorpje.
De aangetroffen hond roept nog tal van vra
gen op, maar zeker is dat hij heeft geleefd in
de tweede of derde eeuw. In zijn omgeving
zijn namelijk allerlei voorwerpen gevonden
uit die tijd. Onder meer kwamen er, enkele
jaren geleden, vier Romeinse mijlpalen te
voorschijn; in Wateringse Veld verwijst de
straatnaam Mijlpaal daar nog naar.
De schouderhoogte van het dier is ooit 50
centimeter ge weest. Idéfix vertoont sterke
overeenkomsten met de huidige herders
hond. Vooral de staart zou op die soort dui
den. Uit de relatief smalle kaaklijn hebben
kenners geconcludeerd dat het in elk geval
geen wolf is, iets wat in theorie ook zou heb
ben gekund. Ook de vorm van de goed be
waard gebleven schedel zou eerder van een
hond zijn. De vondst langs de Druivenlaan
in de nieuwe Haagse wijk is een bijzondere,
vertelt archeologe Bakker. Op Wateringse
Veld zijn eerder (mops)honden opgegraven,
maar die waren een stuk minder goed gecon
serveerd „Het is ongelooflijk hoe fraai de
botten intact zijn gebleven. En de staart ook,
zelfs het puntje zit er nog aan. Veel lichaams
delen zijn aan te wijzen, zoals de oogkas, de
neusgaten en uiteraard de tanden."
De uitstekende conservatie is volgens Bak
ker te danken aan de kleigrond. „Bovendien
is de hond na zijn overlijden zeer netjes
neergelegd en niet zomaar ergens wegge
gooid als een soort afval."
Lars Omloo
Idéfix is met een schouderhoogte van ongeveer 50 centimeter net iets kleiner dan een Me-
chelse herder. foto Theo Bohmers/GPD
Volgende week begint bij het Middelburgse station, waar al druk voorbereidingen worden getroffen voor de bouw van het nieuwe stadskantoor,
het zoeken naar explosieven. Er zijn honderd verdachte locaties. luchtfoto Aerolin