Die vrijheid spreekt mij enorm aan op de menukaart Leesvoer PZC 4/ Henk de Kok, natuuurmens Gouden greep 23 brtrett zaterdag 3 augustus 2002 Hij draagt geen horloge. Niet nodig en niet belangrijk. Want wat maakt het uit of je om één uur of half twee eet. Hij leeft zonder tijd. En hoewel Henk de Kok voor zijn vak - hij is bedrijfs leider op de beheersboerderij van Staatsbosbeheer in Melissant - hele dagen in natuurgebieden rondloopt, mag hij graag ook 's avonds nog even ronddwalen op de Slikken van Flakkee. De Kok is natuurmens pur sang. Hij maakte van zijn hobby, het omgaan met dieren, zijn beroep. Het mooiste beroep dat er bestaat, vindt hij zelf. Wie in de omgeving van Melissant de naam De Kok noemt, krijgt steevast 'Oh, da's de boswachter' als reactie. De Kok ligt er niet wakker vanAch j avoor de meeste mensen is alles wat een groen uniform draagt een boswachter." De Kok - 59 jaar, grijzend, stevig gebouwd en ontzag inboezemend - groeide op tussen de dieren op de boerderij van zijn ouders in Nieuwdorp. Geheel volgens de lijn der verwachtingen volgde hij de land bouwschool om ooit het bedrijf van zijn vader over te nemen. Het liep an ders. In 1968 kwam De Kok terecht bij de Dienst der Domeinen waar hij onder meer land in cultuur moest brengen. Zijn werk voor de Dienst der Domei nen ging in 1971 naadloos over in een dienstverband bij Staatsbosbeheer waar hij aangesteld werd als reser vaatswachter. Precies in de tijd dat natuurgebied de Slikken van Flakkee ontstond. „Een kale en modderige vlakte. Meer was het toen nog niet. Ik heb de hele ontwikkeling van het ge bied gezien. Heel fascinerend." Achthonderd hectare van de Slikken van Flakkee mochten zich spontaan ontwikkelen. In de resterende zeven honderd hectare werden fjordenpaar- den en heckrunderen uitgezet die het gebied moesten begrazen. Het heek- rund is ontstaan uit een mix van 13 runderrassen, waaronder het Spaans vechtrund. De Kok: „Dat vind je nog steeds terug in de uitstraling van de stieren. Trots en agressief." Het begon op de slikken met een kudde van 26 heckrunderen. De groep is nu uitge groeid tot een van 165. Steppe Honderdvijftig van de 700 hectare is afgeschermd van het te begrazen ge bied. Dat stukje van de slikken is be doeld voor de opvang van ganzen. In de wintermaanden bivakkeren er naar schatting 20.000 tot 25.000 gan zen. Het verschil tussen het begraasde en onbegraasde deel van de slikken is enorm. De ene helft biedt ruige be groeiing met weelderige bomen en struiken. De andere helft oogt als een steppe. „Zeg nou zelf, je waant je hier toch in een ver buitenland. Ik vind dit echt een ontzettend mooi gebied. Hoogwaardige natuur. Een van mijn Henk de Kok" „Aan het gedrag van dieren kun je veel aflezen." lievelingsplekjes." De liefde voor de slikken zit diep. Zo diep dat De Kok er ook buiten 'diensturen' met enige re gelmaat te vinden is. „Mijn vrouw heeft dan zoiets van 'maar daar ben je vanmiddag toch ook al geweest'. Maar dan moet ik gewoon even zien of alles nog goed gaat met de dieren. Fei telijk ben ik 24 uur per dag verant woordelij k voor die beesten en het zij n er in de loop der jaren alleen maar meer geworden. Maar het valt best mee hoor. Ik heb niet elk weekend dienst." De ruige kant van de Slikken van Flakkee is vrij toegankelijk. Wandel paden meanderen tussen het geboom te door. Het gebied wordt niet be graasd, maar heeft wel een heleboel 'bewoners'. Vooral vogels weten de ongerepte natuur te waarderen. De Kok eveneens. Sterker nog, hij raakt er niet over uitgepraat. „Als je be denkt dat het allemaal als kaal slik begonnen is en als je ziet wat er nu al lemaal te vinden is. Kijk, het begint met lage begroeiing en zeegroenten als lamsoor en zeekraal. Vervolgens krijg je wat vlieren en wilgen. Maar als je er nu gaat kijken zie je ook eiken en essen. Het is er allemaal spontaan gekomen en het blijft ook steeds ver anderen. Dat is het fascinerende. Over tien jaar ziet het er weer heel anders uit. Duindoorn bijvoorbeeld is met zo'n 30 jaar 'versleten' en gaat dan dood, maar er komt altijd weer iets voorin de plaats. Aan de 'steppe'-kant mag de mens al leen onder begeleiding een kijkje ne men. Volkomen terecht in de ogen van De Kok, die het als een voorrecht be schouwt dat hij de sleutel bezit van het hangslot aan het hek waarmee het Zij maakt er ook geen punt van als haar echtgenoot soms zo door het werk in beslag genomen wordt dat hij een maaltijd vergeet. „Gelukkig heb ik altijd wel wat brood in de auto lig gen, dus van de honger hoef ik niet om te komen", grinnikt De Kok. Zijn dochter is hartstochtelijk paardrijd- ster en beoefent die hobby liefst in de vEije natuur. Geen wonder volgens De Kok. „Toen ze anderhalf jaar was, gebied voor de buitenwereld afgeslo ten wordt. Hetgeen hem in staat stelt wanneer hij dat maar wil de slikken op te gaan om zich steeds weer te ver wonderen over de rust, ruimte en weidsheidervan. „Dat is ook het leuke van dit vak. Ik kan mijn tijd helemaal zelf indelen. Binnen staatsbosbeheer ben ik eigenlijk eigen baas en die vrij heid spreekt mij enorm aan." De Kok's echtgenote is gewend aan het op onregelmatige tijden verschij nen van haar man. Ze weet ook dat hij een broertje dood heeft aan het pa pierwerk dat er nu eenmaal bijhoort. nam ik d'r al mee achterin de dienst auto." De Kok nadert met zijn 59 jaar de pensioengerechtige leeftijd. Toch denkt hij er niet aan een streep onder zijn loopbaan te zetten. Anderen grij pen de kans om vervroegd met pensi oen te gaan. De Kok heeft ervoor ge kozen om door te gaan tot zijn 65ste. Met dien verstande dat hij de komen de jaren wel wat minder uren gaat draaien. Maar stoppen, hij zou niet weten waarom. „Ik doe dit werk nu 24 jaar en het is nog steeds naar mijn zin." foto Pieter Honhoff De vrijheid voor wat betreft de inde ling van zijn tijd is bij De Kok abso luut geen vrijbrief om lui achterover te leunen. Daar is zijn werk hem veel te dierbaar voor. Het observeren van 'zijn' dieren is een belangrijk onder deel daarvan. „Aan het gedrag van dieren kun je veel aflezen. Je kunt zien waar ze lopen, staan en grazen. En de manier waarop ze gebruik maken van het terrein. Bij warm weer bijvoor beeld kun je ze rond een uur of elf 's ochtends steevast bij de drinkput vinden." Laarzen horen bij zijn standaarduit rusting En tussen de voorstoelen van zijn vierwielaangedreven terreinwa gen ligt een veelgebruikte verrekijker. Op de slikken volgt De Kok een vaste route. Een laag schelpen markeert het pad en daar wijkt hij niet van af. „Want als je dat zou doen zou je het hele gebied aan gort rijden." De heck runderen schrikken niet van het ge luid van de dieselmotor van de in staatsbosbeheergroen gespoten Toyo ta Landcruiser. Waakzaam zijn ze echter te allen tijde. Dat is De Kok ook, want heckrunderen willen, voor al als ze gekalfd hebben, nog weieens behoorlijk agressief zijn. De heckrunderen en de fjordenpaar- den zijn de grasmaaiers van staats bosbeheer. Ze houden de begroeiing laag en zorgen dat het gebied niet ver ruigt. Dat vergt, stelt De Kok, wel enig fingerspitzengefühl. „Je moet niet te snel zijn met bijvoeren, want dan slaan ze de stukken die dreigen te verruigen over. Het klinkt hard, maar ze moeten echt barsten van de hon ger." Voorzichtig De Kok komt behalve op de Slikken van Flakkee ook op onder meer de Hellegatsplaten en het eiland Hom pelvoet. „Dat is nu echt op z'n mooist. Een enorme bloemenrijkdom heb je daar." De Kok juicht openstelling van natuurgebieden voor recreanten toe. Wie van de natuur kan genieten zal de waarde ervan beseffen en dus ook voorzichtig met die natuur omgaan, is zijn gedachtengang. Dat toeristen en recreanten echter in bepaalde - zeer kwetsbare - gebieden geweerd wor den is in de visie van De Kok volstrekt terecht. Over de bezoekers van de Slikken van Flakkee maakt De Kok zich wat dat betreft weinig zorgen. Dat zijn vol gens hem de echte natuurliefhebbers. Mensen die over het algemeen weinig tot geen overlast veroorzaken. De Kok „Het aardige is dat er bewust voor gekozen is in het gebied geen af valbakken neer te zetten. Het gevolg is dat mensen hun afval gewoon mee terug naar de auto of naar huis nemen. Er is ook een bepaalde sociale contro le onder de bezoekers Van de Slikken onderling. Je kunt het echt niet verge lijken met bijvoorbeeld de boswach- terij Westerschouwen. Het mas- sa-toerisme zoals je dat op Schou- wen-Duiveland ziet, kennen we hier niet." Je moet van goeden huize komen om de bedrijfsleider van Staatsbosbeheer van zijn stuk te brengen. Dierziekten als BSE en mond- en klauwzeer, hou den hem bezig. Hij leeft intens mee met het wel en wee van de dieren op de slikken. Weet precies welke dieren tot de eenlingen behoren en welke de lei ders van een groep zijn. Ook de mens houdt De Kok nauwlettend in de ga ten. Incidenteel heeft hij weieens te maken met alcohol, drugs en agressie. „Dan gaan ze een potje tegen je schel den als je ze erop wijst dat de hond aan de lijn moet. Dan laat ik ze gewoon maar uitrazen, dan gaat het vanzelf over. En altijd rustig blijven, daar bereik je het meeste mee. Nou heb ik mijn postuur wel mee, maar toch..." Gastheer De Kok voelt zich niet alleen bedrijfs leider, maar vooral ook gastheer. Hij schept er groot genoegen in zijn liefde voor de natuur te delen met andere mensen. „Dat vind ik ook het leuke van de excursies op de Slikken. Want als je over gebieden als de Slikken van Flakkee en de Hellegatsplaten spreekt, heb je het wel over de etalage van staatsbosbeheer. Want het heet dan wel bosbeheer, maar eigenlijk zou het staatsnatuurbeheer moeten zijn." Want, voert De Kok aan, het is allang niet meer louter bos wat Staatsbosbe heer in eigendom heeft. Het zijn slik ken, schorren, water en nog veel meer. Wie al die natuur goed op zich in laat werken kan - vindt De Kok - eigenlijk niet anders dan genieten. „De weids heid, de ruimte en de rust hier is uniek. Na een excursie door de Slikken van Flakkee zijn de mensen altijd heel stil. Piet Kleemans bezat hij al, lang voordat hij Het Boekenho- tel opende. Hij bouwde zijn collectie op in de jaren dat hij als socioloog werkte bij het Nederlands Centrum voor de Geestelijke Volksgezondheid, het huidige Trimbos-in stituut. Zoals praktisch iedere academicus, was ook Mastboom een verwoed lezer en collectioneur van alles wat zwart op wit stond. Na een carrière van 25 jaar, waarvan de laatste acht jaar als adjunct-directeur, hield Mastboom de sociologie echter voor gezien. Kort voor z'n vijftigste bereikte ook hij het cruciale punt waarop menigeen zich afvraagt: 'Is dit alles?' En het antwoord van Mastboom was: 'Nee'. Maar wat toen? Tijdens vakanties hadden zijn vrouw en hij wel eens verlekkerd geke- ken naar rustieke hotelletjes langs 's Heren wegen, maar bij een stille droom van een be staan als herbergier was het wel gebleven. Toen hij het Trimbos-instituut eenmaal had verlaten, stak dit romantische visioen ech ter weer de kop op en ditmaal gaf Mastboom het vorm door de benodigde horecadiplo- ma's te halen. Daarmee had hij echter nog geen hotel. Hij liep weliswaar de deur plat bij erkende horecamakelaars, maar de eta blissementen die hem werden aangeboden waren op de vingers van één hand te tellen. „Ik kwam er toen wel achter dat dit soort hotels doorgaans niet via de officiële kana len wordt verkocht." Echt nijpend werd de situatie toen hij ook nog eens zijn inmiddels verkochte huis moest verlatenEr diende snel iets te gebeu ren en op goed geluk schreef hij tweehon derd hotels uit de ANWB-hotelgids aan met de vraag of ze misschien van plan waren hun zaak te verkopen „Binnen een week had ik twintig reacties." Hotel Doldersum stond beiden het meeste aan. Probleem was alleen dat het er niet uit zag. „Het was zo'n typisch hotelletje in de jaren zestig stijl. Smyrnakleedjes op de ta feltjes, bruin sanitair In drie maanden tijd kreeg Doldersum een eigentijds gezicht. Er was echter nog één probleem: de boeken. Het voorhuis van het hotel, dat als privé woning werd ingericht, bood er onvoldoende plaats voor en om ze nu op zolder te stallen, ging Mastboom te zeer aan het hart. Er zat dan ook niets an ders op, de boeken moesten een plek krijgen in het hotel. Een gouden greep, zo bleek achteraf. Niet alleen kreeg het hotel er een heel huiselijke uitstraling door - 'het is eigenlijk een grote huiskamer geworden' - de boeken hebben volgens Mastboom ook een veel indringen der effect op de gasten dan hij ooit had kun nen vermoeden. Overal in het hotel zitten wel mensen te lezen, staan ze in kasten te snuffelen of praten ze met elkaar over een of ander boek. „De gesprekken gaan hier over andere zaken dan het weer alleen", consta teert Mastboom dan ook tot zijn plezier. „Juist omdat het hier om een privé verzame ling gaat met de kenmerken van een be paald tijdperk herkennen mensen van de zelfde generatie zich erin. Ze zien ineens boeken terug die ze jaren geleden hebben gelezen of komen exemplaren tegen die ze altijd nog eens hadden willen lezen. En dat levert leuke reacties op." Chemie Misschien geniet de hotelier er zelf nog wel het meeste van. Dankzij de boeken weet hij zich namelijk omringd door een clientèle met wie hij een zelfde belangstellingssfeer deelt. Dat geeft het werk volgens hem een grote meerwaarde. Hij zou er dan ook niet aan moeten denken dat hij een hotel aan een van de Friese meren zou moeten runnen, waar de verhalen dagelijks over omgesla gen boten of gescheurde zeilen gaan „Daar heb ik namelijk niks mee. Met boeken wel." En 'die chemie tussen boeken en waard', zo Wie hoopt er nu op slecht weer tijdens z'n vakantie of weekendje-weg? Waarschijnlijk alleen de gasten van hotel restaurant Doldersum in het gelijknamige plaatsje. Als het met bakken uit de lucht valt, hebben zij namelijk een mooi excuus om weg te duiken met een van de vele dui zenden boeken die het hotel rijk is. Waar menig andere horecagelegenheid prat gaat op z'n culinaire specialiteiten, zet Het Boe- kenhotel vooral leesvoer op de kaart. Een muurtje van encyclopedieën boven de toog, kunst- en geschiedenisboeken in de lounge, kookboeken bij de keukendeur, plaatjesboeken in de vensterbanken, tuin- boeken in de eetzaal, literatuur op de ka mers... Boeken, boeken en nog eens boeken; hotel-restaurant Doldersum staat er vol mee. Doldersum, zoals dit plattelandshotel in het gelijknamige Drentse plaatsje officieel heet, is dan ook geen alledaags etablisse ment. Hoewel het aan de buitenkant oogt als een vriendelijk, maar doorsnee familie hotel, heeft het interieur meer weg van een huiselijke studeerkamer. Niet zo vreemd dan ook dat Doldersum in den lande vooral bekendheid geniet als Het Boekenhotel. Een reputatie, die grote aantrekkings kracht uitoefent op mensen die hun neus graag in de frisse buitenlucht, maar af en toe ook in een goed boek willen ste ken. Eigenaar Joost Mastboom is trots op de faam die hij en zijn vrouw Nanny in tweeën half jaar tijd hebben opgebouwd Toch heeft hij hier nooit bewust naar gestreefd. De uit stalling van de immense collectie leesvoer in het hotel was oorspronkelijk namelijk een noodoplossing. „Maar, zoals de geschiede nis wel vaker heeft aangetoond, blijken uit nood geboren ideeën soms een gouden greep te zijn", lacht hij. Collectioneur Hoeveel boeken hij heeft staan, kan hij zelfs bij benadering niet zeggen. „Ik heb ze nooit geteld, maar het zijn er duizenden." En die Joost Mastboom voor zijn Boekenhotel in Doldersum. als hij het noemt, mist haar uitwerking op de gasten niet. In dit hotel, waarschijnlijk het enige ter wereld, schroomt geen gast om tijdens het eten een boek opengeslagen naast z'n bord te leggenEn Mastboom heeft er geen enkel bezwaar tegen. Integendeel, hij ziet het graag. Achteraf realiseert Mastboom zich goed dat hij een risico heeft genomen met het uitstal len van zijn privé verzameling. Immers, het zijn geen flutromannetjes van twee kwart jes. „Natuurlijk, het gevaar dat er boeken worden gestolen is altijd aanwezig. Maar we hebben de gok maar genomen en het pakte goed uit. De boeken worden met res pect behandeld en soms komen mensen keu rig vragen of ze een boek kunnen kopen Bo vendien, als er al boeken verdwijnen, dan komen er altijd nog meer voor terug Het gebeurt namelijk niet zelden dat gasten die voor de tweede of derde keer naar het hotel komen naast hun koffertje met kleren ook een doos met overtollige boeken mee brengen. Bovendien krijgt de Drentse hote lier nog wel eens boeken toegezonden van uitgevers. Inmiddels is dan ook praktisch foto Benno ten Bruggencate/ GPD elk genre rijkelijk vertegenwoordigd en kan de hotelgast kiezen uit een assortiment dat varieert van keukenmeidenroman tot esote rische wereldliteratuur en van stripboek tot wetenschappelijke dissertatie. „Alleen de poëzie, die ontbreekt nog grotendeels", con stateert Mastboom. Maar hij heeft er inmid dels een plankje in de lounge voor vrijge maakt. En met het tempo waarin zijn gasten zijn hotel van boeken voorzien, weet hij ei genlijk wel zeker dat dit niet lang leeg zal blijven. Kitty van Gerven

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23