in goede handen
Koning Joop
heeft respect
afgedwongen
RUDEN RIEMENS
zaterdag 3 augustus 2002
Joop van den Ende blijft verbazen.
Zijn bedrijf Stage Holding is in drie
jaar tijd opgeklommen naar een toppo
sitie in de internationale theaterwe
reld. Het verhaal van een winkelier in
feestartikelen die het schopte tot musi
calkoning van Europa.
In het buitenland kijken ze met verbazing
naar wat er in het kleine Nederland ge
beurt. Bijna 12 procent van de bevolking
gaat er minstens één keer per jaar naar een
musicalvoorstelling. In absolute aantallen
scoren New York en Londen beter, met de
aantekening dat die steden zwaar leunen op
de toeristenstroom Dat percentage van 12
wordt nergens in de wereld geëvenaard.
Is Nederland musicalgek geworden? Dat
kun je wel zeggen. Bussen vol liefhebbers
reizen richting Scheven ingen en Utrecht om
er te genieten van Aïda of Saturday night fe
ver. De voorstellingen die elk seizoen door
het land reizen, hebben niet te klagen over
belangstelling. Vooral niet als het visite
kaartje van Joop van den Ende eraan hangt.
Zijn naam staat voor veel mensen gelijk aan
vermaak van hoge kwaliteit.
Maar in Nederland zijn voor Stage Holding,
het theaterbedrijf van Van den Ende, met
twee miljoen musicalbezoekers per jaar de
grenzen bereikt. En dus richt het bedrijf
zijn expansiedrift op het buitenland. In
New York en Londen bouwde Van den Ende
al stevig aan zijn reputatie. Met de recente
aankoop van vier theaters in Duitsland ver
stevigt de producent zijn internationaal
niet te onderschatten rol op musicalgebied.
Van den Ende debuteerde in het najaar van
1970 als vrije theaterproducent met de eer
ste André van Duin-revue Lach in de ruim
te. Al snel volgden toneelstukken, shows en
theaterconcerten. Veel van wat hij produ
ceerde, had groot succes bij het publiek.
Maar in financieel opzicht moest hij zware
tegenvallers incasseren. In die gevallen
bleek de voormalige winkelier in feestarti
kelen een vechtersbaasje te zijn. Zijn credo:
nooit opgeven en elke financiële tegenvaller
na verloop van tijd omzetten in winst. Fa
meus is zijn verlies van circa zeven miljoen
euro op Broadway met de musical Cyrano.
,,Ik heb mijn verlies genomen, heb er kan
toorgehouden", zegt Van den Ende. „Als we
ons verloren geld wilden terugverdienen,
moesten we er blijven." Met die aanpak ver
gaarde de Nederlandse producent al snel
aanzien in de gesloten Amerikaanse thea
terwereld. „Ik heb er respect afgedwongen
door er te blijven en door gewoon mijn reke
ningen te betalen." Inmiddels is zijn bedrijf
voor 60 procent eigenaar van het gerenom
meerde Amerikaanse productiebedrijf
Dodger Stage Holding NY Inc. dat een reeks
succesvolle musicals op zijn naam heeft
staan.
De eerste Cats-voorstelling ter gelegenheid
van het honderdjarig bestaan van Theater
Carré in Amsterdam opende voor Van den
Ende de ogen voor het musicalgenre. In
1988 nam hij Barnum in productie. Niet me
teen een commercieel succes, maar wel een
goede leerschool. Cabaret, een jaar later met
de onweerstaanbare Willem Nijholt in de
hoofdrol, was echter een schot in de roos.
Les misérables zorgde in 1991 voor de defi
nitieve doorbraak van de musical in ons
land.
Risico's
De ontwikkeling van de theateractiviteiten
van Van den Ende loopt parallel aan die van
zijn tv-producties. De televisie bleek een
goede geldmachine waarmee Van den Ende
zijn theaterliefde kon betalen. Na de fusie
met John de Mol wei-den de theateractivi
teiten en de afdeling live entertainment on
dergebracht bij Endemol. Eenmaal aan de
beurs genoteerd bleek dat voor Endemol
Joop van den Ende.
geen gelukkige combinatie. De risico's in de
theaterwereld waren voor de beleggers te
groot. En dus werd de divisie live entertain
ment na twee jaar al weer afgestoten. Op 9
februari 1999 kwam de bedrijfstak opnieuw
geheel in handen van Van den Ende. De 77
miljoen euro die met de overname gemoeid
waren, betaalde hij uit eigen zak.
De beleggers van Endemol moeten spijt
als haren op hun hoofd hebben gekregen.
Terwijl de televisieproducent momenteel
zware tijden doormaakt, floreert het thea
terbedrijf Stage Holding. Meteen na de ver
zelfstandiging breidde Stage Holding haar
activiteiten in het buitenland uit. En hoe.
In Amerika behoort het bedrijf tot de top
drie van grootste theaterproducenten, in
Engeland gaat het vanaf dit jaar op eigen
kracht aan de slag en in Duitsland is Van den
Ende met een overname van een deel van de
failliete inboedel van de voormalige markt
leider Stella voortaan heer en meester.
Sindsdien heeft 'Koning Joop' de Europese
musicalmarkt stevig in handen.
De omzetcijfers zijn indrukwekkend. In het
theaterseizoen 2001/2002 is er ruim 200
miljoen euro omgezet. Komend seizoen
stijgt dat bedrag naar verwachting tot 350
miljoen euro. Van dat bedrag komt 40 pro
cent uit Duitsland. „Ik zag het in Duitsland
fout gaan", vertelt Van den Ende. „Ik heb
prioriteit gegeven aan het verwerven van
een plek op die grote markt. In Essen kocht
ik een theater dat aan het verpauperen was.
Na een opknapbeurt zette ik daar Elisabeth
in. Een groot succes."
De definitieve doorslag gaf The lion king in
Hamburg, de musicalstad bij uitstek in
Duitsland. Dankzij een deal met de Ameri
kaanse entertainment-gigant Disney mag
Van den Ende die voorstelling op het vaste
land van Europa brengen. Zo is ook Aïda in
Scheveningen het directe gevolg van die sa
menwerking.
Zeven theaters heeft Van den Ende tot nu
toe tot zijn beschikking in Duitsland. Van
den Ende's voormalige concurrent Stella
ging in drie jaar tijd twee keer failliet. Dat
leek de doodsteek voor de musical in Duits
land. „Ik heb een bod gedaan op wat er nog
over was van dat bedrijf", zegt Van den En
de. „Het was een teleurstelling om te zien
dat er alleen grote schulden waren. Uitein
delijk hebben wij alleen de theaters die wij
foto Robert Vos/ANP
goed vonden, overgenomen." In Nederland
beschikt de producent over twee eigen thea
ters: in Scheveningen en UtrechtEen der
de verrijst binnenkort in Amsterdam nabij
de RAI en opent naar verwachting èind
2005 de deuren. In New York is Stage Hol
ding de initiatiefnemer van de ombouw van
een voormalig bioscoopcomplex tot een
theater met vijf kleine zalen.
Invasie
Daarmee houdt de verovering van de inter
nationale musicalmarkt niet op. Exploita
tie en werving van theaters blijft één van de
topactiviteiten van Stage Holding. Deze
zomer opende het bedrijf een kantoor in
Londen. In oktober gaat er de eerste eigen
productie draaien. De zoektocht naar een
theater is ook al in gang gezet.
Verder heeft het bedrijf zijn vizier op Spanje
gericht. Ook andere Europese landen wach
ten op de invasie van Stage Holding. De mo
gelijkheden zijn in talloze marktverkennin
gen naar boven gekomen. De behoefte aan
goed geproduceerde musicals is blijkbaar
overal groot.
Stage Holding is met de recente aankopen in
Duitsland uitgegroeid tot een bedrijf van
grote omvang. Er werken internationaal
momenteel ruim drieduizend mensen.
Naast het hoofdkantoor in Amsterdam kent
het bedrijf vestigingen in New York, Ham
burg en Londen. De moedermaatschappij in
Amsterdam telt tien werkmaatschappijen,
Daaronder vallen weer talrijke bv'tjes.
Insiders voorspellen dat het met de groei
van Stage Holding nog lang niet gedaan is.
Zij vragen zich tegelijkertijd af wat er ge-
beurt als de markt zich stabiliseert. In Ham-
burg produceert Van den Ende binnenkort
drie verschillende musicals. De vraag is of
een dergelijke variëteit in het aanbod in de l
toekomst mogelijk blijft.
Dat Van den Ende zo massaal inzet op het
fenomeen musical brengt dus risico's met
zich mee. De producent erkent dat. „Maar
het is een theatergenre dat zichzelf ver
nieuwt. Ik ben het niet eens met critici die
stellen dat er momenteel sprake is van te
veel eenheidsworst. De muziek die voor mu-
sicals geschreven wordt, verandert. Er
wordt ook gezocht naar nieuwe vormen.
Dat is naar mijn mening bij de operette
nooit gebeurd. Daarom is dat genre zo goed
als uitgestorven.Om toch een beetje aan ri
sicospreiding te doen, is een nieuwe tak aan
Stage Holding toegevoegd: Stage Touring.
„Theaterspektakels die ik zie en goed vind
en waarvan ik verwacht dat ze een groot pu
bliek aanspreken, kan ik via dat bedrijfson
derdeel op tournee sturen", legt Van den En
de uit. „We beginnen met La Guardia, een
avant-garde achtige voorstelling uit Argen-
tinië. Daarmee proberen we een nieuw pu
bliek te bereiken."
De inmiddels zestigjarige producent heeft
zich dan een stevige positie verworven in de
internationale theaterwereld, echt meetel
len doet Van den Ende pas wanneer hij in
staat is nieuwe musicals tot een succes te
maken. Dat blijkt vooralsnog de moeilijk- j
ste opdracht te zijn. Tot nu toe heeft Van den
Ende drie eigen voorstellingen gelanceerd
waarvan alleen Cyrano in eigen land tot de i
categorie theaterhits gerekend mag wor
den. Of zo'n internationale musicalhit van
Hollandse bodem er ooit gaat komen? Als
zelfs de Fransen daarin slagen Les miséra
bles begon zijn zegetocht in Parijs), waarom
niet? De musical mag dan bij uitstek een
Amerikaans theatergenre zijn, de wortels
ervan liggen wel in het oude Europa.
De technische kennis is bij Stage Holding in
huis. Nu is het wachten op de creatieve ta- j
lenten die er aankloppen. Van den Ende, de
eeuwige optimist, ziet het op korte termijn
een keer lukken:,Er zijn negen projecten in
ontwikkeling. Hopelijk zitten daar een of
twee wereldhits bij."
Martin Hermen1;