Te veel dorpen verliezen hun karakter
Pindakaas, hagelslag en heel veel
Jack van Harn, horecaman
Rustplaats
23
zaterdag 20 juli 2002
Over bijna alles heeft hij een
mening en over alles praat hij
mee. Hij verkondigt zijn stand
punten zoals een marktkoopman
dat doet, soms met een grijns om
de lippen, soms ook met een rim
pel in het voorhoofd. Jack van
Harn vond zijn podium in de Alge
mene Vergadering van de Zeeuws-
Vlaamse en later Zeeuwse Kamer
van Koophandel, als
districtsvoorzitter van Horeca
Nederland, als lid van de commis
sie voor het midden- en kleinbe
drijf in Terneuzen en ook drong hij
door tot de CD A-gelederen, zij het
altijd als lijstduwer.
Jaren geleden, in de commissie mid
den- en kleinbedrijf, sprak hij zijn
collega-commissieleden lang en heel
serieus toe. Een betoog van pakweg
een half uur. Het ging over... smeltvet-
vangputjes in de horecabedrijven.
Niemand begreep er ook maar ene
snars van, behalve Jack van Harn.
Door de jaren heen ontpopte hij zich
als de vraagbaak voor horeca én over
heid. Wildkamperen, de aftrekbaar
heid van zakendiners voor de belas
tingen, aanpak van alcoholmisbruik,
ondernemers die de dupe worden van
het ronselen van advertenties... Even
Van Harn gebeld en die bedacht de op
lossing voor je uitgesproken was.
De lijst is schier oneindig. Een plei
dooi voor een convenant tussen de
gemeenten en de horeca inzake
kansspelautomaten, bemiddeling na
nachtelijke vechtpartijen in de Ter-
neuzense binnenstad, een actie om de
drugsoverlast terug te dringen, pro
test tegen hogere terrastarieven. We
derom: even bellen en Jack van Harn
beklom de barricade. Beklom ja, want
uiteindelijk werd het hem allemaal
een beetje teveel en niet alleen hem,
ook zijn omgeving. Jack was een beet
je al teveel dé horecaman van Zeeland
geworden. „Horeca Nederland was
teveel Jack van Harn geworden. Ik zat
er zo diep in en de collega's die me daar
op wezen, hebben gewoon gelijk ge
had. Te lang blijven zitten op een stoel
is niet goed. Het was teveel m'n eigen
zaak geworden. En dan gaat men den
ken dat ik alles in m'n eentje regelde;
het democratisch gehalte als voorzit
ter kreeg een knauw."
Reorganisatie
Toen er in '98 gereorganiseerd werd,
stapte hij op. Als dank voor 22 jaar in
zet voor de horecasector in de regio,
ontving hij van plaatsvervangend di
recteur A. Rensen van Koninklijke
Horeca Nederland een oorkonde en
een zilveren speld en werd hij be
noemd tot lid van verdienste. Plotse
ling was het gedaan en dat was enorm
wennen voor Van Ham. „De kleinere
districtsbesturen moesten plaatsma
ken voor één groot provinciaal be
stuur. Een complete reorganisatie
dus. Tja, als dat democratisch wordt
beslist, kan ik daarmee leven. Maar
dan moet het ook wel gebéuren. Toen
ik zag dat iedereen toch bleef hangen
in die oude structuur heb ik gezegd:
'Okee, dan geef ik wel het goede voor
beeld en stap op'. Maar het was met
Jack van Harn: „Biervliet heeft parels die gezien mogen worden.
pijn in het hart." Ook de Kamer van
Koophandel zei hij, eveneens met pijn
in het hart, vaarwel.De Kamer was
aan modernisering toe. Ais de meeste
ondernemers wisten wat een Kamer
tegenwoordig doet en nog meer zou
kunnen doen, vooral op innovatief ge
bied, clan zouden ze er mogelijk meer
gebruik van maken. In Zeeland heb
ben we de mond tegenwoordig weer
vol van het lokken van nieuwe bedrij
ven, het benutten van kansen... in dat
kader denk ik dat de Kamer veel en
gedegen werk verricht. De makke van
de Kamer is dat-ie nog steeds als een
elitaire organisatie wordt gezien door
de gemiddelde ondernemer en dat
men er geen feeling mee heeft. Zoiets
van: we moeten er alleen maar aan be
talen. De Kamer heeft dus ergens
moeite zich te profileren en aan te ge
ven wat er voor dat geld allemaal ge
daan wordt. Laat ik het eens zo
zeggen: gemeenten nemen op alle mo
gelijke momenten voor alle mogelijke
zaken externe adviesbureau's in de
arm. Ten onrechte, vind ik, want als
we als Kamer, als overheid en als
brancheorganisaties samen aan één
touw zouden willen trekken, zouden
we een heel eind komen."
De laatste tijd is Van Harn wat uit het
beeld verdwenen. Hij heeft - in Bier
vliet - z'n handen vol aan hotel, café,
restaurant De Gentsche Poort, het
vroegere De Landbouw, dat hij een
paar jaar geleden verbouwde en flink
uitbreidde. Hij speelt er nu alweer een
paar jaar gastheer voor het kader van
de tunnelbouwers, die bewust kozen
voor een kamer in het landelijk gele
gen familiehotel. „Maar ik hou ook
wat kamers vrij voor andere gasten;
anders prijs je jezelf toch al snel uit de
markt. Aanvankelijk hadden we, sa
men met een collega uit de streek, veel
wildere plannen rond die tunnelbouw.
Een hotel bij het bouwterrein zelf,
maar dat bleek uiteindelijk niet haal
baar."
Van Harn is inmiddels 53 jaar. Z'n
moeder kwam van Sint Jansteen; daar
werden ook z'n zusters geboren. Z'n
vader zat bij de marechaussee, 'bij de
cafetaria, waar je nog echte soep kon
kopen. Mosselen had ik van kinds
been af al gegeten. We aten ze vaak.
Wat wil je als je moeder uit Zeeuws-
Vlaanderen komt."
Met een spottend lachje: „Kijk, ik ben
vrij dom, zullen we maar zeggen. Ik
heb dus nogal lang op school gezeten,
daarna Hare Majesteits wapenrok en
toen heb ik een paar jaar op een cam
ping in Brabant gewerkt, bij kennis
sen van mijn ouders. Ik had dus die
campingervaring en kwam uiteinde
lijk op De Braakman terecht. Daar
deed ik de kantine en de cafetaria,in
opdracht van drie jonge Brabantse
kerels, die het vak nog niet helemaal
bereden paarden'. Zelf werd hij gebo
ren in Amersfoort. „M'n moeder was,
zoals alle moeders in die tijd, de baas
thuis. Die hadden geen emancipatie
nodig.Die wisten hoe het spelletje ge
speeld moest worden. M'n vader was
niet veel thuis en als-ie er wel was,
was hij tegen mij altijd heel kort en
duidelijk. Een echte beroepsmilitair."
Op 1 mei 1974 kwam Jack terug naar
Zeeuws-Vlaanderen. „Ik weet het nog
goed. Ik voer met dat oude bootje over
en bij de veerhaven had je zo'n soort
onder de knie hadden. Ze boden goed
geld, maar ze wilden me zwart betalen
zonder arbeidsovereenkomst. Dan
loop je grote risico's dus ik zeg: 'Bin
nen zes weken moet ik dat contract
hebben, anders trek ik m'n jas aan'.
Na zes weken was er niks geregeld na
tuurlijk, dus ben ik vertrokken. En
toen kwam ik op De Braakman de le
gendarische horecaman Gillis Faas
tegen. Dievertelde me dat er in Bier
vliet nog twee bedrijven leeg stonden.
Eén ervan was De Landbouw. Dat heb
foto Peter Nicolai
ik toen voor vijf jaar gehuurd. Op een
mooie dag ging ik met iemand van
Driewegen aardappels steken. Na
twee steken hadden we het al gezien:
alles rot. Dus zijn we toen een kop kof
fie gaan drinken in De Fijnproever in
Philippine en daar werkte mijn aan
staande vrouw. Wat later kwam ze
naar het carnaval hier in Biervliet. En
toen was het dus prijs."
Promotie
Ze houden het al bijna drie decennia
met elkaar uit, in de zaak en daarbui
ten. Maar hebben een probleem met
het aantrekken van personeel, „Dat
zie je niet alleen bij ons. Het is heel
moeilijk mensen te strikken in deze
branche. Daarom hebben we een paar
jaar geleden gezegd: nu is het klaar,
we gaan de zaak met ons tweetjes run
nen. Mijn dochter werkt er dan nog
wat parttime bij en that's it. Het bete
kent dat je je bedrijfsvoering moet
aanpassen."
Van Harn is geboren noch getogen in
Biervliet. Maar als het om promotie
voor het haringdorp gaat, staat hij
vooraan. Een paar jaar geleden nam
hij het 'baantje' als woordvoerder van
de toen net opgerichte stichting Mo-
numentenbehoud Biervliet met veel
enthousiasme op zich. Want: „Bier
vliet is trots op haar eigen monumen
ten en daarom moet ervoor worden
gezorgd dat ze worden behouden."
In De Gentsche Poort hangen oude
platen van Zeeuws-Vlaanderen.
„Hier zie je dat Biervliet in 1280 een
strategische plaats innam in de streek.
Op die oude kaarten zie je ook dat de
Markt in de Middeleeuwen direct aan
de haven lag. Nu heb je daar nog een
klein watertje. Biervliet was in die tijd
écht een grote plaats dankzij de han
del die er werd gedreven en dankzij de
zoutwinning. In die tijd van economi
sche bloei verrezen er vooral op en om
de Markt imposante gebouwen, zoals
het pand dat in die dagen fungeerde
als woning van de plaatselijke com
mandant van de compagnie soldaten.
Later werd dat de pastorie. Maar met
de Elisabethvloed van 1404 kwam er
een abrupt einde aan die weelde. De
handels- en kooplieden hadden hier
niets meer te zoeken en trokken weg.
Maar het ontslaat ons niet van de ver
plichting het cultureel erfgoed goed te
bewaren."
Horecaman én historicus dus. Voordat
de stichting Monumentenbehoud
werd opgericht werd op het dorp veel
gepraat over nieuw elan, het inslaan
van nieuwe wegen. Aanleiding was
het Steenen Beerproject in de Terneu-
zense binnenstad. Daarvoor werd een
gericht detailhandelsonderzoek uit
gevoerd en Van Harn en de zijnen
vroegen zich openlijk af waarom voor
Biervliet en de overige kernen een ver
gelijkbaar onderzoek achterwege
bleef. Na veel vijven en zessen ging de
gemeente overstag en kwam het on
derzoek er toch. Daaruit bleek dat
Biervliet op economisch vlak een aan
tal tekortkomingen vertoonde. En
weer staken het midden- en kleinbe
drijf, de dorpsraad en de georgani
seerde landbouw de koppen bij elkaar.
Het resulteerde in Biervliet, een maat
je groter. Het bedrijfsleven zou de
economische structuur van de kern
proberen te verbeteren, de dorpsraad
droeg zorg voor opwaardering van de
leefbaarheid en recreatie en de land
bouw sloot zich bij beide aspecten
aan. Biervliet moest van binnenuit
worden versterkt. En, het allerbe
langrijkste: Biervliet moest terug op
de kaart. Van Harn: „Al te veel dorpen
verliezen langzaam maar zeker hun
karakter. Een dorp moet z'n eigen
sfeer oproepen. En Biervliet heeft pa
rels die gezien mogen worden, waar
onder dus die monumenten. Biervliet
is nog een van de weinige plaatsjes
met een specifiek gezicht en dat moe
ten we zo houden en graag ook uitdra
gen."
Van Harn en zijn vrouw denken lang
zaam aan afbouwen. Hij wil van een
dag- en nachtzaak, wat De Gentsche
Poort nu isoverstappen naar een dag
zaak, met normale openingstijden.
Want het zijn wel tropenjaren ge
weest. „Heb je overdag en 's avonds je
café en je restaurant gehad en dan
krijg je midden in de nacht nog een
groep tunnelbouwers uit de ploegen
dienst op je dak. Maar 's morgens moet
je er even zogoed weer staan. Dat is op
den duur niet meer vol te houden. Ik
zeg altijd maar: mijn vrouw is niet
meer gelijk een hinde en ik niet meer
die bronstige bok."
Het is elf uur 's morgens, op een door-
deweeksdag. Kort na elkaar melden
zich vier mannen - van - de - natte -
gemeente aan de bar. Ze drinken een
borrel en een pilsje. En jawel, na ste
vig aandringen van Van Harn, be
amen ze stuk voor stuk volmondig dat
ze hem zullen missen. Wat zal het rus
tig worden op het dorp. Maar niet in
de streek. Want die dagzaak openen
Jack en z'n vrouw gegarandeerd er
gens in Zeeuws-Vlaanderen.
Wout Bareman
Debenzinehemel. Voor Nederlanders die
langs de Autoroute du Soleil naar het
zuiden reizen is de Luxemburgse parkeer
plaats 'Aire de Berchem' dé verplichte rust
plaats. De vakantie kost al genoeg, dus
kient de geldbewuste Nederlander nauw
keurig uit hoe hij met een zo leeg mogelijke
tank aankomt bij het Total Fina tanksta
tion. Want je bespaart daar al snel zo'n tien
euro op een volle tank. De sigaretten zijn er
ook een stuk goedkoper en in Luxemburg
staan geen angstaanjagende teksten op de
pakjes. De (schone) toiletten zijn ook nog
eens gratis, dus wat wil je nog meer?
Het is druk en warm op Aire de Berchem.
Nederlanders met bezwete voorhoofden en
kleverige T-shirts schuifelen tussen de ge
parkeerde auto's heen en weer. De geur van
rubber, asfalt en rottend fruit hangt overal,
koor de meeste landgenoten is Berchem de
laatste rustplaats vóór Frankrijk, dus ma
ken ze het zich gemakkelijk. De één spreidt
oen kleedje in het dorre gras, de ander haalt
z'jn campingstoeltjes uit de caravan. De
parkeerplaats als geasfalteerde camping.
Hij de caravans van familie Jansen uit Al-
juere en familie Geissler uit Pui-merend is
net een gezellige boel. Er worden stapels
witte bolletjes met jong belegen kaas ge
smeerd en er wordt 'echte vers gezette Dou-
weEgberts' koffie gedronken.
^ezijn 's ochtends om half zes vertrokken en
noen het rustig aan met de reis, die naar Val-
'onPont d'Arc in Zuid-Frankrijk gaat. De
camping ligt daar vlak naast een rivier en is
oen echt Nederlands honk. „Bloedje heet is
net daar! Daar houden we wel van."
Heide families hebben dit jaar een extra
koelkast meegenomen voor in d^ voortent,
Parkeerplaats Aire de Berchem in Luxemburg, voor veel Nederlandse vakantiegangers de eerst grote stop
foto Phil Nijhuis/GPD
want er moet bier worden gedronken. „Ik
hoorde gisteren op de radio dat het bier in de
aanbieding was bij de Albert Heijn, dus ik
ben als de wiedeweerga nog eventjes wat
gaan kopen", zegt een breed grijnzende Ka-
rel Geissjer. De aanbieding was 'drie tray-
tjes halen twee betalen' dus hij heeft er me
teen zes (a 24iblikjes) ingekocht. „Je bent
stapelgek als je 't niet doet. Hiermee kan ik
de eerste twee dagen op de camping doorko
men." Frans bier lust hij niet. „Ik hoef dat
spul niet. Geef mij maar Amstel of Heine-
ken."
De twee families hebben verder niet al te
veel proviand ingeslagen voor de vakantie.
Alleen nog een paar pakken koffie, van het
eerder genoemde merk, en wat eten voor de
eerste dagen. De rest kunnen ze ook wel in
het campingwinkeltje kopen, want tijdens
het hoogseizoen heeft dat een drietal schap
pen met vertrouwde Nederlandse produc
ten, zoals pindakaas en hagelslag.
Een paar parkeerplaatsen verderop staat
een echtpaar moeizaam te sjorren aan een
trekband. Ze proberen twee fietsen vast te
binden op een aanhangwagen, maar het wil
niet echt lukken. Drie kinderen dralen er
verveeld omheen. Ze dragen dezelfde san
dalen als hun ouders. Plots valt één van de
fietsen onder luid gekletter op de parkeer
plaats. Familie Treep uit Hillegom baalt
flink.
„Kijk, ons fietsimperiaal is kapot. Een ge
broken stang." Vader Nico Treep, bezweet
voorhoofd, friemelt nerveus aan zijn aan
hangwagen. De familie was op doorreis van
een camping in Luxemburg naar de Franse
zuidkust, maar al snel bleek dat er iets goed
mis was met het imperiaal. Nico en zijn
vrouw Jacqueline willen nu linea recta te
rug naar Hillegom om daar de fietsen en het
kapotte imperiaal achter te laten. „We blij
ven onder geen beding overnachten in Hil
legom," zegt Jacqueline. „Als we het boeltje
hebben achtergelaten gaan we meteen weer
op reis naar Frankrijk." De kinderen
Maxim, Jurgen en Kika zien de slopende rit
met afgrijzen tegemoet. „Nou ja, als we een
maal op de camping in Frankrijk zijn, kun
nen we goed uitrusten."
De Treeps hebben niet al te veel meegeno
men op reis. In Frankrijk is tegenwoordig
toch alles wel te koop. Behalve de pinda
kaas dan. Dochter Kika (14) lust alleen
maar boterhammen als er een flinke laag
pindakaas op zit, dus hebben haar ouders
speciaal voor haar twee grote potten inge
kocht.
Het gezin uit Hillegom vormt een merk
waardige uitzondering op de andere Neder
landers die Aire de Berchem aandoen. Ze
hebben niet getankt. „Is de benzine hier
echt zo goedkoop dan?", vraagt Nico. „We
volgen deze route omdat de natuur hier zo
prachtig is."
Op een stoeprand zitten de achtjarige twee
lingzusjes Marleen en Anke van den Broek
ontbijtkoek te eten van een plastic cam
pingbordje. Hun ouders, Jan en Corrie van
den Broek uit Duiven, komen de tweeling
nog een plakje koek brengen. „Mama, ma
ma", jengelt Marleen. „Ik wil mijn Tama
gotchi!"
Familie van den Broek wilde eigenlijk op
vakantie naar Tsjechië, maar moest dit op
het laatste moment afblazen. Jans moeder
werd plotseling opgenomen in het zieken
huis, waardoor hij liever in de buurt wilde
blijven. Oma is het ziekenhuis alweer uit,
maar een vakantie naar Tsjechië zat er niet
meer in. Dan maar afzakken langs de Auto
route du Soleil richting Zuid-Frankrijk.
Corrie gelooft niet dat ze, afgezien van de
Tamagotchi, veel bijzonders mee hebben
genomen. „Alleen voor de eerste dagen wat
te eten. Oh ja, en ook nog een mégapak cho
coladehagelslag. We zijn verslaafd aan ha
gelslag en dat kun je daar helaas niet kopen.
Voor de rest kunnen we wel bij de Intermar-
ché terecht."
Ondertussen komt Marleen met haar Tama
gotchi en een beteuterd gezichtje aangelo
pen. „Mama, dat stomme beest is nog steeds
aan het slapenJan besluit dat de rustpau
ze wel weer lang genoeg heeft geduurd en
een minuutje later stuift familie Van den
Broek de snelweg op.
Tim Ruesink