Onze fotografen
achter het front
PZC
Katwijk gaat honderd jaar terug in de tijd
2J
Internationale brandhaarden
Yisch en verf
vrijdag 12 juli 2002
foto Arie Kievit
pen", vertelt hij. „Ik zei: 'ikloop
nu terug naar Macedonië',
waarop het machinepistool
werd doorgeladen. Toen ben ik
die trein ingegaan. Ik was ont
zettend aanhet shaken, had ver
schrikkelijke angst. Het spook
te continue door m'n hoofd dat
ik moest vluchten, want ik wist
bijna zeker dat ze me dood gin
gen maken. Op zo'n moment
denk je: dit is het niet waard,"
Kievit werd gedwongen op tele
visie een verklaring af te leggen
tegen de NAVO-bombardemen-
ten en mocht toen weer gaan,
Zijn fotorolletjes moest hij inle
veren, maar wonderwel wist hij
zij n volgeschoten exemplaren te
redden.Ik had in m'n tas tien of
vijftien rolletjes die ik op de
laatste dag had geschoten. Mooi
materiaal, maar de Serviërs ke
ken er overheen omdat het in
een vak zat achter de opengesla
gen flap."
Die foto's zijn nu te zien op de
expositie. En ondanks zijn ang
stige ervaringen is Kievit alweer
teruggeweest in Kosovo. Ad van
Denderen moest laatst nog hals
over kop vluchten uit Albanië
omdat de maffia hem op de hie
len zat. ,,Ach, een inbreker
denkt ook nooit na over het feit
dat hij wel eens gepakt kan wor
den", weet hij. „Ik denk dat ik
een risico incalculeer en niet
over de schreef probeer te gaan
voor dat ene beeld." Waar de
grens ligt? „Nou ja, ik wil wel
overleven."
En hoe is het Chas Gerretsen
vergaan? Hij was in Vietnam,
maar de foto's die hij er maakte
gingen verloren. Hij was in Chi
li, verdiende ooit veel geld aan
zijn portret van Pinochet, maar
liep vanwege het massale illega
le gebruik nog veel meer mis. Hij
was op de set van Francis Ford
Coppola's 'Apocalypse Now', en
leende zijn camera's uit aan
Dennis Hopper, die ze in de film
om zijn nek heeft hangen, En nu
zeilt hij eenzaam de wereld
rond. Flip Bool: „Dolende. Je
krijgt toch een tik van dit werk
natuurlijk."
Marc Floor;
Expositie: Brandhaarden. Neder
landse fotografen en internationale i
conflicten - tot 1 september in hel
Nederlands Foto Instituut (Witte de
Withstraat 63) Rotterdam. Open
dinsdag-zondag 11-17 uur.
Met heesche hulderingen stoof de Zee
naar strand. Het was een warme dag
geweest, de menschen van het dorp hadden
gepuft en geblazen. Maar tegen de avond
schemer begon de ivind te morren en de
vlaggen en wimpels op het tentoonstellings
terrein, waar muzikantjes roodhoofdig toe
terden, spichtten en klepten.
Zo beschreef S. Falkland in het Algemeen
Handelsblad van 17 juli 1902 de sfeer op de
'Nederlandsche Visscherij- en Schilderijen
Tentoonstelling', die in juli, augustus en
september van dat jaar in Katwijk werd
gehouden. Bijzonder is dat beroemde kun
stenaars als Jan Toorop de grote visserijten
toonstelling honderd jaar geleden aangre
pen om hun kunstwerken ten toon te stellen.
Nog bijzonderder isdat het Kat wij ks muse
um de tentoonstelling deze zomer nog eens
over doet. De tentoonstellingscommissie
heeft sinds september vorig jaar een zoek
tocht gehouden naar de schilderijen en vis
serij-attributen uit 1902.
Dat was geen makkelijke klus, want de ex
positie was omvangrijk en besloeg een
G.A.L. Morgenstjerne Munthe: affiche.
breed terrein. Zo waren er onder meer ma
quettes van vissershavens, visserskleding,
Singer-naaimachines, koperverf, drijf kur
ken en tabletten tegen hoesten te zien en te
koop. Dit alles beschikbaar gesteld door be-
drijven en particulieren overal in Neder
land. „Het was te vergelijken met een mo
derne huishoudbeurs in de RAI, maar dan
voor de visserij", zegt galeriehouder en
kunsthistoricus A. Sleijster, die voor het
Katwijks museum de geschiedenis van de
visserij- en schilderijententoonstelling
heeft uitgeplozen.
Met de tentoonstelling wilde de Vereeniging
ter Bevordering van de Nederlandsche Vis
scherij, in 1898 opgericht door Katwijks
toenmalig burgemeester De Ridder, de han
del en visserij nieuw leven inblazen. Wel
licht was de vereniging geïnspireerd door de
wereldtentoonstelling in 1900.
Volgens Sleijster is van ongeveer driekwart
van de achterhaalde schilderijen zeker dat
ze ook echt op de tentoonstelling hebben ge
hangen. Niet alle schilderijen konden ach
terhaald worden. Maar volgens A. King-
mans van de tentoonstellingscommissie is
dat geen ramp. „Het gaat vooral om het op
roepen van de sfeer van toen. Als we het
schilderij niet hebben gevonden, proberen
we iets te tonen van dezelfde kunstenaar d at
erop lijkt."
'Visscherij en Kunst, zo zusterlijk bijeen,
verwondert misschien deze of genen. Toch
horen zij te Katwijk aan Zee bij elkander.
Want behalve, dat Katwijk een echt vissers
dorp is, wonen hier tijdelijk of bestendig
veel schilders', zo schreef Het nieuws van
den dag in 1902 over de 'Nederlandsche Vis
scherij- en Schilderijen Tentoonstelling.'
De artistieke leiding over het evenement
was inderti j d in handen van de schilders J an
Toorop, Willy Sluiter en Morgenstjerne
Munthe. Vlak bij het strand werd het ten
toonstellingsgebouw neergezet, ontworpen
door architect Jesse. De voorkant was be
kleed met haringtonnen en beschilderd met
een ontwerp van Toorop: drie figuren die
'kunst', 'handel' en 'visserij' uitbeeldden.
Achterin het gebouw was een aparte ruimte,
waar 71 werken van 72 kunstenaars ten
toongesteld waren. De ruimte, die in de
daai'opvolgende jaren dienst deed als kerk,
opslagplaats en naaischool, werd rond 1959
door de Duitsers afgebroken. De tentoonge
stelde schilderijen zijn verkocht. Twee han
gen er nu in het Katwijks Museum, de rest is
over het hele land verspreid. De tentoon
stellingscommissie van het Katwijks Muse
um heeft 'detectivewerk' moeten verrichten
om de kunstwerken te achterhalen.
Sleijster en collega's zetten zich vrijwillig in
voor de reconstructie van de tentoonstel
ling. Maar het oprichten van de 'Nederland
sche Visscherij- en Schilderijen Tentoon
stelling' gebeurde in 1902 bepaald niet voor
een habbekrats. Om de boel te financieren,
werd er een loterij gehouden, waarbij ieder
een bij kiosken in het hele land lootjes kon
kopen voor een gulden. De hoofdprijs was
een vissersboot met alle nieuwste snufjes of
20.000 gulden. „Dat is vergelijkbaar met de
hoofdprijs van de Staatsloterij nu", zegt
Sleijster. Daarnaast waren er talloze kleine
re prijzen te winnen, zoals tentoongestelde
schilderijen. Om de verkoop van loten onder
de gelovige bevolking te stimuleren, zou een
eventuele opbrengst naar de bouw van een
weeshuis en een hervormde kerk in Katwijk
gaan. Deze moesten echter op een houtje
bijten, omdat de tentoonstelling geen winst
opleverde.
Het allerbijzonderst van de tentoonstelling
was misschien nog wel een bak met een le
vende zeehond die, zoals Falkland in het Al
gemeen Handelsblad van 1902 schreef, de
lieveling van het publiek was: 'Twéémaal
per dag kreeg de zeehond 'n portie dooie pie
termannen in de rood aarden pan, pieter
mannen die-die gulzig slikte. De menschen
die de tentoonstelling bezochten liepen
trouw naar de cementen bak, de bak van
twee meter middellijn, keken over den rand.
En spraken dingskes van verbazing en ver
wondering. „Wat een raar beest." „Wat n
komieke kop." „Pa-hij heit ogen as een
ménsch." ..Kijk 'm es knabbele..."
Saskia Decorte i
De reconstructie van de tentoonstelling is tot 30
september te zien in het Katwijks Museum.
e expositie, die momenteel de meeste aandacht trekt in het Nederlands Foto
Instituut in Rotterdam, heet Brandhaarden. Te zien zijn foto's van Nederlandse
fotografen, gemaakt bij zeven historische conflicten: van de strijd in Indonesië
tot de Intifada in Palestina, van de Russische inval in Hongarije tot de oorlog in Afghanistan.
Van Denderen (58) zit nooit in
het eerste vliegtuig naar een ge
bied waar net de bom is gebar
sten. „Je zag het in Joegoslavië:
daar liepen honderden fotogra
fen rond. Toen iedereen naar de
Golfoorlog wilde, ging ik juist
naar Zuid-Afrika. De apartheid
vastleggen. Zo'n oorlog wordt
toch wel gecoverd. Ongeveer ie
dere vierkante centimeter op de
Westbank is nu gefotogra
feerd."
Wat Van Denderen wel merkt:
vroeger had je 'wij en zij(Indo
nesië, Hongarije, Vietnam), te
genwoordig is het overzicht
zoek (Israël, Joegoslavië). „Pa
lestina is ontzettend complex,
dat is bijna niet meer te fotogra
feren. Ik ben begonnen met de
Palestijnse kant, maar op een
gegeven moment vroeg ik me af
of ik Israël er niet bij moest be-
trekken. Maar wat is Israël? Er
is zo'n groot verschil tussen Je
ruzalem en Tel Aviv.
Het idee dat zijn foto's iets kun
nen veranderen is Van Denderen
allang kwijtgeraakt, zeker nu
de verhouding dader-slachtof
fer niet meer is te ontwarren.
Maar een functie heeft zijn werk
wel. „Breekt er ergens een con
flict uit en er is geen fotograaf of
televisieploeg aanwezig, dan
bestaat het conflict simpelweg
niet: zo zit de wereld nu in el
kaar. Ik heb dan in ieder geval de
foto's gemaakt."
Voor Arie Kievit, die in tegen
stelling tot Ad van Denderen
wel naar de brandhaarden gaat
die in massale belangstelling
staan, geldt dat niet. „Ik heb
niet de illusie dat als ik thuis
was gebleven het verhaal van
Kosovo niet was verteld", zegt
hij. „Dat zouden anderen wel
hebben gedaan. Dus ja, ik ga
ook voor mezelf. Er zit een hang
naar avontuur in mij
Maar de prijs is soms hoog. Van
Denderen liep verschillende
malen malaria op ('pillen slik ik
niet eens meer, je krijgt het toch
wel') en stierf in de bush van
Afrika bijna aan de tyfus ('Ik
had me ermee verzoend dat ik er
niet meer uit zou komen'). Kie
vit werd tijdens zijn verblijf in
Macedonië vier dagen gegijzeld
door de Serviërs nadat hij iets te
ver de grens met Kosovo was
overgestoken.
„Ik kreeg een wapen op mij ge
richt en moest in een trein stap-
Iedereen kent de foto. Pinochet
kijkt de lens in, armen over el
kaar, pet op schoot, de ogen ver
stopt achter een donkere zonne
bril. Hij heeft zojuist de macht
gegrepen in Chili en laat er geen
misverstand over bestaan wie
de nieuwe leider is. Het beeld
ging de hele wereld over, is veel
gebruikt in anti-Pinochet-ma-
teriaal en heeft bijna dezelfde
status als de beroemde foto van
Che Guevara. De maker is een
Nederlander die vrijwel nie
mand kent.
Chas Gerretsen vloog in 1973
naar Chili, waar een militaire
coup in de lucht hing. Op het
moment suprème spoedde hij
zich naar het presidentieel pa
leis en wist de machtsovername
minutieus vast te leggen. Een
week later schoot hij zijn be
roemde portret van Pinochet,
dat door een Frans persbureau
mondiaal werd verspreid. Ove
rigens zonder dat Gerretsen zelf
de foto had gezien: hij was ge
wend zijn fotorolletjes zonder
ze te ontwikkelen in het eerste
vliegtuig naar Frankrijk te
gooien.
Zelfs Flip Bool, directeur van
het Nederlands Fotoarchief (nfa
had nog nooit van Chas Gerre
tsen gehoord. Wat hij inmiddels
wel weet: Pinochet was nogal
van hem gecharmeerd. „Hij zag
dat die foto overal ter wereld
werd geplaatst en dacht dat die
Gerretsen wel een belangrijk
man zou zij n. Hij heeft hem later
nog een keer thuis uitgenodigd,
voor een fotosessie van hem en
zijn vrouw in de tuin. Pinochet
had helemaal niet door dat die
beroemde foto hem niet flat
teerde."
Flip Bool stelde de expositie
Brandhaarden in het Neder
lands Foto Instituut in Rotter
dam samen. Te zien zijn twee
honderd foto's, gemaakt door
dertig Nederlandse fotografen
van zeven internationale con
flicten, allemaal met een grote
impact op Nederland: van de
strijd in Indonesië tot de Intifa
da in Palestina, van de Russi
sche inval in Hongarije tot de
etnische zuiveringen in Joego
slavië, van de coup in Chili tot
de oorlog in Afghanistan.
„Nederlanders zijn geen front
fotografen", zegt Bool maar me
teen. „Wij hebben geen Robert
Capa of James Nachtweij. Er
zijn bijvoorbeeld maar een stuk
of drie Nederlanders naar Viet
nam geweest." Volgens Bool is
vooral de omvang van ons land
daaraan debet. „Wij hebben
geen grote persorganisaties als
Reuters en CNN die beschikken
over een goede infrastructuur
en veel geld. Die geven je als fo
tograaf een voorsprong."
Ook hebben Nederlanders er
vaak zelf voor gekozen om geen
foto's te maken van het front.
Zoals Alfred van Sprang, de Ne
derlandse fotograaf die in de ja
ren '50 zo ongeveer aanwezig
was bij alle brandhaarden ter
wereld, maar bewust het oor
logsleed negeerde: de Nederlan
der zat er simpelweg niet op te
wachten. Zijn gelijk was al be
wezen door Cas Oorthuys, wiens
fotoboek over de Indonesische
rebellen ('Staat in wording' uit
1947) met teksten als 'Zij kwij
nen, zij sterven' door de eerste
politionele actie onmiddellijk in
de ramsj was beland.
Nee, dan het boek 'Kerels van de
een fotograaf tegengekomen die
naar Joegoslavië is gegaan om
dat het zijn roeping was."
Toch moet het onderwerp je na
aan het hart liggen is de erva
ring van de Rotterdamse persfo
tograaf Arie Kievit. „Je ziet
Kosovo op tv en denkt: wat erg,
dat wil ik ook vastleggen.Kie
vit (36) is als freelancer voor on
der meer het Algemeen Dagblad
naar brandhaarden geweest als
Rwanda, Noord-Ierland en
Kosovo. Niet dat zijn Neder
landse werk onbevredigend is,
maar af en toe wil hij toch 'iets
fotograferen dat heftig is'.
Het is een avontuur, maar ook
een hartverscheurende erva
ring, zegt Kievit. „Toen ik aan
kwam in Macedonië, zag ik me
teen duizenden vluchtelingen.
Eén grote hoop ellende, je weet
gewoon niet waar je moet begin
nen. Dan ga je er maar tussenlo
pen en met die mensen praten.
Ze waren dolblij dat ze hun ver
haal konden doenD an voel j e j e
ook wat beter als je je camera
pakt."
Maar het gaat niet altijd even
netjes. „Je ziet wel dat een heel
stel collega's op een huilend
vrouwtje duikt, haar vijf minu
ten platflitst en weer verder
trekt. Even een mooi beeld ma
ken, maar helemaal niks tegen
zo'n mensje zeggen. Daar doe ik
niet aan mee. Er zijn wel intege
re collega's, maar er zijn ook
veel die het alleen maar doen
voor de kick of willen scoren."
Zo werkt het nu eenmaal in deze
tijd, weet Amsterdammer Ad
van Denderen. Hij fotografeert
al dertig jaar voor onder meer
Vrij Nederland in roerige gebie
den als Palestina, Zuid-Afrika
en Albanië. „Twintig jaar gele
den kon je een maand weggaan,
en dan leek het als j e terugkwam
of het allemaal nog maar net
was gebeurd. Dat is voorbij. Ik
ken een Amerikaanse fotografe
van wie ik weet dat ze niets ver
velender vindt dan dat CNN een
beeld heeft en zij niet."
Pinochet vlak na de machtsgreep in Chili, 1973. foto Chas Gerretsen
Indonesisch straattafereel, foto uit Staat in Wording, 1947.
foto Cas Oorthuys
daad' over dezelfde periode van
legerfotograaf Willem van de
Poll. Dat bood foto's van gezel
lig kaartspelende Nederlandse
soldaten en van legerartsen die
prachtige dingen deden voor de
inlandse bevolking. Prins Bern-
hard schreef het voorwoord, en
loofde onze jongens die er 'zo
schitterend hun plicht deden.'
Dat ging er heel wat beter in bij
het Nederlandse publiek.
Met de Russische inval in het
Hongarije van 1956 veranderde
de Nederlandse opvatting over
fotografie. Harde foto's die 'de
vreselij ke misdaden van de Rus
sen' openbaarden werden ook
hier gretig geconsumeerd, al
kwamen de makers nog steeds
uit het buitenland. Nederlandse
fotografen als Violette Corneli
us en Ata Kando concentreer
den zich vooral op de vluchte
lingenstroom, wat tot op de dag
van vandaag een dankbaar on
derwerp is gebleven.
Fotografen als Cas Oorthuys,
Ata Kando (van Hongaarse af
komst) en Koen Wessing (ging
voor 'de democratische zaak'
naar Chili) trokken in de eerste
plaats naar buitenlandse con
flictgebieden vanuit hun maat
schappelijke betrokkenheid.
Tegenwoordig is daar nog maar
weinig sprake van, denkt Flip
Bool van het nfa. „Ik ben amper
Vluchtelingen opweg naarMacedonië.
Hongaarse vluchtelingen ten tijde van de Russische inval in 1956. foto Ata Kando