Een warm bad voor de geest PZC Vrijmetselaarsloge zaterdag 29 juni 2002 In Zeeland is de eerste gemengde en internationale vrijmetse laarsloge in oprichting. De loge is 'Emergo' gedoopt en vanaf eind oktober kunnen Nederlandse en Belgische broeders en zusters el kaar ontmoeten in de tempel in Spui. De loge is nu nog leeg en zal weldra worden gevuld met licht, wijsheid, behulpzaamheid en de wil tot het zichzelf immer willen opwerken tot een beter mens. Over de passer de winkelhaak, ritualen en geheimzinnigheid. De vrijmetselarij wordt nog altijd omgeven door een waas van ge heimzinnigheid. „Absoluut niet no dig", meent Sonja van Proosdij stellig. Van Proosdij, voormalig presentatri ce van het AVRO-Radiojournaal en schrijfster van reisverslagen, heeft zich min of meer opgeworpen als spreekbuis van de vrijmetselarij, meer in het bijzonder van Le Droit Humain, de Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij. „Om alle misverstanden uit de wereld te hel pen. Dat wil zeggen, alle vragen mo gen worden gesteld, maar of ik ze ook alle beantwoord... Ik zal in ieder geval wel altijd duidelijk maken waaróm ik niet alles kan zeggen." Van Proosdij is al dertig jaar vrijmet selaar en is verbonden aan de loge Ge orges Martin I in Den Haag. Vrijmet selaren lopen over het algemeen niet te koop met hun lidmaatschap. Van Proosdij echter draagt aan haar rech ter ringvinger een grote gouden ring met in het midden het ultieme sym bool van de vrijmetselarij; de passer en de winkelhaak. Het geeft aan hoe zeer de vrijmetselarij in haar leven is ingebed. De geschiedenis van de vrijmetselarij voert terug tot in de Middeleeuwen. De hedendaagse vrijmetselarij (ofwel Mafonnerie) is ontstaan uit ambach telijke verenigingen van steenhou wers en andere bouwers in West-Eu ropa. De verenigingen bestonden uit leerlingen, gezellen en meesters met een bijzondere kennis over hun am bacht. De leden genoten een aantal voorrechten maar waren verplicht be paalde regels na te leven op godsdien stig en moreel gebied. Bovendien gold een eed van geheimhouding om be roepsgeheimen te beschermen. Aan het eind van de Gotiek verdwenen veel ambachtsverenigingen, maar in enkele West-Europese landen bleven ze bestaan. Onder invloed van de Re naissance werden ook niet-bouwers toegelaten als leden en de aanwas was sterk omdat door oorlogen een verlan gen naar broederschap en onderlinge verdraagzaamheid groeide. Het ac cent verschoof ook meer naar de be schouwelijke kant van het leven. In 1717 verenigden zich vier Londense loges in een Grootloge waardoor een gezagsorgaan werd geschapen en van waaruit nieuwe loges konden worden gesticht. Vanaf toen verspreidde de vrijmetselarij zich in rap tempo over de hele wereld. De term 'vrijmetse laar' is afkomstig van de onjuiste En gelse vertaling van free{vrij)mason- (metselaarj, op zijn beurt weer een sa mentrekking van de woorden freesto ne mason. Freestone is een fijne kalk steen die alleen met grote vakkennis kon worden bewerkt. Free werd later uitgelegd als 'een zekere vrijheid ge nieten'. De vrijmetselaar ziet zichzelf als die freestone. Door er steeds klei ne stukjes (je eigen oneffenheden) vanaf te hakken, probeer je de steen zo vol maakt mogelijk te maken. De term lo ge is ook vertaald uit het Engels, waar lodge staat voor een bouwloods. De bijeenkomsten van de loges vinden plaats in een 'tempel', dat kan een zaal in een dorpshuis zijn, maar ook een kerk. De vrijmetselarij maakt letterlijk en figuurlijk gebruik van de werktuigen die door steenhouwers, bouwers en De tempel in Spui. fotografie Peter Nicolai architecten werden gebruikt, zoals de hamer, beitel, troffel en de passer en de winkelhaak. Het gaat vrijmetsela ren niet meer om de kennis hoe een ka thedraal te bouwen. Ze bouwen, of werken, aan henzelf. De werktuigen fungeren als symbool om het leven te i nterpreterenDe passer en de winkel haak bijvoorbeeld; beide symbolen uit de bouwkunst. De winkelhaak heeft twee benen die onwrikbaar van elkaar staan en de passer heeft juist twee beweeglijke benen. Zo zou de winkelhaak het symbool van de vas tigheid (materie) kunnen zijn en de passer het symbool van de beweeg lijkheid (de geest) kunnen vertegen woordigen. „Zou kunnen", zegt Van Proosdij. „Er zijn meer interpretaties mogelijk. Iedere vrijmetselaar geeft zijn of haar eigen interpretatie aan deze symbolen. Het is puur persoon lijk. Die interpretaties deel je met broeders en zusters uit je loge en dat levert je weer nieuwe inzichten in het leven op." De vrijmetselarij is, allesomvattend, een methode om een beter mens te worden, meer inzicht en zelfkennis op te doen en die kennis te gebruiken om anderen van dienst te zijn. Het is een levenswijze. Het is kennis die niet is op te doen uit boeken, maar door erva ringen. Wie pas aantreedt bij de vrij metselarij begint onderaan de ladder, als leerling. Wie blijk geeft zich te ver diepen in het gebodene van de vrij metselarij en de hem of haar aange reikte werktuigen goed kan verkla ren, wordt gezel, wie nog verder groeit en zichzelf ontplooit, wordt meester. Carrière maken van leerling tot mees ter duurt gemiddeld zo'n drie a vier jaar. Het is een reis naar het binnenste van je wezen. Het overgaan van leer ling naar gezel en van gezel naar meester gebeurt na een inwijding en daarin schuilt ook het geheim van de magonnerie. Geheimzinnigheid Van Proosdij:„Als je ons van geheim zinnigheid zou kunnen beschuldigen, dan is het enkel om wat gebeurt tij dens de inwijdingen, de ritualen die worden gebezigd. Dat vertellen we namelijk niet. Waarom we dat niet doen is even duidelijk als ingewik keld; men zou het als leek niet begrij pen. Als ik iemand die nog nooit een sinaasappel heeft gegeten vertel hoe het smaakt, kan hij alle boeken over sinaasappelen lezen, dan nog weet hij het niet. Je moet het toch eerst zelf proeven voor je weet wat ik bedoel. Daarnaast moet je de inwijding echt kunnen ervaren, met een open geest. Het is niet leuk als anderen al tegen je gezegd hebben wat er gaat gebeuren of wat er wordt besproken. Als je het al zou begrijpen wat ze tegen je zeg gen. Je moet het echt zélf ervaren." Juist door deze zwijgzaamheid, doen vreemde verhalen de ronde. „Nee, we doen niks engs! Kom op zeg, we zijn geen sekte." Van Proosdij kan niet vaak genoeg benadrukken dat de vrij- doe je dat toch ook? Zo werkt het in de vrijmetselarij ook. Als om je hulp wordt gevraagd, bied je die ook aan. Alleen wordt het door de buitenwe reld nogal eens overdreven wat wij doen." Vrouwen Hoewel iedereen welkom is in de ma- 9onnerie, was dat lang niet het geval voor vrouwen. De vrijmetselarij is van nature een broederschap. Ook zijn er loges alleen voor vrouwen (de weef sters) en werd in 1921 de 5 V's opge richt (Vereniging van Vrouwen van Vrijmetselaren). Le Droit Humain, waar ook het Zeeuwse Emergo onder valt, is een gemengd genootschap. De eerste gemengde loge is gesticht in 1893 in Frankrijk. In 1882 werd de eerste vrouw, Maria Deraismes) inge wijd in een masculine vrijmetselaars loge. Vanwege dit feit werd de logde met schorsing bedreigd en Deraismes trokt zich terug, uit respect voor haar broeders. Sindsdien drongen veel le den bij de orde aan tot het toelaten van vrouwen. Toen dit besluit uitbleef, richtte Deraismes zelf, gesteund door Georges Martin, een vooraanstaand lid van de Grootloge van Frankrijk, de eerste gemengde loge op onder de naam Grande Loge Symbolique de France Le Droit Humain. De loge van Van Proosdij (Georges Martin I in Den Haag) bestaat sinds 1917 en is net zoals de Loge Baken i n het Belgische Gent aangesloten bij Le Droit Humain. Beide loges hebben al jarenlange vriendschapsbanden en uit deze verbintenis is een dochter voortgekomen: Emergo, de eerste Zeeuwse gemengde en internationale vrijmetselaarloge. Al twee jaar is de loge in voorbereiding door drie Belgi sche vrijmetselaren en drie Neder landse collega's. De bijeenkomsten zullen elke eerste zondag van de maand plaatsvinden in de tempel in Spui. Daar komt nu al op andere da gen de masculiene loge L'Amitiés sans Fin bij elkaar. De passer en de winkel haak op het dak verraden voor de goe de verstaander de aanwezigheid van de tempel. Voor Emergo is gezocht naar speciale ritualen waar, zo hoopt Van Proosdijzowel mannen als vrou wen en Nederlanders als Belgen zich kunnen vinden. Wie interesse heeft in Emergo kan zich opgeven bij Van Proosdij en zal op een nader te bepa len datum worden uitgenodigd voor een bijeenkomst waarop informatie over vrijmetselarij in het algemeen wordt gegeven en over Emergo in het bijzonder. Ook worden vragen beant woord. Van Proosdij hoopt dat Emer go datgene kan zijn waar mensen al lang naar op zoek zijn, een plaats waar zelfinzicht te vinden is, innerlij ke rust, behulpzaamheid naar de me demens, maar ze blijft nuchter, zoals altijd. „Hoe een wereld eruit zou zijn met alléén maar vrijmetselaren? Saai! Verschil moet er zijn, toch?" Sheila van Doorsselaer ren anoniem voor de buitenwereld. Aan niets is hen aan te zien dat ze be horen tot een loge. Sommigen dragen een klein speldje. Van Proosdij zal nooit zeggen wie er vrijmetselaar is. „Als ik in een restaurant zit met vrien den die niet vrijmetselaar zijn en aan het andere tafeltje zit een broeder of zuster, zal ik nooit zeggen 'hé, daar zit een vrijmetselaar', nooit! Het is niet aan mij dat kenbaar te maken. Die persoon moet er zelf voor uit komen." Het feit dat vrijmetselaren elkaar baantjes zouden toeschuiven of el kaar verder helpen in de maatschap pij berust volgens Van Proosdij op een misverstand. „Kom op zeg, als een vriend jou vraagt hem te helpen, dan Sonja van Proosdij: „Je moet het eerst zelf proeven." metselarij geen geloof is. „Iedereen is bij ons welkom. Het gaat om je instel ling. Wie vrijmetselaar is wil zichzelf leren kennen en dat staat los van de godsdienst." Wel zijn er vrijmetse laars die uitgaan van een hogere macht, geheel in de lijn van de bou wers dan ook Opperbouwmeester ge noemd. Elke vrijmetselaar staat het vrij een eigen voorstelling te maken van die hogere macht, er wordt binnen de ma^onnerie dan ook niet over ge discussieerd. Overtuigingen worden niet aan anderen opgedrongen. Ook is de vrijmetselarij geen service club of vriendenclub. Van Proosdij: „Wij houden geen etentjes voor goede doelen en als je doel 'vrienden maken' is als je wilt aantreden bij de vrijmet selarij, dan lijkt me dat niet de juiste reden. Er zullen best mensen tussen zitten met wie het klikt, maar ook bij wie dat niet zo is. Iedereen binnen de vrijmetselarij is namebjk op zijn eigen manier bezig aan zichzelf te werken. Je komt er dus mensen van allerlei pluimage tegen." Hiermee wil Van Proosdij dan ook met klem ontkrach ten dat de ma^onnerie een eliteclub is. „Dat is echt niet zo. Tussen de broe ders en de zusters zitten ook allerlei mensen met diverse beroepen en am bachten. Echt niet alleen geletterden of mensen in hooggeplaatste beroe pen. Het zijn mensen met gevoel voor symboliek." Vaak blijven vrij metsela- Symboliek speelt een belangrijke rol. V,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 28