Muziek is mijn grootste liefde PZC Die Fransen boffen maar met hun land Dat half overboord hangen vreet energie GEBOERT dE jon&E OfldERZ.DE.KER woensdag 26 juni 2002 De drie musketiers, beschermridders van de koningen. illustraties Sieb Posthuma, uit Frankrijk Kunnen 75 miljoen buiten landse toeristen het bij het verkeerde eind hebben? Het is onwaarschijnlijk. Dus hebben de 60 miljoen Fransen, voor wie Frankrijk het heerlijkste land ter wereld is, groot gelijk dat ze voor hun eigen vakantie de grens niet overgaan. Dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is, weet ieder kind. Maar weet je ook dat de Eiffel - toren 320 meter hoog is? Dat de drukst bezochte attractie van het land helemaal van metaal is gemaakt? Dat die om de zeven jaar van onder tot boven in de verf wordt gezet? Dat zo'n schil derbeurt een jaar duurt? Dat de nieuwe kleur daarna altijd net een beetje anders bruin is dan de vorige? Dat een olijke gooche merd ooit eens een stevige reke ning bij het Parijse gemeentebe stuur indiende voor de beschermhoes die hij naar eigen zeggen voor het beroemde sym bool van de stad had gemaakt? En dat veel Parij zenaars de to ren in 1889 bij de opening zo verschrikkelijk lelijk vonden dat ze het gevaarte het liefst al meteen weer hadden afgebro ken? Wie op onderzoek in de Franse hoofdstad wil, zou Frankrijk van Pauline Michgelsen moeten lezen. Je komt in dat informa tieve leesboek van alles te weten over de Eiffeltoren, maar ook over de stadskrekels die in de Parijse metro leven van de siga rettenpeuken die anderhalf mil- De klokkenluider van de Notre Dame: de gebochelde Quasimo do. jard reizigers er in een jaar op de grond gooien. En over de Notre Dame (de beroemde kerk waar aan men vanaf 1163 vrijwel on afgebroken ruim 170 jaar ge bouwd heeft) met op het plein ervoor punt 0 vanwaar de af standen naar alle Franse steden gemeten worden. Aardig en vooral handig om te weten is ook dat je maar beter thuis al vast een plaatje kunt bekijken van de Mona Lisa, want dat je van het bekendste schilderij ter wereld bijna niets te zien krijgt in het Louvre, omdat er in het museum altijd zoveel mensen bewonderend voor staan. Het hoofdstuk over Parijs telt krap negen bladzijden. Maar het is ongelooflijk hoeveel inte ressants je in die luttele paar bladzijden over de stad te weten komt. Pauline Michgelsen blijkt bovendien zo aanstekelijk te kunnen vertellen dat je geboeid verder leest, nieuwsgierig naar meer en nog meer over Europa's vakantieland nummer één. Over de Tour de France en Alpe d'Huez, de Nederlandse berg die één dag in het jaar even de grootste camping van Frankrijk is. Over Marcel, Jacques, Geor ges en Simon die op 12 septem ber 1940 bij Lascaux hun hond je Robot plotseling in de diepte zagen verdwijnen en het beestje terugvonden in een onderaardse grot met schilderingen van 17 duizend jaar oud. Over Asterix en Obelix en hun dorpsgenoten die zo moedig weerstand boden aan hun Romeinse overweldi gers. Over de grootste heldin uit de Franse geschiedenis, Jeanne d'Arc die pas zeventien was toen ze in 1429 met haar eigen leger de Engelsen met succes bevocht, maar twee jaar later als heks op de brandstapel eindigde. Over al die beroemde Franse konin gen, over de 'onthoofdmachine' van dokter Guillotin, over stevi ge burchten en pronkerige kas telen, over een 'manneke' dat 'mannequin' werd, over Lode- wijk Bonaparte 'konijn van 01- land' en over plataanpiraten. Pauline Michgelsen weet over Frankrijk, waar veel hetzelfde is als bij ons maar nog veel meer heel anders, zoveel interessants te vertellen dat je het liefst van al onmiddellijk je koffers pakt. Haar Frankrijk is een reisboek dat je lekker maakt voor wat niet eens zo ver van huis alle maal te genieten valt aan fraaie landschappen, mooie natuur, bijzondere gebouwen, merk waardige dieren, zeldzame planten, kostelijke lekkernijen, leuke spelletjes, vrolijke (zo merfeesten. Soms heb je aan hoofdstuktitels als 'Gooien met een varkentje' en 'Twee paarden in een eend' al voldoende om ra zend nieuwsgierig te worden! En natuurlijk wil je ook nog al les weten over het schoolleven van Franse kinderen, die nog vakantie vieren wanneer jij al lang en breed weer in de klas zit. En dan is er nog in de serie 'We reldsteden' met delen over on der meer Berlijn, Londen, Rome en New York Parijs van Christi ne Hatt. In hoofdstukken van telkens twee bladzijden maak je kennis met de fascinerende stad, die in 212 haar naam kreeg en vandaag de dag tot de mooi ste steden ter wereld gerekend wordt. Jan Smeekens Pauline Michgelsen: Frankrijk. Querido: 12,95 euro. Christine Hatt: Parijs. Corona; 13,50 euro. In het dagelijks leven stu deert hij journalistiek in Zwolle. In het weekeinde is hij een topdeejay die per uur zo'n 1500 euro verdient. De 22-jarige Don Schipper, alias Don Diablo, leeft het leven dat velen willen leven. Treedt op voor soms 40.000 mensen. In de meest geres pecteerde clubs in binnen- en buitenland. En heeft al meer dan 45 12-inches uitge bracht. Wie is hij? Een nuch tere jongen uit Coevorden die 'business' met 'pleasure' combineert. „Loop ik in Ja pan een platenzaak binnen, draaien ze daar mijn num mer. Kicken." Hij kent ze. De jongens en meisjes die met uitpuilende ogen volledig opgaan in de mu ziek. Totaal van de wereld door drugs. Jammer, vindt Don Dia blo dat. Want zelf gebruikt-ie niet, drinkt-ie niet en rookt-ie niet. „Dat heb ik niet nodig." Niet dat de deejay er anderen om veroordeelt. „Het hoort nu eenmaal bij de scene." Maar be grijpen, echt begrijpen, doet-ie 't niet.,Ik heb alleen muziek no dig om high te worden." Wie nog nooit van Don Diablo heeft gehoord, hoeft zich geen zorgen te maken. Zo bekend is hij niet bij de massa. Maar in het dance-circuit, waarin illustere namen als Armin van Buuren, Ferry Corsten, Tiësto, Sander Kleinenberg en Lucien Foort hem zijn voorgegaan, is hij hard op weg 'een grote' te worden. Vooral in Engeland, waar hij - evenals zijn voorgangers - een op-en-top Nederlands export product is. Zelf noemt Don Groot-Brittan- nië een keerpunt in zijn carrière. Hij is 22 jaar inmiddels, maar gepokt en gemazeld als het gaat om 'zijn' muziek. „Toen ik veer tien was, ben ik naar Rotterdam gegaan. Ik kwam terug met een Don Schipper, alias topdeejay Don Diablo: „Ik heb alleen muziek nodig om high te worden." foto GPD draaitafel en een paar elpees. Zonder echt te weten wat ik er nu mee moest." Oefenen leek hem de beste oplossing. „Op een zeker moment begreep ik de techniek." Maar met een beetje verstand van de techniek kom je er niet, ondervond Diablo. „Iedere deejay moet door het boeren- tenten-circuit", zegt-ie, „zon der daarover denigrerend te willen doen." In zijn geval betekende dat zo nu en dan veel ellende, tot „door de organisatoren in elkaar ge slagen worden aan toe. Vonden ze dat ik te weinig publiek trok, terwijl ze zelf helemaal geen pu bliciteit hadden gezocht.Hij was de zondebok op zo'n mo ment. „Zonder geld, want naar die vijftig gulden en het kratje cola kon ik ook fluiten." Op zijn zestiende bracht-ie een plaat uit bij 80 AUM, een pla tenmaatschappij die hem me teen een eigen label gaf. Vanaf dat moment werd deejay Don voltijd producer Don die het ene vinyl na het andere de markt op gooide, zo'n 25 stuks in totaal. En succesvol was in wat-ie deed. Of dat nu in de stijl was van trance, chemical, of wat dan ook... hij verkocht. „Soms stond ik onder vier verschillende na men in de top 10 van de diverse dancecharts." „Ik kon mijn geluk niet op. Ver diende, zeker gezien mijn leef tijd, bakken met geld. Soms wel vijfduizend piek in een keer - ongelooflijk." En dat vanaf zijn kamertje in het ouderlijk huis in Coevorden... „Ongelofelijk." Maar hoe hoog de bomen ook le ken te groeien, aan de horizon werd Diablo 'aardig genaaid.' Vrij vertaald: zijn coaches (lees: de platenmaatschappij) hielden duizenden guldens achter. En toen-ie daar achter kwam, was 't al te laat. „Ze hadden zich, zonder mij dat te vertellen, fail liet laten verklaren. De curato ren hadden al het geld verdeeld. Voor mij bleef niets over." Daar sta je dan. Altijd bezig ge weest met muziek. Geen tijd voor vriendinnetjes, uitgaan, voor de dingen kortom die al die andere tieners wel doen. „Hoho, daar heb ik nooit - echt nooit! - spijt van gehad. Muziek was mijn grootste liefde. Is dat nog steeds. Geeft me een gevoel van euforie. Maar ja, van dat achter bakse ben ik een tijdje goed ziek geweest." Diablo nam een sabbatical na zijn vwo. „Een drama. Ik heb werkelijk waar niets uitge voerd." Ging studeren. Journa listiek. In Zwolle. „Vanaf toen ging het beter." Kwam bij een andere platenmaatschappij. „Nog beter." En koos weer voor 'draaien'. Na veel wikken en wegen. „En na een telefoontje uit Groot-Brittannië." Of Dia blo kwam optreden. In een ge respecteerde club. „Ja." Sindsdien, zo'n jaar terug, gaat het 'fantastisch', zegt-ie. Reist de wereld rond. Naar Japan, de Verenigde Staten, Groot-Brit tannië natuurlijk. Treedt op voor enkele honderden of vele duizenden mensen. Slaapt in hotels, laat zich rijden, vliegt de hele wereld over, verdient bak ken met geld. En werkt met gro te namen, van wie hij vroeger de plaatjes kocht. Is, zo zegt hij, in de 'professionele dance-scene' terechtgekomen. „Een verade ming." Harold de Haan Binnenkort verschijnt de nieu we cd van Don Diablo, met de ti tel Two Faced. Meer informatie: www.dondiablo.com. De tijd van de 'Optigub' ligt al een poosje achter haar. „Het was m'n eerste zeilbootje", vertelt Chantal de Pree (16). „Een Optimist, een beginners boot dus. Prima bootje om te le ren zeilen. Overstag gaan, voor de wind of aan de wind varen, gijpen, kortom, alle handelin gen, die je als zeilster goed onder de knie moet hebben, kun je in een Optimist perfect leren." Acht jaar lang heeft de Goese zeilster een boot vol ervaring bij elkaar gezeild. Na de Optigub volgden wedstrijden met de Girlpower en de Miosogno, vrij vertaald 'mijn droom'. Vorig jaar september was die droom over. „Op je vijftiende moet je over naar een andere boot, sim pelweg omdat je te groot wordt voor een Optimist", legt Chan tal uit. De keuze viel op de Euro pe. „Een boot uit de Olympische klasse. Groter, meer zeil, meer snelheid en heel belangrijk: hij snijdt als een mes door het wa- Chantal de Pree: „Je moet 'vechten' met de boot om hem onder controle te houden." ter. Het betekent wel, dat je moet 'vechten' met de boot om hem onder controle te houden. Dat kost een kracht, joh. Van daar dat ik ook drie keer per week fitness- en krachttraining volg." Eind januari werd de vooruit gang, die ze boekte in de Eu- ropeklasse, beloond. „Ik maak nu deel uit van het Europe Ta lent Team van het NOCNSF. Dat betekent sowieso veel reizen. Ie der weekend rijd ik naar Me- demblik om daar met de andere leden van het team op het IJssel- meer te zeilen. Na een hele dag op het water ben je 's avonds bekaf. Zeker als er een stevige wind staat. De golfslag is dan hoger en het half overboord hangen in je 'shorty' vreet ener gie." Begin juli komt Chantal aan de start in België, tijdens de zoge naamde Nieuwpoort week. „Het zijn selectiewedstrijden voor het Europees kampioenschap in augustus in het Spaanse Mur- cia. Overigens heb ik me bij de jeugd al verzekerd van deelna me, dus van 1 tot en met 10 au gustus 'woon' ik in Murcia." Kansen? „Och, er doen zo'n 250 meisjes mee. De eerste dag wordt het materiaal gecontro leerd, vervolgens is er een trai ning en daarna is het zes dagen non-stop zeilen, drie wedstrij den per dag. Als ik bij de eerste dertig zit, ben ik al tevreden. Het resultaat hangt vaak af van kleine dingen. Een goede plek bij de start, de 'goede' wind op zoeken en de juiste dingen op het juiste moment doen." In september volgt nog het. Ne derlands kampioenschap voor de Europe-klasse algemeen. Ook daar hoopt ze bij de eersten te kunnen zeilen. Honger hoeft ze tijdens trainingen niet te lij den. „M'n vader toert met de 'broodboot' over het water. Gooit hij na de finish voor ieder een een plastic tonnetje met foto Willem Mieras voedsel overboord. Even opvis sen en je kunt gaan snacken. Handig toch? Hoef je niet de wal op om een hapje te gaan eten! Hans Segboer Ctn. uÊTa/ts» VrdhvjzSLwxci. Iran. -Cn. i Ln. OjTtrr^kjJjjSL UIT DE SERiE MOGELljkE, AA AAR ZEER IRRITANTE SPORTEN lil O X -J UI O X cC QJ t-9 2 z

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 26