Op Sicilië is met water veel geld te verdienen PZC Watertekort leidt tot volksopstand Wegen W7 zaterdag 15 juni 2002 Sicilië snakt naar water. In som mige steden, Palermo en Agri- gento bijvoorbeeld, hebben water tekorten al tot kleine volksopstan den geleid. Waarom? Iedere Sicili- aan weet dat er op het eiland water genoeg is. Alleen, het haalt de dou chekop en de keukenkraan niet. „Het is altijd hetzelfde liedje. De artikelen over watertekorten die ik dertig jaar geleden al schreef kun nen zo opnieuw de krant in", zucht een journalist van Giornale di Sici- lia. „Er verandert hier nooit iets." Ingenieur Francesco Vitellaro is hy pernerveus. Hij trommelt met zijn vingers op het bureaublad. Z'n mobiele telefoon piept om de paar minuten, de twee op het bureau rinkelen onophou delijk. Buiten zijn werkkamer in het rustieke gemeentehuis van Agrigento staat een aantal mannen ongeduldig te wachten. Francesco, Francesco, klinkt het vanaf de gang. Maar Francesco wil en zal zijn Nederlandse bezoeker eerst uitleggen waarom er op Sicilië, en hele maal in Agrigento, echt een waterte kort is. Vitellaro is de technisch hoofdverant woordelijke voor het waterleidingsys teem van dit stadje met 55.000 inwo ners. „Er is te weinig water in de reservoirs. Het heeft al bijna drie jaar niet meer geregend. Daarom hebben we nu een waternoodtoestand", zegt hij. Maar het gaat om meer dan wach ten op de natte moesson. „Het leiding systeem is oud, moet voortdurend wor den gerepareerd. En het moet anders. De veertien stadsreservoirs zorgen voor een ongelijke waterdistributie naar de verschillende stadsdelen. Ter wijl er in het ene voldoende water is, zit een andere stadswijk zonder." Complot Dat is al sinds mensenheugenis zo. Ag rigento, met zijn Griekse tempels als toeristentrekkers, kwam echter nooit zoveel water tekort als dit seizoen. „Die ouwe Grieken hadden het met hun ka nalen beter voor elkaar dan wijsneert horecawerker Massimo Montalbano. De haren in zijn ringbaardje staan bij kans recht van verontwaardiging over het onrecht dat de politiek verant woordelijken hem en de Sicilianen aandoen. „Het is een groot complot van politiek en maffia. En de profiteurs zijn de producenten van gebotteld bronwa ter", weet hij zeker. Montalbano is er gallisch van. Met zijn familie van vier personen verkeert hij regelmatig in waternood. Op regelma tig afsluiten van de toevoer rekenen al le Sicilianen. Vrij wel ieder huis is voor zien van een ondergrondse watertank. Die is in een paar uur vol en zolang het water door de leidingen blijft stromen hoeft die 'strategische reserve' niet te worden gebruikt. Maar als het water wegblijft is het reservoir binnen twee dagen leeg. Daarom hebben veel mensen ook nog eens een privé-tanks op dak of balkon geïnstalleerd. „Soms laten we uit voor zorg ook de badkuip vollopen", zegt Massimo. Maar als de watertoevoer voor langere tij d - het record staat op 2 8 dagen - buiten bedrijf is, helpen die re serves niet meer. „Dan is het stinken ge blazen, veel waterflessen kopen in de supermarkt, soms neem ik zelfs een ho telkamer want bedrijven zijn door ex tra aanvoer van het gemeentelijke wa terleidingbedrijf beter af." Eind vorige week was de watertoevoer in Agrigento vrijwel 'normaal'. Dat had ook te maken met snel optreden van de regionale regering in Palermo, die onder druk van de massale protes ten vorige maand de 'waternoodtoe stand' uitriep. De vorig jaar namens het winnende centrum-rechts aange treden gouverneur van het autonome Sicilië, Salvatore Cuffaro, herinnerde zich plotseling zijn verkiezingsbelofte om de al minstens drie decennia water plaag voor eens en altijd uit de wereld te helpen. „Ik kan ook niet douchen, dus ik weet hoe het voelt", riep hij, al vorens te verordonneren dat de eigena ren van 'pozzi', waterputten op privé- grond, gedwongen zouden worden om hun natuurlijke bron aan de utiliteits- bedrijven af te staan. Maar ook dat is niet het volledige ver haal. Er zijn vijftien jaar geleden twee grote ontziltingsfabrieken in bedrijf gesteld. De noordwestelijke bedruipt Palermo en omgeving, aan de zuidelij ke kust staat er een bij de foeilelijke in dustriestad Gela. Het zoutloos ge maakte zeewater, dat grotendeels voor agrarisch gebruik is bestemd, bereikt Agrigento en provincie via een 90 kilo meter lange pijplijn. Gletsjergebied Een blik op de kaart leert ook dat Sici lië rijk is aan rivieren en riviertjes. Het oostelijke deel van het eiland, met ste den als Catania en Messina, heeft geen last van watergebrek omdat het glet sjergebied rond de Etna een fikse wa terbron vormt. Om het water beter te verdelen is al een halve eeuw terug be gonnen met de bouw 36 her en der over het eiland verspreide dammen om kunstmatige zoetwaterreservoirs te creëren. Die meren zouden voldoende opleveren, als de betonnen damkolos- sen ook werkelijk zouden functione ren. Dat is echter niet het geval. „Als je het allemaal bij elkaar optelt, kom je tot de ontdekking dat er op Sici lië water genoeg is", zegt dottore Domenico Fontana, een trendy kaalge- Op Sicilië staat het waterreservoir Furore al een kwart eeuw leeg. foto Hans Geleijnse schoren dertiger. Fontana is vrijwilli ger bij milieuorganisatie Legambiente. Hij wappert met onderzoeksresultaten van de universiteit van Palermo. „Er is jaarlijks ruim drie miljard kubieke me ter water uit rivieren, ondergrondse bronnen en ontzilt zeewater beschik baar. Een stad als Agrigento verzorgt al sinds 1 januari 265 liter water per in woner. Daarin verschilt Agrigento wei nig van steden als Amsterdam en Brus sel." Nee, het probleem is de verdeling. Zo draait de oude ontziltingsfabriek bij Gela vaak op minder dan de halve ca paciteit door mechanische defecten. Gevolg is dat de boeren te weinig water krijgen en illegaal gaan aftappen van de leiding die naar Agrigento loopt. Sommigen laten het gestolen water ook nog eens in tankwagens lopen om dat later tegen fikse winst te verkopen. De pozzi-bezitters laten de overtollige voorraden uit hun zoetwaterbron ook gaarne in tankwagens lopen, die clan destien leveren aan particulieren en bedrijven, vooral hotels. Volgens de wet is dat verboden, maar ja. wie maalt daar om op een eiland waar de ene dienst de andere waard is? „Die waterwagens zijn de kleine maf fiosi. De grote spelen al sinds jaar en dag onder één hoedje met corrupte po litici. Er is voor miljoenen gebouwd aan dammen die nooit in gebruik zijn genomen. De aanbestedingen werden door politici gegund aan bevriende be drijven. Maar de dammen zijn vaak zo slecht gebouwd dat er geen technische goedkeuring kan worden gegeven of, als dat wel het geval is, ontbreekt al ja ren het laatste stempel van bijvoor beeld de gezondheidsdienst. Dus blijft een belangrijke bron, rivierwater, on benut, en dat alles betekent werk voor de liefst 474 bedrijven die hier iets met watervoorziening van doen hebben", vertelt Fontana. Hij moet dan ook besmuikt lachen om de opwinding. Die wordt nog eens ge voed door uit Rome afkomstige media- verhalen waarin Sicilië door de Sahara dreigt te worden overwoekerd en er op het door de zon geblakerde land slechts dood gras staat. Niets is minder waar. Sicilië heeft, mede door gebrekkige cultivering van de landbouwgrond, al tijd een wat geelbruinige kleur. Maar de paniekverhalen hebben al wel tot bezorgdheid in de toeristenindustrie geleid. „We waren op het ergste voor bereid", vertelt een Nederlands echt paar op een terrasje in het dorpje Fal cone aan de kust. „Maar niks aan de hand hoor. We kunnen gewoon dou chen." Acquimisti Eigenaar Imir Meta van hotel Amici in hartje Agrigento maakt zich niettemin zorgen. En niet alleen omdat hij geen dakterras met uitzicht op zee kan bou wen omdat er grote blauwe watertanks op de daken van andere gebouwen lelij ke blikvangers zijn. Deze geslaagde Al banese immigrant heeft aan een zijkant van zijn kleine kraakheldere bedrijf een betonnen waterreservoir van 5000 liter laten bouwen. Bij een maximale bezetting van de 26 kamers is dat vol doende voor twee dagen. „Als de wa tertoevoer stopt bezorgt de gemeente extra. Als ook dat faalt zal ik vrienden te hulp moeten roepen." Die vrienden zijn de 'acquamisti', een woordspeling op alchimisti, die aan geeft dat er met water goud te verdie nen is. „Water uit de tankwagen kost gauw drie tot vier keer zoveel als het water uit de kraan", vertelt Fontana. Maar de grote acquamisti huizen bij de con structie- en waterleidingbedrijven. Neem bijvoorbeeld de dam Furore, twintig kilometer buiten Agrigento aan de provinciale weg naar Naro. Al dertig jaar buiten gebruik, het riviertje Burraito staat er aan de voet van een dam met daarvoor een enorme over loop. Dit zou een waterreservoir van maximaal 9 miljoen kubieke meter kunnen zijn. Een verbinding met de wel functionerende San Giovanni dam ontbreekt, zodat Furore ook geen over tollig water kan opnemen. Gouverneur Cuffaro heeft de onmid dellijke ingebruikneming van Furore gelast. Maar een technisch ingenieur op het complex vertelt dat het daar vooralsnog niet van kan komen. Er zijn haarscheurtjes in het linkergedeelte van de dam ontdekt. „Duurt nog zeker twee, drie jaar voordat die gerepareerd zijn", bromt een onderhoudstechnicus. Waterwinkel In Agrigento, dat extra toevoer van een reservoir als Furore goed kan gebrui ken, wrijft een kleine 'acquamista' zich in de handen. In de Via Dante heeft de besnorde Giuseppe Castellane een maand terug een 'waterwinkel' ge opend met de dorstlessende naam 'Nia gara Water'. De bron voor de vijf grote staalblauwe tanks, inhoud 40.000 liter, zijn privé pozzi van 'vrienden', vertelt hij. Een definitieve vergunning ont breekt - privé verkoop van water is bij wet verboden - maar aan de muur hangt een bestempeld papiertje van de gemeentelijke gezondheidsdienst waaruit blijkt dat het door Castellane's eigen zuiveringsinstallatie gereinigde water van goede kwaliteit is. Per dag zethijzo'nöO euro omhet water kost er acht eurocent per liter. Echt druk is het er niet. Castellane moet zich dan ook zorgen maken over het terugwinnen van de 35.000 euro die hij in Niagara Water heeft gestoken „Ach, dat watergebrek is een politiek probleem", glimlacht hij. Maar mis schien komt de Goede Acquamista de Sicilianen wel te hulp. Op de dag van ons vertrek opent de hemel zich en is Si cilië voor even kletsnat. Hans Geleijnse Op mijn kaart was de weg ka nariegeel. Het was geen achtbaans snelweg, maareven- min een schapenspoor. Amper 13 0 km scheidde ons van de stad Shkodra toen we de Kosovaars- Albanese grens overstaken,en wij hadden onze rekensom snel gemaakt. Hooguit drie uur later zouden wij in Shkodra zijn. Het werden er acht. De weg was adembenemend slecht. Het pokdalige asfalt maakte reeds na luttele kilometers plaats voor een macadamweg die sinds Koning Zog niet meer was gere pareerd. Op één plek was het halve wegdek gewoon in een canyon verdwenen. Ik had het raadzaam geacht mijn twee j aar oude Land Rover in Skopje achter te laten en de reis door Albanië te onderne men in de 20 jaar oude Suzuki van mijn Kosovaarse tolk. Ter wijl Dardan de gaten ontweek, bestudeerde ik de artikelen die ik voor mijn vertrek van inter net had geplukt. Een stuk was getiteld 'Albanese minister ar riveert in gestolen Mercedes bij Griekse grens'. Het tweede heette: 'Drie passagiers ernstig gewond bij overval op bus'. Pistool Terwijl we de afslag naar Baj- ram Curri passeerden, verpoos de ik mij met mijn reisboek. „De veiligheid in deze regio is erg problematisch", meldde de laatste editie van de Blue Guide. „Het is bijzonder onverstandig de stad te bezoeken." Een correspondent van de Ti mes negeerde dat advies ooit en rapporteerde dat hem in het plaatselijke hotel tegelijk met de sleutel een pistool werd over handigd. De dieven kwamen vaak 's nachts, en nimmer onge wapend. We haalden een bus in, die werd geëscorteerd door een politie auto. Dit was de lijndienst van Pristina naar Tirana (351 km; 15 uur). In een armzalig dorp gooi den kinderen met stenen naar onze Suzuki, nadat wij hadden geweigerd hun pruimen tegen woekerprijzen te kopen. Toen we tegen de avond de con touren van Shkodra zagen op doemen, stond ons besluit vast: de volgende dag zouden we door Montenegro terugrijden. Dat was een paar honderd kilometer om, maar in Montenegro had den ze meer asfalt en minder struikrovers. Adressenboekje Reeds aan de grens was er een probleem: de Montenegrijnse grenswacht weigerde Dardan: met zijn nummerbord uit Koso vo binnen te latenToevallig had ik mijn adressenboekje op zak, en ik sloeg het open bij de 'DIk toonde de wacht dreigend het nummer van Djukanovic, de Montenegrijnse president. On der Djukanovic stond Djindjic, premier van Servië. Hij douane beambte knikte begrijpend en opende de slagboom. Een half uur voor de grens mqt Kosovo verschenen parels van zweet op Dardans voorhoofd. Zijn oude vehikel deed weinig meer dan 50 km per uur en al enige tijd.hing een BMW op zijn bumper In die auto: vier onge schoren types. Toen de BMW stopte, haalde Dardan opgelucht adem. Maar vervolgens zag hij in zijn spiegel hoe de bestuurder naar de kof ferbak rende, daar een pistool uit graaide, snel weer plaats nam achter het stuur, en demar reerde. We kwamen langs een controlepunt van de politie en Dardan besloot te stoppen. De achtervolgers passeerden, en kele minuten later vervolgden wij onze weg. Escorte Achter de volgende bocht, waar de weg door een bos leidde, was de BMW gestopt. De bestuurder stond ernaast, pistool in de hand. Dardans okselvlekken kregen de omvang van een voet balveld. Hij trapte op zijn rem en draaide om. We ijlden terug naar de politiepost en vroegen om een gewapend escorte naar de grens. Het adressenboekje deed opnieuw wonderen. We bereikten Kosovo bij het val len van de avond. De lucht was dreigend, en weldra sijpelde het eerste hemelwater door het lek kende dak van de auto. Regen druppels stonden nu op Dar dans voorhoofd. Maar dat was beter dan de parels van zweet. Cees van Zweeden Veel mensen op Sicilië hebben privé-watertanks op het dak geinstalleeerd. foto Hans Geleijnse/GPD Boedapest

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 39