Wiskunde
voor een
mooi brein
In Alkhalaf valt
de regen omhoog
V olmaakt tij d verdrij f
Biografie John Nash
Adriaan
Morriën
1912-2002
Ahmed
Abodehman
ijn levensverhaal
zit vol tragiek en
ironie. De
Amerikaan John Forbes
Nash (1928) was een
briljante, jonge wiskundige
van de generatie die met
Albert Einstein in contact
stond. Meteen vanaf het
moment'dat hij zich, eind
jaren veertig, als
onafhankelijk denker met
wiskunde bezig ging
houden, rees zijn ster snel.
Maar op z'n dertigste werd
Nash ziek. Schizofreen.
Ruim dertig jaar verkeerde
hij in een schemerwereld en
toen gebeurde wat niemand
voor mogelijk had
gehouden: hij genas. En
vervolgens werd hem de
Nobelprijs voor Economie
toegekend voor een
speltheorie over
economische concurrentie
die hij al in de jaren vijftig
had bedacht.
In 1998 schreef de Amerikaan
se journaliste Sylvia Nasar,
die inmiddels hoogleraar eco
nomische journalistiek is aan
Columbia University, de bio
grafie van John Nash met de ti
tel A beautiful mind. Het boek,
vertaald als Een schitterend
brein, werd verfilmd. Russell
Crowe speelde de rol van Nash.
De film werd overladen met Os
cars. „Het is me ook nogal een
verhaal. Hoe vaak hoor je nou
dat iemand van schizofrenie ge
neest? Je ziet dat het kan. Het is
een hoopgevend signaal voor
vooral ouders met schizofrene
kinderen."
Sylvia Nasar kan zich altijd nog
verbazen over Nash' leven. Hoe
wel ze bezig is aan een nieuw
boek, over de belangrijkste eco
nomen van de twintigste eeuw,
praat ze graag over Nash, haar
biografie en de film. In het Ame
rikaanse lezingencircuit is ze
een geziene en duurbetaalde
gast.
Ze schreef voor het eerst over
John Nash nadat hem in 1994 de
Nobelprijs werd toegekend. Na
haar artikel in The New York Ti
mes, waar ze overigens niet in
vermeldde dat Nash' zoon ook
aan schizofrenie lijdt ('Deed
niet ter zake'), werd haar ge
vraagd zijn biografie te schrij
ven. De genezen wiskundige
zelf stond welwillend tegenover
het project, maar medewerking
verlenen wilde hij niet. „Voor
mij was dat niet zo van belang",
zegt Nasar. „Belangrijker was
dat zijn tijdgenoten nog in leven
waren en wel wilden meewer
ken. Ze zagen stuk voor stuk het
belang in van een goede biogra
fie, die recht zou doen aan het
bijzondere leven van Nash. Ik
denk niet dat Nash mij verteld
zou hebben wat ik nodig had.
Zijn geheugen wat betreft zijn
ziekteperiode van ruim dertig
jaar had ik toch moeten wan
trouwen."
Hoe wist ze eigenlijk dat ze een
biografie kon schrijven? „Dat
wist ik niet. Ik las zelden non
fictie. Ik ben vooral belezen in
negentiende-eeuwse romans.
Dat kwam goed uit, want Victo
riaanse romans kennen feitelijk
een biografische vorm." Ze
raadpleegde andere biografieën
over wiskundigen, zoals The
man who knew infinity van Ro
bert Kanigel over I.S. Raman u-
jan en Enigma, over Alan Tu
ring.
Leven, biografie en film zitten
vol wonderen. Eerst de onwaar
schijnlijk briljante geest van
Nash, vervolgens de tragiek van
zijn schizofrenie en vervolgens
het mirakel van de genezing.
Nasar ziet de intelligentie en de
genezing als 'de twee redenen
waarom Nash' leven binnen de
klassieke definitie van de tra
giek' valt.
„Natuurlijk stel je je de vraag
wat Nash nog voor de mensheid
had kunnen betekenen, wat hij
nog voor ons bedacht zou heb
ben, als hij niet schizofreen was
geworden, maar dat is een vraag
waar we geen antwoord op zul
len krijgen. Zeker is wel dat hij
intellectueel een gigant was. Je
hoort vaak de stelling dat wis
kundigen hun beste ideeën heb
ben voor hun dertigste. En Nash
was dertig toen hij schizofreen
werd. Maar vergelijkbare genie-
en kwamen ook op oudere leef
tijd nog met briljante theorie-
en."
Nash kon volgens Nasar van
zijn schizofrenie genezen door
wat wij in Nederland 'mantel
zorg' noemen. Zijn vrouw Alicia
speelde daarbij een cruciale rol.
Zelfs toen ze officieel van Nash
gescheiden was, bleef ze al die
jaren voor hem zorgen. Midden
jaren negentig is het paar op
nieuw getrouwd. Tegelijkertijd
bleef de wiskundefaculteit van
Princeton, de universiteit waar
Nash werkzaam was geweest,
de voormalige hoogleraar loy
aal behandelen. Nash struinde
vrijelijk op het universiteitster
rein rond. Een ieder was begaan
met zijn lot. De eerbied voor zijn
Vandaag precies een week ge
leden overleed Adriaan
Morriën, de dichter, schrijver,
literair criticus en vertaler op
negentigjarige leeftijd in zijn
woonplaats Amsterdam. De
Vlissingse schrijver Meindert
Inderwisch was met hem be
vriend. Hij blikt terug.
Mijn dierbare vriend is dood.
Nadat ik het nieuws had verno
men, vervolgde ik mijn dage
lijkse bezigheden. Adriaan was
al langere tijd ziek en werd-
steeds meer afgeschermd door
zijn familie. Ik vond mijzelf niet
gerechtigd om een audiëntie
aan te vragen en bovendien ben
ik Oost-Indisch doof wanneer
de dood aanklopt.
Adriaan moest er ook niets van
hebben. Ik citeer uit zijn boek Ik
heb nu weer de tijd:
(na een bezoek aan de longarts)
„De voorgaande weken was ik
niet in paniek geraakt. Ik had
mij voorgehouden dat ik geen
longkanker had zolang het niet
onomstotelijk was bewezen.
Ook de laatste week bleef ik in
staat mijn angst onderkoeld te
houden, al voelde ik hem wel, in
het verborgene, in mij wringen.
Ik ben niet bang voor de dood,
het doodzijn, dat ik ooit als het
volmaakte tijdverdrijf heb om
schreven, maar het sterven aan
longkanker lijkt mij afgrijselijk
en ik begrijp niet hoe je, als je
longkanker hebt, het radeloze
geduld opbrengt je dood af te
wachten. Zou ik mijzelf niet ha
ten, willen vernietigen? Aan de
andere kant besluit j e ook niet in
een handomdraai, van de ene
dag op de andere, er een eind
aan te maken. De laatste jaren
was ik, in allerlei opzichten,
herleefd, opgeleefd. Ondanks
de mij door ouderdom opgeleg
de beperkingen zou ik, in deze
laatste gouden schijn, mijn le
ven nog graag een aantal jaren
voortzetten."
(Adriaan is niet aan longkanker
bezweken en zijn laatste dagen
heeft hij deels in de zon doorge
bracht.)
Ik deed mijn boodschappen en
mijmerde over mijn vriend die
er nu niet meer was. Afscheid
nemen is een ommogelijke op-
proza
Hermine de Graaf: De verhalen.
Onder de schrijfsters die in de
jaren '80 Nederland verover
den, neemt Hermine de Graaf
een bijzondere plaats in. Haar
eerste verhaal 'Kersen eten' in
Hollands Maandblad viel op
door compositie en trefzekere
stijl. In 1984 ontving ze met haar
bundel Een kaart, niet het ge-
gave. Dus ik begin er niet aan.
Kalme reflectie, werktuigelijke
bewegingen. Ik liet een traantje,
onwillekeurig, op de markt
waar ik pioenrozen kocht. Het
winkelmeisje bij de drogist was
zo vriendelijk dat mijn stem vol
zand stroomde bij het afreke
nen, maar verder ging het wel.
,Soms wanneer ik mijn eenvou
dige notities zit te schrijven,
waarnemingen die toch meestal
over menselijke verschijnselen
handelen, wellen de tranen mij
naar de ogen, tranen niet zozeer
van berooidheid en verdriet (het
is eerder een onzinnig gevoel
van rijkdom en geluk), maar van
wat in de bijbel 'innerlijke ont
ferming' wordt genoemd." (uit:
'Ik heb nu weer de tijd')
Thuis sneed ik de bloemstelen
schuin af, knakte de verwelkte
van de vorige week doormidden
en deponeerde ze in de vuilnis
bak. Meteen had ik mijn beden
kingen. Er zaten wat laatbloei
ers tussen. Welke bloemen
konden nog wat langer genieten
van het licht en het water, welke
hadden hun tijd gehad?
„Melancholie kan als een vorm
van geluk worden beschouwd.
Het is natuurlijk altijd mooi
meegenomen om vrolijk en te
vreden te zijn, maar lang kun
nen wij dergelijke stemmingen
niet volhouden. In de weersge
steldheid van de ziel (ik gebruik
dat woord nu maar even, voor
mijn gemak), waarvan rade
loosheid en onverschilligheid de
uitersten aangeven, neemt me
lancholie een tussenpositie in.
Het is een bijna gelukzalige
vorm van onbestendigheid."
(uit: 'Ik heb nu weer de tijd')
Mijn eerste ontmoeting met
Adriaan vond plaats op een
feestje in Amsterdam. Ik voelde
mij niet op mijn plaats en de
dichter, die ik daarvoor nooit
had ontmoet, zag in één oogop
slag hoe het met mij gesteld was.
Hij ontfermde zich over mij.
Ik zie hem de trap afkomen in
zijn linnen kostuum, de kamer
vol feestgedruis, zijn ogen ern
stig en op mij gericht.
Herkend worden door iemand
die ik vrijelijk kon bewonderen
Rijkdom inderdaad.
En natuurlijk vroeg ik hem of hij
de moeite wilde nemen mijn ge
dichten te lezen.
Uiteindelijk schreef hij me er
een lovende brief over die is af
gedrukt op de achterflap van
mijn debuutbundel. We werden
vrienden.
Mijn laatste boek heb ik aan
hem opgedragen.
De kwaliteit van Morriëns werk
is uitzonderlijk. Het zou me niet
verbazen wanneer het zich over
uw ziel ontfermt.
Meindert Inderwisch
bied de Geertjan Lubberhui-
zenprijs voor het beste debuut.
Daarna volgden meer bundels
en enkele' romans. Dit najaar
verschijnt de roman Mijn moe
der en de duif - of hoe ik met
schaatsen stopte. In De verha
len zijn alle bundels in een boek
samengebracht. Uitgeverij De
Geus, 715 pag., €27,50.
vrijdag 14 juni 2002
Sylvia Nasar: „Zeker is wel dat John Nash intellectueel een gigant was."
foto Gerard Verschooten/GPD
genie bleef. „De universiteit
werd voor hem een therapeuti
sche gemeenschap. Hij behield
zijn plek in de wiskunde-ge-
meenschap, omdat iedereen
besefte hoe waardevol en bij
zonder zijn bijdragen waren ge
weest."
Maar alle zorg en insuline-in-
jecties ten spijt, was het Nash,
zo schrijft Nasar, die zichzelf
genas. „Mensen kijken daar
vreemd van op. Maar dat komt
waarschijnlijk vooral omdat
velen denken dat schizofrenie
Tussen de periodes door kunnen
deze kunstenaars schilderen,
schrijven, componeren. De schi
zofrenie van Nash was perma
nent en kwam weliswaar ook in
golven, maar die waren juist
progressief. Ze werden steeds
erger dus, wat totaal verlam
mend werkt. Des te groter het
wonder dat hij wist te genezen.
In de biografie citeert ze Nash:
„Geleidelijk aan begon ik enke
le van de door mijn waanideeën
beïnvloede gedachtegangen,
die kenmerkend waren voor
betekent dat je een gespleten
persoonlijkheid hebt, maar dat
is niet de juiste definitie. Nash
leefde buiten de werkelijkheid.
Hij hoorde stemmen en meende
boodschappen uit het heelal te
ontvangen. Het misverstand
rond zijn ziekte heeft te maken
met het gegeven dat veel crea
tieve artiesten aan manische de
pressiviteit lijden. Er is een be
wezen relatie tussen artistieke
creativiteit en depressie. Een
kenmerk van die depressies is
dat ze in perioden voorkomen.
mijn oriëntatie, verstandelijk te
verwerpen. In feite kunnen
we het vergelijken met de rol die
onze wilskracht speelt bij een
goed dieet: als men een poging
doet zijn gedachten 'te rationa
liseren', dan kan men de irratio
nele hypothesen van de waan
beelden eenvoudig herkennen
en verwerpen."
Begin jaren negentig nam Nash
dus het rationele besluit de
stemmen in zijn hoofd te nege
ren. Hij kreeg vervolgens ook
nog eens de Nobelprijs en werd,
juist door zijn overwonnen ziek
te en Nasars biografie, een be
roemdheid. En vervolgens
maakte regisseur Ron Howard
op basis van het boek een speel
film onder deze titel: A beautiful
mind.
„Je weet dat je geen artistieke
controle hebt en je hoopt dat de
film integer wordt gemaakt. Ik
vertrouwde Ron Howard. Een
film is geen boek. Je kunt in een
film nooit alle aspecten kwijt
die wel in de biografie zitten,
dat weet ik, maar ik had Nash'
leven ook al in de krant beschre
ven in 3500 woorden. En kun je
een mensenleven dan wel vatten
in een biografie van 400 bladzij
den? De grote lijn van de film lag
toch vast. Het was ook de grote
structuur van mijn boek: geni
aal, schizofreen, genezen."
Maar wat ze niet had voorzien
was dat Nash door met name de
film een publieke figuur werd en
daardoor een dankbaar onder
werp voor roddel en achterklap.
Zo werd in de strijd die vooraf
ging aan de verdeling van de Os
cars beweerd dat Nash homo
seksueel was, dat hij overspel
had gepleegd en dat hij zijn zoon
had mishandeld. „Klinkklare
nonsens. Maar wat me vooral
verbijsterd heeft - ik word zo
weer kwaad nu dit onderwerp
ter sprake komt - is dat de ene
krant zo de bewering van de an
dere overnam zonder de bron
nen te checken. Iemand beweert
iets, de rest neemt het zo over.
Bel dan even! Het zijn me nogal
beschuldigingen. Diekunjeniet
zonder ze te checken baseren op
bronnen die een vuile oorlog
voeren om de concurrerende
film in een kwaad daglicht te
stellen. Nash' reputatie werd
geschaad en dat heeft hij niet
verdiend."
De hoogleraar journalistiek be
gint spontaan aan een hoorcol
lege over journalistieke ethiek.
Over feiten, duimzuigerij, se
cundaire details. Over demoni-
sering in feite, al gebruikt ze dat
'Nederlandse' woord zelf niet.
„Nash was zeer aangedaan door
de beschuldigingen. Ook daar
moet je als reporter bij stilstaan
en rekening mee houden. Hij is
geen filmster of een politicus.
Die weten dat achterklap bij
hun metier hoort. Nash heeft
niet zelf de spotlights gezocht.
Iemand als Madonna weet wel
om te gaan met kwaadsprekerij
Ze heeft er waarschijnlijk zelfs
advocaten voor in dienst. Wat
overigens geen vrijbrief is om zo
maar wat te roepen. Maar Nash
is een zachtaardige wiskundige.
Kom op zeg!"
Theo Hakkert
Sylvia Nasar: Een schitterend brein
Biografie - Vertaling door Henk
Moerdijk van A beautiful mind. Uit
geverij De Bezige Bij, 459 blz.,
14,75 (filmeditie).
De film A beautiful mind is nog te
zien in De Koning Hulst.
Toen hij twintig jaar geleden in Parijs
aankwam, groette hij iedereen. Zelfs in
de metro. Dat bleef hij doen, ook al zei nie
mand iets terug: „Maar zo zachtjes dat het
niet meer hoorbaar was." Tegenwoordig
probeert Ahmed Abodehman even 'grijs en
onopvallend' te zijn als de westerlingen.
Dat lukt niet helemaal. Wie goed kijkt, ziet
dat achter die fagade een dichter schuilgaat.
Want dat is wat hij altijd is gebleven, de
dichter van het dorp waar hij is geboren.
Ia Ceinture, onlangs als Riem in het Neder
lands verschenen, is het eerste boek van Ah
med Abodehman. Een autobiografische ro
man. Of is het een gedicht? Misschien wel
beide. Riem is een bescheiden boek dat de
lezer meesleept in een wereld van gevoel en
rituelen. Inmiddels is het in vijf talen ver
taald en in Frankrijk binnen vijf maanden
vijf keer herdrukt. Riem is vanuit het hart
geschreven. Dat verklaart waarom dit boek
de lezer weet te raken. Abodehman roept
een droomwereld op waar je al lezende
steeds meer deel van uit wilt maken. Dat is
ook zijn bedoeling. „Wees welkom", zegt
bij. „Het dorp is van iedereen. Het onze net
zogoed als het jouwe."
Het leven in het dorp dat hij beschrijft, is
primitief en puur, intiem en open: „Alle
vrouwen zijn mijn moeder, alle mannen
mijn vader." Kinderen hebben er geen ge
boortejaar, alle jongens dragen een riem en
een mes, poëzie en zang staan er in hoog
aanzien. Een dorp zonder boeken of tijd
schriften waai- de dorpsoudste Hizaam 'al-
Ahmed Ahodehman
foto Theo Bohmers/GPD
tijd op blote voeten loopt om niet van de
aarde gescheiden te zijn'. Een dorp dat niet
thuishoort in het Arabië van de oliesjeiks of
Bin Laden, maar in een gelukkig Arabië,
waar mannen en vrouwen vrij zijn.
Abodehman droomt van 'een betere wereld'
waar hij iedereen kan laten dansen en zin
gen. „Een wereld waar geen gesloten deuren
zijn, maar alle huizen open staan. Dat is
mijn dorp, mijn droom, daar woont mijn fa
milie. Ik ben ernaar op zoek. En dankzij dit
boek kom ik elke dag een stukje verder."
Door te schrijven vindt hij stukje bij beetje
zijn dorp terug. „Ik heb nu het gevoel dat ik
thuis ben."
Ahmed Abodehman - zijn volledige naam
luidt: Ahmed ibn Sad ibn Mohammed ibn
Moeled ibn Zafir ibn Soeltaan ibn Auwad
ibn Mohammed ibn Masóed ibn Matar ibn
Sjafn ibn Khalaf ibn Jaala ibn Hoemaid ibn
Sjaghb ibn Bisjr ibn Harb ibn Djanb ibn
'Sa'd ibn Kahtaan ibn Amier - werd om
streeks 1949 geboren in het Assir-gebergte
in het zuidwesten van Saoedi-Arabië. In het
dorp Alkhalaf, op 3000 meter hoogte waar
'de hemel bij de bergen hoort'. „Bij ons valt
de regen niet omlaag, maar omhoog." Sinds
1982 is Abodehman correspondent en direc
teur van de Parijse vestiging van de Saoedi-
sche krant Al Riyadh. Hij woont in Parijs, is
getrouwd met een Frangaise en heeft een
dochter van veertien jaar.
Twintig jaar geleden keerde hij zijn geboor
teland de rug toe, maar voor zijn gevoel is hij
nooit helemaal weg geweest. Hij draagt
Arabië nog altijd met zich mee. „Als een on
blusbaar vuur dat me beschermt tegen de
agressie van het leven in Parijs. Ik ben ook
nooit opgehouden iedereen te groeten.
Daarom ook heb ik dit boek geschreven. Om
die mensen die nooit wat terug zeiden, eens
extra hard gedag te kunnen zeggen. En om
te laten zien waar ik vandaan komIn die zin
is het een revanche. Want nu pas, na dit
boek, krijg ik van alle kanten duidelijk ant
woord."
Wie Riem heeft gelezen, vraagt zich af hoe
Abodehman zich staande heeft weten te
houden. Vanaf zijn jeugd rolt hij van het ene
uiterste in het andere. Van een dorp zonder
boeken waar alles wordt gezongen komt hij
in de wereld van het geschreven woord. Van
het dorre Riad, waar mannen en vrouwen
gescheiden leven, in het zwoele Parijs. De
vi j f j aar aan de universiteit van Riad ervaart
hij als een straf, als een verbanning in de
woestijn. Het zwoele Parijs is een verade
ming voor de gepassioneerde dichter, die
gewend is omringd te zijn door vrouwen.
Al stelt de westerse cultuur hem vaak op de
proef. Nog steeds eet hij het liefst met zijn
handen en heeft hij er een hekel aan om
overal afspraken te moeten maken. „Of je
nou naar de dokter, de kapper of naar vrien
den gaat." Ook heeft hij grote moeite zich
aan te passen aan het onvoorspelbare en
veranderlijke Europese weer. „Ik ben altijd
te dik of te dun gekleed. Gelukkig heb ik een
buurvrouw die mijn outfit in de gaten houdt
en me zo af en toe weer naar boven stuurt om
iets anders aan te doen."
Het is niet makkelij k geweest om dit boek te
schrijven. Abodehman heeft er vijftien jaar
over gedaan. Hij schreef het boek in het
Frans: „Waarmee ik de eerste schrijver van
alle landen van het Arabische schiereiland
ben die in deze taal schrij ft. Iets wat bepaal
de Fransen ongetwijfeld erg zal aanspreken
en bepaalde Arabieren minder."
Dat blijkt, want in Saoedi-Arabië is zijn
boek verbodenomdat het een niet gesluierd
Arabië laat zien. Juist daardoor krijgt het
boek ook een politieke betekenis. Riem is
dat wat onthult", zegt de schrijver in de epi
loog. „De sluier verbergt, de riem onthult."
Jeannette van Leeuwen
Ahmed AbodehmanRiem-uit het Frans vertaald
door Kiki Coumans. Uitgeverij De Geus