Niet morren, maar korren 23 Elk mosseltje telt zaterdag 1 juni 2002 Monument voor de mosselman in Yerseke, Voor de mosselkwekers zit de eerste week mosselzaadvisse rij op de Waddenzee erop. „En, content?", vraagt Wout van den Berg van de Bruinisse 6 via de scheepstelefoon aan een collega. „Hartstikke content." De Wad denvereniging en Vogelbescher ming hebben het begin van het visseizoen drie weken opgehou den. Door het werk is dat al verge ten, maar pijn doet het nog wel. Van den Berg heeft zijn 'buit' al bin nen. Om precies te zijn 1190 mos- selton, oftewel 119.000 kilo. De twee ruimen van zijn schip liggen vol met jonge mosselen, met daartussen schel pen van mesheften, enkele krabben en zeesterren. De tijd is rijp om de mos seltjes te verzaaien op zijn kweekper- ceel onder de kust van Vlieland. Zeeuwse mosselkwekers en een enke le Wieringer zijn nog volop aan het vissen. De korren gaan overboord, het schip sleept ze voorzichtig over de bo dem en als ze redelijk gevuld zijn, worden ze opgehaald. Een haak in pikken en lossen maar. Het is stil op het Wad. „Gewoonlijk willen we wel eens met elkaar dollen over de scheepstelefoon", vertelt Van den Berg, „maar nu niet. Er is werk aan de winkel." Een collega neemt even later contact met hem op. Hoe het met de visserij is gegaan? „Prima." Waarop Van den Berg hem aanmoe digt: „Kom op, nietmorren,maar kor ren." Eidereenden Drie weken later dan gepland konden de mosselkwekers deze week het Wad op. De Wadden vereniging en Vogelbe scherming probeerden de mossel zaadvisserij tegen te houden. Voor het eerst in de geschiedenis, omdat zij zich zorgen maken over de grote sterf te onder eidereenden. De laatste jaren hebben vele duizenden eidereenden in de Waddenzee het loodje gelegd. Of alleen voedseltekort de oorzaak is, wordt betwist. De éne wetenschapper zegt van niet, de andere wetenschap per van wel. Ook een darmparasiet kan de boosdoener zijn. Onder mosselkwekers heeft de actie van de Waddenvereniging en Vogelbe scherming veel kwaad bloed gezet. „Want", diept Van den Berg uit het verleden op, „wij zijn als mosselkwe kers in de j aren vi j f tig met het kweken van mosselen in de Waddenzee begon nen. En wat zag je daarna? Het aantal eidereenden nam sterk toe. Ze eten ge woon mee uit onze ruif, van onze per celen, waar de mosselen optimaal kunnen groeien, beter dan in de vrije natuur." Een medewerker van Vogelbescher ming Nederland erkende dat ook vo rige week vrijdag bij de Raad van State, waar de bezwaren tegen de mosselzaadvisserij werden behan deld. De tientallen aanwezige mossel kwekers - ze zijn betrokken bij hun vak - juichten bijna, onder het motto: „Eindelijk erkenning." Maar, de Wadden vereniging en Vogel bescherming Nederland handhaaf den (tevergeefs) hun kritiek op de mosselsector. Zij vinden dat de natuur topprioriteit heeft in de Waddenzee. Elk menselijk ingrijpen is in hun ogen uit den boze. Ook al kunnen eidereen den dan minder van de mosselkweek- percelen eten en gaat de eidereenden- stand daardoor achteruit. De natuur heeft dan tenminste de vrije loop. Hokjesdenken Van den Berg, voorzitter van de Bruse vissersvereniging Algemeen Vissers- belang, kan zich die redenering wel indenken. Hij kent zijn 'tegenstan ders'. Hij studeerde anderhalf jaar biologie in Leiden, stopte zijn studie, ging in militaire dienst en koos daarna voor het mosselbedrijf van zijn vader. Doelbewust. „Wat had ik met die stu die moeten doen? Bij de overheid wer ken. Ik zit liever op het water en ben gehecht aan mijn vrijheid." De tijd buiten de sector heeft zijn blik veld verbreed. Verwacht van hem geen ongenuanceerde verhalen, al wil hij wel eens keihard uithalen als dat nodig is. „Dat idee, dat je de natuur op zijn beloop zou moeten laten - dat ge tuigt van zo'n hokjesdenken. Visserij grijpt in de natuur. Niemand zal dat ontkennen. Maar visserij en natuur kunnen ook in harmonie samengaan. Plij zat een tijdje in het bestuur van de Waddenvereniging, als vreemde eend in de bijt. Na een halfjaar werd hij er uit geknikkerd. Omdat hij met twee petten op zou zitten.,Ik heb in dat be stuur zo vaak gezegd: 'Ik ben veel fel ler voor het behoud van de Waddenzee dan jullie, want het is mijn boterham. Ik wil ook dat mijn zoontje daar kan vissen als hij in de mosselkweek wil' Zijn lidmaatschap van de Wadden vereniging heeft hij aangehouden. Be grip voor de actie van de Waddenver eniging en Vogelbescherming heeft hij niet. Dat er is iets aan de hand is met de eidereendenis duidelijk. Maar ik neem het de Waddenvereniging en Vo gelbescherming kwalijk, dat ze de gemakkelijkste weg kiezen en met het vingertje naar de visserij wijzen. Ei dereenden komen eigenlijk uit het Wout van den Berg: „...de concurrentie ligt op de loer..." foto Marijke Folkertsma Liet mosselzaad wordt als een kostbaar goedje behandeld. foto Harmen van der Werf. noorden. Ze zitten in de Nederlandse Waddenzee tegen de grens van hun leefgebied aan. De opwarming van de aarde speelt die eenden misschien parten, maar dat is een wereldpro bleem. Daar kunnen die organisaties weinig mee. Dat is zoiets ongrijp baars." Terug naar de praktijk. Deze weken mogen mosselkwekers 375.000 mos- selton oftewel 37,5 miljoen kilo mos selzaad in de Waddenzee opvissen. Die hoeveelheid is eerder dit jaar be paald. Daarbij is rekening gehouden met de voedselbehoefte van vogels als eidereenden.De producentenorgani satie voor de mosselcultuur in Yerseke verdeelt de op te vissen hoeveelheid mosselzaad in porties. Iedere visser krijgt zijn deel. Het opgeviste mosselzaad verdwijnt niet uit de Waddenzee. Het wordt naar kweekpercelen gebracht, die met boomstammetjes zijn gemarkeerd. Van den Berg: „Van die percelen kun nen de eenden eten. De tafel is voor hen gedekt. Maar de laatste tijd zie je nauwelijks nog eidereenden." Het wordt vaker gezegd, mosselkwe kers zijn net boeren op het water. Voor mosselkwekers geldt ook: wie zijn grond goed bewerkt, zal meer oog sten. „Dat is in al die jaren dat wij hier actief zijn ook bewezen. Een gebied bij Den Oever, Breehorn, was een tijd lang gesloten voor de visserij. Voor de scholeksters. Al die jaren viel er geen zaad. In 1997 is het weer teruggegeven aan de visserijEn wat zie je? Er is deze week veel gevist én gevangen." De Bruinisse 6 van Van den Berg is een modern schip, gebouwd in 1998. De laatste jaren is door meer mosselkwe kers flink geïnvesteerd. Zij hebben niet slecht verdiend en stonden voor de keuze: 'meer geld naar de belastin gen brengen of in het bedrijf steken'. Die keuze is snel gemaakt. Gevolg is dat er veel tweedehands schepen op de markt zijn gekomen. En daarvan zijn er heel wat naar Ierland en Engeland gegaan. „Ze kunnen daar nog niet de kwaliteit leveren die wij kunnen bieden", weet Van den Berg. „Wij hebben veel meer ervaring, maar ze leren er snel. En daarom zou het extra zuur voor ons geweest zijn, als de Waddenvereni ging en Vogelbescherming Nederland die rechtszaak hadden gewonnen. De concurrentie ligt op de loer." Het weer betrekt. Uit de richting van Den Oever komen donkere wolken over de Waddenzee. In de verte zijn de grote loodsen te onderscheiden van de scheepswerf bij Harlingen, de duinen van Vlieland en - net te zien met de verrekijker - een streep aan de hori zon, de Afsluitdijk. Van den Berg is bij zijn kweekperceel aangekomen. De lading van 1.190 mosselton moet worden verzaaid. Vroeger, heel vroeger, ging dat met de hand. Met een soort riek werd het mosselzaad over de verschansing 'ge gooid'. „Dat was zwaar werk." Later kwam er een transportband aan te pas, en nu wordt met waterkracht het ruim 'leeggespoeld'. Het mosselzaad verdwijnt door twee kleine luiken aan de zijkanten van het schip naar de bo dem van de Waddenzee. Volgens oude mosselkwekers zou de nieuwe zaaitechniek, met water kracht, ten koste gaan van het mossel zaad. Verhalen willen dat één kilo mosselzaad 'in hun tijd' zes tot acht kilo consumptiemosselen opleverde. Als één kilo mosselzaad nu twee kilo consumptiemosselen oplevert, is dat mooi. Van den Berg erkent dat, maar: „Alles was vroeger beter, zeggen ze toch? Ik ken die verhalen ook, maar zoals iedereen weet, de mooiste ver halen blijven altijd hangen, niet de slechte. Het is vroeger niet beter ge weest." Als het op de zwaarte van het werk aankomt, zal het vroeger zeker niet beter zijn geweest. Het lossen van de lading mosselzaad gaat gepaard met veel lawaai, de motor loopt op volle toeren, de Bruinisse 6 draait almaar rondjes, maar veel spierkracht komt er niet meer aan te pas. Wat opvalt, is hoe het mosselzaad als een kostbaar goedje wordt behandeld. Opvarende Merien van de Velde veegt met een be zem de laatste restjes in het ruim bij elkaar, doet die in een emmer en ook dat 'zwarte goud' gaat overboord. Niets mag verloren gaan. Elk mossel tje telt. Het best Het was een goede eerste week, maar dat heeft niet één mosselkweker ver rast. Van den Berg: „Dat is altijd zo. De eerste dagen is de visserij het best. Je roomt de banken dan 't snelst af. En je kijkt natuurlijk naar je collega's. De hele dag sta je met de verrekijker in de hand. Wie er allemaal een mooi pak mosselen binnenhaalt." Door de actie van de Waddenvereniging en Vogelbescher ming Nederland is de voor j aars visse rij op mosselzaad noodgedwongen ingekort van zes tot drie weken. De sector had juist voor zes weken geko zen om de banken wat meer rust te gunnen, om te kunnen herstellen. „Nu zullen we het helaas in drie weken moeten doen", aldus Van den Berg. Uit het mosselzaad moeten binnen één a twee jaar grote, eetbare mosse len groeien. In de Waddenzee gaat dat sneller dan in de Oosterschelde, om dat er meer voedingsstoffen in het wa ter zitten of de mosselen nemen die stoffen gemakkelijker op. Het is altijd afwachten. Stormen kun nen veel schade veroorzaken. Zeester ren kunnen vreselijk huishouden op mosselpercelen. En de laatste jaren is het altijd de vraag wat de overheid en natuurorganisaties doen, al moet hun invloed niet worden overschat, vindt Van den Berg. „Niet het natuurbeleid bepaalt uiteindelijk onze speelruim te, dat doet de natuur. Wij zijn afhan kelijk van de natuur, net zoals de ei dereenden." Machinist en kok Jaap Geelhoed heeft tijdens het varen een nasimaaltijd met kip klaargemaakt. In de keuken - met de televisie op sport, tennissen in Pa rijs - is het goed toeven. Het schip ligt voor anker, de Waddenzee houdt zich rustig. Na de maaltijd gaan de kipres- ten overboord. Geelhoed: „Hebben de eidereenden ook een extraatje." Harnten van der Werf foto Dirk-Jan Gjeltema.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23