PZC Omweg via Lille en Arras WÊSir* W1 Noord-Frankrijk §m i f y,f t De stad van de schoorstenen Nord Pas de Calais ooit groot mijngebied B R K Maan Tienhof Boschplaat Barst Bijen Valkenier Op weg naar het zonnige zuiden jakkeren veel vakantie ganger erlangs. De Noord-Franse steden Lille en Arras. Toch zijn Rijssel en Atrecht, zoals ze in het Nederlands heten, beslist een kleine omweg waard. Zwerven over pleinen, lo pen door onderaardse gangen, dwalen door musea. zaterdag 18 mei 2002 Boves worden ze genoemd, de onderaardse gangen en ga lerijen van Arras. Ze vormen een indrukwekkend, groot net werk, waarvan het mooiste deel, onder het Place des Héros, toe gankelijk is voor het publiek. Je kunt er gewoon rechtop lopen; hier en daar, bij trappetje-op- trappetje-af, moetje even buk ken. Ook in hartje zomer doe je er verstandig aan een trui of vest aan te trekkenwant het is er be- hoorlijk fris. Het hele jaar door, vertelt de gids, heerst er een temperatuur van elf graden. De eerste gangen ontstonden al in de tiende eeuw, toen er op grote schaal kalksteen werd af gegraven. Eeuwen later nam de bevolking bezit van de groeven. Ze werden gebruikt als opslag plaatsen van voedingswaren en wijnen en ze dienden als schuil plaats in tijden van oorlog en epidemieën, die in dit deel van Noord-Frankrijk veelvuldig woedden. Tijdens de Eerste We reldoorlog richtten de Engelse troepen, die Arras verdedigden tegen het Duitse leger, er een noodhospitaal in: tienduizend gewonde Britse soldaten wer den er tussen 1914 en 1918 ver pleegd. In de wanden gekerfde initialen getuigen nog van hun verblijf. De boves zijn niet alleen archeo logisch en geologisch van waar de, ook architectonisch zijn ze soms van een grote schoonheid. Prachtige trappen en al even mooie trapvormige plafonds zijn er in uitgehouwen. Er zijn zelfs zaalachtige ruimtes met gewelven die steunen op kalk- pijlers en zandsteenzuilen. Vroegere welvaart Arras. Wie weet nog dat de stad in het Nederlands Atrecht heet en dat er in 15 7 9 de Unie van At recht werd gesloten die met de Unie van Utrecht in feite de scheiding tussen de zuidelijke en noordelijke Nederlanden be zegelde? De stad, meer dan tweeduizend jaar oud, heeft een in alle opzichten rijk verleden, zowel historisch, cultureel als economisch. Vandaag de dag is ze door haar ideale geografische ligging op een kruispunt van au tosnelwegen en door haar aan sluiting op het netwerk van de TGV-treinen een gewilde vesti gingplaats voor bedrijven en een centrum van allerlei instel lingen, vooral op het gebied van onderwijs. Vele uitzonderlijke gebouwen en bouwwerken in het oude cen trum getuigen van vroegere welvaart, zoals het uitbundig gebouwde stadhuis dat tal van gelijkenissen vertoont met dat van Brussel. Het is in de Eerste Wereldoorlog grotendeels ver nield, maar volledig en tot in de details herbouwd. Van hieruit begint het bezoek aan de onder aardse gangen. Je kunt ook de lift in de klokkentoren nemen - de bouw van de toren duurde bijna een eeuw, het stadhuis zelf was in vier jaar klaar - en boven genieten van een weids uitzicht over stad en land. Wie geen van beide wil, kan zich altijd nog vergapen aan de prachtige houtwerken, vakzoldering en muurschilderingen in de ge meenteraadszaal en de huwe lijkszaal. Andere pronkjuwelen zijn de kathedraal en de Sint Vaast Ab dij, niet ver van het stadhuis. Beide zijn voorbeelden van reli gieuze bouwkunst uit de acht tiende eeuw; samen zijn ze één geheel. In de abdij zijn sinds jaar en dag de bibliotheek en het mu seum voor schone kunsten on dergebracht. Het museum geldt als een van de beste van de Fran se provinciale musea. Het bezit een grote collectie religieuze werken en schilderij en uit de ze ventiende eeuw van de Franse school en de vroegere Lage Lan den, met onder anderen stukken van Rubens en Breughel de Jon ge. Stadspleinen Wereldvermaard is Arras om zijn twee stadspleinen, de Grand' Place en de Place des Héros, in de volksmond Petite Place genoemd, en door de korte rue de la Taillerie met elkaar verbonden. Ze worden zonder onderbreking omzoomd door 155 huizen in Vlaamse barok stijl uit de zeventiende en acht tiende eeuw. De arcades van de huizen steunen op 345 zuilen van zandsteen en vormen één doorlopende wandelgang. Mid den op het plein rondkijkend kom je ogen tekort, zoveel mooie, vakkundig gerestau reerde gevels zijn er te bewon deren. Een meesterwerk, jubelde de schrijfster Simone de Beauvoir, die door het aanzicht zeer werd aangegrepen. Meer dan acht eeuwen geleden al waren de pleinen ontmoe tingsplaatsen voor handelslie den uit alle windstreken. Hier vonden ook de middeleeuwse toernooien plaats. De houten huizen die hier toen stonden werden eind 1500 vervangen. Op last van het college van sche penen geschiedde nieuwbouw of renovatie volgens strenge richtlijnen. Zo was het verbo den om huizen met vooruitste kende bovenverdiepingen te bouwen, wat tot dan toe gebrui kelijk was. Ze moesten een ho mogeen geheel vormen. Toch is er geen sprake van uni formiteit. Elk huis heeft een ei gen karakter doordat men ta melijk vrij was in de keuze van de hoogte van de geveltop en in het aanbrengen van versierin gen. De pleinen zijn uniek in Eu ropa; ze staan op de werelderf goedlij st van Unesco. Evenals Arras heeft ook Lille, zo'n veertig kilometer noorde De Place du général De Gaulle in Lille. foto's Nord-Pas de Calais/GPD Duinkerken LflM Arras Amiens Rouen Parijs FRANKRIJK LUX. Reims lijker, zijn Grand' Place en zijn museum van schone kunsten. Ze zijn net zo mooi, alleen groter dan in Arras. Je verwacht het niet, als je Lille haastig voorbij rijdt richting zuiden en wordt geconfronteerd met de chaoti sche bebouwing langs de auto route, maar het centrum van de stad heeft ontegenzeggelijk grandeur en flair. Lille bloeit sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, op, mede als gevolg van de aanleg van de Kanaaltunnel Ruim 150 identieke huizen in Vlaamse barokstijl domineren de Grand' Place in Axxag. (die tot veel nieuwe bedrijvig heid leidde) en de komst van de hogesnelheidslijnen Parijs-Lil- le-Londen/Brussel. Rond het nieuwe station Lille Europe, met de bekende hoogbouw van de Nederlandse architect Rem Koolhaas, is een futuristisch za ken- en winkelcentrum ont staan. Terrasjes Maar een paar kilometer ver derop klopt het oude hart. Hier zijn de levendige boulevards en de pleinen met de vele terrasjes. En de kleine straatjes van Vieux Lille, merendeels gerenoveerd, waar zich de luxe boetiekjes, galerietjes en restaurantjes be vinden: de rue de la Grande Chaussee, des Chats Bossus en de Esquermoise. Op een steenworp afstand van de voetgangerszones staat het Palais des Beaux Arts. Het is ge vestigd in een schitterend ne gentiende eeuws gebouw dat enkele jaren geleden volledig is gerenoveerd. Het is na het Lou vre in Parijs het grootste muse um van Frankrijk en het bezit collecties schilderijen van grote klasse, onder anderen van de Vlaamse suitgebreide chool (Rubens, Van Dijck en Jordaens) en van de Hollandse schilder kunst (Jacob van Ruysdael, Pie- ter Lastman). Rindert Paalman Meer informatie over Lille: Of fice de Tourisme de Lille, Palais Rihour, BP 205, 59002 Lille Cedex, tel. 0033-320219421, fax:0033-320219420. Meer informatie over Arras: Of ficie de Tourisme d' Arras, Hotel de Ville, Place des Héros, 62000 Arras, tel. 0033-321512695, fax: 0033-321710734. Roubaix, niet ver van Lille, was vanwege de vele textiel- en pa pierfabrieken eens de stad van de duizend schoorstenen. Een grauwe industriestad. Er rookt al lang geen schoorsteen meer, maar het imago is ze niet meer kwijtgeraakt. Geen omweg waard dus. Of toch wel? Sinds vorige herfst heeft Roubaix een bijzonder kunst- en industriemuseum. Het is gevestigd in een zwembad uit circa 1930, dat daarvoor een textielfabriek was. Het gebouw is opgetrokken in art deco-stijl. Het mooiste zwembad van Frankrijk, zo wordt het museum genoemd. Door de grote gekleurde ramen aan de voor- en achterzijde oogt het als een basiliek, Het zwembassin met de olym pische afmetingen van 50x12 meter is geheel in tact gelaten; het wa ter zorgt voor een spiegelend effect. De grote kleedruimtes en gan gen zijn ingericht met schilderijen en beelden uit de negentiende en twintigste eeuw, waaronder werken van Bonnard. Kupka en Van Dongen. De meeste zijn afkomstig uit het Museum d'Orsay, het Mu seum voor Moderne Kunst en het Museum Rodin in Parijs. De badhokjes op de lange eerste en tweede galerijwaarvan de hou ten deurtjes zijn vervangen dor glazen, doen dienst als vitrines voor industriële kunst, vooral textiel en mode. In 2004, wanneer Lille culturele hoofdstad van Europa is, wordt in het museum een ten toonstelling van schilderijen van Picasso en Gaugin gehouden. Musee d'Art et Industrie, 23 rue des Champs, Roubaix, tel. 0033- 320692360, e-mail lapiscine.musee@mairie-roubaix.fr. Op maandag gesloten. De regio Nord Pas de Calais, waarvan Lille het centrum is, was na Lotharingen eens het belangrijkste kolenmijngebied van Frankrijk. Op het hoogtepunt, rond 1960, vonden meerdan 150.000 mensen er emplooi. In 1990 echter ging de laatste mijn dicht; de op brengsten wogen bij lange na niet meer op tegen de kosten. Nu wordt alleen nog op vrij kleine schaal gedolven in de buurt van Grenoble en Gap en in Lotharingen. In het Historisch Mijncentrum in Lewarde, acht kilometer ten oosten van de stad Douai, is op voor treffelijke wijze de fascinerende geschiedenis van de mijnen in deze streek, die al rond 1730 begint, in beeld gebracht. Het centrum is ge vestigd op een voormalig mijncomplex en met een grootte van acht hectare het grootste mijnmuseum van Frankrijk. Sinds de openstel ling, enkele jaren geleden, is het ook een van best bezochte musea. Het toont de mijnindustrie in al haar facetten, niet alleen het tech nische productieproces, ook de dagelij kse gang van zaken in de mij nen en de sociale geschiedenis, inclusief de bittere ellende van de werkers in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw en de grote rampen. Voormalige mijnwerkers gidsen de bezoekers van de kleedkamers naar de lampenopslagplaa ts, van de kroeg naar de paardenstallen. Vervolgens gaat het met een mijntreintje naar de mijnen, waarin men - althans die illusie krijgt de bezoeker - tot 480 meter onder de grond 'afdaalt'. Centre historique minier, Fosse Delloyc, Lewarde, tel: 0033- 327958282, w^w.chm-lewarde.com. Alle dagen geopend. Spannend en romantisch te gelijk: wandelen bij het licht van de zilveren maan. Wie dat altijd al eens samen met een bos wachter heeft willen doen, kan op vrijdag 24 mei terecht in het Lauwersmeergebied. Wordt het de leek meteen duidelijk hoe boeiend de natuur ook bij nacht kan zijn. De ongeveer 2,5 uur durende tocht begint om 22.30 uur in de Bosschuur, De Rug 1 in Lauwersoog. Kosten: 3 euro per persoon; kinderen tot 12 jaar gratis. Aanmelden: telefoon 0519-34 51 45 (tussen 09.00 enl2.00 uur). Tuin en kunst, het is een steeds vaker voorkomende combinatie. 'De Tienhof' in het Utrechtse Tienhoven haakt daar 'op in met de expositie 'De Mens in Beeld'. In de grote boer derij tuin staat werk opgesteld van ongeveer twintig bekende beeldhouwers dat van 12.00 tot 17.00 uur bekeken kan worden op vrijdag 24, zondag 26 en vrij dag 31 mei. Meer informatie: te lefoon 0346 -281 728. Het Geheim van de Bosch plaat is één van de bekend ste boekjes uit de serie 'Kapitein Rob', een strip die zijn grootste populariteit beleefde in de jaren vijftig. De stoere zeebonk en zijn doortrapte tegenstrever professor Lupardi raakten da nig in de vergetelheid; de Bosch plaat, een van de ruigste stukjes Terschelling, bestaat nog steeds en is de unieke thuishaven van duizenden krijsende zilver- en mantelmeeuwen. Staatsbosbe heer leidt bezoekers op 23,24, 28, 30 en 31 mei rond door het Europees Natuurreservaat en vertelt de excursiedeelnemers over nestbouw, eieren en jongen van deze vogels. Ook de ont staansgeschiedenis van het re servaat waar eb en vloed vrij spel hebben, komt aan bod. De ongeveer 1,5 uur durende wan delingen beginnen om 12 uur. Kosten: 4 euro per persoon, kin deren tot 12 jaar 1 euro. Meer informatie (over onder meer startpunt en kaartverkoop): VW, W. Ba- rentszkade 19a, Terschelling- West, telefoon 0562 - 443 000. Elke zichzelf respecterende stad organiseert tegen woordig wel een meerdaags mu ziekfeest, maar Breda heeft er zelfs een aantal. Één daarvan, het popfestival, dat sinds 1995 onder de wervende naam 'Breda Barst' door het leven gaat, wordt dit jaar op 25 en 26 mei gehouden. Het woedt niet meer, zoals voor heen, op het terrein van de voor malige Chassé-kazerne (te klein geworden) maar in het stads park Valkenberg. Er worden zo'n 10.000 bezoekers ver wacht. Meer informatie: 076 - 522 64 00 en internet www.bredabarst.nl Wie wel eens wat meer zou willen weten over bijen kan nog tot en met 25 mei te recht in bezoekerscentrum Drents Friese Wold aan de Ter- wisscha 6a in Appelscha. Niet alleen vertellen imkers daar over hun passie, maar ook richt te Staatsbosbeheer een exposi tie in over bijen'en alles wat daarmee samenhangt. De ten toonstelling is geopend van 10.00 tot 17.00 uur; de toegang is gratis. Meer informatie: telefoon 0516- 46 40 20. De plaats Valkenswaard dankt er zijn naam aan. Ooit immers was daar de be roemdste valkeniers-school van Nederland gevestigd. Maar het beroep stierf langzaam maarze ker uit. Nu is het een hobby die in Ne derland nog maar door enkele mensen wordt uitgeoefend. Een zo'n valkenier demonstreert zijn kunsten (en die van zijn vo gels uiteraard) op zondag 26 mei bij schaapskooi Twilhaar op de Sallandse Heuvelrug (Palthe- weg) bij Nijverdal. Belangstel lenden zijn welkom van 13.30 tot 15.30 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 31