Scheer niet iedereen over één kam Dierentuin wil bezoekers vooral iets bijbrengen :ËÊËm Paula Leonora van Lynden, barones 25 zaterdag 18 mei 2002 Integratie. Je aanpassen aan een andere cultuur. Wantrouwen voor wat vreemd is doorbreken. Daar heeft Paula Leonora baro nes van Lynden in haar leven veel ervaring mee opgedaan. In '49 zag ze het levenslicht in Sumatra, waar haar vader planter in koffie en thee was. Anderhalf jaar later verhuisde het gezin Van Lynden terug naar Nederland. Paula trouwde met een Tunesiër, met wie zij zeven jaar in Frankrijk ging wonen; daarna acht jaar in zijn geboorteland en weer in Ne derland, op de vlucht voor een ca tastrofaal, dictatoriaal regime. Intussen heeft het gezin z'n draai gevonden, maar Paula Leonora van Lynden is geschrokken van de manier waarop er tegen haar on miskenbaar Arabische man en kinderen wordt aangekeken. ,,Ik zou willen dat de mensen bleven zien, dat een volk uit individuen bestaat." Ze is van adel, maar praat er eigen lijk nooit over. Haar vader huisde vroeger op kasteel Ter Hooge bij Mid delburg. „Dat was van de familie. Een familie van oude adel, mijn vader is baron en mijn grootvader graaf." Paula woont gewoon in een Souburgs rijtjeshuis. „Ik kom niet van de rijke tak. Bij mijn grootmoeder was het veel deftiger, met personeel dat kwam op dienen als je schelde. Mijn grootmoe der stond erg op etiquette. Op een na tuurlijke wijze. Ze woonden bij het landgoed Berkenbosch, waar mijn grootvader het bos onderhield, bij Oostkapelle. Ik vond het daar altijd heel deftig. Bij het eten moesten we daar ook altijd echt op tijd zijn. Voor mij was het vooral belangrijk dat het grote huis zo'n enorme zolder had, een biljart, oude kisten met verkleedspui len, dat Mina de meid zo lekker kookte en dat het zo gezellig was om bij haar te zitten.Gewone dingen eigenlijk, die elk kind leuk vindt." Dat andere, geld en bezit, zei haar weinig. Gebrek kende ze niet in haar jeugd. „Misschien was ik daarom niet erg op status en materiële zaken. Een zegelring met het wapen erin..heel eenvoudig, kenmerk van de oude adel zegt men..dat vond mijn zuster dan heel interessant. Ik veel minder." Au pair Zoals gebruikelijk in gegoede kringen werd Paula na haar eindexamen een jaartje naar het buitenland gestuurd. Ze ging als au pair naar Grenoble. Daar kreeg ze het welgemeende advies alle Arabieren te mijden. „Frankrijk had die onafhankelijk heidsoorlog van hun voormalige kolo nie Algerije achter de rug. De senti menten waren nog hevig. Ik vond de waarschuwing maar vreemd. Zijn er geen goede én slechte mensen in elk volk?" Vrij snel na haar aankomst in Gren oble ontmoette zij haar toekomstige man. Jawel: een Arabier, een Tunesiër. Ze vond Mohamed Benaïssa, die wis kunde en informatica studeerde aan de universiteit van Grenoble, direct sympathiek. Ondanks het leeftijds verschil - zij was 18, hij 33 - wilde zij hem beter leren kennen. „Mohamed vond niet alles goed. Eindelijk eens ie mand die tegenwicht bood, geen ja knikker. Ik voelde grenzen en dat was prettig." Het feit dat Paula een half jaar eerder bij haar au pair-familie kon vertrek ken dan de bedoeling was, leek een streep door de rekening te zijn. Terug in Nederland echter, hield de liefde stand. Ondanks de barrières die stu die, afstand en drukke persoonlijke levens opwierpen. Er ontstond een ro mantische, intense briefwisseling - Paula Leonora Benaïssa van Lynden: „Ik kom niet van de rijke tak. drie jaar lang. „Later heb ik nooit meer zoveel geschreven als toen, en in het Frans! Wij drukten ons allebei graag en goed uit op papier. Véllen lang gesublimeerde passie, zou je kunnen zeggen." „Toen hij op een gegeven moment in Lille ging wonen en het zo uitkwam dat we elkaar weer konden zien, wis ten we allebei zeker dat we ons leven met elkaar wilden delen. Hij heeft toen ook mijn ouders ontmoet en dat beviel van beide kanten. Mijn ouders waren vrij liberaal. Ze hebben wel in formatie ingewonnen, maar dat ging er dan vooral om dat hij uit een familie kwam die in moreel opzicht in orde was. Verder was het een huwelijk uit liefde en dat vonden ze belangrijk. Binnen een jaar waren we getrouwd. In trance Ze bezochten El Kef, de hete, berg achtige Berber-streek bij de Algerijn se grens waar de familie Benaïssa grond bezit.Ik werd heel goed ont vangen. De omgang tussen de mannen en vrouwen was binnen zijn familie heel natuurlijk; er was geen strikte scheiding." In de eigen moskee van zijn familie werd een groot feest gegeven ter ere van Paula Benaïssa van Lynden. „Er was muziek, er was couscous klaarge maakt, er werd gedanst. Sommige vrouwen raakten in trance. Ik vond het zo puur en oer. Dat trancedansen heeft niets met de islam te maken, dat was een overblijfsel uit de tijden van daarvóór, van een animistische gods dienst. Een van Mohameds tantes kon je in trance brengen, alleen door haar hand op je schouder te leggen. Degene die zij aanraakte, begon op een speci ale manier van links naar rechts te wiegen, uren en uren. Je zag geen en kel teken van uitputting. Hun ogen keken door je heen. In die trance-toe- stand heb ik een meisj e een brandende stoof zien oppakken en in haar han den houden zonder dat ze daar blaren of ander letsel aan overhield. Die tan te heeft toen ook mij aangeraakt en hoe het kon weet ik niet, maar in één klap was ook ik in trance. Korte tijd was er geen heden, geen verleden, ver bonden met het al of hoe noem je he- t..ik raakte bijna uit mijn lichaam, of zo." Het was van het begin af aan de be doeling uiteindel ijk in Tunesië te gaan wonen. Mohamed wilde, nu hij zijn studie had afgerond, terug naar zijn land om het te helpen opbouwen. Maar het leek hem verstandiger eerst een tijd in Frankrijkte wonen, bij wij ze van overgang. „Hij werkte als ana list-programmeur bij een informati- cabedrijf in Arras. Ik had al yrij gauw twee dochters, Samira en Nabira. De nogal grijze, industriële streek waarin huis in een stadje vlakbij de hoofd stad: Bardo. Ik was toen al 29, de kin deren zes en zeven en mijn man 45. Samira en Nabiha spraken geen Ara bisch en geen Nederlands. Alleen Frans. Dus die moesten naar Arabi sche les. Toen ze later weer naar Ne derland kwamen, al 14 en 15 jaar oud, moesten ze weer Nederlands leren. Dat gold ook voor mijn zoon Ramzi, die in Tunesië werd geboren." Ze denkt graag terug aan de tuin van Bardo. „Op de veranda kon je de heer lijke geur van jasmijn en rozen op snuiven. We hadden er onze eigen mispels, mandarijnen, druiven en ci troenen." Bardo telde in 1979 ongeveer een mil joen inwoners. Een grote stad dus. „Ik heb het er als vrouw helemaal niet las- we terechtgekomen waren en het flat je waar we woonden vond ik niet zo leuk. Mijn vriendinnen woonden ver weg. Mijn man en ik waren erg op el kaar aangewezen. In gezelschap merkte ik dat mijn kennis van de Franse taal net niet genoeg was om de nuances te snappende grapj es die ge maakt werdenIk heb daar een be langrijk ding van geleerd: je raakt heel makkelijk in een isolement als je de taal van het land waar je woont niet góed beheerst. Ik was soms wat een zaam daar, En dan sprak ik nog vrij goed Frans, maar ik kan me goed voorstellen hoe moeilijk het zijn moet voor de vaak amper geschoolde Ma rokkaanse vrouwen die hier Neder lands onder de knie moeten krijgen Na zeven jaar was de tijd gekomen om naar Tunesië te gaan.,We kochten een tig gehad. Al vrij gauw sprak ik Tune- sisch, en als mannen iets probeerden zei ik: mijn man is Arabisch, kijk uit! Ik heb me nooit aan hoeven passen qua kleding en mijn dochters ook niet. Zij werden helemaal geaccepteerd, en ik ook. Nooit heb ik de dwang gevoeld om bijvoorbeeld hun godsdienst over te nemen. Als ik de straat opging, kwamen de buurvrouwen naar me toe, vragen hoe het met de kinderen ging...écht geïnteresseerd! De con tacten waren zo gemakkelijk, zelfs in het begin, toen ik nog amper Tune- sisch sprak. Ik ondervond daar veel saamhorigheid. Van een cultuurschok is eigenlijk nooit sprake geweest. Maar mijn man kwam wel uit een in tellectueel milieu, mijn schoonouders stonden erg open voor kennis en nieu we dingen. Ze vierden bijvoorbeeld Kerstmis met ons. Dat vonden ze een prachtig feest." Paula verdiepte zich in de Arabische geschiedenis en ont dekte een wereld van bonte kleuren en kruidige geuren. „Alles heeft er geur: de rozen, de dennenbomen, de par- fumsouks.Mijn man vindt hier in Nederland dat groene en frisse zo heerlijk, maar hij mist de geuren." Het is nooit de bedoeling geweest naar Nederland terug te keren. In Tunesië was het, aanvankelijk, goed. Moha med zette een goedlopende fabriek op in parfums en onderhoudsmiddelen. Maar het politieke klimaat verander de toen er een andere regering kwam. „Zakkenvullers. Met aan het hoofd Bourguiba, een dictatortje dat zich zelf voor het leven tot regeringsleider benoemd had. Onder dat bewind stortte de economie in, de staatskas raakte leeg, de corruptie nam toe. In dat klimaat zagen de moslimfunda mentalisten hun kans schoon. In hun visie ging het verkeerd met het land omdat de mensen niet volgens Allahs wetten leefden en te zeer op het wes ten gericht waren. Het heersende regi me was erg bang voor het opkomend fundamentalisme. Mensen met baar den werden opgepakt. Protesten wer den gewelddadig de kop ingedrukt. Opeens zag je op straat patrouilles en politieagenten die met knuppels op de mensen insloegen. Er was geen vrij heid meer, mensen werden zonder vorm van proces in de gevangenis ge gooid. Niemand studeerde meer, het laatste jaar was de universiteit voort durend omsingeld doorpolitie. Ze wa ren bang dat de intellectuelen een re volutie zouden ontketenen. Soms mochten we ons huis niet meer uit, omdat de staat van beleg was afge kondigd, Bijvoorbeeld toen er onlus ten waren omdat de broodprijzen enorm gestegen waren. Op een be paald moment ging ik boodschappen doen in de souk, in Tunis, toen opeens iedereen de winkels in vluchtte. Er werd met traangas gegooid. Er kwam foto Lex de Meester een man op me af met een opgeheven knuppel. Toen werd ik echt bang. Voor wat mijn kinderen te wachten stond, vooral. Toen heb ik gezegd: we gaan naar Ne derland." Hangende pootjes In Nederland was het gezin terug bij af. Mohamed kwam op zijn 55e in een land dat hij alleen van vakantie ken de „Het is heel moeilijk geweest, ook voor de kinderen. Alleen de taal al; ze spraken helemaal geen Nederlands. Mijn man kon niet meer aan het werk in de informatica, daar was hij te oud voor. Dat we hier in Zeeland terecht kwamen was logisch, want mijn ou ders wonen hier. Een paar maanden zaten we in het tuinhuisje van Ter Hooge. Heel moeilijk was dat, met hangende pootjes terugkomen en weer wennen aan Nederland. In klei ne dingen waren we toch anders. Al was het maar omdat er couscous op tafel kwam en omdat we halverwege zinnen van het Frans of Nederlands op Arabisch overschakelden, of an dersom." Ze is geschrokken van het wantrou wen waar haar man en kinderen tel kens weer doorheen moesten breken. „Mijn zoon is vaak geweigerd in hore cagelegenheden. Een van mijn doch ters kreeg te horen: ga naar je land te rug. Maar teruggaan is geen optie. Ik heb het nu weer goed naar mijn zin Ik schilder en speel toneel. Mijn man is intussen gepensioneerd. Samira werkt bij de televisie, Nabiha bij de politie. Ramzi studeert economie. Ik zou willen dat de mensen bleven zien dat een volk uit individuen bestaat. Geef die medemens met dat Arabische uiterlijk een kans voordat je een oor deel velt. De ene Tunesiër is de andere niet. De ene Marokkaan is de andere niet. Scheer alsjeblieft niet iedereen over één kam." Ondine van der Vleuten Een dierentuin is meer dan apies kijken. Moderne dierentuinen zetten zich steeds meer actief in voor het behoud van bedreigde diersoorten in hun na tuurlijke leefomgeving, ..Heel vroeger wilde men de mensen het wonder der schepping tonen door de veelheid en diversiteit aan soorten te laten zien. Nu wil een dierentuin de bezoe kers vooral iets bijbrengen over hoe de dieren in het wild leven. De nadruk ligt hierbij op natuurbescher ming," Dat zegt Bart Hiddinga van de Stichting Die rentuinen Helpen, een organisatie die in april 1997 is opgericht door twaalf Nederlandse dierentuinen. De stichting is gehuisvest op het terrein van Artis, dat april zijn 150-jarig bestaan vierde. Elke dierentuin stort jaarlij ks een bedrag in een fonds waaruit verschillende natuurbehoudprojecten wor den betaald. Bedreigde, soms zelfs in het wild uitge storven, diersoorten worden in dierentuinen gefokt om ze later terug te plaatsen in hun oorspronkelijk leefgebied. Een klassiek voorbeeld is de herintroduc tie van het gouden leeuwaapje in Brazilië. „Twintig jaar terug stond dit aapje op uitsterven. De dierentui nen, overal ter wereld, staken de koppen bij elkaar en begonnen in nauwe samenwerking met de Brazili aanse regering een internationaal fokprogramma. De dieren werden na een training terug in het wild ge bracht." Datzelfde wordt gedaan voor de Arabische oryx (antiloop) in Oman, torenvalk en echoparkiet op het eiland Mauritius en de Europese nerts in Estland. .Vorige week nog kreeg ik bericht dat er voor het eerst sinds decennia weer een Californische condor is ge boren uit exemplaren die een paar jaar terug zijn uit gezet in Californië", zegt Hiddinga. Herintroductie van bijna verdwenen dieren betekent dat de situatie al te ver heen is, aldus Hiddinga. „Dat moet je proberen te voorkomen door natuurbescher ming ter plekke te ondersteunen." Een leuk voor beeld is de Afrikaanse wilde hond in Zimbabwe. „De ze wilde hond is zeer bedreigd door ziektes die door huishonden worden overgedragen. Vrijwilligers za melen geld in door presentaties te houden en souve nirs te verkopen uit Zimbabwe. Met de opbrengst worden vaccins gekocht om de huishonden rond een nationaal park in te enten zodat de wilde honden be schermd zijn tegen infecties waartegen zij geen weer stand hebben." In hetzelfde Artisgebouw huist ook de Europese asso ciatie van dierentuinen (EAZA). De EAZA streeft eveneens naar natuurbescherming ter plekke. Een van de campagnes is Óe aanleg van groenstroken in -Ü Bart Hiddinga van de Stichting Dierentuinen Helpen in Artis bij de Algazelle. foto Roland de Bruin/GPD het Atlantische regenwoud langs de kust van Brazi lië. „We proberen hiermee versnipperde stukjes bos met elkaar te verbinden, zodat geïsoleerde groepen apen weer met elkaar kunnen mengen. Dat verhoogt de kans op overleving." Er wordt niet alleen met geld geholpen, ook met overdracht van kennis. Zo wordt er in Oeganda een vervallen dierentuin omgetoverd in een educatief centrum voor de lokale bevolking. „We hebben veel ervaring met educatie. Bijvoorbeeld: hoe komt je boodschap het beste over bij de mensen", zegt Hiddinga. „Inwoners van een miljoenenstad hebben nog nooit een giraffe, olifant of zebra gezien. Zij mis sen het geld voor een weekendsafari. Het educatie centrum wil daarom de lokale bevolking in contact brengen met levende dieren." Ook op praktisch vlak wordt in de bres gesprongen Bijvoorbeeld de hulpactie voor de zwartvoetpinguïns in Zuid-Afrika. Deze zeldzame pinguïns werden in 2000 bedreigd door stookolie van een gestrande tan ker. Zeven ervaren dierverzorgers werden naar Zuid- Afrika gestuurd om de dieren schoon te maken, te voeden en te helpen met terugkeer in de natuur. Dierentuinen vervullen een onmisbare functie bij het onderzoek van dieren in het wild. Om het gedrag van wilde honden of olifanten te volgen worden ze vaak voorzien van een zender in een halsband. „Maar de vorm en kwaliteit van die halsband moet eerst wor den uitgeprobeerd. En dat kun je beter doen bij dieren in gevangenschap dan in het wild, anders verstoor je onnodig het groepsleven", zegt Hiddinga.Dierentui nen blijven nodig, ondanks schitterende natuurfilms op televisie, vindt Hiddinga. „Oog in oog contact met een dier doet de mensen veel meer, daar ben ik van overtuigd." Hij noemt de Apenheul in Apeldoorn Daar kunnen bezoekers onder begeleiding van ver zorgers doodshoofdapen voeren. „Vooral als het koud is hangt zo'n beestje lekker dicht tegen je aan. Ik heb mensen een uur lang gebiologeerd zien kijken naar een aapje dat onder hun wanne jas in slaap was geval len. Dat doet meer dan een natuurfilm kijken op de bank met een zak chips en een glas cola bij de hand." Het jaarlijks stijgend bezoekersaantal ondersteunt zijn opvatting. De Nederlandse dierentuinen trekken inmiddels samen al meer dan tien miljoen mensen. Dat biedt enorme kansen. „Andere natuurbescher- mingsorgansiaties zoals Wereldnatuurfonds begin nen nu eindelijk ook in te zien dat dierentuinen meer zijn dan apies kijken. We zijn hard op weg een serieu ze gesprekspartner te worden, vooral op educatief ge bied. Dierentuinen bieden een enorm platform voor voorlichting over natuurbescherming. Peter de Jaeger

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 25