Wie de taal niet spreekt, is als een blinde
lil
23
Inburgeringscursus
zaterdag 18 mei 2002
icursussen leren nieuwkomers de weg te vinden in de Nederlandse samenleving.
Het gaat niet goed met de in
fo urgeringscursussen. Eén op
de vijf deelnemers aan deze ver
plichte cursus haakt voortijdig af.
Ook hebben allochtonen nauwe
lijks baat bij de taalles, zo blijkt
uit een onderzoek in opdracht van
het Rijk. Zestig procent zou na af
loop niet in staat zijn in het Neder
lands de weg te vragen of de dok
ter uit te leggen wat eraan scheelt.
Een bezoek aan cursussen in Vlis-
singen en Middelburg.
De vraag luidt: hoeveel woorden
telt deze zin: 'Wat is er toch met u
aan de hand?'
De elf cursisten tellen op hun vingers.
„Zeven", zegt Murat. Zes",denkt Ar-
poan. Salana: „Acht", waarna Ouafi-
la aarzelend met 'negen' komt. „Ie
mand anders meer of minder?"
Docent Marius Roeting kijkt het klas
lokaal van het Regionaal Opleidings
Centrum (ROC) in Vlissingen rond.
„Het zijn er negen", maakt hij aan de
onzekerheid een einde.
Langzaam herhaalt hij de zin en geeft
met zijn vingers het aantal woorden
aan. Murat maakt lachend een klein
wegwerpgebaar: nu Roeting zo lang
zaam praat is het aantal woorden veel
beter te horen. Vervolgens luistert hij
geconcentreerd naar de volgende zin:
'Het telefoonnummer van de dokter
centrale staat in de krant'. „Tien
woorden, dertien, negen", klinkt het
in het lokaal.
De 23-jarige Murat woont sinds negen
maanden in Zeeland. Hij is getrouwd
met een Zeeuwse en werkt in een piz
zeria inBurgh-Haamstede. Hij vindt
de inburgeringscursus belangrijk en
noodzakelijk. Yasamak"zegt hij
Hij pakt zijn woordenboek Turks-Ne
derlands en wijst aan: leven meema
ken. „Ik wil yasamak, ik wil het leven
meemaken." Dat is zijn streven: mid
den in de samenleving staan, vrienden
maken, samen plezier hebben. „Sa
men", zegt hij nogmaals met nadruk.
Een goede taalvaardigheid is belang
rijk om vooruit te komen, beseft ook
Fatih. Want hoewel hij nog maar zo'n
negen maanden geleden Turkije voor
Nederland verruilde, weet hij
dondersgoed dat diploma's de sleutel
zijn tot succes.
De 23-jarige Salama is ook nog niet zo
lang in Nederland. Haar bruidegom
nam haar qiee naar Vlissingen en daar
ontdekte zecïa^ze met veel Marok
kaanse leeftijdgenoten niet eens kan
praten. Velen spreken immers alleen
maar Nederlands, merkte ze tot haar
grote verbazing. Ook wil ze kunnen
praten met haar buren, zegt ze terwijl
ze in de kantine van het ROC-filiaal
wat vruchtensap drinkt.
De groep van Roeting bestaat uit elf
volwassenen. Marokko en Turkije zijn
de hofleveranciers. Daarnaast komen
er deelnemers uit Thailand, Indone
sië, Sri Lanka, Congo en Azerbei
dzjan. Afgezien van Manoka (35)uit
Congo zijn alle deelnemers naar Ne
derland gekomen als bruid, bruide
gom of partner van een Zeeuw. Mano
ka onvluchtte het oorlogsgeweld in
haar land. Ze spreekt goed Frans
maar is toch liever in Nederland dan
in Wallonië of Frankrijk. „Het is hier
prettiger", zegt ze aarzelend. En de
cursus, die volgt, ze graag, hoewel het
Nederlands wel heel erg moeilijk is.
Vooral de zinsopbouw, dat is haar gro
te probleem. De Arabisch-spreken-
den knikken en zeggen dat ze ook erg
moeten wennen aan het totaal andere
schrift en het feit dat ze niet van
rechts naar links moeten schrijven en
lezen maar in tegengestelde richting.
Weg vinden
De inburgeringscursus leert de
nieuwkomers hoe ze hun weg moeten
vinden in de Nederlanderse samenle
ving. Wie alle cursussen volgt is een
jaar bezig. Na die tijd moeten de deel
nemers zichzelf kunnen redden. Dan
zijn ze in principe in staat zelfstandig
boodschappen te doen, kunnen ze de
dokter uitleggen welk probleem ze
hebben en weten ze het een en ander
van de Nederlandse samenleving.
Want de cursus omvat naast de taalles
ook maatschappij-oriëntatie en be
roepsoriëntatie. De inburgeraars
krijgen lessen over landschap, huizen,
dieren, eetgewoonten en dat soort za
ken, Maar ook over de hier geldende
normen en waarden; dat homoseksua
liteit in Nederland geen zonde is en
dat velen ongehuwd samenwonen.
De cursus is er dus deels op gericht te
leren hoe je je kunt redden in het dage
lijks leven, maar vormt voor de cursis
ten die daartoe gemotiveerd zijn, ook
een voorbereiding op werk. Door er
varing wijs geworden, legt de cursus
de laatste jaren steeds minder nadruk
op de grammatica.
De ROC's starten, waar mogelijk, met
inburgeringslessen in de eigen taal.
Voor de klas staat dan bijvoorbeeld ie
mand die Marokkaans en Nederlands
spreekt. Dat maakt het al een stuk
makkelijker voor de cursisten. Ruim
Verbazing overheerst bij lerares Riet
Siero als slechts drie van de zeven
leerlingen voor de les Maatschappij
oriëntatie op komen dagen in de Mid
delburgse vestiging van het ROC aan
de Latijnse Schoolstraat. Voor aan
vang vertelde ze nog trots, dat slechts
een enkeling soms afwezig is. Nu zit ze
echter met een meer dan gehalveerde
groep. „Is echt zeer uitzonderlijk",
zegt ze enkele malen. Mustapha (36,
Marokko), Linh (22, Vietnam) en Na-
habad (38, Irak) knikken bevestigend.
Zeker de beide Kroaten en de Turkse
vrouw zijn volgens hen trouwe cursis
ten terwijl de Turkse man wel vaker
niet op komt dagen.
Siero is aan het begin van de les iets
van slag. Net nu er een journalist aan
wezig is, blijven zoveel stoelen in haar
klaslokaal leeg. Ze is dan ook bijna
opgelucht als later blijkt dat de twee
Kroaten 's ochtends met spoed rich
ting Groningen zijn afgereisd wegens
een ernstig verkeersongeval van een
familielid. Een collega van haar
probeert ondertussen - vergeefs - de
beide afwezige Turkse cursisten te
traceren. Want de deelnemers horen
de cursussen te volgen. Ongeoorloof
de afwezigheid wordt in principe niet
getolereerd.
Roeting geeft aan dat hij te maken
heeft met volwassenen die zich niet
laten behandelen als kleine kinderen.
Afwezigheid heeft vaak een goede re
den, zegt ook Siero. Toen de oorlog in
Afghanistan uitbrak bleven veel Af-
ghanen thuis, bijna letterlijk gekluis
terd aan de tv. „Ze zagen bommen val
len op dorpen waar familie woont."
Roeting zwijgt even en vraagt dan:
„Zou u naar school gaan als uw fami
lie gebombardeerd wordt?"
Hij merkt verder op, dat cursisten het
vaak moeilijk vinden om hun eigen
agenda te beheren. „Als een huisarts
zegt, komt u maar om 11.00 uur, zal
zowat niemand verzoeken om een an
der tipstip. Dan gaat het bezoek aan
de huisarts voor de cursus." Salama,
Zakia en Ouafila lachen als hen ge
vraagd wordt naar stiptheid. Neder
landers leven volgens de drie jonge
Marokkaanse vrouwen erg met het
horloge in de hand. Dat is voor hen wel
wennen.
Zowel Roeting als Siero benadrukt
dat de uitval van cursisten op Walche
ren minimaal is. Leerlingen moeten
een cursus overdoen als ze de stof on
voldoende beheersen. Aan de hand
van toetsen stellen de docenten tij
dens en aan het eind van de cursus
vast of de leerlingen de stof voldoende
foto Wim Vleghaar/ANP
hebben opgestoken. Siero kan zich
dan ook niet goed voorstellen dat een
van haar leerlingen na afloop nauwe
lijks in staat zou zijn om een gesprek
met de dokter te voeren. Vergeleken
met de Randstad zijn in het Zeeuwse
de groepen vaak kleiner. Volgens haar
komt dat de kwaliteit ten goede.
Homo
Siero vertelt haar uitgedunde klasje
over de verschilende woonvormen.
Alle drie de cursisten kennen inmid
dels het begrip 'samenwonen': komt in
hun thuisland niet tot nauwelijks
voor. „Kinderen blijven bij hun ou
ders tot ze trouwen", aldus Linh. De
drie kijken wat vreemd op als ze ver
volgens horen dat twee mannen of
twee vrouwen in Nederland kunnen
trouwen. „Mag niet bai oens", zegt
Nahabad.Dedocenteprobeerthaarte
verleiden tot een discussie maar daar
voor is de taalvaardigheid van de
Koerdische nog onvoldoende. Wel
wordt duidelijk dat de drie cursisten
homoseksualiteit niet veroordelen.
Mustapha merkt wel stilletjes op dat
ook niet alle Nederlanders staan te
juichen als twee mannen of twee vrou
wen trouwen.
Siero en Roeting geven los van elkaar
aan dat ze de cursisten niet omvormen
tot nieuwe Nederlanders. De deelne
mers worden wegwijs gemaakt in de
nieuwe samenleving, leren het een en
ander over de normen en waarden
maar ze moeten zelf kiezen welke ze
oppikken en welke niet.
Nahabad's cursus neemt wekelijks
13,5 uur in beslag. Ze vindt het tempo
en de intensiteit van de cursus veel te
laag. Ze zou veel liever een intensieve
cursus volgen zodat ze in bijvoorbeeld
een halfjaar al is ingeburgerd. Musta
pha en Linh vallen haar bij. „Nu gaat
het wel erg langzaam." Siero kan ech
ter niets veranderen aan het tempo.
De overheid betaalt en bepaalt im
mers en heeft gekozen voor een les
programma van 13,5 uur in de week.
Tot verdriet van de Koerdische uit
Noord-Irak is er nu ook geen tijd om af
en toe eens met alle vrouwen te gym
men om elkaar op een andere manier
te leren kennen.
De drie cursisten van Siero vinden net
als de leerlingen van Roeting dat de
overheid er goed aan gedaan heeft de
cursus verplicht te stellen. Mustapha:
„Wie hier de Nederlandse taal niet
spreekt loopt rond als een blinde. Dan
blijft veel onzichtbaar en ongrijp
baar."
Emile Calon en Dick Hofland
Docente Siero (1) probeert haar klas te verleiden tot een discussie,
maar de taalvaardigheid is nog onvoldoende, foto Lex de Meester
tachtig Marokkanen i'n Amsterdam-
Osdorp hebben dat voorbeeld recen
telijk gevolgd en zelf een inburge
ringscursus opgezet met behulp van
het Nederlands Centrum Buitenlan
ders (NCB) en de gemeente. Onderwijs
in de eigen taal is voor Marokkanen en
Turken in de grote plaatsen buiten
Zeeland soms nog wel te regelen, maar
aangezien de inburgeraars tegen
woordig uit de hele wereld komen, is
dat voor de meesten onbereikbaar.
Afhakers
De inburgeringscursus, en vooral het
leren van de Nederlandse taal, is ver
plicht. De overheid dreigt afhakers
met het verminderen van de uitke
ring. Afgezien daarvan vinden alloch
tonen inburgeren zelf ook een noodza-
-kplijke voorwaarde om hier een goed
leven te kunnen leiden. Dat bleek al
thans uit een vorig jaar gehouden on
derzoek van het Nederlands Centrum
Buitenlanders. Volgens een zeer re
cente meting van de overheid haakt
evenwel de helft van de inburgeraars
voortijdig af of spreekt aan het eind
niet dan wel nauwelijks Nederlands.
Het ROC-Zeeland merkt, dat het niet
starten met de inburgeringscursus of
het voortijdig afhaken vaak uit goede
redenen voortvloeit: een gebrek aan
kinderopvang, verhuizing naar een
andere stad. Of: omdat er werk is ge
vonden. Dan vinden de allochtonen
het op dat moment niet nodig om een
cursus te volgen, want hun doel is be
reikt: een financieel zekere toekomst
voor hun gezin. Bij vrouwen is zwan
gerschap een veel voorkomende reden
om niet te komen of af te haken..
Linh helpt Mustapha bij het opstarten van een cd-rom.
foto Lex de Meester