PZC Lichtvervuiling groot probleem Van salaris tot salami Dino op zijn achterste benen Nieuwe diode leidt tot betere beeldschermen Proefpersonen aan de wandel 12 Sterrenhemel dreigt te verzuipen in stadslicht *5 postzegels zaterdag 18 mei 2002 door Ben Apeldoorn DEN HAAG - Amateur- en be roepsastronomen luiden de noodklok. De sterrenhemel dreigt te 'verzuipen' in het steeds verder om zich heen grij pende stadslicht. Op nog maar een paar plaatsen in West-Euro pa is de sterrenhemel in volle glorie te aanschouwen. Neder land kent, in tegenstelling tot andere landen, nauwelijks re gelgeving om het stadslicht te beperken, terwijl ons land nu al de meeste lichtvervuiling ter wereld heeft. Inmiddels lijkt de overheid aandacht aan het pro bleem te willen schenken. Want niet alleen sterrenliefhebbers ondervinden hinder van de nachtelijke lichtgloed. ,,Ik ben onlangs verhuisd van Delft naar Santpoort, en het valt me op dat ik de sterren weer kan zien", aldus een reactie op de website van de enkele jaren geleden opgerichte Nederland se afdeling van de International Dark-sky Association (IDA). Volgens IDA-Nederland-voor- zitter en amateurastronoom Wim Schmidt bestaat er vooral overlast in gebieden met glas tuinbouw, zoals rond Delft. De helder stralende assimilatie lampen in de kassen, bedoeld om gewassen zo snel mogelijk te laten groeien, zetten de nacht hemel tot kilometers in de om trek in een geeloranje gloed. Maar ook de overdadige ver lichting in steden en van ver keerswegen is een grote boos doener, Schmidt gaf in het Nederlandse maandblad Zenit de stand van zaken weer van lichtvervuiling in Nederland, en de rest van de wereld. Hij beschreef hoe Itali aanse en Amerikaanse deskun digen, om een mondiaal beeld van de lichtvervuiling te krij gen, eind vorig jaar een atlas sa menstelden op basis van nacht opnamen door satellieten van het Amerikaanse Defense Mete orological Satellite Program (DMSP). Op die foto's is Nederland zicht baar als één grote lichtvlek; Bel «Af»» M V: V V* '■V ;"S Eoith Night More information avulabk at. hop: '/artwip.jrfc.itm.tov/apod/apOO t U7.U AKrooooty Piaure of D*y 20Ó0 November 27 uk ([«.'«poi'mtryptc .haul De wereldomvattende 'lichtkaartdie door Amerikaanse en Italiaanse onderzoekers werd samengesteld, aan de hand van nachtopnamen van weersatellieten. Elk lichtstipje en -vlekje is het gecombineerde licht van honderdduizenden, miljoenen lampen. foto: N ASA/DMSP/C.Mayhew R.Simmon. gië is 'goede' tweede met een bijna even grote vlek. De vele bevolkingscentra elders in de wereld zijn ook overduidelijk te zien. Kortom, vanuit de ruimte lijkt de nachtzijde van onze aar de op een met vuurvliegjes over dekte bol. Overmaat De onderzoekers schatten dat de toename van lichtvervuiling in West-Europa de laatste 25 jaar zes tot tien procent per jaar was. Als dat zo doorgaat, zullen vanuit West-Europa uiteinde lijk geen sterren meer te zien zijn, en dat tot groot verdriet van de duizenden actieve ama teurastronomen in Nederland. „Lichtvervuiling is een gevolg van overmaat", zegt Schmidt. „Daardoor komt het licht te recht op een plaats waar het niet voor bedoeld is. Neem de popu laire lichtbollen, die je overal ziet. Die stralen meer dan de helft van hun licht naar boven. Onzin, want dat licht komt ge woon in de atmosfeer terecht. Daarnaast is ook sprake van ge reflecteerd licht; wegverlich- ting bijvoorbeeld, dat vanaf de weg naar boven straalt." Met andere woorden: lampen met minder lichtopbrengst, in combinatie met toepasselijker armaturen (die het licht alleen naar beneden richten), zouden al veel lichtvervuiling schelen. Zo blijft er 's nachts op straat toch voldoende licht over om probleemloos je weg te kunnen vinden. Nederlandse organisa ties en de overheid maken nu aanstalten om de lichtvervui ling aan te pakken. Dat gebeurt niet omdat de sterren verdwij nen, maar omdat men negatieve effecten voor flora en fauna vreest. Zo werden glastuinders in het Westland, bij een controle door het Milieubureau Westland en de Algemene Inspectiedienst (AID), gesommeerd hun kasver- lichting tot middernacht uit te laten, zoals de voorschriften sinds vorig jaar luiden. De licht- overvloed zou het dag- en nachtritme van mens en dier verstoren, aldus een vorig jaar verschenen overzichtsrappor tage van de Nederlandse Ge zondheidsraad. Bovendien zou de assimilatieverlichting in de kassen, vooral bij nat weer, au tomobilisten kunnen verblin den. Uit statistisch onderzoek, waarbij mensen gevraagd werd naar hun leefomgeving, kwam naar voren dat velen klaagden over storend licht in hun directe omgeving. Ook het ministerie van Volksgezondheid, Ruimte lijke Ordening en Milieu (VROM), en het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hebben het probleem in middels gesignaleerd. „Wij wil len op lichtvervuiling hetzelfde beleid toepassen als dat met be trekking .tot geluidshinder, stankoverlast en luchtvervui ling",aldus een woordvoerder van het RIVM in Bilthoven. „Het probleem is alleen hoe we het precies moeten meten. Je hebt te maken met erg veel fac toren, net als bij geluidshinder. De één slaapt heerlijk in zijn woning naast een drukke ver keersweg; een ander ergert zich dag en nacht dood aan elke pas serende auto." IDA-Nederland wil, om de in vloed van lichtvervuiling voor een zo breed mogelijk publiek te visualiseren, ooit een 'Nacht van de Duisternis' organiseren. In die nacht zouden zoveel mo gelijk burgers, gemeenten, pro vincies en andere instanties op een bepaald moment al hun bui tenverlichting uit moeten doen. GPD Websites: www.lichtvervuiling.nl en www.darksky.org/ida/index. door Ben Apeldoorn AMSTERDAM - Een laptop, waarvan het beeldscherm ook van opzij gezien een duidelijk beeld geeft, behoort binnenkort tot de mogelijkheden dankzij een vinding van de Amsterdam se chemicus Marijn Goes. Voor zijn promotieonderzoek ont wikkelde hij een diode die blauw licht geeft en dat is essen tieel voor de nieuwe generatie platte beeldschermen. De huidige laptops werken op basis van vloeibare kristallen (lc, liquid crystal) en hebben - onder meer - als nadeel dat je er recht voor moet zitten om te zien wat er op het scherm staat. Dat komt door de polarisatie van het licht. Blauw licht producerende diodes (LED's) kennen dat na deel niet, maar bleken een stuk moeilijker te ontwikkelen dan gedacht. Goes is er - met financiële steun van de stichting Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) - in geslaagd juist zo'n diode te ontwikkelen. Led's zijn halfgeleiders waarbij energie wordt omgezet in (meestal) roodachtig licht. Zij worden toegepast in digitale instrumen ten voor het weergeven van cij fers en letters. Het is daarbij no dig dat de achtergrond verlicht is, omdat je de letters/cijfers daarop anders niet kunt zien. Kunststof led's, die blauw licht geven, kunnen gebruikt worden als beeldscherm. Zij zijn alleen moeilijker te maken dan voor rood, groen of geel licht. Als dio de gebruikte Goes een laagje plastic met daarin opgelost een fluorescerende stof. Nadeel was wel dat deze diode slecht enkele minuten tot maximaal een uur bleef werken. Ultraviolet „De eigenschappen van de ma terialen, die we voor dit onder zoek gebruikten, worden nor maal gesproken met ultraviolet licht bestudeerd legt Goes uit i „De energie van het uv-licht zorgt dat de elektron oplicht". Lichtgevende polymeren voor de vlakke beeldschermen van de toekomst bieden het voordeel dat ze ook een helder beeld te zien geven als er onder een schuine hoek naar gekeken wordt. „Bij led's wordt het licht opgewekt in een amorfe 1 (amorf wil zeggen: zonder kris tallen), waardoor het licht on der alle hoeken verdeeld wordt',' aldus Goes. GPD DELFT - Links of rechts op het trottoir. Deze week deden on derzoekers van de Technische Universiteit Delft een proef met 120 mensen om te zien hoe voet gangersstromen zich bewegen. Die kennis is van belang voor de inrichting van stations. Het was de eerste keer dat een dergelijk experiment plaats had. „Het is vreemd dat onder zoek naar voetgangersverkeer pas de laatste jaren aandacht krijgt", vindt ir. W. Daamen. „Bij alle verplaatsingen wordt ook een stukje gelopen." Het on derzoek moet bijvoorbeeld uit wijzen hoe lang het duurt om van het ene naar het andere per ron te komen als het erg druk is De proef vond plaats in de grote hal van de faculteit Civiele Techniek. De deelnemers kregen bijvoor beeld de opdracht om te lopen alsof ze snel een trein moeten halen. ANP door James McGoniqal DEN HAAG - Wat hebben zout, salaris, soldaat en salami met elkaar te maken? Het Latijnse woord voor zout is sal. Zout was vroeger zo belangrijk, dat het ook werd gebruikt als betaal middel. Wat iemand verdiende, rekenden de Romeinen uit in zout, sal: salaris. Een krijger die zich verhuurde verdiende dus aan de strijd en via de verbaste ring solde werd dat soldaat. Zout was ook conserveermid del, onder andere bij de verwer king van vers vlees tot worst: sa lami. Zout is het enige gesteente dat de mens eet, zegt de Amerikaan se journalist en schrijver Mark Furlangsky, die de wereldge schiedenis van zout heeft opge tekend. Dat zoutzo belangrijk is voor de mens, is zowel logisch als onbegrijpelijk. Logisch: zonder zout kan het menselijk lichaam niet functio neren. Het is een essentieel be standdeel van de fysieke huis houding, van het transport van voedingsstoffen en afvalstoffen. De mens verliest voortdurend zout door zweten en andere li chamelijke uitingsvormen. Dat moet dus aangevuld. Het lijkt het curieus dat het zout door de eeuwen heen zo kost baar is geweest. Het is namelijk niet schaars: de zeeën zitten ei vol mee, er zijn zoute meren, de aardkorst bestaat er voor een deel uit. Kortom, er is eerder te veel dan te weinig zout. Schaarste Maar, legt Furlansky uit, zout is al eeuwenlang een klassiek voorbeeld van de wet van de re latieve schaarste: hoewel er zat van is, is het zelden op de juiste plaats. Bovendien ligt het meestal niet voor het opschep pen: het moet worden gedolven, gewonnen, opgekookt uit zout water, gezuiverd, getranspor teerd. Een vergelijking met olie ligt voor de hand. In de Arabi sche woestijn is aan olie geen gebrek, maar kan niemand het gebruiken: het is relatief waar deloos. In het Westen is amper olie, maar wel een schreeuwen de behoefte en daar heeft het dus waarde. De waarde van zout is nog on omstreden. In de jaren twintig van de vorige eeuw gaf een bro chure van een zoutleverancier nog 101 mogelijkheden voor zoutgebruik, variërend van vlekkenverwijderaar, blussen van brandend vet en als middel tje tegen ooipijn. De moderne chemische industrie noemt 14,000 toepassingen, van vorst- bestrijding op wegen, medicijn- productie tot waterontharding. Zover waren de Chinezen, Egyptenaren, Phoeniciërs, Ro meinen en andere volkeren uit vervlogen tijden lang niet, al ge bruikten zij ook zout voor heel wat meer dan strooien over een eitje. Vanwege het vermogen voedsel te conserveren was zout ook een militair product. Het maakte het namelijk moge lijk een rondtrekkend leger be voorraad te houden. Nog tot ver na de Middeleeuwen was een van de eerste tekenen die in de internationale politiek wezen op oplopende spanning, het aanleggen van zoutvoorraden door een ruziemakende partij. Zonder zout geen oorlog! Ook hier ligt een vergelijking met aardolie voor de hand. In China werd volgens de over levering 6000 jaar voor Christus al zout gewonnen. De Egypte naren zagen zout als prima mid del om lijken schoon te spoelen alvorens die te balsemen. En zo danst Furlansky anekdotisch door de wereldgeschiedenis heen: zouden de Vikingen en na hen de Basken Noord-Amerika vér voor Columbus zonder zout hebben kunnen ontdekken? Neen: want omdat zij onderweg gevangen kabeljauw met zout konden conserveren, konden zij lekker lang van huis blijven. Furlansky schreef eerder boe ken over de geschiedenis van het Baskische volk en over nut en belang van de kabeljauw voor de moderne beschaving. Schijn baar triviaal, net als dit zout- boek, maar vol van weetjes en feitjes die leuk en grappig zijn en soms een ander licht werpen op de wereldgeschiedenis. Zo speelde zout een cruciale bete kenis in de vrijheidsstrijd van Mahatma Gandhi: als de Britten geen domme zoutbelasting had den ingevoerd, zag het Indiase subcontinent er nu heel anders uit. Zonder zout zou er ook geen Brits pond sterling zijn geweest om maar te zwijgen van corned beef. GPD Mark Kurlansky, Salt, a luorld his tory, 484 pag., uitg Jonathan Cape, adviesprijs 37,50 euro. Evenals de hagedis konden de grootste dinosauriërs het gemakkelijkst en snelst rechtop lopen op hun twee achterste poten. foto GPD door Johan Lamoral UTAH - Uit de opgegraven fossielen van dinosauriërs blijkt dat zwaargewichten als de Allosaurus en de beruchte tonnen- zware Tyrannosaurus zich als tweepoti- gen en niet als vierpotigen voortbewogen. Zoals bij alle grote theropoden zijn de voorste ledematen veel kleiner dan de achterste en konden deze reuzendino's onmogelijk op vier poten hebben gelopen. Hoe zij zich met hun zware lichaamsge wicht op twee poten toch enigszins ge zwind konden voortbewegen en vooral bochten konden nemen, was tot hiertoe een discussiepunt onder deskundigen. Amerikaanse biologen van de University of Utah i n Sa It La ke City menen nu na een fantasievol experiment te kunnen bewij zen dat de meterslange krachtige staart van de dinosauriërs hun loopgedrag ingrijpend heeft bepaald. In hun verhaal in het vaktijdschrift The Journal of Experimental Biology be schrijven de onderzoekers hoe zij bij ge brek aan eigentijds vergelijkingsmateri aal eerst menselijke proefpersonen met een draagstel op de rug uitrustten, waar op zij aan beide zijden zware gewichten net boven het lichaamszwaartepunt aan brachten. Zij verdeelden de last zodanig, dat het aldus veroorzaakte traagheids moment in de beweging op dat van een jonge Allosaurus moet hebben geleken. Het traagheidsmoment is de constante verhouding tussen enerzijds het moment dat veroorzaakt wordt door een op het li chaam inwerkende kracht en anderzijds de optredende hoekversnelling. De verde ling van het lichaamsgewicht en het traagheidsmoment van de Allosaurus hadden de biologen eerst op het skelet van een Allosauruus berekend. De proefper sonen moesten vervolgens al lopend een slalomparcours afleggen. Al vlug bleek dat de lopers viermaal trager waren dan normaal en wanneer zij bij een sprong van richting moesten veranderen, haalden zij amper een vijfde van de draaihoek. Indien hij wilde overleven en zich tegen zijn vijanden verdedigen, moet de Al losaurus dus een andere en meer gezwinde looptechniek hebben gehad. De biologen onderzochten daarom de voortbeweging van de grote Zuid-Amerikaanse konings hagedis of basilisk. Ofschoon hij vier po ten heeft, waarvan twee korte voorpoten, loopt hij rechtop op zijn achterste poten. Bij het nemen van een bocht brengt hij met een slag van zijn krachtige staart zijn lichaam in de juiste richting en om zijn evenwicht te bewaren beroert hij met zijn voorpoten heel even de grond. Hagedis Aan de hand van berekeningen van het traagheidsmoment bij de koningshagedis kwamen de biologen tot de conclusie dat de hagedis het gemakkelijkst en het snelst rechtop loopt. Zij leidden daaruit af dat ook de Allosaurus en de Tyrannosaurus rechtop op hun twee achterste poten en met hun kop omhoog moeten hebben ge lopen - en niet half horizontaal opgericht en met hun kop naar voren gestrekt zoals tot nu werd aangenomen. Hun staart speelde bij hun voortbeweging, bij het veranderen van richting en voor hun evenwicht een doorslaggevende rol.GPD De onvrede in filatelistische kringen over de oplagen van de Provincievelletjes neemt per emissie toe. Deze variëren van 100.000 tot 120.000 en ze zijn alleen te verkrijgen in de desbetreffende provincie. Ver der wordt verwezen naar de Collect Club in Groningen. Het Frieslandvelletje dus alleen in Friesland, het Drenthevellctje alleen in Drenthe, en zo verder. Door deze wereldvreemde uit- giftepolitiek met haar beperkte oplagen, zitten intussen al heel wat filatelisten in de proble men. Immers, je reist niet om de veertien dagen naar een bepaal de provincie en niet iedereen heeft in alle provincies familie of kennissen wonen. Het komt er dus bijna op neer dat iedereen (al vanaf het begin, 12 maart, Friesland) op de Collect Club is aangewezen. Maar wat blijkt nu. De eerste vier velletjes zijn zelfs in Groningen al uitver kocht. Verzamelaars die op ver zoek van de Collect Club nota bene een doorlopende opdracht hadden gegeven, krijgen hun bestel ling niet eens. Een verzamelaar: „Ik heb in Groningen een doorlopende be stelling. De eerste twee velletjes werden keurig geleverd. Toen ik daarna een acceptgiro voor Gel derland (de vierde in de reeks) ontving, heb ik Groningen ge beld met de vraag waar Noord- Holland bleef (de derde). Tot mijn verbijstering zeiden ze dat de eerste vier al zijn uitverkocht en dat ik voor Noord-Holland was uitgeloot." Het komt er dus kortom op neer, dat ook al heeft men ingeschre ven men helemaal niet zeker is vanlevering. De vraag blijkt ve le malen groter te zijn dan het aanbodMaar wat wil je ook met een oplage van 100.000 en zo'n half miljoen serieuze verzame laars. Men kan dus iedere keer op nieuw worden uitgeloot. En als je de handel opbelt krijg je te ho ren: „Dit is een ramp. Wij heb ben ze ook nauwelijks. Alleen een paar velletjes voor vaste klanten." Kortom: de puinho pen van PTT Post. FÖRENtNCiS IR£V Werelderfgoed en gemeen schappelijke emissies hebben zich de laatste jaren ontwikkeld tot hooggewaardeerde bijcol lecties. Zweden heeft daar de laatste weken weer naadloos op ingespeeld met deel II van mo numenten die op de Werelderj- goedlijst staan, een gemeen schappelijke uitgifte mêt Nieuw-Zeeland en als toegift twee nostalgische zegels gewijd aan het 750-jarig bestaan vêjr Stockholm. De werelderfgoedemissie vat uiteen in twee delen. Het is eer ste deel (vier brev-inrikesze- d gels) is een portret van het mid deleeuwse Hanzestadje ViSfl}' (eiland Gotland), het tweed? deel (drie brev-rolzegels) toont archeologische vondsten ge daan in Birka (eiland Björkö)| De gemeenschappelijke emissie met Nieuw-Zeeland verscheen onder de titel 'kunst ontmoèt handwerk'. De Zweedse serie bestaat uit 4 x 10 kr.-zegels (twee daarvan als gemeen schappelijke uitgifte); de Nieuw-Zeelandse serie telt ze ven zegels. Ook daarvan twee gemeenschappelijk. Op de twee Stockholm-zegels (een brevze- gel en een waarde van 10 kr.) de oudst bekende afbeelding var. j Stockholm. Hero Wit

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 12