Ideeën kunnen
kunstwerken zijn
Watje weg laat is soms net zo belangrijk
Ruim honderd
kunstenaars
op elfde
Documenta
Expositie
Jan Wolkers
Beeldbepalers van het concept
De Nigeriaan Okwui Enwe-
zor, artistiek leider van de
elfde Documenta deze zomer in
Kassei, heeft de namen van de
116 kunstenaars bekendge
maakt die deelnemen aan de
vijfjaarlijkse kunsttentoonstel
ling in de Duitse stad. De Docu
menta is dit jaarvan 8 juni toten
met 15 september.
De namen van de Nederlandse
deelnemers lekten eerder al uit
Constant (1920), de in Amster
dam wonende, uit Benin afkom
stige Mescha Gaba (1961), de
vorig jaar overleden filmmaker
Johan van der Keuken, Mark
Manders (1968) en Fiona Tan
(1966) vertegenwoordigen Ne
derland op deze prestigieuze
vlootschouw van beeldende
kunst.
Andere bekende kunstenaars
die een uitnodiging ontvingen
zijn onder meer Chantal Aker
man (België), de Duitse Eras-
musprijswinnaars Bernd en
Hilla Becher, Louise Bourgeois
(VS), James Coleman (Ierland),
Hanne Darboven (Duitsland),
Stan Douglas (Canada), Ken-
dell Geers (Zuid-Afrika), Mona
Hatoum (Libanon), Pierre
Huyghe (Frankrijk), Isaac Ju-
lien (Engeland), William Ken-
tridge (Zuid-Afrika), Steve Mc
Queen (Engeland), Jonas Mekas
(VS), Shirin Neshat (Iran), Ray
mond Pettibon (VS)Yinka Sho-
nibare (Engeland), Luc Tuy-
mans (België) en Jeff Wall
(Canada).
De Documenta is komend jaar
verdeeld over vijf plaatsen in de
stad. Het Museum Fridericia-
num is de hoofdlocatie van de
Documenta. Nieuw is een oude
brouwerij die komende zomer
ook gebruikt wordt als toon-
plaats van kunst.
Veel kunstenaars van de komen
de editie van de Documenta wa
ren eerder te zien in Kassei, Zo
waren Coleman, Douglas, Ken-
tridge, McQueen en Wall vijf
j aar geleden ook al van de partij
Artistiek leider
De vorige editie was samenge
steld door de Frangaise Catheri
ne David die daarmee de eerste
vrouw was als artistiek leider.
De in Amerika werkende Nige
riaan Enwezor is nu de eerste
niet-Europese leider van de Do
cumenta.
Eerder maakte hij de expositie
The Short Century over onaf
hankelijkheids- en vrijheidsbe
wegingen in Afrika tussen 1945
en 1994. Deze expositie was on
der meer in Berlijn en New York
te zien.
Ook was hij betrokken bij de ex
positie Unpacking Europe in
museum Boijmans van Beunin-
gen in Rotterdam. Enkele deel
nemers van deze expositie ont
vingen ook een uitnodiging:
Juli en, Shonibare en Ken Lum
(Canada).
Enwezor nodigde verder Huit
Facettes, een kunstenaarscol
lectief uit Dakar, Senegal en Le
Groupe Amos uit Kinshasa,
Congo uit. Andere Afrikaanse
kunstenaars op de komende Do
cumenta zijn onder meer Geor
ges Adéagbo (Benin), Frédéric
Bruly Bouabré (Ivoorkust) en
Olumuyiwa Olamide Osifuye
(Nigeria).
TT et zou een aardig experiment zijn. Haal
■L JLde tekstborden weg en laat iemand ra
den welke kunstenaars exposeren op de eer
ste verdieping van het Cobra Museum. Dat
is er maar één: Jan Wolkers, de flamboyante
beeldhouwer, schilder en schrijver wiens
werk op een overzichtstentoonstelling in
drie stilistisch heel verschillend ogende pe
riodes uiteenvalt. Van zijn figuratieve en
abstracte fase tot en met zijn huidige poin
tillistische schilderijen blijkt er wel dege
lijk sprake van een rode draad. 'Ik houd van
eenvoud, van helderheid, van licht. Wat dat
betreft sta ik in een Nederlandse kunsttra
ditie, zoals Rietveld en Mondriaan', typeert
Wolkers zijn oeuvre zelf niet voor niets.
In het interview met Paul Steenhuis voor
het boek dat bij deze expositie verscheen,
blikt Wolkers (1925) bloemrijk en openhar
tig terug op de combinatie van zijn kunste
naar- en schrijverschap. Vanaf de verschij
ning van Serpentma's Petticoat in 1961
werd hij immens populair als auteur, maar
hij is zich in de eerste plaats beeldhouwer
blijven voelen, daarna schilder en dan pas
schrijver. 'Beeldhouwer is een speciaal be
roep', verklaart hij. 'Je hebt er een speciale
opleiding voor gehad, je moet de techniek
beheersen. Schrijven, dat doet iedereen. Ze
ker nu de personal computer er is. Ik krijg
stapels larmoyante levensverhalen toege
stuurd. Hele litanieën. Vroeger kreeg ik post
van geestelijk gestoorden. Nu veel van
vrouwen. Ze zouden een chip in computers
moeten inbouwen. Zodra vingers met tra
nen de toetsen beroeren, moet de zaak blok
keren.'
Hoezeer Wolkers gemoedsuitstortingen
e bezoeker die een tijdje niet in het Stedelijk Museum Amsterdam (SMA) is
geweest, denkt beslist tegen een fors uitgevallen kunstwerk aan te zijn gelopen.
Duizenden kunstboeken, in keurige rekken, maar geplaatst achter een stevig
hekwerk... Denmark komt in aanmerking, maar Guillaume Bijl ligt meer in de rede. Maar
niets is minder waar; de bibliotheek - midden in een van de tentoonstellingsruimtes - is daar
geplaatst wegens ruimtegebrek. Dat kan gebeuren, als je een tentoonstelling maakt over
conceptuele kunst.
vrijdag 17 mei 2002
Als de kunststroming uit de
jaren zestig, zeventig iets
heeft veroorzaakt, dan is het wel
het aanscherpen van de waar
neming. Of, zoals Sol Lewitt het
in 1968 verwoordde: ,,Een ge
slaagd kunstwerk verandert de
waarneming van de toeschou
wer (en van de kunstenaar)."
Die zin komt uit de beroemde
Sentences on Conceptual Art,
waarin de kunstenaar uitge
breid de idee en het concept in
relatie tot kunst analyseert. Het
manuscript van de Sentences is
nu in zijn geheel op de tentoon
stelling te zien. Feitelijk is het
tonen van dat werk alleen al
voldoende om lang over na te
denken, maar de samenstellers
van de presentatie wilden een
beeld schetsen van de beginpe
riode van de internationale
stroming. En daarom zijn vrij
wel alle zalen op de benedenver
dieping en het prentenkabinet
ingeruimd met de beeldbepalers
van de kunstrichting.
De aanleiding voor de tentoon
stelling is op zijn minst discuta
bel: veel kunstenaars leggen
zich vandaag de dag meer toe op
processen, sociale interactie en
communicatie dan op een mate
riële uitwerking van hun idee-
en, zo wordt gesteld. En dus is
hun werk verwant aan de Con
ceptuele Kunst uit de jaren zes
tig en zeventig. Vandaar dit
overzicht van de periode 1965-
1975, waarin overigens de be
trekkingmet het Nederlandse
taalgebied centraal staat. Die
beperking tot Nederland en
België lijkt wat bekrompen,
maar is het niet: galeries uit bei
de landen waren destijds voor
lopers als het ging om het tonen
van baanbrekende kunstenaars
als Lewitt, Lawrence Weiner,
Carl Andre en Daniel Buren.
Nederland was een ontmoe
tingsplek voor kunstenaars uit
alle windstreken en bovendien
was er zo iemand als Wim
Beeren die in 1969 in het Stede
lijk de veelbesproken tentoon
stelling 'Op losse schroeven' or
ganiseerde en twee jaar later
'Sonsbeek buiten de perken'.
Conceptuele Kunst vormde het
hart van die presentaties.
Maar ook de Nederlandse kun
stenaars lieten zich niet onbe
tuigd want figuren als Marinus
Boezem, Ger van Elk en Jan
Dibbets speelden in die begin
tijd een bepalende rol. Dibbets
fungeerde daarnaast ook nog
eens als contactpersoon tussen
Amerikaanse en Europese col
lega's en kunstinstituten. En
dus wordt de bezoeker haast
overdonderd met een enorme
hoeveelheid conceptueel werk.
Maarliefst 281 werken zijn er
Ger van Elk: Appartus Scalas Divideus, 1969/1969.
samengebracht in Amsterdam
en tezamen vormen ze een in
drukwekkend overzicht van 'de
idee' en 'het concept' zoals dat
in dat decennium is verbeeld.
Nu is 'verbeeld' in dit verband
een op zijn minst wat dubieuze
titel, want waar de Conceptuele
Kunst nu juist probeerde de
kunst te dematerialiseren
kwam het verbeelden als zoda
nig nogal eens op het tweede
plan. De teksten van bijvoor
beeld Joseph Kosuth en of die
van Weiner zijn wat dat betreft
goede voorbeelden van een op
Marcel Broodthaers: L'entrée de l'exposition, 1969.
hun door lijnen en cirkels begrensde vlak
ken een grote harmonie uitstralen. Uit die
periode dateren ook gelaste abstracte spij
kerbeeldjes en soortgelijke objecten.
Vanaf 1987, Wolkers was inmiddels naar
Texel verhuisd met zijn vrouw Karina en de
tweeling Bob en Tom, reflecteert hij op de
schoonheid van de natuur met uit ontelbare
stipjes verf opgebouwde meditatief stem
mende schilderijen. Terzijde staan kleine
glazen modellen van de grote sculpturen die
hij tussendoor overal in Nederland in op
dracht vervaardigde. Wie er ooit een heeft
gezien, weet hoeveel zeggingskracht hun
'simpele' lijnen uitstralen. Zijn Auschwitz-
monument van gebroken spiegels geniet de
grootste bekendheid, maar ook zijn 'buiten-
beelden' in Doesburg, Almere en IJsselstein
ogen wonderschoon.
Wolkers heeft vanzelfsprekend ingestemd
met de strikte periodieke onderverdeling op
zijn expositie, maar nuanceert tegenover
Steenhuis dat zijn overgang van figuratie
naar abstractie tussen 1957 en 1960 geleide
lijk ging: 'Daar zit ook nog van alles tussen,
zoals het geabstraheerde beeld 'Moeder met
kind' voor de bloedtransfusiedienst van het
Rode Kruis in Amsterdam. En er zijn ook
nog heel wat beelden die weer in de kleibak
verdwenen zijn. Zo ontwikkelde ik me ge
woon, zo ging het. Het is niet zo dat daar eert
plan aan ten grondslag lag. Ik werkte ook
nog wel naturalistisch in die tijd.'
Zijn figuratieve en abstracte werken ogen
ondanks de eenvoud en helderheid die hen
verenigen stilistisch uiteraard heel ver
schillend. Maar Wolkers ziet wel degelijk
een verband: 'Het verschil tussen abstract
en figuratief heb ik nooit zo sterk gevoeld.
Je hebt wel mensen die abstract zijn gaan
werken, die daarvoor verschrikkelijk lelij
ke schilderijen naar de natuur maakten
Maar voor mij is dat anders: mijn visie op
abstractie komt voort uit mijn kennis van de
natuur. Abstractie zit in de verschijnings
vorm van de gewone dingen in de natuur.
Zonder voorkennis zou je het niet gauw ra
den, maar dat Wolkers voor zijn pointillisti
sche, abstracte schilderijen volop inspiratie
vond en vindt in de kleurenpracht en licht
val van de zee en de vegetatie op duinhellin
gen is voor hem de gewoonste zaak van de
wereld. 'Ik zoek rust en evenwicht in mijn
werk', zegt Wolkers tegen Steenhuis. Deze
overzichtsexpositie in het Cobra Museum
laat zien dat dit Wolkers al tientallen jaren
in allerlei variaties voorbeeldig is gelukt.
Frangoise Ledeboer
De overzichtsexpositie van Jan Wolkers in het Co
bra Museum (Sandbergplein 1, Amstelveen)
duurt tot en met 28 juli. De openingstijden zijn
van dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17. 00
uur. De publicatie Waanders Uitgevers) telt 192
pagina's met 175 kleurenafbeeldingen en kost
37,50. j
nefantenmuseum) niet metter
daad tot het begin van deze ten
toonstelling is gemaakt; het
werk is nu wat weggedrukt in
een van de minst aantrekkelijke
ruimtes.
Het is een heerlijke, bijna nos
talgische tentoonstelling waar
in veel hoogtepunten zijn opge
nomen. De aanname van de
samenstellers dat veel heden
daagse kunstenaars zich ver
want voelen met de ideeën
stroom van dertig jaar geleden,
is op deze tentoonstelling - van
wege de beperking in tijd - niet
te zien. Maar mogelijk wel daar
buiten. Want ontegenzeggelijk
worden er vandaag de dag veel
'concepten' bedacht en ligt 'in
teractie' inderdaad op de lippen
van iedere zichzelf respecteren
de kunstenaar, maar of dat is
terug te voeren naar de Concep
tuele Kunst van toen7 Is de 33-
jarige Martin Creed, die afgelo
pen december de Turner Prize
won met het omstreden werk
'The lights going on and off',
verwant aan Lewitt, of nog ver
der terug aan Marcel Duchamp?
Dat hij schatplichtig is aan de
Conceptuele Kunst staat vast;
hij kan dat zelf ervaren in het
Stedelijk Museum. Maar of hij
zich er veel aan gelegen laat lig
gen? Och, zoals Lewitt al
schreef: ,,De waarde van het
conceptuele kunstwerk ligt in
zijn onvoorspelbaarheid."
Rob Schoonen
ExpositieConceptuele Kunst in
Nederland en België 1965-1975 -
Stedelijk Museum Amsterdam.
Open: ma-zo 11-17 uur. Tot 23 juni.
Catalogus €40,-.
verfoeit, is in zijn kunst van begin tot eind
zichtbaar aan de consequent doorgevoerde
stilering. Wat hij in dit verband zegt over
zijn beelden, typeert ook zijn andere werk:
'Een beeld moet je sculpturaal ondergaan.
Je moet niet te veel vertellen. Als je te veel
gaat vertellen, met te veel tierlantijnen, dan
zit het verhaal je in de weg. Wat je weglaat is
soms net zo belangrijk als wat je laat zien of
vertelt. Dat geldt ook voor de literatuur.
Daarin krijgt een lezer hele sterke beelden
gepresenteerd, in een hechte structuur en
toch moet er voor een lezer ook ruimte zijn
voor zijn eigen belevingswereld. Hij moet
zijn eigen ervaring erin kwijt kunnen.'
Een rondgang over de expositie biedt die
mogelijkheid volop. Uit zijn eerste figura
tieve periode (1941-1960) zijn sobere zelf
portretten, landschappen met kale bomen,
naakten en een brons van zijn ex-vrouw An-
nemarie aanwezig. Omstreeks 1960 zegde
hij de figuratie vaarwel en ordende materia
len als oud roest, lood en koeienstront op
geometrische materieschilderijen die met
Jan Dibbets: Hazebroeckstraat, 1969.
vatting dat het concept als zo
danig als kunstwerk volstaat..
Lewitt formuleerde dat als
volgt in zijn Sentences: „Ideeën
alleen kunnen kunstwerken
zijn; ze bevinden zich in een ont
wikkelingsreeks, die tenslotte
een of andere vorm zou kunnen
krijgen. Alle ideeën behoeven
niet gematerialiseerd te wor
den."
Maar er zijn andere conceptuele
kunstenaars die wel degelij k be
lang hadden (en hebben) bij een
bepaalde, geregisseerde vorm.
Gilbert George zijn daarvan
een goed voorbeeld, maar dat
geldt ook voor Ger van Elk
(trouwens prachtig om nu ein
delijk, in een goede context, zijn
'Selfprotrait behind a wooden
fence' uit 1969 te zien). Zoals het
ook goed is om te zien dat de bo
gen in het SMA weer zijn voor
zien van de schilderingen zoals
Buren die lang, lang gelden had
gedacht. Ook voor Marcel
Broodthaers kwam de idee op de
eerste plaats en pas daarna de -
zoals hij het noemde - 'beelden
de vormgeving'. Maar ook de
Belg kwam al snel tot de conclu
sie dat, om een idee behoorlijk
uit te kunnen voeren, je met
beeldende middelen moet kun
nen spelen. Het is overigens bui
tengewoon spijtig dat zijn werk
'L'Entree de l'Exposition' uit
1974 (uitgeleend door het Bon-
KunstwerkTot hier en niet verder opTexel, foto's Paul Mookhoek/GPD
Jan Wolkers
Gilbert George: The Tuileries, 1974.