Sheffields zuipschuit is gezond geworden Supertramp wil nog een keer ouderwets scoren Jesus Christ Superstar nooit echt weggeweest ai IJzersterke Hercules met Anne-Sofie von Otter Joe Cocker De gezondheid heeft toegeslagen bij Joe Cocker. De 58-jarige rock zanger is gestopt met roken en met drinken. Hij heeft een nieuwe cd: Respect yourself. Maar nóg leuker vindt hij dat z'n kleindochter niet meer bang voor hem is. Er breekt een voorzichtig len tezonnetje door. De statige hotelkamer waar rockzanger Joe Cocker (58) audiëntie houdt wordt er een stuk lichter door. En daarmee valt de nadrukke lijke afwezigheid van volle as bakken op. Joe Cocker rookt niet meer. De schoorsteen van Sheffield is gestopt. Sterker, hij kan tegenwoordig al opzien te gen de optredens in rokerige za len. „Gelukkig komen de open luchtconcerten er weer aan. Die nicotinelucht nekt me nog eens." Opmerkelijk is ook de aanwezigheid van een stuk of twaalf flessen bronwater, keu rig in het gelid. Sheffields zuip- schuit is een gezonde man ge worden. En het goede humeur lijdt er niet eens onder, zo blijkt. Want leuk kan het natuurlijk nooit zijn, een maand door Eu ropa trekken om over jezelf te praten. „Mijn hobby is het niet, maar ik moet wel. De mensen moeten toch weten dat er een nieuwe cd van me te koop is.Bij de Franse radio trof hij tijdens deze promotie-tour nog een fraai staaltje onbenul. „Zo'n meisje vroeg me werkelijk of ik voor de luisteraars de geur van mijn nieuwe cd wilde beschrij ven. Ja, hoe ruikt je cd?" Doorbraak Zijn grote doorbraak was in 1968 met With a little help from my friends. Een vrij slap (Ringo Starr moest het kunnen zingen) liedje van de Beatles-elpee Sgt. Pepper waarvan Joe Cocker een adembenemende wals had ge maakt, waarin hij het hartver scheurend op een schreeuwen zette. Madeline Bell en Doris Troy vormden destijds het koor tje. En Bell heeft later wel eens verteld dat ze na de opname te gen elkaar hadden gezegd: 'als die jongen nog twee weken zo doorzingt hoor je verder nooit mee wat van hem'. Cocker: „Ik gebruikte mijn stem misschien wel verkeerd, maar de manier waarop ik de nachten door bracht was nog veel slechter voor mijn stem. Het waren zwa re tijden. Het was bij die opna me de eerste keer dat ik zo schreeuwde. Ik wist eigenlijk van tevoren helemaal niet hoe dat zou klinken." Ja, de Beatles reageerden op zijn versie, zegt hij„Ik kreeg direct een telegram waarin ze me feli- I citeerden. Ik wist wel dat ze dat vaker deden bij covers. Maar via j een vriend Danny Cordell, die met de Beatles optrok, hoorde ik dat ze het echt waardeerden. Dat bleek ook wel want Danny kwam naar me toe met de vraag of ik naar de Apple-studio's wil- i de komen, omdat George Harri son me wilde spreken. Hij speel de me twee liedjes voor. Of ik die misschien wilde hebben: Some thing en Old Brown Shoe. De Beatles hadden het toen zelf nog niet opgenomen. Paul McCart ney vroeg me ook. Hij ging ach ter de piano zitten en speelde me Golden Slumbers voor. Maar halverwege zei hij'nee, die krijg je niet'. Hij gaf me She came into the ba throom window. Met Old Brown Shoe heb ik niets ge daan. Maar die andere twee heb ik om mijn elpee gezet en die verscheen voordat Abbey Road van de Beatles zelf uitkwam, waar die stukken allebei ook op stonden." Dat hij niet vals zong, hadden ze hem op de zondagsschool ook al verteld, zegt hij. Maar dat hij - zoals dat heet -'een stem heeft', begreep hij pas later toen hij als drummer in een bandje speelde. „Wij hadden een zanger die er goed uitzag, zo'n mooie jongen. Maar op een gegeven ogenblik vonden de andere bandleden dat een stem toch ook wel be langrijk was. Ik moest gaan zin gen. In het begin heb ik nog van achter het drumstel gezongen, maar in die tijd had je nog geen goede microfoonstandaards. Je plakte de 'mike' met tape vast. Dat was zo'n gedoe, dat ik ben gaan zingen en het drummen er maar aan heb gegeven." Ooit had hij een bandje, ge naamd Joe Cocker's Big Blues. Daarmee was hij het huisorkest van Sheffields eigen bluesclub. Ze deden het voorprogramma van menig bluesheld. „Big Bill Broonzy heb ik ontmoet, Sonny Boy Williamson, Memphis Slim. Met John Lee Hooker heb ik zelfs heel lang contact gehou den. Ik zag al die mensen in de kleedkamers whisky drinken voor ze op moesten. Alleen al in hun aanwezigheid verkeren, was al heel inspirerend. Ik weet nog dat ik net zo probeerde te klinken als Muddy Waters." Reünie Joe Cocker wil overal wel over praten. Over zijn ranch, zijn paarden, over het restaurant dat z'n vrouw runt en waar zijn gou den platen een mooi plekje heb ben gekregen. Over het voorstel dat hij onlangs kreeg voor reü nie van Mad Dogs English men met Leon Russell Chris Stainton. ('Leon is verbitterd, hij speelt nog wel, maar hij zit in een rolstoel en is vreselijk dik geworden, zo'n reünie zou op niets uitlopen"). Maar het mooiste vindt hij toch wel dat hij er een fan bij heeft. Zijn driejarige kleindochter Eva. „Ze wou nooit wat van me weten. Ze verstopte zich altijd voor me. Tot mijn vrouw een vi deo van me liet zien. Nu vindt ze me interessant. Opa was op de televisie." Ton Ouwehand vS Met het succes van haar al bum met Elvis Costello en de klanken van nog een stuk of wat andere cd's in de periferie van haar klassieke wereld in het achterhoofd, zou een mens haast vergeten hoe Anne-Sofie von Otter klinkt als ze gewoon opera zingt. Gelukkig is er daar om nu een nieuwe opname van Handels als oratorium vermom de opera 'Hercules'. En wat voor één. Bij de overture is het al raak. Het barokensemble Les Musiciens du Louvre laat er onder leiding van Marc Minkowski geen gras over groeien. De uiterst dyna mische aanpak maakt meteen dat het gaat jeuken: er valt hier vast iets bijzonders te beleven. En dan ontrolt zich het verhaal, ingeleid door een heraut, bij monde van een in topvorm ver kerende coutertenor David Da niels. Ook over de andere andere zan gers valt in dit drama over liefde en jaloezie niets dan lof te mel den. Von Otter en Lynne Daw son zingen als de vrouw van Hercules en haar rivale, prinses Iole, de sterren van de hemel. Terwijl Gidon Saks met een warme donkere stem de met le gendarische oerkracht gezegen de Hercules speelt. De dynamiek van de ouverture gaat bij dat alles nergens verlo ren Voortdurend worden er spanningen opgebouwd en het is zelfs alsof de luisteraar bij de uitvoering aanwezig is. En ei genlijk is dat zo, want dat is het verrassende aan deze cd: het is een concertopname. Het komt de broodnodige levendigheid van zo'n opname van muzikaal drama volkomen ten goede. Al weer een pleidooi voor het ver laten van de studio, want ook technisch is de klank voortreffe lijk. Jammer dat het doosje van al dat moois is getooid met een lelijke foto van Von Otter die hier juist zo mooi zingt Hans Visser 'Hercules'. G.F Handel. Dirigent Marc Minkowski Met o.a Von Ot ter, Daivson, Daniels, Saks Archw 469 532-2. Tijd: 176.09. vrijdag 10 mei 2002 De rockmusical 'Jesus Christ Superstar' sloeg in 1971 in als een bom. De show bracht een grote vernieuwing van het genre musical en betekende de door braak voor het duo Andrew Lloyd Webber en Tim Rice, die daarna musicalgeschiedenis zouden schrijven met onder meer 'Evita'. Vanaf vandaag (vrijdag) staat 'Jesus Christ Su perstar' in een nieuwe interna tionaleproductie in het Amster damse koninklijk theater Carré. 'Jesus Christ Superstar' is na de première nooit echt wegge weest. De voorstelling kwam op het juiste moment. De jeugdcul tuur was volop in ontwikkeling, geweldloosheid stond bij me nigeen hoog in het vaandel en bij een afbrokkelend kerkelijk gezag, bleek nu opeens het bij belverhaal over de dood van de Jesus Christus 'rockrijp' te zijn. Het succes van de show in Lon den en de daaruit voortkomen de hits als 'I don't know how to love him' en de titelsong werden de aanzet tot een wereldwijde reeks van producties. Verfilming Amper twee jaar na de première kwam de verfilming al in de bio scopen. Regisseur Baayork Lee nam de aankleding van de speelfilm als uitgangspunt voor een nieuwe productie, die de ko mende dagen in Carré staat. Hier is dus geen sprake van de regie zoals die recent nog in Londen, New York en Essen was te zien „Je ziet de hogepriesters dus niet optreden in SS-unifor- men", zegt de Nederlandse pro ducent Echbert-Jan Bussink, die met zijn bedrijf Stairway Productions samenwerkt met twee ondernemingen uit Ameri ka en een uit Duitsland. Gezamenlijk brachten ze een team van zestig Amerikaanse zangers, dansers, musici en technici op de been, dat al voor stellingen achter de rug heeft in Belgie, Duitsland. Scandinavië, Oostenrijk Zwitserland, Luxemburg en Italië. De spelers zijn stuk voor stuk specialisten in hun rol. „Er zijn er heel wat Joe Cocker. bij die al eerder in andere pro ducties hebben gespeeld. Allen hebben een klassieke theater opleiding achter de rug; zangers die ik zelf een 8 of een 9 zou ge ven. Het orkest bestaat uit ne gen musici, een popensemble dat arrangementen speelt die door componist Andrew Lloyd Webber zelf zijn gemaakt." De show moet voor Bussink en zijn partners het begin vormen van een reeks musicalproduc ties waarmee een plaats op de Europese markt moet worden veroverd. „Vandaar dat er in het Engels wordt gespeeld. 'Jesus Christ Superstar' komt voor een tournee van zestig voorstellin gen na de zomer terug naar Ne derland. En dan niet alleen in Carré. In het seizoen 2003-2004 brengen we 'West Side Story', repertoire waarvoor bij hét pu bliek enorm veel belangstelling bestaat." Zelf werkt Bussink met zijn bedrijf aan een voor stelling waarin de Ierse dans, muziek en legendes centraal staan. „Een programma Tri de sfeer van 'Harry Potter'eri^ord of the rings'. Het wordt een reis- voorstelling waarmee we na de zomer ook in Carré staan.'.''" Hans Visser Voorstelling 'Jesus Christ Uper- star', musical van Andrew Lloyd Webber en Tim Rice. Te zien. 10 mei t/m 20 mei (ook matinees), Carré, Amsterdam. Scene uit de musical Jesus Christ Superstar. foto Stairway Productions/GPD. Supertramp tijdens een concert (1997) in Wenen. Links Rick Davies, rechts John Helliwell. foto Barbara Gindl/ANP Supertramp lijkt er een handje van te hebben ge kregen om haar albumtitels te voorzien van een ironische lading. Heette de langspeler waarmee in de lente van 1997 de terugkeer aan het internationale popfront werd gevierd 'Some Things Never Change', vijf jaar later pakt de fameuze Britse symforockfor- matie de draad weer op middels een cd getiteld 'Slow Motion'. Een gesprek met zanger-pianist Rick Davies (de onbetwiste kopman sinds het vertrek van Roger Hodgson in 1983) plus saxofonist John Helliwell leert ook dat de heren zich de kunst van het relativeren aardig eigen hebben gemaakt. Geniet van de goede dingen des levens door vooral de tijd daarvoor te nemen, is de actuele boodschap van deze wakkere vijftigers. Komende zondag en maan dag propageert Supertramp die muzikale 'onthaas- tingsfilosofie', uiteraard aangevuld met vrijwel alle klassiekers uit de jaren zeventig en tachtig, op een van haar meest geliefde speelplaatsen: het Rotter damse Ahoy. Alleen voor de tweede avond is nog een beperkt aantal kaarten verkrijgbaar. Vol ornaat Parijs was ook bij de vorige ronde (alweer vijf jaar ge leden) voor Supertramp de ontvangstplek voor het hele Europese popjournaille. De persconferentie in vol ornaat, die was opgezet om de 'doorstart' na bijna tien jaar radiostilte voorzien van tekst en uitleg, draaide toen echter uit op een suffe vertoning. Eens te meer werd daarbij duidelijk dat de aanvoerder van het 'heropende' rockinstituut, Rick Davies, voor deze kant van het muzikantenvak maar weinig talent had. Het hele kleine beetje lol dat er tijdens dat merkwaar dige vragenuurtje nog viel te beleven werd veroor zaakt door 'saxman' John Helliwell, die af en toe met een gortdroge schimpscheut het zakelijke karakter tiachtte te doorbreken. Wijzer geworden van die slechte beurt houdt Supert ramp het nu bij afzonderlijke interviews. Rick Davies zou, omdat het verse visitekaartje 'Slow Motion' bij na geheel uit zijn koker komt, alleen het woord kun nen voeren, maar John Helliwell vergezelt hem in de donkere hotelsuite. Min of meer als ijsbreker tussen zijn altijd gereserveerde 'speelmaatje' en de af te wer ken stoet van ondervragers. Eerst aan hem voorleg gen dat voornoemde albumtitel wel eens tegen het ve- teranencollectief zou kunnen worden gebruikt is ook minder riskant Want waar Davies (57) meteen zijn harnas zou aantrekken, pareert de gebrilde blazer (ook 57) de openingszet met een brede grijns. „Ach, wie wil kan altijd wel kritiek afvuren. Eigenlijk zijn we met Supertramp nooit veel anders gewend ge weest. We hebben het altijd van het publiek moeten hebben en beslist niet van de recensies van zoge naamde muziekkenners, ondanks het feit dat we al tijd hebben gestreefd naar tijdloze kwaliteit. Uit gaande van onze eigen voorkeuren zijn we ons zeker blijven vernieuwen, maar je kunt niet verwachten dat we opeens als punkers of als een heavy metalband te keer gaan." aldus een overvriendelijke Helliwell. Davies,Deze plaat past helemaal bij de fase in ons le ven. We zijn intussen minder snel, maar daar staat wel meer diepgang tegenover. Op 'Slow Mot ion' hoor je beter dan ooit waar Supertramp haar roots heeft liggen, dat wil zeggen meer jazz- en bluesinvloeden. Wat mij betreft groei ik met deze band langzaam toe naar een positie a la Duke Ellington, die tot z'n laatste snik zijn eigen gang mocht gaan zonder dat de waar dering terugliep. Naast een weergave van onze ge moedstoestand zit er in dit album het advies aan ie dereen om met ons mee te onthaasten. De wereld is zo enorm in beweging, je wordt iedere dag opnieuw zo gebombardeerd met nieuwe informatie dat je bijna niet meer toekomt aan het genieten van waardevolle dingen, zoals een goed boek, een mooi schilderij of een knap stukje muziek Die ontspannen benadering is volgens hem ook de enige manier om het elan binnen Supertramp op peil te houden. „Ik merk dat de gretigheid bij jongens van onze leeftijd veel groter is als je een paar jaar niet meer met elkaar in de studio hebt gezetendaar heb ik dan ook volop gebruik van gemaakt", bekent Davies als leider van de tegenwoordig achtkoppige (deeltijd) band. „De buitenwacht zal wel denken dat Super tramp een minder hechte groep is dan ooit, maar juist door het loslaten van het vaste stramien staan we op de momenten dat we wel weer bijelkaar zijn, meer open voor elkaar. Het gaat dan ook puur om de mu ziek en niet om andere zaken, zoals in het verleden vaak wel het geval is geweest." Waarmee vanzelf het afvallen van Roger Hodgson na het achtste album 'Famous Last Words' (1983) aan de orde komt. En Rick Davies dus meteen helemaal in het defensief duikt, omdat hij nu eenmaal zeer on gaarne wordt geconfronteerd met de algemene hgm- wee naar de periode dat ze samen de dienst uitrn^ak- ten binnen Supertramp.Maar dan is er gelukkig weer John Helliwell„Het verhaal is en blijft simpel; Roger had het destijds gehad met Supertramp en is srijri ei gen weg ingeslagen, helaas voor hem zonder al teVeel succes. Er zijn nog wel eens pogingen gewaagcl-om hem weer aan boord te hijsen, maar die bleken al snel zinloos." Davies haakt in: „Je moet ook niet vergeten dat hij er al negentien jaar niet meer bij is Is het 'dan vreemd dat wij niet zoveel behoefte meer hebben om het nog uitvoerig over hem te hebben? Temeer daar we zelf van mening zijn dat de huidige bezetting op het podium de sterkste is uit de groepsgeschiedahis en voor ons is Supertramp altijd in do eerste plaats een live-band geweest. Daarom ook die reusachtige be langstelling telkens als we een tournee aankondigen De mensen weten dat ze waar voor hun geld krijgen. „Ons geluk is", zegt Davies, dat we flink een aantal nummers in onze catalogus hebben die altijd op de ra dio gedraaid zullen blijven worden. Maar die mazzel is tegelijkertijd ook onze pech, omdat we daardoor automatisch op een hoop met andere ouwe bokken worden gegooidZie die spiraal maar eens te doorbre ken als er. zoals met name in Amerika en Engeland, al voor je is besloten dat je nieuwe repertoire er niet doorheen komt. Maar we houden moed, dit Super tramp zal heus nog wel een keertje ouderwets sco ren." Louis Du Möulin Supertramp Album 'Slow motion'; concerten in Akofj: zon dag 12 en maandag 13 mei.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 31