21
Omdat we een leven hebben Laat Je uJf het woord doen
Een Heer hoeft zich niet meer te bewijzen
PZC
Gebukt onder vaders lot
De lijfarts
van
Maria
Stahlie
Cees van Hoore
De kunst van
Marten Toonder
vrijdag 10 mei 2002
an meesterwerk
tot monsterlijk
boek; het zal je
maar gebeuren dat je meest
ambitieuze roman zulke
uiteenlopende opvattingen
ten deel valt. Het overkwam
Maria Stahlie, met De
lijfarts, een dikke pil van
zo'n zeshonderd bladzijden.
Het leukste literaire pro
gramma van Nederland is
op zaterdagochtenden te beluis
teren op Radio 1, tussen 10 en
11, als Martin Ros zijn hoogst
persoonlijke opinies mag venti
leren voor de Tros-microfoon. Je
hoort de beide presentatoren
soms knarsetanden; je verwacht
elk moment het speeksel van
Ros door de luidsprekers te zien
komen: de Theo Koomen van de
Nederlandse literaire kritiek is
zó unverfroren eigenzinnig en
heftig in zijn oordelen dat het el
ke week weer, en al jaren en ja
ren, een genot is om naar te luis
teren. De eigenwaan van de man
strelend, die van de presentatri
ce even enthousiast schoffe
rend; hij zou zijn unieke
commentaren beslist moeten
nalaten aan het Letterkundig
Museum. In een recente uitzen
ding vatte hij rap enkele recen
sies samen van de roman De lijf
arts van Maria Stahlie. Omdat
déze bespreking nog geschreven
moest worden werd de radio
snel uitgezet, maar 'monsterlijk
boek' en 'meesterwerk' waren
niet meer te vermijden. Even
min de mening van Ros dat een
redacteur op Stahlie's uitgeverij
maar eens stevig in haar boek
had moeten schrappen, dat zou
het boek zijns luide inziens ten
goede zijn gekomen. Maar
schrappen en snijden in deze in
derdaad dikke en dus tijdver-
gende roman zou het boek beter
noch slechter hebben gemaakt -
alleen maar korter.
De lijfarts is een 'affe'roman,
een staalt j e van ouderwetse ver
telkunst en alhoewel niet ver
schrikkelijk meeslepend toch
zeker pakkend genoeg.
De roman bestaat uit drie delen.
In het eerste werkt de hoofdper
soon, Muriël Harris-Wijnings,
als serveerster in een vervallen
cafeetje aan de rand van de Bad
lands, waar een paar alcoholis
ten en een Indiaan de weinige
stamgasten zijn. De saaiheid is
overweldigend, en 'Muur',
bijgenaamd Wally, is klaarblij
kelijk op zoek naar rust en ver
getelheid. Ze draagt twee gehei
men met zich mee: ze beschouwt
zichzelf schuldig aan de dood
van haar ouders, die veronge
lukt zijn toen ze op weg naar
haar in Amsterdam waren; en ze
heeft een zoontje van vier
maanden bij haar gehate Ame
rikaanse schoonmoeder achter
gelaten terwijl ze wel een vis in
een kom meegenomen heeft.
Schuldgevoel en angst wogen
zwaarder dan moederliefde.
Het tweede deel van de roman is
Maria Stahlie: ouderwetse vertelkunst.
geschreven in de vorm van brie
ven aan het zoontje, waarin Mu
riël, inm iddels weer thuis in
Amsterdam, haar abnormale
gedrag probeert uit te leggen en
te vergoelijken. Ze meent dat ze
ongeveer een jaar nodig heeft
om in een stille, eenzame strijd
haar rechten op het moeder
schap te verwerven en legt haar
ziel bloot voor haar baby, die
natuurlijk nog helemaal niet le
zen kan.
In het derde deel werkt de
vrouw als lijfarts voor een adel
lijke Hongaarse dame. Ze heeft
ooit slechts een tijdje medicij
nen gestudeerd, maar met mo
derne medische hulpmiddelen
kan ze haar bedrog uitstekend
verbergen. Wie doet zoiets?
Stahlie heeft haar 600 bladzij
den nodig om duidelijk te ma
ken dat de rampspoed die de
vrouw treft, en zelf opzoekt,
heel vanzelf sprekend is en ons
allemaal zou kunnen overko
men.
Twee overtuigingen geven de
gebeurtenissen een min of meer
filosofische achtergrond. De
ene is van Pig, een merkwaardi
ge Indiaan ofwel 'prairienikker'
die nog met één vuile nagel aan
zijn traditionele geloof hangt.
Omdat een mens een lijf heeft
en een ziel, heeft hij een leven en
omdat hi] een leven heeft is hij
verantwoordelijk voor het lijf
en de ziel van andere mensen."
Een tweede overtuiging wortelt
in de familitraditie van de Hon
garen en luidt: „De grootste op
dracht die een mens heeft is ont
vankelijk te raken voor de drang
van het lot om genereus te zijn."
Muriëls eigen mantra is: „Een
leugen is pas een leugen als het
beweerde niet waar kon zijn."
Met deze telkens herhaalde uit
spraken, in al hun tegengesteld
heid, loodst de schrijfster ons
door haar roman. Er is ook een
flauwe kikkergrap die steeds
herhaald wordt, en waarop de
ik-figu.ur uiterst creatief vari
eert. Met dergelijke herhalingen
houdt Stahlie de uiteenlopende
en vreemde gebeurtenissen in
verband. Aan ogenschijnlijk
losse details weet ze op die ma
nier alsnog betekenis te verle
nen.
De lijfarts is eenhaast ouder
wetse vertellersroman, waarin
de wederwaardigheden van de
foto Klaas Koppe
personages belangrijker zijn
dan een vernuftige psychologi
sche duiding. Wie daarvan
houdt heeft aan de roman een
lekker dik leesboek. Niet reus
achtig meeslepend, maar boei
end genoeg. Geen meesterwerk,
maar ook geen monsterlijk
boek. Een minpunt is wel dat de
roman weliswaar boeiend is,
maar niet emotionerend. Er
wordt volop gebaard en gestor
ven, liefgehad en bedrogen,
maar het gemoed van de lezer
wordt niet echt geraakt. Dat is
ook nog zo'n vreemde kant van
dit zo wisselend gewaardeerde
boek.
Margot Engelen
Maria Stahlie: De lijfarts - Uitgeve
rij Prometheus, 595 blz., €.24,95.
Ooit heeft iemand opge
merkt: „Het paren van nijl
paarden is minstens zo subtiel
als onze logge bezigheid in bed."
Wat we in de literatuur over seks
te lezen krijgen is dan ook zel
den aantrekkelijk. De daad leidt
vaak tot schraal proza en tot be
lachelijke poëzie. Er zijn weinig
dichters die seks zo'n grote
plaats in hun werk geven als El-
ly de Waard. Ze heeft nu zelfs
een omvangrijke bundel weten
te vullen met de erotische ge
dichten die ze de afgelopen
kwart eeuw schreef. Als ik niet
aan je denk of raak is wat mij be
treft geen boek om in één adem
uit te lezen, eerder werk dat een
voorzichtige dosering behoeft.
Dat ligt aan het onderwerp én
aan de dichteres. Elly cle Waard,
het is bekend, heeft nooit de rust
en de luwte gezocht. Haar ge
dichten staan voortdurend on
der spanning. Er is veel gewoel
en groot gevoel. Daardoor ba
lanceert ze telkens tussen het
grandioze en het ridicule. Voor
de erotische gedichten geldt dat
in versterkte mate. Door de lief
desvervoering is het extra moei
lijk de beheersing te behouden.
Ze raakt de greep af en toe kwijt,
dat vind ik tenminste. Dan
schrijft ze dwaas overkomende
regels als: 'Verlangen spiest zich
aan je lieflijkheid,/ Zich wet
tend aan je zwichtende gene
genheid.'
Op zulke momenten zou je haar
een uitspraak willen voorhou
den die ze in een ander erotisch
gedicht doet: 'In godsnaam, hou
je mond Dus laat je lijf het
woord doen.' Let your body do
the talking. Het zou een tekst
voor een popsong kunnen zijn:
Elly de Waard is niet alleen de
auteur van dichtbundels maar
ook van popkritieken. Maar ja,
wanneer je je lijf het woord laat
doen, komen er geen erotische
gedichten tot stand, laat staan
een hele bundel vol.
Waarover ze ook schrijft: zij is
altijd een dichteres van o's en
ah's, van uitroepen en uitroep
tekens. Ligt ze met een andere
vrouw in bed, dan wordt die
drang des te groter. Kan dat ook
anders met zoveel tepels die ver
stijven, tongen die bijna in kelen
verdwijnen, benen die zich
spreiden, en stoten in schoten?
Zo wil ik je
herinnerd blijven
mijn arm, gespierd
tussen je dijen
mijn lippen om
je stijve tepels
been tussen je
lange benen
mijn hele lijf
over je heen
Elly de Waard
Ik geloof trouwens dat wedaaj.
mee het repertoire grotendeel
hebben afgewerkt. Wantbijsfc
veel variaties bestaan er nietcè
het thema 'de verstrengel^
van lijven'. Het is juist deze ba
perktheid die erotiek tot z
hachelijk onderwerp maakt,
Hoe pakken andere dichtersh;
aan wanneer ze het over sek
hebben? Meestal vermijden
de daad zelf. Ze besteden aan
dacht aan het voorspel, in l
meest ruime zin van het wooit
of ze schrijven over de naslee
Elly de Waard is doorgaansmii
der terughoudend. Het hiertj
afgedrukte gedicht is een so®
credo. Ze wil door haar vrie
din, en vermoedelijk ook do;
de lezers, herinnerd wordensi
minnares. Liefde en seks, zolas
ze ook nog" eens weten, zijn voo
haar 'de kern van alle leven'.
Het wonderlijke van veeleroü
sche literatuur, die van de,<
dichteres inbegrepen, is date
diep persoonlijke ontboezeraii
gen eigenlijk hoogst onpersoor
lijk zijn. Wat is er zo bijzonè
aan het aanbeden lichaam,®
maakt de geliefde mens zo sp:
ciaal? We krijgen er geenenkt-;
indruk van. Alsof de hartsteek
evengoed naar een nijlpaardtt,
had kunnen gaan.
Mario Molegrasr
Elly de Waard: Als ik niet aan
den/c of raak - Uitgeverij De Ham:
nie, 80pag., €14,90.
Is een vader die in de jaren
veertig van de vorige eeuw
een gasopnemer de deur wijst,
daarbij uitroepend dat nog niet
zo lang geleden miljoenen men
sen het gas gratis kregen, een
leuke man? Je moet als schrijver
van goeden huize komen om de
lezer dat wijs te maken. Zo'n va
der, zoals de titel van Cees van
Hoores roman luidt, is in elk ge
val niet 'zó'n vader', een accent
waarbij in de spreeksituatie
meestal ook de duim schuin om
hoog wordt gestoken.
De uitbundig beschreven vader
uit dit boek is weliswaar van het
joviale soort, maar ook geweld
dadig en vol zelfbeklag. Bij bui
tenstaanders roept hij gemeng
de gevoelens op, maar als je zijn
zoon bent geweest is hij nu een
maal van goud. Over zo'n vader
schreef Cees van Hoore zijn
laatsteroman.
De journalist Cees van Hoore,
die eerder een portret gaf van
zijn vader in De Natte Kolen
Koning, vijftien jaar geleden
verschenen, is geen veelschrij
ver. Hij publiceerde naast deze
twee prozaboeken ook enkele
zeer gewaardeerde gedichten
bundels. Van Hoore is een be
dreven stilist, die in weinig
woorden de dagelijkse machte
loosheid van het bestaan kan
treffen. Zijn humor is de humor
van de melancholie, in de volkse
variant van de schlemieligheid.
In Zo'n vader beschrijft hij het
verlangen van de kleine man
naar het grote leven, een dromer
die telkens weer op zijn plaats
wordt gezet.
De vader om wie het hier gaat is
het prototype van de kleine ar
beider uit de jaren vijftig. Ge
kleineerd op zijn werk, thuis een
grote mond. Hij is ook het type
van de eindeloze woordgrap
pen. De natte kolen koning, ver
bastering van Nat King Cole,
was er zo een. In dit boek pas
seert er een hele reeks (ten on
rechte schrijft hij alles op conto
van zijn vaders creativiteit,
maar dat is te veel eer). Van
Hoore heeft zijn best gedaan om
met dit boek niet alleen een por
tret van zijn vader te schrijven,
maar ook een portret van de cul
tuur van de arbeiders in een
Haagse buurt. Mannen op
brommers, losse handen en het
eeuwige pakje shag.
Boeken over vaders zijn boeken
over zonenDat wordt in di t ver
haal uiteraard ook duidelijk.
Maar het is tevens de zwakke
plek van de vertelling. De
schrijver heeft heel wat anekdo
tes over zijn vader verzameld.
Bijna allemaal zijn zij vermake
lijk en ontroerend tegelijk. Op
den duur echter loopt het uit op
schmieren, het gevolg waar
schijnlijk van een te grote ijver
om het leed van de vader te
koesteren in humor.
Van Hoore vertelt wel dat het
met zoonlief een tijdje heel
slecht is gegaan, ook krijgen wij
een heel terloopse opmerking
over het feit dat de zoon zelf ook
een kind heeft (dus ook vader is)
Maar dat is het dan. De roman
mist in dit opzicht verhaal, het is
een opeenstapeling van ge-
voelvolle herinneringen aam?
der. Er is weinig psycholoj
inzicht voor nodig te zien
vader uit Zo'n vader een hoi
belastende invloed gehad me
hebben op zijn kinderen,
man mag dan leuk uit de hi
hebben kunnen komen, een'
gisch leven roept men over zichj
zelf af. Als je er van overtuig!
bent dat het leven tegen jouisj
dat ook al ligt er ergens tem!
reld maar één hondendrol jij
degene bent die er in moettrap-l
pen, ben je ook slachtoffer. Ei'
gens typeert Van Hoore hem
een Simon Carmiggelt, maa
dan zonder het succes vandi
zelfbenoemde schlemiel.
Minder aandoenlijk wordt
als de vader in dit boek zij
vrouw, maar vooral zijn kim
ren persoonlijk kwalijk blijkt!
nemen dat er geworden is val.
hem wat hij is: een onheroiscbj
loonslaaf die elke dag naar zijl
baas moet en het echte leven aai
zijn neus voorbij ziet gaan. Als
je dat als kind maar ingewreva.
krijgt (een paar keer is was;!
schijnlijk wel genoeg) dan ga j
je vreselijk schuldig voeler
want dat is kinderen eigen: di
nemen het leed van hun ouder:
op de tere schoudertjes, Te
compensatie gaan kinderen da:
steeds meer van ouders 'hou
den', maar het is bittere lietó
geboren uit schuldgevoel.
Het lijkt dat veel van de overga
voeligheid van de zoon in dek
rugblik op de vader hieruit!;
verklaren is. Wat je als gewoi
lezer mist is de woede, de kritif
of desnoods alleen een
blikje van schouderophalen,
zoon is zo vervuld van het, It
van de vader, dat zijn
voor hem weinig variaties ken!;
vandaar dat hij soms rondia
sentimenteel wordt of te vettig
aanzet. Dat maakt deze goedge-,
schreven en sympathieke vaj-
derroman helaas ook nogal od|
evenwichtig.
Jan-Hendrik Bakte;
Cees van HooreZo'n vader - Uilw-
verij Podium, 175 pag., €14,90.
Marten Toonder is natuurlijk vooral be
kend als de geestelijk vader van Ollie
B. Bommel en Tom Poes, de beide vrienden
die jonge en oude Nederlanders vanaf 1.947
hebben weten te boeien. Maar het werk van
Toonder behelst veel meer dan de wereld in
en rond Rommeldam en Bommelstein. Zo'n
halve eeuw geleden stonden zijn politieke
prenten en tekeningen in het middelpunt
van de belangstelling. Omdat dit werk in de
vergetelheid dreigde te raken, verscheen nu
het door hem samengestelde boek De kunst
van Toonder. Naast de prachtige afbeeldin
gen bevat het essays waarin onder anderen
Henk Hofland en Jan Wolkers hun bewon
dering uitspreken voor Toonders fictieve
universum
In De kunst van Toonder staat een afbeel
ding van een politieke prent met een nog
steeds sinister karakter en een duidelijke
boodschapBoven een platgebombardeerde
stad doemt het macabere gelaat van een
Duitse soldaat op, die nauwelijks meer tot
het land der levenden kan behoren. Aan de
voorkant van dit tafereel staat een klein
mannetje te schreeuwen. En aan de onder
kant lezen we: 'Het oorlogsmoreel van ons
volk is boven iederen twijfel verhevenEen
Marten Toonder
uitspraak uit een radiorede van de Duitse
propagandaminister Goebbels, die tegen
het einde van de oorlog zijn volk moed pro
beerde in te spreken,
De prent werd oorspronkelijk afgedrukt in
het illegale tijdschrift Metro, op 22 decem
ber 1944, Marten Toonder was medewerker-
van het blad geworden na zijn ontslag bij De
Telegraaf, omdat deze krant een hoofdre
dacteur had gekregen die lid was van de SS.
Het tijdschrift was in hetzelfde jaar in het
leven geroepen en bestond tot juli 1946.
Het is opvallend dat de oorlogsjaren bij
Marten Toonder in de herfst van zijn leven
zo'n grote rol spelen. Over zijn verleden pu
bliceerde hij drie prozaboeken (met elkaar
verschenen onder de titel Autobiografie) die
stoppen in 1965, toen hij zich met zijn vrouw
Phiny in Ierland vestigde. De meest interes
sante stukken uit dit lijvige boekwerk wor
den gevormd door de herinneringen van
Toonder aan de periode 1939-1945. In zijn
Amsterdamse Toonderstudio's werd tijdens
de oorlog een illegale drukkerij onderge
bracht, waar onder meer persoonsbewijzen
wei-den vervalst. En waar Tom Poes leven in
werd geblazen.
De stripheld verscheen in feuilletonvorm
voor het eerst in 1947in de Nieuwe Rotter-
damsche Courant. Het is het eerste verhaal
van een lange reeks. In totaal heeft Marten
Toonder .177 verhalen voor dagbladen ge
maakt. De bundel Het beste van Bommel
bevat een perfecte dwarsdoorsnede van dit
werk, tot het verhaal 'Het einde van einde
loos' uit 1986. Hierin stapt Heer Bommel in
het huwelijksbootje met Juffrouw Doddel.
Het werk van Marten Toonder wordt terecht
om verschillende redenen gewaardeerd.
Dat blijkt vooral uit de essays die in De
kunst van Toonder zijn opgenomen. Zo
blaast Jaap van Heerden de loftrompet over
'de kracht van zijn literair talent' en wijst
Jan Wolkers op de overeenkomsten tussen
Toonders werk en het oude testament. En
Henk Hofland maakt maar weer eens duij
delijk dat de verhalen over Tom Poes 0j
Bommel niet over dieren, maar pvermensej
gaan: 'De verhalen van Marten ToondKj
worden gekenmerkt door een scherp inzicji
in de verhoudingen tussen de machten irj
onze samenleving en de typen die daar dfj
boventoon voeren.'
Het boek De kunst van Toonder werd vongf
week uitgereikt, ter ere van de negen
verjaardag van de schrijver en tekenaar
Deze zomer wordt Marten Toonder négeer
keer in het zonnetje gezet. Op 12 juli word:
het bijna zes meter hoge 'Toonderbeeld
onthuld. Het bestaat uit een klavervorm#
granieten bank waarop Markies de Cantec-
Ier, burgemeester Dickerdack, professor
Sickbock en kunstenaar Terpen Tijn in
brons zitten. Boven de vier torent een obe
lisk uit, die wordt bekroond met een wereld
bol in Bommel-kleuren en een afbeelding
van Tom Poes, de slimmerik die de rede ver
tegenwoordigt.
Jacob Moerman
Marten Toonder: De kunst van Toonder en ftjj
beste van Bommel - Uitgeverij De Bezige Bij
blz. en 670 blz., €25,00 en €12,50.