Bevelandse bes
doet het goed
Feest in Ellewoutsdijk
Nieuwe Raadkaart
Uit oude veilingpapieren
blijkt dat boeren in
Zeeland in het begin van de
twintigste eeuw ongeveer
driehonderd ton zwarte bes
sen per jaar aanvoerden. De
bessen werden vooral ge
teeld onder de hoogstam-
fruitbomen en het ging om
kleine oppervlakten. Hon
derd jaar later is de Zak van
Zuid-Beveland uitgegroeid
tot hét centrum van de zwar
te bessenteelt in Nederland.
In de gemeente Borsele
groeit 7 5 procent van het na
tionale areaal. Dat komt
door het enthousiasme van
een kleine groep boeren, die
verenigd zijn in de Coöpera
tieve Nederlandse Bessente-
lersvereniging.
Lou Boonman uit Nieuwdorp
was vanaf de oprichting in
1989 tot vorig jaar vice-voorzit-
ter van de Coöperatieve Neder
landse Bessentelersvereniging.
Hij maakte de ontwikkeling van
de zwarte bessenteelt van nabij
mee. Het bleef bij hem en zijn
vrouw Tonny Boonman-Rijk
niet beperkt tot alleen de teelt.
Op de boerderij aan de Stoof-
weg zijn een wijnmakerij en een
winkel met vele bessenproduc-
ten gekomen en er is een infor
matiecentrum ingericht, waar
jaarlijks zo'n vijfduizend be
zoekers komen. Bij de Boon
mannen is het een en al bessen
wat de klok slaat.
Ongeveer 25 jaar geleden beslo
ten zes fruittelers en akkerbou
wers in de Zak van Zuid-Beve
land samen te gaan werken bij
de teelt van zwarte bessen. Van
uit de markt bleek er behoefte
aan het product te bestaan. Met
een fabriek werd een contract
gesloten voor het aanleveren
van de oogst van 23 hectare bes
sen. Teveel om handmatig te
plukken en daarom werd in ge
zamenlijkheid een oogstmachi-
ne aangeschaft. De zes waren de
pioniers. Zij stonden aan de
wieg van de verdere ontwikke
ling, zegt Lou Boonman. ,,Er is
een kans geboden en die is met
beide handen aangepakt."
Het ging zo goed, dat in 1989 de
coöperatie tot stand kwam, met
29 leden en een teeltoppervlakte
van 225 hectare. Nu zijn er nog
altijd 29 leden - afkomstig uit de
Zak van Zuid-Beveland en de
omgeving van Halsteren en
Tholen - maar het areaal is ver
groot tot 350 hectare. Boonman:
We werken aan een uitbreiding
tot 580 hectare. Die moet najaar
2002 gerealiseerd zijn. Ook heb
ben we nog 25 hectare rode bes
sen. Daar zijn we zes jaar gele
den mee begonnen. Verder
hebben we ruim drie hectare
voor biologische teelt aange
plant. Volgend jaar willen we
voor het eerst biologisch afleve
ren."
Voor de leden van de coöperatie
gaat het allang niet meer om een
neventak op hun bedrijven. De
bessen vormen een belangrijk
onderdeel van het bouwplan,
stelt Boonman. Inmiddels is de
coöperatie eigenaar van zes gro
te en kleine oogstmachines
(door de uitbreiding komen er
nog meer bij) en van het fust. De
bessen worden nu nog in kisten
van 25 kilo geoogst, maar er
wordt overgegaan op grotere,
waar 500 tot 600 kilo in kan. Al
le bessen worden op basis van
meerjarige contracten geteeld;
dat biedt meer zekerheid. Een
struik gaat acht tot tien jaar
mee, in het tweede jaar na de
aanplant is er al een kleine pro
ductie. Van de tien jaar kunnen
er zeven tot acht goede produc
tiejaren zijn. Per hectare wor
den 7.000 bossen handmatig ge
poot.
De boeren besteden veel aan
dacht aan onderzoek en ver
nieuwingen. Bij de boerderij
van Boonman is door de Proef
tuin Fruitonderzoek een proef
veld aangelegd. Van alle gang
bare Europese rassen (ongeveer
veertig) staan daar tien strui
ken. „Het zijn rassen vanaf
Schotland tot aan de Oekraïne.
Dat de proeftuin hier ligt, is
voor ons erg belangrijk", vertelt
Lou Boonman. Een goede ras-
senkeuze is niet alleen belang
rijk voor een zo hoog mogelijke
productie en kwaliteit, het
speelt ook mee bij de bestrijding
van onkruid, ziekten en plagen.
Streven is het gebruik van be
strijdingsmiddelen zoveel mo
gelijk te beperken. „Als ik zie
hoe we begonnen zijn, dan spui
ten we nu zo'n 40 tot 50 procent
minder en met veel milieuvrien
delijker middelen."
Hij geeft aan dat de concurren
tie in Europa groot is. Engeland
is vanouds een land waar rede
lijk wat zwarte bessen geteeld
worden, maar ook de Scandina
vische landen, Frankrijk en
Duitsland doen mee. Polen is de
grootste teler. Daar ligt circa
25.000 hectare. De teelt gebeurt
daar veelal nog kleinschalig,
maar grote bedrijven, met 100
tot 200 hectare bessen, zijn er in
opkomst. Boonman: „De kost
prijs ligt in Polen wel een stukje
lager. Maar we kunnen de con
currentie nog voorblijven,
dankzij onze kwaliteit en een
snelle aflevering." Bijna de hele
oogst gaat naar fabrieken. Die
verwerken de bessen meestal tot
halffabrikaat, zoals concen
traat en bakkerij-grondstoffen.
Bessendag
Negen jaar geleden begonnen de
Boonmannen op de boerderij
met een wijnmakerijUit hobby
geboren, vertelt Tonny Boon
man. „Een volledig uit de hand
gelopen hobby", voegt ze er aan
toe. Er moest voldaan worden
aan allerlei regels en eisen, maar
het is gelukt. In 1994 startte de
verkoop van rode bessenwijn en
langzamerhand zijn er steeds
meer bessenproducten bijgeko
men. Er zijn nu ook bonbons,
mosterd, kruidenazijn, chut
neys, jenevers, crème de cassis
en witte bessenwijn. Ter gele
genheid van de komende
Zeeuwse bessendag is er een
nieuwe zwarte bessendrank ge
produceerd; puur sap, direct
drinkbaar. Bij de wijnmakerij is
sinds kort jammakerij 't Siepje
gevestigd. Tonny Boonman is er
blij mee; ze vindt het een gunsti
ge combinatie.
Naast de wijn- en jammakerij
van Zeeuwse streekproducten,
is er het informatiecentrum.
Daarin is een expositie over de
bessenteelt ondergebracht en
wordt een videofilm vertoond.
Ook kunnen bezoekers een kijk
je nemen in het veld. De bessen-
dag wordt elk jaar op de zater
dag na Hemelvaart gehouden,
deze keer op 11 mei, tegelijk met
de landelijke fietsdag. De telers
stellen dan hun bedrijven open.
Ook dat van de familie Boon
man, tussen 09.00 en 18.00 uur.
Rinus Antonisse
De stichting Reptielen Amfi
bieën en Vissen Onderzoek
Nederland (RAVON) gaat in het
weekeinde rond Hemelvaart (9
mei) onderzoek doen op Schou-
wen-Duiveland en, in mindere
mate, op Noord-Beveland, Wal
cheren en Goeree-Overflakkee.
Duinen, dijken, herstelde en
nieuw gegraven drinkputten,
inlagen en polderwateren
worden bekeken op aanwezig
heid van reptielen en amfibieën.
De aandacht gaat vooral uit
naar dezandhagedis, levendba-
rende hagedis, boomkikker,
heikikker en rugstreeppad. Een
aardige opsteker voor de kleine
afdeling Zeeland van de
RAVON, die sinds 1986 in de
provincie actief is.
Klein maar fijn. De uitdrukking
slaat zeker op de Zeeuwse afde
ling van de RAVON. Een club
met zo'n twintig leden. Een
klein aantal is actief bezig met
de koudbloedige dieren, die zo
wel vertederend als griezelig
overkomen. Contactpersoon
Kees Musters uit Middelburg
zegt dat de afdeling een soort
slapend bestaan leidt. „We pro
beren er wel te zijn voor mensen
als ze adviezen en informatie
nodig hebben. Zelf actief din
gen organiseren doen we niet
zoveel."
De actieve leden van de afdeling
zijn wel volop bezig met reptie
len en amfibieën en ze weten
zich gesteund door leden van de
verschillende natuurbescher
mingsverenigingen in de pro
vincie. Volgens Musters zitten in
Zeeuws-Vlaanderen wel de
meest actieve mensen. Dat is
niet zo ver-wonderlijk, want de
ze regio herbergt naar verhou
ding nogal wat soorten. Reptie
len en amfibieën: het is in feite
een wat wonderlijke combina
tie. Musters: „Dat is historisch
zo gegroeid. Vroeger werd ge
dacht dat ze hetzelfde waren,
maar ze hebben weinig met el
kaar te maken. Het verschil tus
sen amfibieën en reptielen is
veel groter dan tussen reptielen
en vogels."
Wat zijn het voor mensen, die
zich zo verdiepen in de wereld
van kikkers, padden, salaman
ders en hagedissen? „Heel ge
wone mensen, die natuurlief
hebber zijn. Het is in hun jeugd
begonnen, met een netje in de
sloot dikkopjes vangen. Dat
doen veel mensen, alleen onze
leden zijn het blijven doen",
vertelt Musters. „Wat ik zelf het
aardigste vind is dat je heel
dichtbij reptielen en amfibieën
kunt komen. Vogels zie je op af
stand, met een kijker en zoog
dieren zie je bijna helemaal niet.
Dat je er dichtbij kunt komen
prikkelt misschien het jachtin-
De rugstreeppad, hier in reptielenzoo Iguana in Vlissingen, komt in
Zeeland veel voor. foto's Dirk-Jan Gjeltema
stinct een beetje. "Inventarise
ren van gebieden behoort tot de
belangrijkste werkzaamheden
van de RAVON-afdeling. Ook
adviseren, bijvoorbeeld de pad-
denoverzet-groepen. „Echt een
actiegroep zijn we niet", stelt
Musters, die Zeeland niet zo'n
heel bijzonder gebied voor rep
tielen en amfibieën noemt. Hij
corrigeert zichzelf meteen. „In
Zeeuws-Vlaanderen hebben we
de boomkikker en de kamsala-
mander. Schouwen is ook op
vallend, vooral in de duinen zit
ten bijzondere soorten. Ook de
boomkikker, al is die er vijftien
jaar geleden ingevoerd uit voor
malig Joegoslavië. Het is wel de
zelfde soort als in Zeeuws-
Vlaanderen. Op Schouwen zit
ook de meest westelijke popula
tie ter wereld van de heikikker.
Dat is oorspronkelijk; ze zitten
er al heel lang. En misschien zit
in de duinen nog de zandhage-
dis. Ik twijfel er zelf aan, maar
we krijgen wel meldingen. We
willen dat proberen uit te zoe
ken."
Musters vindt zelf de levendba-
rende hagedis op de Zeeuwse
(bloem)dijken bijzonder. Deze
soort is op Zuid-Beveland in
middels verdwenen, maar komt
op Schouwen-Duiveland nog
op een paar plekjes voor. De
achteruitgang schrijft hij toe
aan de te eenvormig geworden
begroeiing van de dijken. „Er is
te weinig afwisseling van hoge
en lage vegetatie, struiken en
open plekjes. Het is nu te open,
te vlak. Het kan ook te maken
hebben met het voedsel - een
verarming van het insectenbe
stand." De herpetoloog maakt
zich in het Zeeuwse al langer
zorgen over de boomkikker en
de kamsalamander. Hoewel in
Zeeuws-Vlaanderen een om-
vangrij k herstelprogramma van
leefgebieden wordt uitgevoerd,
heeft de boomkikker daar tot nu
toe niet echt op gereageerd.
„De populatie is stabiel op een
heel laag niveau. Het lukt maar
niet de neerwaartse trend om te
buigen. Er worden in West-
Zeeuws-Vlaanderen nog enkele
polders heringericht voor na
tuur. Daar vestig ik mijn hoop
op", aldus Musters. Hij geeft
aan dat tegenover de herstel
maatregelen ook negatieve ont
wikkelingen staan. „Zo'n rond
weg om Aardenburg heeft tot
gevolg dat de boomkikkers in
Aardenburg geïsoleerd raken
van de rest van de toch al kleine
populatie. Dat betekent zeker
hun dood. Er zitten nog onge
veer tweehonderd dieren. Dat is
te weinig om vitaal te zijn. In
heel West-Zeeuws-Vlaanderen
zitten ongeveer drieduizend
boomkikkers." Positief is dat de
kamsalamander wel gunstig
reageert op uitbreiding van de
leefgebieden.
Mooie erven
Het aantasten of verdwijnen
van de leefgebieden is de groot
ste bedreiging voor de reptielen
en amfibieën. De waterkwali
teit was ook lange tijd een pro
bleem, maar die is aan het ver
beteren (mede door minder
bestrijdingsmiddelen). Met het
strakke agrarische cultuurland
hebben de dieren weinig op; ze
voelen zich wel thuis in het ou
de, kleinschalige cultuurland
met drinkputten, dijken en heg
gen.
„Dat hebben we niet zoveel
meer. Bepaalde vormen van
agrarisch natuurbeheer kunnen
een pluspunt zijn en mooie er
ven kunnen ook goed zijn."
Het is niet allemaal kommer en
kwel. In de duinen zitten bijzon
dere soorten. Zeeland is een rijk
gebied wat de rugstreeppad be
treft.
Ook met de groene kikker gaat
het goed en de kleine watersala
mander is zelfs in veel tuinen te
zien Van de hagedissen is waar
schijnlijk maar één soort in Zee
land aanwezig: de levendbaren-
de hagedis. Een heel misschien
nog de zand- of duinhagedis.
Het inventarisatieweekeinde
brengt daarover wellicht duide
lijkheid.
Rinus Antonisse
Lou Boonman uit Nieuwdorp, voormalig vice-voorzitter van de succesvolle Coöperatieve Nederlandse
Bessentelersvereniging. foto Dirk-Jan Gjeltema
Kleine watersalamander in Iguana.
In het Zeeuws Biologisch Muse
um bij Oostkapelle is tot en met
3 november onder de titel Juras
sic Polderland een tentoonstel
ling te zien van Nederlandse
amfibieën en reptielen. Met car
toons, teksten, foto's, spellen en
opdrachten.
dinsdag 7 mei 2002
gen aan de geallieerde landing
bij Baarland. Zowel Ellewouts
dijk als Hoedekenskerke wer
den daarbij zwaar getroffen.
„Deze prentbriefkaart komt uit
de verzameling van onze ou
ders. Zij hebben altijd deze be
paalde feestelijkheden aan de
hand van prentbriefkaarten en
foto's aan ons door verteld. Op
de achterkant schreven ze op
welke gebeurtenis het betrek
king had", aldus inzender Van
de Velde. Ook J A. Smallegange
uit Kruiningen weet zeker dat
het om de vroegere Nieuw-
straat, thans Van Hattumstraat
in Ellewoutsdijk gaat. „Het huis
links achter is de dienstwoning
van de fortwachter. Mijn vader
was de laatste fortwachter."
Naast het huis van de fortwach
ter stond de timmermanswerk
plaats van Oele, ook genoemd
Foefel. „Of dat met zijn vakbe
kwaamheid verband hield, weet
ik niet", meldt Smallegange.
„Op het eind van de straat zien
we de winkel van P.A.M. Over-
beeke. Op het eind rechts in mijn
tijd (1931-1955) het huis van
Saartje Bakker en daarnaast
woonde de oud-schaapherder
Jewannes Meijer en dan Janus
Spruit. Het huis met de platte
stoep was de bakkerij van Van
Wijngen."
De twee inzenders zijn ook win
naar van de waardebonnen. De
andere oplossingen noemden 's-
Heer Arendskerke en Heinkens-
zand.
Rinus Antonisse
De nieuwe raadkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh laat
een dorpsbeeld zien Het gaat om een dorp in het zuiden van de
provincie en de vraag is: hoe luidt de naam van het dorp. Wie iets
meer over de situatie van toen kan vertellen, wordt uitgenodigd dat
te doen.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 11 mei worden ge
zonden aan: redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA Vlis
singen, fax 0118-470102 of e-mail redactie@pzc.nl.
Voor de inzenders van goede oplossingen zijn drie waardebonnen
beschikbaar.
De raadkaart in Buitenge
bied van vorige week was
een heel moeilijke. Er kwamen
slechts vier inzendingen bin
nen. Misschien is dat mede te
wijten aan de vraagstelling, die
uitging van de viering van ko
ninginnedag in een Bevelands
dorp. Zo staat de kaart ook gere
gistreerd in het omvangrijke ar
chief van verzamelaar Hans
Lindenbergh: 'Borssele, Oost
straat?, koninginnedag, jaartal
onbekend.' Uit twee reacties
van lezers blijkt dit niet juist te
zijn.
„De foto is gemaakt in Elle
woutsdijk ter gelegenheid van
het 25-jarig jubileum van bur
gemeester E.A. van der Bent op
13 juli 1910", schrijft F. van de
Velde uit Ellewoutsdijk. Dus
wel een Bevelands dorp, maar
bepaald geen viering van konin
ginnedag. De briefschrijver
voegt eraan toe: „Er is toen een
groot feest daarvoor gehouden.
De foto is gemaakt in de Nieuw-
straat, er werd ook wel Bree-
straat gezegd, omdat de straat
in het verlengde van de Bree-
straat lag. De Nieuwstraat heet
tegenwoordig Van Hattum
straat. Ook de vroegere School
straat heet zo, die eindigt bij de
Markstraat."
Volgens Van de Velde is op de fo
to nog een woning te zien die er
nu nog altijd staat, namelijk
Marktstraat 2. „Voor de herin
delingvan 1970 heette de
Marktstraat gewoon Markt, in
de volksmond ook wel 't Slopje.
Ook in de Van Hattumstraat zijn
nog een paar huizen te zien, die
na de beschietingen en bombar
dementen van oktober 1944 zijn
overgebleven." De inzender
herinnert hiermee aan de oor
logshandelingen die vooraf gin