Gordon tekende de Kaapkolonie PZC Leiden wordt centrum voor biotechbedrij ven Oude meesters beter beschermd Aquarellen van VOC-dienaar over het leven in Zuid-Afrika Kikkers aangepast aan stadsleven Rijstgenoom ontrafeld Langer plezier van bosje bloemen Geslaagde proef met visproductie postzegels maandag 29 april 2002 door Frangoise Ledeboer AMSTERDAM - Hottentotten buigen tijdens het dansen voor over, Kaffers nooit. Hottentot ten worden na hun dood in een dierenvel gewikkeld en altijd op de rechterzij in hun graf gelegd, op het graf van een leider ligt zijn gebroken jachtgereed- schap. De Nederlander van Schotse afkomst Robert Jacob Gordon (1743-1795) noteerde deze en vele andere wetens waardigheden uitputtend pre cies op 456 aquarellen die hij tij dens zijn langdurige verblijf in de Kaapkolonie maakte. Het vak culturele antropologie be stond nog lang niet, maar op een expositie in het Rijksmuseum blijkt Gordon een gepassio neerd beoefenaar 'avant la let- tre'. Het is niet bekend waarom Gor don op het idee kwam begin 1773 voor het eerst naar het hui dige Zuid-Afrika te reizen in het gezelschap van zijn vriend Bartholomeus van de Copello. Hij moet toen in elk geval mate loos in de ban zijn geraakt van de streken die hun nadagen als pleisterplaats van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) beleefden. Als militair in dienst van de VOC keerde hij een paar jaar later terug met de opdracht rust en orde in de Kaapkolonie te bewaren. Met uitzondering van de periode van de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) had Gordon tussen 1777 en 1786 echter meer dan genoeg tijd voor vier langdurige expedities. Dankzij zijn grote talent voor talen, bouwde hij tijdens deze tochten een uitgebreid netwerk aan informanten onder de loca le bevolkingsgroepen op. Onder de velen met wie Gordon op vriendschappelijke voet ver keerde, was de 'Caffer Captein Coba' die glimlachend op een van de aquarellen staat. Hij was 'ses voet lang en git swart'is be wapend met een schild en asse gaaien. Op al zijn aquarellen besteedde Gordon steeds de grootste zorg aan de gedetailleerde weergave van mantels, sieraden, wapens, De aquarellen die Robert Jacob Gordon (1743-1795) in Zuid-Afrika maakte, geven gedetailleerde informatie over de levenswijze van de inheemse volken. enzovoorts. Hij nam op zijn tochten ook 'hulptekenaars' mee, maar zeker is dat hij super visie hield op het altijd stijlvaste eindresultaat. Een karakteris tiek voorbeeld is zijn aquarel van de 'Strandlopers', een stam die in hutten langs de noord westkust van de Kaapkolonie leefde. Dankzij Gordons noti ties op deze tekening leren we dat deze groep de gewoonte had struisvogeleieren met water te vullen en graag door de VOC ge- importeerde tabak rookte. Conservator Freek Heijbroek, samensteller van de expositie, benadrukt niet voor niets het grote belang van Gordons werk wijze. Aangezien de meeste stammen die hij aantrof niet meer zo leven is dit getekende en geschreven verslag over de oor spronkelijke autochtone bewo ners van cruciaal belang voor de herijking van de Zuid-Afri kaanse geschiedschrijving na vele eeuwen blanke suprematie. Behalve cultureel antropoloog 'avant la lettre' is Gordon ook een hartstochtelijk bioloog ge weest. Hij tekende in prachtige kleuren zo'n honderd vogels. Daaronder waren de hop, bos- loerie, rótslijster en Namaqua- duif op 'Natuurlijke Groote'. Bij de steppenvorkstaartplevier noteerde hij dat dit een sprink- hanenvanger uit het 'Caffer- land' was, 'onlangs eerst bekend geworden'. Bij de Kaapse wol- vegif tboom laat hij weten dat de verpulverde zeer giftige vrucht van deze boom in ten prooi ge legde gedode dieren werd ge naaid. Dat bleek een perfect be strijdingsmiddel om hyena's naar de andere wereld te helpen. Onder de ruim honderd zoog dieren die Gordon tekende is een aandoenlijke aquarel van de foetus van een nijlpaard, het 'bijna voldragen mannetjesdier' dat hij op 20 november 1777 bij de Plettenbergri vier vereeuwig de. Nijlpaarden krijgen maar één jong tegelijk, 'hetwelk even als een Eende kuiken, dix'ect door instinct naar het water loopt'. Met insecten had de kun stenaar weinig, ze zijn gering in aantal en ogen enigszins houte- rig. Zijn elf vissen zien er zonder uitzondering weer wel beeld schoon uit. Bij de koningsklip vis noteerde hij: 'Dese vis word niet dikwils gevangen, en is een der lekkersten aan de Caap.' De kunstenaar maakte op 25 oktober 1795 met een pistool schot een einde aan zijn leven, volgens Heij broek vermoedelijk omdat hij ex-van werd beschul digd de Kaapkolonie eerloos zonder slag of stoot in handen van de Engelsen te hebben laten vallen. De expositie 'Zuid-Afrika op de kaart. De Atlas Gordon' in het prentenkabinet van het Rijks museum (Stadhouderskade 42, Amsterdam) duurt tot en met 14 juli. Geopend dagelijks 10-17 MOSKOU - Een kikker is zijn leven niet veilig in de groj;e we reldstad. Vies water en een tekort aan voedsel zox-gen exVojor dat de kikkers minder lang leven dan op het platteland. Toch verlaten ze niet de stad, maar hebben ze zich wondexrwel aap- gepast. Onder meer door meer eitjes te leggen. Dat blijkt, qit een studie van biologen'in Moskou. In de lentes van 1998 tot en met 2001 keken veldbiologen yan de universiteit van Moskou naar het dril van twee kikkersoqr- ten die voorkomen in stadsparken en -vijvex-s. De ondér^o.g- kers telden het aantal legsels en de hoeveelheid eitjes vanjejk gebroed. Verder bepaalden ze de grootte van de eitjes en V,an het embryo daax-in. Gemiddeld genomen leggen de stadsfök- kers kleinere eitjes dan hun soortgenoten elders. Elk legjsel bevatte daarentegen honderden eitjes meer. De omvang, vqn de dooier was echter overal gelijk. GPD A WAGENINGEN - Niet de ontwikkelingslanden maar de wes terse graantelers hebben de meeste baat bij de geixetische opbouw van x*ijst, die onlangs werd bekendgemaakt. Am^Ji- kaanse wetenschappers ontrafelden voor het Zwisterse zaad- bedrijf Syngenta de DNA-volgorde van de rijstvaxiët^it Oryza japonica, en een Chinese gi-oep onderzoekers deed het zelfde voor Ox-yza sativa indica. Het volledige genoom is ove- rigens nog niet bekend. De onderzoekers hebben alleen de ba- senvolgorde (300 miljoen!) van de circa dertigduizend gengil bepaald. De volgende stap is om de specifieke plek van het erfelijk ma teriaal op de chromosomen vast te stellen. Die klus is eindtjit jaar afgerond. GPD WAGENINGEN - Wageningse onderzoekers pi-oberen grip te krijgen op celdood bij planten. Door die te stux-en, kunnen sierplanten ontstaan met meerdere bloemen en snijbloemen die langer op vaas staan. ,,Bij mens en dier is onderzoek naar de geprogrammeerde cel- dood. een ware hype", zegt Ernst Woltering van het Instituut voor Agrotechnologisch Onderzoek te Wageningen. ,,Het biedt immers inzicht in ziekten zoals kanker en Alzheimer. Pas sinds kort weten we dat ook in de plantenwereld celdood een onmisbare rol speelt bij de groei en ontwikkeling. Woltering geeft leiding aan een groep onderzoekers die cel dood, of apoptose, bij planten in kaart probeert te brengén. Hiertoe is een methode ontwikkeld om het proces van celdood in celcultux-es van tomaat en zandraket te bestuderen. GPD NEW YORK - Ondex-zoekex's van het Touro College in New York zijn er in geslaagd stukjes vis te laten groeien door ze te weken in een vat met voedselrijke vloeistof. Volgens px-oject- leider Morris Benjaminson blijkt uit het experiment dat het mogelijk is vlees te produceren zonder dat daarvoor dieren moeten worden geslacht. Benjaminson zegt dat bij het experiment stukken spieren van een grote goudvis in alchol zijn gereinigd. Daarna legden 'de onderzoekex's de vis in een voedselrijke vloeistof. Het belan'g- x~i jkste bestandsdeel van die vloeistof was het bloed van onge boren kalveren. Wetenschappers gebruiken dat bloed regel matig voor experimenten met celgroei. Na een week warende stukjes vis met 14 procent gegroeid. Benjaminson en zijn medewerkers bakten de vis vexwolgens in olijfolie en brachten het op smaak met citroen, peper en een teentje knoflook. ANP door Wilfred Simons LEIDEN - Leiden krijgt een groot bedrijfsverzamelgebouw voor biotechnologiebedrijven. Vanaf het voorjaar van 2004 moeten life science-bedrijven die het 'kraamkamerstadium' zijn ontgroeid, onderdak vinden in een gebouw dat naast natuur historisch museum Naturalis aan de Darwinweg verrijst. Dit zogeheten Beagle Life Sciences Center krijgt ongeveer dezelfde hoogte als Naturalis en zal kan toor- en laboratoriumvoorzie ningen herbergen met een mini male omvang van 550 vierkante meter. De bouw werd begin deze week bekendgemaakt tijdens de ope ning van een 'kraamkamer' voor beginnende biotechbedrij ven in de voox-malige Annex van het Sylvius Laboratorium in Lei den. Zij is de eerste Nedexdandse gemeente die zo'n kraamkamer heeft en is een initiatief van het ministerie van economische za ken. De kx-aamkamer, officieel BioPartner Center geheten, biedt plaats aan 75 beginnende bedrijven. De eerste huurder is het bedrijfje Viruvation, dat een nieuwe aidsthex-apie wil ont wikkelen op basis van een anti- hiv-gen. EZ financiert de kraamkamer voor vijf jaar. De opening van het Biopartner Center ging gepaard met grote tevredenheid en optimisme. Eerst en vooral omdat Leiden in staat bleek om Wageningen, Amstei'dam, Groningen, Utrecht en Maastricht de-loef af te steken. Deze plaatsen moeten ook zulke centra krijgen. Maar meer nog omdat de stad nu per fect geschikt is voor biotechbe- drijven. Volgens een binnenkort te publiceren analyse van het consultancybux'eau Ernst Young is Leiden voor biotech nologie 'the region of the future' in Europa, Compleet palet Met de komst van de kx'aamka mer en het Beagle bedrijfsver zamelgebouw heeft Leiden een compleet palet aan voorzienin gen voor biotechnologiebedrij ven. Zulke bedrijfjes beginnen doorgaans met een ontdekking of een uitvinding in de laborato ria van de Universiteit Leiden of het LUMC. Studenten of weten schappelijk pex-soneel kunnen die uitvinding in de 'kraamka mer' in het Sylvius Lab uitwer ken en commei'cialisex'en. In Beagle kunnen zij uitgroeien. Als de bedrijven volwassen zijn geworden, kunnen zij een eigen bedrijfsruimte laten bouwen in De Leeuwenhoek. Het Beagle bedrijfsverzamelgebouw is ver noemd naar het zeilschip dat in 1831 en 1836 een grote natuur historische expeditie maakte naar Zuid-Amerika en de Gala- pagos-eilanden. Die reis was bepalend voor het denken van opvax'ende Charles Darwin, die later de evolutietheorie zou ont vouwen. Leiden heeft met het natuurhis torische museum Naturalis een troef die de andere landen mis sen. Biotechnologie, sleutelen aan de bouwstenen van het le ven, is namelijk nog altijd sterk omstreden. Afkeer daarvan kan de ontwikkeling van nieuwe ge neesmiddelen op lange termijn belemmeren, meent Valerio. Het grote publiek moet worden voorgelicht en gemasseex'd. Juist die functie vervult Natu- x'alis, dat ook op het Bio Science Park is gevestigd, heel goed. Een belangrijke vierde pax*tner zijn de investeerders. Tot voor kort waren banken huivexig voor investexingen in de bio technologie. Life science-be drijven vreten namelijk geld. Voordat geoctrooieerde medi cijnen en therapieën geld ople veren, zijn investeringen van vijftig miljoen euro niet uitzon der-lijk. Het afbreukrisico blijft bovendien gx'oot. Als een medi cijn de markt niet haalt, is het geld weggegooid. In de jaren '80 en '90 weken veel Leidse 'ken- nisondei'nemers' daarom uit naar de Verenigde Staten, waal meer dui-fkapitaal is en waar anders tegen zulke risico's wordt aangekeken. Inmiddels telt het Leidse netwerk enkele zogeheten business angels, in vesteerders die jonge onderne mer-s (gemiddeld 25 jaar oud) op zachte voox-waarden van kapi taal voorzien. De Leidse biotechbedrijven hebben de komende jaren be hoefte aan hondei'den laboran ten, chemici en biotechnologen. De Universiteit van Leiden moet die opleiden. Ook voor de Hogeschool Leiden is een be langrijke rol weggelegd. GPD Microscoopfoto van een deel van het schilderij 'Cricche, Crocche e Manico d'Unico' van de 20-ste eeuwse Amerikaanse schilder Frank Stella. De lichte plekken worden veroorzaakt door uitgekristalliseerde vetzuren. door Ben Apeldoorn AMSTERDAM - De chemicus Jorrit van den Berg heeft aan getoond hoe verouderingspro cessen van schilderijen verlo pen. Restaurateurs kunnen de resultaten van zijn onderzoek gebruiken bij herstel en be houd van oude meesters. Het onderzoek, waar Van den Berg eind vorige week op promo veerde, wordt door deskundi gen 'een doorbraak' genoemd. Hij is verbonden aan het Am sterdamse FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysi- Restaurateurs van schilderij en moeten zich vaak in allerlei technische en chemische bochten wringen om door de tand des tijds aangetaste kunstwei'ken in de authentie ke staat terug te brengen. De Amsterdamse analytisch che micus Jorrit van den Bex-g ont wikkelde daarvoor een nieuw model waarbij moleculaire verouderingsprocessen beter in beeld worden gebracht. Zijn werk is een onderdeel van het Molartprogramma (mole cuul en ax*t) waarin een groot aantal kunsthistorici, chemi ci, fysici en restauratoren sa menwerken. Chemische ver ouderingsprocessen zijn bij schilderijen extra ingewik keld door het aantal mogelijke technieken, verfsoox-ten- en mengsels en klem-stoffen. „Waar vroeger de verf op am bachtelijke manier vervaar digd werd", legt Van den Berg uitgebeurt dat nu op een zeer gecontx-oleerde, industriële manier. In de loop der eeuwen zijn het aanbod aan pigmenten en de soorten olie behoorlijk veranderd. Vroeger had elke schilder zijn eigen recept om de uit zaad geperste oliën te bewerken tot het de door hem gewenste eigenschappen had. Pigmenten betrok men ook uit de natuur, werden al of niet opgezuiverd of via eenvoudige chemische processen bereid." „Rembrandt bijvoorbeeld kon als geen ander de natuurkun dige chemie van zijn verf ma nipuleren. Het variëren van de korrelgrootte van de pigmen ten, de timing w.n het aan brengen van de verf, en het voordragen ex-van, zijn trucjes waax-door verf een bepaalde consistentie kreeg. Een duide lijk voorbeeld dat schilders van toen wel degelijk doox-- hadden dat, door te spelen met de samenstelling, ze bepaalde eigenschappen konden be werkstelligen, die het door hen gewenste effect opleverde." Craquelures Rembrandt dankte zijn unieke gave, om op zijn doeken met licht te 'spelen', dus aan een even unieke wijze van mengen en materiaalkeuze. Voor alle oude en minder oude meesters gold altijd dat een schilderij op zeker ogenblik 'af' was. Maar in feite begon vanaf dat mo ment de geleidelijke afbraak. De na droging ontstane, plas tische verflaag is op de lange duur niet meer stabiel. Be standdelen uit de olie, zoals glycerol, verdampen en de x-est gaat reageren met vocht uit de lucht. Vetzuren gaan verbin dingen aan met in de verf aan wezige metalen, zoals lood. Vanaf pakweg een eeuw ont staat een harde, brosse laag met daarin een heel netwerk van fijne breuklijntjes, craquelures geheten. Boven dien is de lucht tegenwoordig niet meer zo schoon. „Luchtverontreiniging, met name zwaveldioxide en stik stofoxiden leiden, in combina tie met vocht, tot een hogex-e zuurgraad", aldus Van den Berg. „Dat is ook meegenomen inhetMOLART-project. Gaan restaurateurs van schil- derijen straks anders te werk dan ze nu al doen, om. de wer ken van oude meestex-s te behoeden voor chemische te loorgang? „Idealiter zou het verschil met nu moeten zijn, dat een restaurateur vooraf de chemische gesteldheid van een kunstwerk vaststelt"zegt Van den Bex-g. „Dus of de verf nog plastisch is, of dat al sprake is van een harde, brosse laag. In het eerste geval is de verf nog gevoelig voor oplosmiddelen, die bij restauratie vaak ge- brxiikt worden. In het andere geval worden de verbindingen tussen vetzuren en metalen meer aangetast door stoffen die op de metalen inwerken. In de praktijk oefent de nieuwe benadex-ing een minimaal ef fect uit op de interne chemie van olieverfschilderijen. De authenticiteit blijft behouden en verdere beschadigingen worden voorkomen." GPD Iedere drie jaar geven de Scan dinavische landen zegels uit met een gemeenschappelijk the ma, de zogenoemde Norden-ze- gels. Voor dit jaar heeft de Noordse Raad gekozen voor moderne kunst (na 1945) en dat zal in 2005 en 2008 ook het the ma zijn. Eigenlijk stond de ge meenschappelijke emissie al voor vorig jaar gepland, maar dat is uitgesteld omdat de Noordse Raad dit jaar een halve eeuw bestaat. De acht Norden-landen gaven of geven de volgende zegels uit: Aland, 3 mei, 3,00, Radar II, een kunstwerk op een heuvel bij Mariehamnn; Denemax-ken, 13 maart, twee bijzonder mooie ze gels van 4,00 kr. en 5,00 Dkr. met beelden van twee vrouwen die op de luchthaven Kastrup bij Kopenhagen over een balustra de hangen om naar de drukte te kijken; Faroer, 8 april, een beeld getiteld Kosmische Ruimte op een 5,00 Dkr.-zegel en een gla zen muur (Diepten van de oce aan) op een zegel van 6,50 Dkr. 'oude vijfmet in 1969 vijf zeil boten (symbool van de Noordse landen naar een afbeelding van een munt uit de oudheid), In 1973 het Noordse huis in Reyk javik/IJsland en in 1977 vijf wa terlelies. Finland, 3 mei, 0,60 - het Sibeli- usmonument; Groenland, 5 maax-t, 1,00 Dkr., Mannenge- zichten uitgehouwen in rotsen; Noorwegen, 12 april, gietijzeren sculpturen, 7,50 Nkr., Walvis vangst en 8,50 Nkr., De worp; IJsland, 18 apx-il, bref 20 gr, het beeld Spanning en 60,00 Iskr., het beeld Waterval; Zweden, 23 maart, beeldhouwerken uit Kristianstad, twee x-olzegels van 8 Zkr. De eerste Noordse emissie ver- scheen in 1956. Denemarken, Finland, Noorwegen, IJslanden Zweden gaven elk twee zegels uit met afbeeldingen van vlie gende zwanen. In 1961 volgde de tweede editie. Finland en IJs land lieten verstek gaan, wel ga ven Denemarken, Nooi-wegen en Zweden één zegel uit met daarop een gestileerd vliegtuig in de wolken. De derde, viex-de en vijfde serie werden x-espectievelijk in 1969, 1973 en 1977 uitgegeven door de Vanaf 1980 ging men over van een gemeenschappelijk motief naar een gemeenschappelijk thema (in 1973 was dat ook het geval bij de Europa/CEPT-ze- gels). Daarna waren de thema's: 1980, kunsthandwerk; 1983, toerisme; 1986, partnersteden; 1989, klederdrachten (Faroer ging ook meedoen); 1991, toeris me (Aland en Groenland sloten zich aan), 1993, toerisme; 1995, toerisme en in 1998, scheep vaart. In Oostenrijk hebben ze, zoals gemeld, de oplagen meer dan gehalveerd. Bovendien zijn de zegels alleen nog maar te koop op grote stedelijke postkanto ren en bij de Sammler-S.ervice. Bedroegen de oplagen van de zegels tot eind vorig jaar nog zo'n drie miljoen, de zegels die sinds begin dit jaar uitkwamen halen de één miljoen nog niet. Zo zijn de oplagen van de vol gende zegels: 8 maart, 0,Sl-ze- gel, Dag van de Vrouw 2002, 945.000; 5 april, 0,58-lovezegèl, 1 miljoen; 5 april, 0,58-zegel ge wijd aan de tv-serie Philis, 420.000; 26 april, 0,51-Caritas- zegel (gebrandschilderd raam, Hl. Elizabeth), 720.000; 3 mei, 0,87-Europazegel, circus, 420.000. Hero Wit

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 5