PZC
Onbevangen
voor de lens
Yrrah tekende vanuit een schuttersputje
25
Portretten van Hellen van Meene
vrijdag 26 april 2002
egenentwintig jaar pas, en nu al aan de wereldtop
van de portretfotografie: Hellen van Meene uit
Alkmaar. Aangekocht door hoog aangeschreven
musea als het Museum of Modern Art en het Guggenheim in
New York en werkend met galeries van Londen tot Tokio. Ze
fotografeert jonge vrouwen, meisjes nog, op weg naar
volwassenheid. Er zij n mannelijke j ournalisten die over haar
werk geschreven hebben in termen van erotiek en
pornografie ('Pikanterie met een beugeltje'). „Pornografie?!
Daar kan ik zo hels om worden, als ze dat zeggen." Haar
laatste grote serie (31 foto's) maakte ze in Japanse opdracht
voor de Biënnale van Venetië. Na New York en Edinburgh is
de expositie sinds dit weekeinde voor het eerst in Nederland
(Haarlem) te zien.
I r\p de wc van Hellen van
V/Meene ben je als man wei-
nigop je gemak: een roodharig
meisje kijkt je recht in je ge
zicht. Niet alleen hier, overal in
I haar smaakvol ingerichte, zon-
j overgoten flat in Alkmaar kom
je foto's van pubermeisjes tegen.
I Het is haar centrale thema.
Maar er hangen ook foto's van
collega's. „Ik ruil veel met colle-
j ga's zoals deze foto van Céline
van Balen. En ik koop kunst-
I werken van anderen die ik goed
vind. Je moet elkaar een beetje
ondersteunen, toch...?" In haar
interieur staat bijvoorbeeld een
üink aantal dierenbeelden van
Carolijn Smit die zij bewondert.
En verder veel design, stoelen in
allerlei stijlen door elkaar en
grappige gadgets, gescoord in
j feestartikelenwinkels overal ter
I wereld.
Van Meene staat - zwanger van
haar eerste kind - op het punt te
I verhuizen uit haar eenvoudige
j vijftiger jarehflat in het Hoef-
plan in Alkmaar. Naar een 'echt
I huis met een tuin', aan de bui-
tenrand van de stad. Ze is gebo-
ren en getogen Alkmaarse. Tij-
j dens haar studie aan de Rietveld
f heeft ze voor een half jaar een
uitstapje gemaakt naar Amster-
dam, maar toen ze daar haar
I woning uit moest vond ze dat
niet erg. Ze voelt zich nu een-
j maal meer thuis in haar eigen
stadje. „Ach, die Amsterdamse
I kunst-scene. Ik heb er niet zo-
j veel mee. Je komt er altijd de-
I zelfde koppen tegen."
Ze zal haar oude buurtje, waar
ze vijf jaar woonde, missen. „De
I meeste van mijn foto's zijn ge-
I woon hier voor op straat of bin-
I nengemaakt. Kijk, dat is de bre
de vensterbank waar dit meisje
op leunt. En deze foto heb ik ge-
maakt bij die lantaarnpaal. En
deze - met die rekstok - in het
speeltuintje hier iets verderop.
En zie je deze foto waarbij die
jas van dat meisje om die boom
zit? Dat is die boom. Op reis in je
eigen straat. Op zoek naar iets
wat je foto verder brengt. Waar
ïkook ben, ik kijk altijd in foto
grafische beelden."
Haar modellen plukt ze gewoon
van de straat, zoals een Turks
buurmeisje of een meisje dat
haar opviel toen ze in de trein
zat. „Weet je, ik vind datje je fo
to's in principe moet kunnen
maken in je eigen achtertuin,
nou, ja die heb ik pas over een
paar weken, of in je huiskamer.
Het is ook praktisch, want ik
ben soms heel ongeduldig. Dan
bel ik mijn model op en dan
moet ze meteen kunnen. Nu, nu,
nu."
Het werk van Hellen van Meene
ïsbooming. Vanaf haar afstude
ren aan de Rietveld Academie in
1996 heeft ze in ijltempo de top
bereikt. Haar Japan-serie bij
voorbeeld maakte ze vier jaar
later (februari 2000) op uitnodi
ging van de Japan Foundation.
Deze stichting vroeg haar als
eerste buitenlandse kunstenaar
een expositie te maken voor het
Japanse Paviljoen van de Biën
nale voor Architectuur in Vene
tië. Ze is onlangs benaderd voor
een werkperiode met een aan
sluitende solo-expositie in het
Duitse Essen op uitnodiging
van het Folkwang Museum.
Nee, een aanstormend talent
voelt ze zich niet meer. Maar ze
heeft wel het idee dat ze be
roemder buiten dan in Neder
land is.
„Ze zijn hier zo kat-uit-de-
boom-kijkerig. Het is een hou
ding van 'ze zou na een mooie se
rie wel eens een mindere foto
kunnen maken...' Ach, Neder
land... Ik heb hier geeneens een
galerie meer. Ik zit bij Sadie Co-
les HQ in Londen; zij neemt heel
Europa voor haar rekening.
Matthew Marks Gallery in New
York doet Amerika, Atsuko
Koyanagi Gallery in Tokio
neemt Japan en de rest van Azië
voor haar rekening. Dus is zo'n
beetje de hele wereld gedekt."
Wie denkt dat ze er zelfingeno
men door geworden is, heeft het
mis. Kindsblij kan ze zich ver
kneukelen. „Mijn fotowerken
zijn door heel veel musea aange
kocht, waaronder het Museum
of Modern Art en het Guggen
heim in New York. Als die je
aankopen is dat natuurlijk hele
maal te gek. Maar weet je wat ik
het leukste vind? Dat ik van het
Guggenheim een toegangspasje
voor het leven heb gekregen.
Dat is zo geweldig stoer."
Hellen van Meene werkt niet
met een technische camera zo
als haar gerenommeerde colle
ga's Rineke Dijkstra en Céline
van Balen, maar met een Rollei-
flex 6 bij 6 grootbeeld. Vandaar
dat haar foto's altijd een vier
kant formaat hebben. Ze kijkt
van boven af in het oculair van
de camera die op haar buik
hangt. „Ik fotografeer ook in
overdrachtelijke zin met mijn
buik; ik zou niet anders willen.
Doordat mijn gezicht vrij is, heb
ik optimaal contact met het mo
del. De camera ziet precies wat
ik gezien heb. En ik fotografeer
altijd met daglicht. Ik druk mijn
foto's eerst zelf af in de doka,
omdat ik ze een bepaalde koel
heid wil meegeven. De huid
moet cyaan, iets mintkleurig
zijn, zonder dat het onnatuur
lijk wordt. Die afdruk neem ik
mee naar het fotolab, want an
ders drukken ze je foto's stan
daard in te warme tinten af."
Haar aanpak heeft iets weg van
een modefotograaf annex mo
dellenbureau: „Ik betaal mijn
modellen altijd en ze krijgen de
Zondertitel,2000.
foto.Ze legt haar modellen-
boek op tafel. „Meisjes verande
ren tijdens de puberfase heel
sterk. Met sommigen wil ik dan
ook vaker werken. Dan heb ik
een basisidee waarbij ik bij
voorbeeld denk 'In deze setting
zou Barbara goed passen'Dat is
die roodharige, een van mijn lie
velingsmodellen. Ja, die van de
wc., Weet je hoe oud ze al is? Ou
der dan ik: 31! Zou je niet zeg
gen, hè. Ze kan makkelijk door
voor een zestienjarig meisje."
Met veel van haar modellen ont
staat een vriendschappelijk
contact. „Ik sta voor mijn gevoel
nog dicht bij mijn eigen puber
teit. Maar, ik help ze wel erg,
hoor. Je moet ze regisseren,
want ze zijn nog heel speels.
Maar wat ik vooral heel belang
rijk vind: heel onbevangen. Ze
vertrouwen me, net als hun ou
ders trouwens. Die weten dat ik
gek ben, maar geen rare dingen
met hun kinderen doe. Je bouwt
iets op met elkaar. Maar ik ma
nipuleer wel, deels intuïtief. Ik
speel met hun voorkomen, met
iets wat ze soms qua ontwikke
ling misschien al achter de rug
hebben."
fotografie Hellen van Meene
eerst een week en daarna nog
twee weken aan het werk ge
weest. Mijn modellen vond ik op
straat. Ik vormde een soort ko
misch duo met mijn Japanse as
sistente, want ik spreek geen
woord Japans. Heel bijzonder,
die frêle Japanse en ik, zo'n
blozende Hollandse... En een
rauwdouwer. Ik blijf onder alle
omstandigheden Hellen van
Meene, dus ga ik niet Japans
denken en me al buigend als een
knipmes aanpassen. Ik ga altijd
recht op mijn doel af en zeg on
gezouten hoe ik erover denk.
Dat heb ik ook in Japan gedaan.
En ze accepteerden dat." Wat
haar in Nederland nog nooit
overkomen is, gebeurde daar. Ze
kreeg bedankjes van haar mo
dellen. „Dan zeiden ze 'Ooooh, I
was spacing out', of tegen de as
sistente: 'Hellen heeft mijn
kwetsbaarheid doorbroken'."
Ze begrijpt niet dat haar foto's
vaak heftige reacties oproepen.
„Pornografie?! Daar kan ik zo
hels om worden, als ze dat zeg
gen. Mijn werk is niet prikke
lend in die zin. In mijn foto's zit
een zekere esthetiek. Okay,
soms zie je tepels maar daar is -
zoals ik het fotografeer - niets
erotisch aan. Ik let erg op vorm.
Huid is zo'n vorm waarmee ik
speel. Dat magere, gepronon
ceerde been, die sneeuwwitte
huid. Erotiek is bepaald niet
mijn uitgangspunt. Misschien
ben ik daar wel naïef in. Ik reali
seer me gewoon niet dat mijn
werk in die zin schokkend kan
overkomen. Van de andere kant:
met journalisten die het zo wil
len zien, is volgens mij iets mis.
Die schrijven met een zere pie
mel."
Ze toont een foto uit haar Ja
pan-serie. „Geen Japans meisje
in Japan overigens, maar een
geadopteerde Koreaanse in Ne
derland. Ik spotte haar hier in de
Hema en fotografeerde haar
thuis, ergens in de kop van
Noord-Holland. Een groter
contrast kun je niet bedenken.
Zo'n Koreaans meisje met oer-
Hollandse ouders in een oud
Noord-Hollands poppenhuisje,
zo gezellig. Echt een 'cadeautje'
deze ontmoeting. Ons contact
was al heel snel zo vertrouwd,
dat ik toen ik vroeg of zij een bel
wilde blazen van haar bubble-
gum en zij dat niet bleek te kun
nen, ik het zelf heb gedaan
waarna zij zonder mankeren die
bonk klapkauwgom weer in
haar mond stak."
De foto van het Koreaans meisje
is een uitzondering: „De rest
van de serie heb ik wél in Japan
geschoten hoor! In een periode
van twee maanden ben ik daar
Aart van der Kuijl
Expositie Hellen van Meene: Japan
Foto's 2000. Te zien: t/m 16 juni, De
Hallen, Frans Halsmuseum, Grote
Markt 16, Haarlem. Open: di t/m za
van 11.00 uur tot 17.00 uur, op zon
en feestdagen van 12.00 uur tot
17.00 uur. Op internet: www.dehal-
len.com
De cartoonist Yrrah (Harry Lammertink)
werkte in zijn leven voor tientallen bin-
I nen- en buitenlandse bladen, maar werd het
bekendst als huistekenaar van Vrij Neder-
j 'and. Zijn humor was bitter: in de wereld
van Yrrah druipt de potentiële zelfmoorde-
I naar af omdat er al iemand anders aan het
plafond hangt:. De expositie 'Zwart Bloed'
niet werk van Yrrah is te zien in de Kunsthal
Rotterdam.
Voor weinig mensen zal humor zo'n lijdens-
I weg zijn geweest als voor Yrrah. De man die
I soms wel vijftig cartoons per maand produ
ceerde, leefde in voortdurende angst door
zijn inspiratie in de steek te worden gelaten.
I Jk ben altijd bang voor het witte papier",
rei hij in een interview in 1970 met de Haag
se Post. „Iedere keer moet je weer iets be
denken."
'Voor Harry Lammertink (de omkering Yr-
|rah was een idee van zijn vrouw) bleef het
tekenen van cartoons altijd een strijd. Idee-
en kwamen nooit vanzelf, maar kreeg hij
illustratie Yrrah
pas na een moeizaam proces van opperste
concentratie. Dat behelsde een totaal isole
ment achter zijn bureau, waarbij de gering
ste afleiding ervoor kon zorgen dat hij weer
helemaal opnieuw moest beginnen. „Mis
schien heet dat inspiratie", vond Yrrah.
„Maar het is gewoon jezelf rot werken."
Yrrah (1932-1996) is vooral bekend als de
huistekenaar van Vrij Nederland. Daar
naast werkte hij voor tal van buitenlandse
bladen, waaronder het Belgische Humo, de
Duitse Stem, de Britse Observer en de Ame
rikaanse Playboy. De Kunsthal in Rotter
dam heeft nu een expositie over zijn werk
ingericht. Ook is er een boek verschenen,
met een uitgebreide inleiding van Rinus
Ferdinandusse, voormalig hoofdredacteur
van Vrij Nederland.
Hoewel expositie en boek onafhankelijk
van elkaar zijn gemaakt, is besloten ze sa
men te brengen onder de noemer Zwart
Bloed. Een macabere titel die Yrrah zelf zou
hebben aangestaan. Niet alleen vertoont
zijn handtekening sterke overeenkomsten
met klodders zwart bloed, ook was zijn ge
voel voor humor uitermate sarcastisch. Zo
sarcastisch, dat je letterlijk kon spreken van
zwart bloed in zijn lijf.
Een beeld dat Yrrah graag cultiveerde. Op
de burelen van Vrij Nederland werd nogal
eens geroepen 'Komt Yrrah nog deze week
of zit hij weer in de kast?' Dat sloeg op de
motivatie die Yrrah vaak zelf gaf over zijn
afwezigheid. Hij meldde dan last van een
flinke depressie te hebben en met een paar
dendeken over zijn hoofd in de gangkast te
zitten. In werkelijkheid was hij gewoon be
zig met het tekenen van cartoons voor bui
tenlandse opdrachtgevers.
De reden voor zijn aan bitterheid parende
inborst is waarschijnlijk te vinden in Yr-
rah's jeugd. Als jongetje in Apeldoorn lever
de hij voortdurend strijd tegen zijn slechte
longen, waardoor hem deelname aan sport
en spel werd ontzegdJongetj es vonden me
een zwakkeling", zei hij daar later over in
een interview. „En dan word je onmiddellijk
vernederd en aan de kant gegooid."
Ironisch genoeg legde zijn problematische
jeugd de basis voor zijn succes als tekenaar.
Niet alleen hield hij er een enorme geldings
drang aan over, ook vond hij in tekenen een
bezigheid die perfect paste bij de beperkin
gen die zijn gezondheid hem oplegde. „De
wereld had de inhoud van mijn kamertje ge
kregen", vertelde hij. „Mijn denkraam be
perkte zich tot die paar vierkante meter."
In 1951 verhuisde Yrrah naar Amsterdam.
Daar ging hij aanvankelijk aan de slag als
grafisch tekenaar, maar werd al snel car
toonist. De cartoon was een uit Amerika
overgewaaid fenomeen dat de Nederlandse
media graag gebruikten om de donkere na
oorlogse dagen weer van een beetje licht te
voorzien. Na eerst enkele tekeningen te
hebben verkocht aan Het Parool, begon Yr
rah in 1956 voor Vrij Nederland.
Dat was niet meteen het begin van een vlie
gende carrière, want Yrrah schopte met zijn
cartoons regelmatig tegen het zere been van
de katholieke hoofdredacteur. Een tekening
van monniken die aan de lopende band Je-
zussen aan een crucifix spijkeren leverde
zelfs een groot conflict op, waarna Yrrah
een jaar lang niet meer produceerde voor
Vrij Nederland. Ook in het buitenland zorg
de de tekening voor ophef.
De cartoons van Yrrah kenmerken zich door
een eenvoudige, sobere stijl. Ze bevatten
lompe lichamen, vaak weergegeven vanuit
kikkerperspectief (Yrrah: „Ik teken vanuit
een schuttersputje"), wat de personages het
aanzicht geeft van grote apen. Ogen blijven
vaak verborgen achter haar of een zonnebril
en de mond is niet meer dan een rechte of
licht neerhangende streep.
Hoewel hij voor zijn grove weergave van
vrouwen (hoge benen, grote borsten, dikke
billen) kritiek kreeg van een enkele vrou
wenbeweging zijn de tekeningen van Yrrah
uitermate feministisch te noemen. De
vrouw werd voorgesteld als assertief en do
minant, de man als sukkelig en passief. Re
gelmatig verzaakt in de cartoons van Yrrah
de man zijn seksuele plichten en zoekt de
vrouw bevrediging bij huishoudelijke ap
paraten of vreemdsoortige kamerplanten.
Marc Floor
Expositie Zwart Bloed, cartoons van Yrrah: t/m 1
september in de Kunsthal Rotterdam.
Publicatie: Zwart Bloed Yrrah -192 blz., geïll.,
Uitgeverij^)e Harmonie, 27,50