Gefladder is een lust voor het oog buldert de grond uit en verliefdheid hangt in de lucht Alles 22 22 23 23 Onderzoek vlinders en naar libellen weerwoord Boek over de Abdij in Middelburg Een fraai stukje oud Vlissingen Rubriek Erfgoed is terug Biologische rozenkwekers aan het woord dinsdag 23 april 2002 Mag het dauwen in april en mei, wij zijn in de oogst en september blij. Nieuwe weerwoordenzijn welkom bij de redactie PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redaciie@pzc.nl. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- eh tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Gehakkelde aurelia op verbena bonariensis Bonte zandoogjes De Vlinder- en Libellen- werkgroep Zeeland richt zich sinds 1993 op on derzoek naar vlinders en li bellen. Jaarlijks wordt nage gaan hoe het met de diertjes gaat. Naast dagvlinders en libellen wordt ook aandacht besteed aan nachtvlinders, waarvan in Nederland 2.400 soorten bekend zijn. Daar van zijn 1.500 soorten ook in Zeeland waargenomen. Vlinders en libellen zijn de meest bedreigde diergroe- pen in Nederland. Vandaar dat onderzoek belangrijk is, om te controleren of sprake is van voor- of achteruitgang. Het helpt ook bij het nemen van con crete maatregelen. De werk groep is druk bezig met het sa menstellen van de Atlas van Dagvlinders in Zeeland. Die moet in het jubileumjaar 2003 verschijnen. Iedere tuin- en natuurliefheb ber let er, al dan niet bewust, op: de aanwezigheid van vlinders en, in mindere mate, libellen. Hun gefladder is een lust voor het oog, een teken dat er een goede leefomgeving is. Anton Baaijens uit Groot Abeele, se cretaris van de Vlinder- en Li bellen werkgroep, kan er boei end over vertellen. Hij mag zonder overdrijving een vlin derfanaat worden genoemd. Er is maar weinig wat hij niet van de vlinders en libellen af weet. Zijn hart gaat sneller kloppen als het warmer wordt en de die ren uitvliegen. Baaijens weet zich gesteund door een groeiend aantal geïnteresseerden. Dat blijkt onder meer uit de gro te belangstelling van mensen voor het bijhouden van een zo genaamd 'tuinwaarnemings- formulier'. Daarop kan worden aangeven welke vlinders en li bellen er in de eigen tuin, of op een andere vaste stek, waarge nomen worden. Het biedt een mooit overzicht van wanneer soorten voorkomen en verdwij nen en wanneer een tweede ge neratie diertjes opduikt. De ge gevens worden gebruikt voor de inventarisaties van de werk groep. Het formulier is zo'n vijf jaar geleden ingevoerd; in het begin vulden maar enkele men sen het trouw in. Dat worden er steeds meer, zeker nu de werk groep sinds 2000 in het clubblad De Zeeuwse Prikkebeen een overzicht publiceert van de aantrekkelijkste vlindertuinen. Vorig jaar zijn 37 tuinen bij de waarnemingen betrokken. Een tuin aan de Plattendijk bij Heinkenszand belandde op de eerste plaats. Daar werden hon- Atalanta foto's Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland derd exemplaren, verdeeld over veertien soorten, gezien. Anton Baaijens heeft de indruk dat mensen het gewoon leuk vinden om bij te houden welke vlinders hun tuin bezoeken. Het is ook een beetje competitie om elk jaar meer exemplaren en soor ten te kunnen registreren. Hij is blij met die ontwikkeling. ,,Hoe meer waarnemingen, hoe beter om alles zo nauwkeurig moge lijk in kaart te brengen. Vroeger ging je als vlinderliefhebber vooral erop uit om bijzondere soorten waar te nemen. Nu hou je ook de gewone soorten bij in eigen tuin. Dat kost weinig moeite. Je bent er toch elke dag." Er zijn ook mensen die niet hun tuin maar een andere favoriete vlinderplek kiezen, zoals een park, een dijk, een bos of een aantrekkelijke struweelrand. Het waarnemingsformulier gaat mee op wandel- en fiets tochten. Baaijens: We hebben iemand in Arnemuiden wonen, die is er echt fanatiek in. Als het een beetje weer is, fietst hij elke week een rondje langs het Veer- se Meer.' Die houdt wel zo'n twintig formulieren bijHij be klemtoont dat het niet alleen om het registreren van gegevens gaat.,Het isookvoorde aardig heid, voor jezelfJe kunt de ont wikkeling van de vlindersoor ten volgen, het hele jaar door." Om een formulier bij te houden hoeft iemand geen lid van de werkgroep te zijn. „We willen gewoon dat de mensen meer naar vlinders kijken en er iets mee doen. Iedereen die geïnte resseerd is, kan inhaken. Het zijn vaak wel natuurliefheb bers. Je hoeft niet alle soorten te herkennen. Een stuk of zes, ze ven meer algemene is al goed. Die staan in elke gids", zegt Baaijens. „Libellen zij wat moeilijker thuis te brengen. Daarvoor moet je echt een veld- gids bij de hand hebben. Je moet niet schromen een formulier in te sturen, ook al heb je weinig soorten waargenomen. Dat is niet erg. De werkgroep heeft er bijna tien jaar onderzoek op zit ten. In de atlas worden de resul taten opgenomen. Anton Baaij ens wil, vooruitlopend daarop, wel een top-vijf van de algeme ne vlindersoorten in Zeeland sa men stellen. Op de eerste plaat sen staan vlinders die niet volop in tuinen voorkomen, maar meer in een natuurlijke omge ving, zoals bermen en slootkan ten, graslanden en natuurgebie den. Op de eerste plaats komt volgens Baaijens het zwartsprietdikkopje, gevolgd door het oranje zandoogje en het bruin zandoogje (die lande lijk als eerste staat). Vierde is het klein koolwitje (waarvan er drie verschillende soorten zijn, die veel op elkaar lijken). De atalanta, een sterke vlieger die snel op de geur van nectarplan- ten afkomt, staat vijfde. Tegen de top-vijf aan bevindt zich de dagpauwoog, die overal rond vliegt. Klimaatverandering Enkele soorten zijn opvallend vaak in tuinen te vinden, terwijl het toch echte natuurvlinders zijn, vertelt Baaijens. Hij noemt de gehakkelde aurelia, het boomblauwtje en het bonte zandoogje. Het is niet uitgeslo ten dat door de klimaatveran dering - met name de tempera tuurstijging - nieuwe soorten ontdekt worden. „Dat het war mer wordt, merken we nog niet zo heel goed aan de dagvlinders, hooguit komt het landkaartje meer voor. Wel merk je het bij de nachtvlinders. Een aantal soor ten was er tien jaar geleden nog niet en die komen nu massaal opzetten. Het zijn echt zuidelij ke soorten." Belangrijker nog dan de temperatuur (vlinders voelen zich slecht thuis bij kou en regen) is de leefomgeving, meent Baaijens. Door in de tuin voor vlinders aantrekkelijke planten te houden, kan iedereen daar een handje bij helpen. Ook het neerleggen van wat fruit, bijvoorbeeld pruimen, trekt de diertjes aan. Rinus Antonisse De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuurgeadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake. -5T'. schelde kijkt, weet je dat het ook daar lente is. Een zachtroze sub stantie drijft mee op de deining. Dat betekent dat ook de onder waterdieren voor nageslacht zorgen. Thuis geniet je weer van andere vogels. Zanglijsters en merels zingen het hoogste lied, koolme zen ruziën gezellig met pimpel mezen om een broedkastje. Twee Turkse tortels kijken van af het dak rond. Sinds enkele weken vormen de twee vogels een paar. De eerste boerenzwa luw zweeft door de lucht. Rood- borst, winterkoning, heggemus: het koor is bijna compleet. Het wachten is nog op de fitis, die vanuit het zuiden van Afrika moet komen en op de spotvogel en de zwartkop. De tjiftjaf en de witte kwikstaart zijn al enige weken te zien en te horen. Kort om: het is weer lente! Petra Sloof steenlopers, zilvermeeuwen en mantelmeeuwen. De Neder landse tureluurs vliegen luid roepend over; de hier overwin terende tureluurs, die net een slagje groter zijn, zijn vertrok ken naar hun noordelijke broedgebieden. Zilvermeeuwen dagen elkaar uit in een balts- vlucht. Er zit verliefdheid in de lucht. En dan ineens zijn daar twee gele kwikstaarten. Ze heb ben kennelijk alles wat hen is overkomen onderweg naar en van het zuiden overleef d. Vrolijk buitelen ze langs de dijk. Er zijn op de dijk, waar schapen lopen of gelopen hebben, zeer veel in- sekten om te eten. De gele kwik staart is vroeg dit jaar. Als de zon hoger komt, verschij nen de kiekendieven. In de lucht doen ze huwelijksaanzoeken. Het is prachtig om hun balts- vlucht te bekijken. Het is genieten, zo'n lentemor gen in de zon. Pinksterbloemen, boterbloemen, paarse dovenetel en fluitenkruid: alles buldert de grond uit. Als je naar de Ooster- De Noordbevelandse Ooster- scheldedijk doet denken aan het schilderij van Leon Spilliaert met de titel La Femme sur la digue. Dit schilderij is te bewonderen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België in Brussel. De rust en ook een zekere eenzaamheid die het schilderij uitstraalt, zijn te rug te vinden aan de dijk. En gelukkig maar dat het er rus tig is. Gelukkig voor de vroege wandelaar, voor de talrijke broedvogels die deze dagen ar riveren uit het zuiden en voor de doortrekkers naar het hoge bijzonder blauw noorden. Plots zie je dan van hek naar hek, of van graspol naar graspol, kleine zangvogels gaan. Wanneer je de kijker pakt, zie je graspiepers en witte kwik staarten. Op het taluud van de dijk scharrelen scholeksters, Gele kwikstaart

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 21