Joyce biedt
soep voor
puzzelaars
Wanneer het toegemeten aantal tranen is geplengd
Finnegans Wake
Huygens vertaald in
modern Nederlands
Nastja in Moskou
25
Indian
Summer
donderdag 18 april 2002
Is kinderen op een partijtje, zo uitgelaten wordt in
literair Nederland gereageerd op de vertaling van
het onvertaalbaar geachte boek Finnegans wake
(1939) van de Ierse schrijver James Joyce (1882-1941). Menig
literair criticus struikelt in zijn geestdrift welhaast over de
superlatieven om de loftrompet te steken over de
sisyfusarbeid die is verricht door het duo Erik Bindervoet en
Robbert-Jan Henkes. Ruim zestig jaar na verschijning is
immers het magnum opus van Joyce, de belangrijkste
roman- en taalvernieuwer uit de vorige eeuw, eindelijk in het
Nederlands vertaald.
Het magnum opus? Het
hoofdwerk? Voor Joyce zelf
gold dat misschien, maar in de
letterkundige handboeken
wordt die plaats toch sinds jaar
en dag ingeruimd voor 'Ulys
ses'? Wonderlijk. Had ik toch al-
tijdgedacht dat 'Ulysses' (1922)
hét ultieme Joyceboek was! Nu
wordt dit in de ronkende be
sprekingen over Finnegans wa
ke alleen nog terloops genoemd.
Wordt bijna gedaan alsof dit
boek net zo toegankelijk en vlot
leesbaar is als een Jip Janne-
ke.
En dat is wel eens anders ge
weest. In mijn middelbare
schooltijd, de jaren zeventig,
•konden we Joyce' verhalenbun-
del'Dubliners' (1914) en 'A
.portrait of the artist as a young
man' ('Een portret van de kun
stenaar als jongeman', 1916)
•met een gerust hart op onze boe
kenlijst zetten, maar 'Ulysses'?
Nee, dat was iets voor snobs.
Zelfs in Ierland en het Verenigd
•Koninkrijk, vertelde de leraar
(Engels, was er maar een handje-
■voldat het boek aankon. Deze
zogenaamde lezers (want gele-
zenhadden ze het natuurlijk
niet, hoonde onze docent) plak
ten op de voorruit van hun auto
een sticker, zoals een huisarts
het esculaapteken, waaraan je
kon aflezen dat ze Joyce hadden
gelezen. Dat genootschap moest
nog geheimzinniger zijn dan de
vrijmetselaarsloge.
Jaren later werd ik zelf zo'n
snob, want ik las 'Ulysses', aan
gespoord door de verhalen over
het fantastische laatste hoofd
stuk, waarin Molly Bloom on
verbloemd haar erotische ge
dachten spuit (geschreven in de
beroemde stream of conscious
ness). Het is een fabelachtig
mooi boek in achttien episoden
over advertentieverkoper Leo
pold Bloom en zijn omzwervin
gen door Dublin op 16 juni 1904
(door Joycebe wonderaars
Bloomsday genoemd). Hoezo
ontoegankelijk, moeilijk en eli
tair? Het is zo'n rijk boek dat je
er niet in uitgelezen raakt
De eerste schitterende Neder
landse vertaling, uit 1969, was
van John Vandenbergh. Over de
wijze waarop hij - volgens de
Britse literaire kritiek in 1999 -
hét boek van de twintigste eeuw
voor ons, Nederlandse lezers,
ontsloten had, werd nadien
enigszins denigrerend gedaan
door de Vlamingen Paul Claes
enMonNys. Zij vertaalden
'Ulysses' een kwart eeuw later
opnieuw, buitengewoon spran
kelend en toegankelijk. Ze ver
oorloofden zich meer vrijheid,
maar het resultaat was niet per
se beter dan de vertaling van
hun voorganger.
Finnegans wake is door de jaren
heen in de kritieken en verhalen
over Joyce vaak afgedaan als
een voetnoot, domweg omdat
deze vuistdikke roman onlees
baar zou zijn. Zelfs een hoogge
leerde schrijver als de Argentijn
Jorge Luis Borges vond het 'niet
te doen'. Finnegans wake is dan
ook een waanzinnig boek van
een geschift genie - dat is ten
minste de eerste indruk die je
van het boek krijgt. Het is geen
negatieve kwalificatie, want
zijn waanzin en genie niet el-
kaars extremen en schurken ze
tegelijkertijd niet dicht tegen
elkaar aan?
Een en ander heeft het schrij
vers- en vertalersduo Erik Bin
dervoet en Robbert-Jan Henkes
er niet van weerhouden om deze
onmogelijke turf in het Neder
lands om te zetten. Eerder ver
schenen van het boek alleen ver
talingen in het Frans en Duits.
De twee zijn bepaald geen
groentjes. Vorig jaar verrasten
ze al met een mooie nieuwe en
door theatergroep 't Barre Land
gespeelde vertaling van Shake-
speares 'Hamlet', omdat ze die
van GerritKomrij ondeugdelijk
achtten. Van een heuse vertaling
kun jein het geval van J oy ce niet
spreken, Bindervoet en Henkes
hebben van het Engels (of Iers)
van Joyce Nederlands gemaakt.
Finnegans wake is een taal- en
gedachte-experiment ineen.
Het speelt allemaal in het (onder
)bewustzijn van een dromer.
Een verhaal is er niet, slechte
enkele rode draden bieden hou
vast, De titel verwijst naar een
Iers lied waarin een timmerman
dood van een ladder valt. Er is
een wake bij het lijk van Finne-
gan, die ontaardt in een zwaar-
drankgelag en heftige ruzies.
Een aantal figuren uit een gezin
keert telkens terug, onder wie
de kastelein, zijn vrouw en drie
kinderen.
Het boek zit vol raadsels en ver
wijzingen, Het is een bombarde
ment van niet-bestaande woor
den, neologismen, woorden uit
andere talen, klankreeksen, le
vensgeschiedenissen, histori
sche gebeurtenissen, anekdotes,
sprookjes, krantenstukken,
verhalen, mythen, liedjes, recla
meslogans, wetenschappelijke
formules, van alles heeft Joyce
erin gekieperd. En zo gaat het
628 bladzijden lang door, met
op de linkerpagina de oorspron
kelijke Engelse tekst en op de
rechter de Nederlandse inter
pretatie.
Een willekeurige greep, en ver
gelijk. Links: 'Forfet not the
palsied. Light match for poor
old Contrabally and send some
balmoil for the schizmatics. A
hemd in need is aye a friendly
deed. Remember, maid, thou
dust art powder but Cinderella
W3F.. -■f
James Joyce speelt zo bezeten metwoorden en constructies datzijn proza de grenzen van de begrijpelijkheid verre overschrijdt.
thou must return (what are you
robbing her sleeve for, Ruby?
And pullin your tongue, Polly!).
Cog that out of your teen times,
everyone. The lad who brooks
no breaches lifts the lass that
toffs a tailor. Plow dare ye be
laughing out of your mouthshi-
ne at the lack of that? Keep cool
your fresh chastity which is far
better far.'
Rechts: 'Vergiet niet die vielen.
Brand een lucifertje voor arme
oude Contrabally en stuur wat
smirolie voor de schizmatici.
Beter een goede rok dan een ver
hemd. Onthou, meid, gij stof zijt
poeder maar Alssepoedster
moet gij wederkeren (waar ben
jij haar mouw voor aan het bero
ven, Ruby? En haal je tong naar
binnen, Polly!). Aap dat tiener-
kerig na, allemaal. De knul die
geen broek verdraagt verheft
het wicht die in sloof is met de
snijder. Hoe durf je vanuit je
mondeschijn te lachen om het
gebrek daaraan? Hou je frisse
kuisheid koel wat veel beter is
veruit.'
Joyce, die zestien jaar aan het
boek werkte ondanks pijnen en
slechte ogenspeelt hier zo beze
ten met woorden en constructies
dat zijn proza de grenzen van de
begrijpelijkheid verre over
schrijdt. Techniek om de tech
niek. Niet het doel heiligt de
middelen, maar de middelen
heiligen het doel. Het is vaak
koeterwaals van een onnavolg
bare taalvirtuoos. De schrijver
speelt hier een sardonisch hoog
spel met de lezer, zo deze niet al
lang is afgehaakt. Toen Joyce
werd gevraagd waarom hij zo'n
monstrum van taal had gescha
pen, merkte hij niet voor niets
onverstoorbaar op: 'Om mijn
critici de eerstkomende drie
honderd jaar bezig te houden.'
Bij hetlezen,hoeweljevan lezen
in dit geval nauwelijks kunt
spreken, zeg maar proeven en
doorploegen van deze bedwel
mende orgie van taal - het boek
spreekt zelf ergens van chaos-
mos - vroeg ik mij af hoe tegen
dit boek zou zijn aangekeken als
het niet was geschreven door Ja-
mes Joyce of als dit zijn debuut
was geweest. Zou het dan ooit
uitgegeven zijn, zou men het
dan niet hebben afgedaan als de
taaisoep van een briljant dys-
lecticus?
Bleek het ooit onleesbare 'Ulys
ses' een verrassend toegankelijk
boek, deze onmogelijke Finne
gans wake wenst zich voorals
nog slechts mondjesmaat prijs
te geven. Voor het overige blijft
het, voor deze lezer in elk geval,
een gesloten boek. Het is voer
voor (taal)puzzelaars. Er be
staat een bandopname van Ja
mes Joyce die een fragment uit
zijn boek voorleest. Met zijn
stem blaast hij naar verluidt
zijn proza leven in, zoals Luce-
bert dat met zijn gedichten zo
oorstrelend kon doen. Mis
schien moet je dat met dit boek
ook doen, gewoon hardop
(voor)lezen, en wie weet begin
nen de zinnen die op papier zo
dood als een pier lijken dan in
eens te leven.
Nico de Boer
James Joyce: Finnegans wake - Ne
derlands van Erik Bindervoet en
Robbert-Jan Henkes. Tweetalige
editie, gebonden met stofomslag in
cassette. Uitgeverij Athenaeum -
Polak Van Gennep, 1272 blz.,
75,-.
Begin deze maand kwam een
nieuw boek over Constan-
tijn Huygens uit. Met voor het
eerst een moderne vertaling van
het langste gedicht dat de I7e-
eeuwse staatsman schreef. Voor
wie alles wil weten over Hof-
wij ck.
Constantijn Huygens maakte
talloze gedichten, maar het
werk 'Hofwijck' geldt als zijn
voornaamste werk. Het is met
2824 versregels ook het langste
gedicht van de Haagse/Voor-
burgse staatsman, dichter en ar
chitect uit de I7e eeuw. Nu is er
voor het eerst een moderne ver
sie van het immense gedicht.
Historicus Ton van Strien heeft
het Oudnederlands vertaald.
Deze vertaling en de uitleg van
het gedicht staan in een nieuw
boek waarin een compleet over
zicht is toegevoegd van de ge
schiedenis van de Voorburgse
buitenplaats Hofwijck. Heden
en verleden van dit markante
gebouw zijn op levendige wijze
beschreven door de Voorburgse
auteur Kees van der Leer. Uiter-
aard komt daarin ook het leven
van Constantijns bekende zoon
Christiaan (wetenschapper)
ruim aan bod. In de beschrijving
van de geschiedenis van Hof
wijck haalt Van der Leer ook
veel informatie uit hét gedicht
over de buitenplaats.
Constantijn Huygens schreef
het in 1651, juist nadat zijn rol
als invloedrijk secretaris van de
toen net overleden stadhouder
Willem Frederik was verkleind.
Mede daardoor is het gedicht
een tikje somber, een beetje me
lancholisch ook. Maar humor en
spitsvondigheid zijn kenmer
ken van de stijl. De ruim 2800
boeiende versregels schreef hij
in vier maanden. Huijgens was
toen 55 jaar oud en verkeerde in
de veronderstelling nog maar
kort te leven te hebben.
Huygens werd 90 jaar, maar dat
kon hij toen nog niet bevroeden.
Later, in 1665, zou hij nog
schrijven: 'Het is nu september,
en nogmaals die vierde dag
(Huygens is geboren op 4 sep
tember 1596) die mij verschij
nen zag hoeveel Septembers,
Heer, en hoeveel vierde dagen,
wilt gij mij nog verdragen wat
wacht ik meer op aard', waarom
toch scheid' ik niet, 'k wacht,
Heer, dat gij 'y gebiedt'.
Huygens wilde met zijn gedicht
een ode brengen aan Hofwijck,
ervoor zorgen dat het gebouw
altijd zou blijven bestaan. Hij
was bang dat het pand na zijn
dood zou worden gesloopt: 'De
tijd sluit struik en steen. Eens
zal men zeggen: Hier, hier was
't daar Hofwijck stond, nu puin
en kweek (onkruid) en aarde
En dan zal Hofwijck nog staan
bloeien in zijn waarde- ja,
waarde, zo er ooit iets waardigs
van mijn hand de jaren heeft
verduurd en ouderdom ver
mand'.
Huygens had Hofwijck als bui
tenplaats laten bouwen in 1641,
nadat hij de grond voor 300 gul
den had gekocht. De veelzijdige
Nederlander reisde veel, maar
Hofwijck kende in zijn ogen
geen gelijke: 'De sleutel tot mijn
hart ligt hier in deze tuin... Na-
derd ik mijn lieve vliet en liet mij
'snachts genoegen met hof-
wijcks klein verblijf, en met den
haag daarna dat ik altoos,
waar ik loop, vind zonder we
derga'.
In het gedicht maakt Huygens
onder meer een uitgebreide
wandeling door de tuin. Hij
maakt ook lange bespiegelingen
over ethiek en moraal, met
daarbij ook de nodige zelfspot.
Bovendien zette hij zich af tegen
hebzucht: 'Wie leeft van over
schot? De weide die de os voedt
is voor hem heel de wereld, en
honderd morgen gras en doet
hem niet meer nut als 't er niet
was'.
Lars Omloo
Het gedicht en de buitenplaats van
Constantijn Huygens. Auteurs: Ton
van Strien en Kees van der Leer; uit
geverij Walberg Pers in samenwer
king met de Vereniging Hofwijck,
I68pag., €14,95.
Een beetje thriller behoort
met iets schijnbaar onbe
nulligs te beginnen, waarvan je
in de verste verte nog niet kunt
vermoeden hoe het in een groter
misdadig geheel past, dat er on
vermijdelijk zit aan te komen.
Een andere techniek is het in
troduceren van zeer uiteenlo
pende figuren met hun eigen -
op het eerste oog huiselijke -
problemen, die echter onover
komelijk hun tentakels uitslaan
naar de meer duistere kanten
van het bestaan. En dan moet
natuurlijk op het eind alles lo
gisch en verldaarbaar in elkaar
grijpen. In Kringloop van ge
weld gebeurt het allemaal, maar
dan ook nog eens tegen een voor
Nederlandse lezers nog altijd
niet familiair en daarom prettig
exotisch decor: het hedendaag
se Moskou.
Een tamelijk domme en naïeve
poging tot chantage blijkt in
Kringloop van geweld te leiden
tot een moord, nog een moord en
een zelfmoord om tenslotte uit
te monden in een duivels pro
ject, waarbij zich op de kaart
van de Russische hoofdstad het
oneindige cijfer acht aftekent:
twee lussen met in de ene veel
meer criminaliteit dan gewoon
lijk en in de andere juist veel
minder. Een, zij het niet gemak
kelijk, kolfje naar de hand van
de inmiddels tot majoor bij de
politie opgeklommen analyste-
/rechercheur Nastja Kamens-
kaja, als altijd koffieslurpend
en sigarettenrokend.
Kringloop van geweld van de
schrijfster Alexandra Marinina
is de vijfde thriller met Kamens-
kaj a in de hoofdrol die in het Ne
derlands is vertaald. In Rusland
behoort Marininasamen met B
Akoenin en diens hoofdpersoon
Erast Petrovitsj Fandorin, tot
de succesvolste misdaadauteurs
van nu. Van Marinina zijn sinds
1993 meer dan 23 miljoen boe
ken verkocht, in achttien ver
schillende landen. Verwonder
lijk is dat niet. Marinina
schrijft, ook al zijn haar boeken
in het heden en in Rusland gesi
tueerd, in een ouderwetse tradi
tie van het thrillergenre.
Haar hoofdpersonen zijn men
sen van vlees en bloed en geen
superhelden die het voortdu
rend van het grijpen naar de wa
pens moeten hebben. Recher
cheur Nastja Kamenskaja kan
zelf nagenoeg niet met wapens
omgaan en lijdt aan slapeloos
heid en ander menselijk onge
mak, waarbij een huilbuitje nog
wel eens wil helpen. Een scher
pe geest bezit ze wel, soms iets te
scherp voor de lezer om alles
meteen te kunnen volgen, maar
het valt uiteindelijk allemaal op
zijn plaats, al is het altijd weer
anders dan je dacht.
Marinina's boeken zijn apart te
lezen, maar wie er echt van wil
genieten doet er goed aan ge
woon met deel een te beginnen.
Dan wordt ook duidelijk welke
bijzondere persoonlijke beslis
sing Nastja Kamenskaja in
Kringloop van geweld neemt.
Aly Knol
Alexandra Marinina: Kringloop
van geweld - vertaling Sylvia Nij-
land. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff,
320 pag., €15,85.
Om te beginnen is al het motto van Gom-
browicz in de roman Indian summer
van de Deen Jens Christian Grondahl
prachtig: 'Er zouden twee afzonderlijke ta
len moeten zijn: één voor degenen wier le
ven wast, en één andere voor degenen wier
leven afneemt'De roman zelf is al even wel-
doordacht, fraai geformuleerd, en treurig.
De roman Indian summer gaat over vier
personen, twee mannen en twee vrouwen,
en hun onderlinge relaties. Er zijn liefdes,
scheidingen, herenigingen en opflakkerin
gen, maar er heerst vooral veel verdriet. De
ene man, Gustav, wordt op de eerste blad
zijde begraven, de andere, August, vertelt
net verhaal van hun verweven levens.
Gustav was een grote, exuberante en anar
Jens Christian Grpndahl
foto Harmen de Jong/GPD
chistische kunstenaar, een woeste levensge
nieter en vrou wenversierder die altij d in het
middelpunt van de belangstelling stond.
Schrijver August is een onzekere, conven
tionele figuur die stilletjes vanaf de zijlijn
mensen en hun omgeving observeert. Bei
den houden van de 'schrikwekkend mooie'
Alma, August als eerste. In hun gepassio
neerde liefdesrelatie is Alma buiten het bed
een onaantastbare, ongenaakbare schoon
heid die de baby die hij bij haar verwekt niet
wil houden. Op het moment dat hij haar
voorstelt aan zijn vriend Gustav weet Au
gust dat hij haar kwijt is.
In de relatie met Gustav straalt Alma kalm
te uit, een zelfverzekerde rust en vertrou
wen die ongehoord geschokt worden als hij
haar volkomen onverwacht verlaat, ook
niet weerhouden door hun kleine dochter
tje. August, inmiddels getrouwd met de suc
cesvolle actrice Harriet, probeert haar te
troosten maar zijn daarbij blijkende onge-
doofde begeerte valt bij Alma niet in goede
aarde en zij stuurt hem weg. Vijftien jaar la
ter, als de overspelige en onoprechte ver
houding tussen August en Harriet al lang
afgesloten is, ontmoeten de beide vroegere
geliefden, de schrijver en de fotografe, el
kaar toevallig opnieuw. Ze beminnen elkaar
weer, voorzichtigjes, en reizen samen naar
Parijs om de woesteling Gustav op te zoe
ken, om wie Alma nog altijd treurt. Hij
blijkt dodelijk ziek, ze besluit zijn sterven in
hun oude zomerhuis in Denemarken te be
geleiden, en weer staat August aan de zij
lijn.
Hoewel Gustav hem vanaf zij n sterfbed ver
vloekt om de 'passende wraak' die Alma en
August op hem nemen, heeft hun hernieuw
de liefde geen toekomst meer. De korte flirt
van August met de jonge dochter Becky,
sprekend evenbeeld van de mooie Alma in
haar jonge jaren, loopt ook op een fiasco uit
- August is de totale verliezer; evenals de be
graven Gustav en rouwende Alma.
Een troosteloze geschiedenis, maar wat een
genot om te lezen. In Indian summer worden
veel rake overwegingen over de liefde gefor
muleerd, alsmede over ontrouw en de pijn
na een afscheid. Het zelfbeeld van August
als hij Harriet betrapt op overspel: 'Haar
verraad had mij eens en voor al gereduceerd
tot een aandoenlijke, belachelijke of af
schuwelijke karikatuur.' Geen speld tussen
te krijgen, evenmin als bij de vaststelling
dat Alma volgens iedereen veel te lang
treurt om de man die haar verlaten heeft: 'Ze
overtrad de ongeschreven regel die optimis
me en levensmoed eist wanneer het toege
meten aantal tranen is geplengd.'
De verteller, in het nu van de roman al lang
geleden gestopt met het schrijven van ro
mans, merkt ergens op over zijn eigen werk:
'Al die stijl, wat koop j e daarvoor?' Een vette
knipoog naar de romans van Grondahl zelf,
die nu juist geroemd worden om de bijzon
dere, subtiele stijl. Elders ziet de gestopte
schrijver de inhoud van zijn boeken als vol
maakt overbodig, omdat er niets in zou
staan wat iedereen al weet: 'Alsof iedereen
niet bekend was met de lacunes van de lege
dagen, de onverklaarbare aanvallen van
droefheid in de avond, de loerende angst, de
sluimerende begeerte. Alsof het leven een
nieuwtje was, enkel en alleen omdat hijzelf
zijn portie had gehad aan teleurstellingen,
misverstanden en verloren horizonnen.'
Godzijdank heeft Grondahl zich door zulke
bespiegelingen, die elke schrijver wel be
kend voor zullen komen, niet laten weer
houden van het uitoefenen van zijn métier.
Indian summer is een buitensporig mooie,
doordachte liefdesroman - voor de al wat
gepokte en gemazelde lezer.
Margot Engelen
Jens Christian Grendahl: Indian summer - verta
ling Gerard Cruys; Uitgeverij Meulenhoff, 174
blz., €15,-.