luchtstreek
Enige schoolboek dat ook in vrije tijd uit de kast komt
PZC24;
RUDEN RIEMENS
125 jaar Bosatlas
zaterdag 13 april 2002
O G
Pieter Roelf Bos, rond 1893.
kaarten werden in losse setjes van 60 cent
uitgegeven, maar vlak daarna, in 1877, ver
scheen de eerste Atlas der geheele aarde ten
gebruike bij het onderwijs in de nieuwere
aardrijkskunde.
De kaarten vertoonden veel witte vlekken.
De Brits-Amerikaanse ontdekkingsreiziger
H. M. Stanley was net dat jaar uit Afrika te
ruggekeerd en zijn kennis was nog niet bij
Bos bekend. De loop van de Kongorivier
foto GPD
was grotendeels met stippellijntjes ingete
kend. Bos streefde er wel naar de meest re
cente informatie op te nemen. In de tweede
druk meldt hij dan ook dat hij Stanley's
kaart niet mee heeft kunnen nemen in ver
band met de verwerkingstijd van de gege
vens. In de volgende druk kon deze witte
vlek worden ingevuld.
Bos hanteerde bij het maken van zijn kaar
ten een credo van de negentiende-eeuwse
rentie, maar wist zich altijd staande te hou
den. Het uiterlijk speelde daarbij een be
langrijke rol, maar ook de manier waarop
werd ingespeeld op de leerplannen. Johan
Russchen, cartograaf bij Wolters Noord-
hoff: ,,We hebben geen directe invloed op
het leerplan, maar we houden wel contact
met de opstellers daarvan, We proberen er
handen en voeten aan te geven. Hoe wij dat
doen, blijkt weer richtinggevend te zijn
voor de uitgevers van lesmethodes."
De vroegere Rijks-HBS in Groningen ging
op in het Kamerlingh Onnes College, dat nu
Reitdiep College heet. F. J. Horstmeier, do
cent aardrijkskunde aan deze scholenge
meenschap en voormalig medewerker van
Wolters Noordhoff, legt de 50ste editie op
tafel, die bijna uit elkaar valt. „Zo gaan we
ermee om. We gebruiken hem heel inten
sief." De 51ste editie ziet er vooralsnog wat
minder stukgelezen uit. „Het is een bere-
goede atlas. De Zweedse concurrent, de Es-
selte atlas, haalt het daar niet bijEngelse
atlassen hebben een beeld van een uiteenge
vallen krop sla. Allerlei tinten groen, niet
uit wijs te worden. Duitse kaarten om voor
de klas te hangen zijn heel hebbelijk, maar
hun atlassen zijn veel te vol. De Bosatlas - en
ik ben atlassenfreak - is de sterkste schoola
tlas die ik tot nu toe heb gezien."
Over de oplage verstrekt Wolters Noordhoff
geen cijfers in verband met de concurrentie.
Russchen: „Ergens in 1966 is het miljoenste
exemplaar uitgereikt aan prins Bernhard."
Aardrijkskundeleraar Horstmeier kan wel
een tipj e van de sluier oplichten,Toen ik bij
Wolters Noordhoff werkte, werden in 1975
alleen al van de Grote Bosatlas 70.000 tot
90.000 exemplaren uitgegeven. De teken-
kosten van een nieuwe editie bedroegen
toen 1,2 miljoen gulden. Het eerste jaar
draaiden we dan ook altijd met verlies. Pas
de jaren van de vrijwel ongewijzigde her
drukken leverden winst op."
Sinds de eerste editie is er veel veranderd.
Toch leeft bij heel wat Nederlanders nog het
idee dat de Bosatlas altijd dezelfde is geble
ven. Bij de uitgeverij maken ze onderscheid
tussen de bruine en de grijze generatie. De
Bosatlas was lange tijd gehuld in een bruin
kaft, maar bij de 45ste editie in 1967 veran
derde dat in de grijze omslag met blauw
witte opdruk. Sinds de vijftigste editie van
1988 is de kaft blauw met groen.
In de eerste 25 jaar verschenen er vijftien
drukken van de Bosatlas. Dat betekende dat
er elke twintig maanden een nieuwe druk
verscheen, met bijgewerkte kaarten. „Nieu
we gegevens konden soms op de lithostenen
worden bijgetekend, al was dat een hele
klus", vertelt Russchen. Toen de lithografie
werd ingeruild voor modernere middelen,is
de kelder vol lithostenen leeggeruimd. Er is
menig tuinpad mee betegeld, weet Rus-
schen.Tegenwoordig werkt een team van i
tien redactieleden continu aan het bijhou-1
den van de informatie. Alles gebeurt nudi-1
gitaal. De laatste edities verschenen met
tussenpozen van zeven jaar.
De huidige editie van de Bosatlas bestaat
uit twee delen: het papieren boek en een cd-'
rom. „Op de diskette staat nog eens voor?;' j
atlassen aan informatie", zegt uitgever Pc-1
ter Vroege. Elke plaats die niet op de kaar-
ten staat valt erin te vinden. Bovendien
kunnen leerlingen met de beschikbare gegt-i
vens zelf thematische kaartjes samenstel
len. I
Mysterie
Vroeger hing om de atlas het mysterie van I
verre oorden. Peter Vroege: „Nu is er de ma-I
gie van de eigen omgeving. Hoeveel rijkeoi
arme mensen wonen hier? Waarom is datzo! 1
In welke wijken wonen ze? Sommige ant
woorden vinden ze op de thematische kaar
ten. En met de cd-rom kunnen ze nog meer
vragen over hun eigen omgeving beant
woorden."
Bij Wolters Noordhoff komen geregeld tele
foontjes binnen met de vraag hoeveel een
oude Bosatlas waard is. Russchen: „Mensen;
hebben dan de zolder van oma opgeruimd
en zijn nieuwsgierig."
Alleen atlassen van voor 1900 zijn bijzon
der, maar ze brengen zeker geen duizenden
euro's op. Bij De Slegte in Den Haag kosteenj
exemplaar uit 1951 25 euro en een 31ste
druk uit 1927 moet 29,50 opbrengen. „Ie- i
dereen bewaart de atlas", zegt Russchen. I
„Veel mensen hebben nog die van hun on- i
ders of grootouders. Daarom zie je ze ook
niet vaak in antiquariaten."
De Bosatlas vormt een spiegel van zijn tijd.
Zo werd het kleurgebruik eventjes aange-
past aan de mode van die tijd en tonen ver-1
anderde grenzen welke effecten kolonisatie
en oorlogen op de wereld hebben gehad
Daarnaast bieden thematische kaarten in
zicht in trends. Russchen: „Zo boden we in
de jaren zestig vooral economische geogra
fie met informatie over bijvoorbeeld
mijnbouw, inkomen en werkgelegenheid.
Daarna was er meer belangstelling voor de
mografie, stedelijke ontwikkeling en urba-1
nisatie. In de jaren tachtig stond milieu not
in de aandacht, dat is nu vrijwel verdwenen
Tegenwoordig staat de eigen omgeving een-1
traal, naast de internationalisering en de
multiculturele samenleving."
Gitte Brugman
Een instituut. Een begrip. Een auto
riteit. Voor de meeste Nederlanders
is er maar één atlas: de Bosatlas. De één
zoekt er zijn vakantiebestemming in
op, de ander maakte in de atlas fanta
siereizen met zijn opa - en raakte gefas
cineerd door cartografie. Generaties
groeiden met de inmiddels 125 jaar be
staande Bosatlas op en de liefhebber
gaat er bij wijze van spreken mee naar
bed.
Hoogezand, Sappemeer, Zuidbroek,
Winschoten, Beerta...
Bali, Lombok, Soembawa, Soemba, Flores,
Timor.
Rijtjes die velen nog zo kunnen opdreunen.
Geleerd aan de hand van de Bosatlas. Zelfs
in Indonesië zijn de rijtjes bekend. Toen
journalist W. L. Brugsma ooit Soekarno in
terviewde, vroeg de Indonesische president
hem hoe de steenkool van Zuid-Limburg in
Groningen kwam. Zonder het antwoord af
te wachfen, somde hij de kanalen op waar
over de boten naar het noorden voeren. Uit
de Bosatlas. Want wat goed was voor de Ne
derlanders, was ook goed geweest voor de
koloniën.
De Bosatlas viert dit jaar zijn 125-jarig be
staan. Na het eeuwfeest en de vijftigste edi
tie opnieuw een jubileum om bij stil te
staan. Uitgeverij Wolters Noordhoff brengt
volgende week een gecombineerde editie op
de markt van de eerste atlas uit 1877 en de
laatste druk van de nieuwste, 52ste editie.
Opnieuw zal een generatie opgroeien met
het boek dat - al is het een schoolboek - ook
buiten het huiswerk om uit de kast komt. En
dat vaak als enige na de schoolcarrière mag
blijven.
„Waarom heet hij eigenlijk Bosatlas? Er
staat toch niet alleen bos in?" Elk jaar stelt
wel weer een leerling deze vraag aan zijn
aardrijkskundeleraar. De naam Bosatlas is
zo ingeburgerd - de dikke Van Dale en het
Groene Boekje vermelden hem zelfs - dat
lang niet iedereen weet dat hij die naam
dankt aan zijn samensteller Pieter Roelf
Bos.
Bos was leraar aardrijkskunde aan de
Rijks-HBS in Groningen. In 187 5 schreef hij
een leerboek dat werd uitgegeven door
J. B. Wolters. Er was in die tijd, na de onder
wijshervormingen van Thorbecke, drin
gend behoefte aan meer leeimethodes. De
uitgever vroeg Bos ook een atlas bij het
aardrijkskundeboek te maken. De eerste
geograaf en ontdekkingsreiziger Alexander
von Humboldt: „Nur leer scheinende Kar-
tenpragensich dem Gedachtnisseein." (Al
leen leeg schijnende kaarten blijven in de
herinnering geprent.) Dat betekende dat
niet alle plaatsen erop kwamen. Een school
atlas moest vooral duidelijk en overzichte
lijk zijn. Ook tegenwoordig geldt dat.
Johan Russchen, hoofd afdeling cartografie
van uitgeverij Wolters Noordhoff: „Ik ben
eens gebeld door een mevrouw die in Berli-
cum woonde. Ze vroeg waarom haar woon
plaats er niet in stond. Ik legde haar uit dat
niet alles op de kaart past en dat we als Ber-
licum erin zou komen de naam 's-Hertogen-
bosch zouden moeten verplaatsen. Dat zou
dan ten koste gaan van Vlijmen. 'Dat was
niet erg', zei ze."
De kunst van het weglaten is het handels
merk van de Bosatlas. Daarbij komt dat het
boek zich onderscheidt in kleurgebruik. Bos
propageerde niet te grote contrasten. Op de
eerste kaarten zijn naast zwart en wit alleen
zachtgroene vlakken en rode belijning ge
bruikt. Of tinten geel en groen. Onder in-
vloed van de Jugendstil kregen twee daarop
volgende edities veel fellere kleuren. Maar
deze uitbundigheid duurde niet lang. De
huidige kleuren zijn geïntroduceerd door
Ad van Holten, de uitgever die in februari
bij Wolters Noordhoff afscheid nam. Hij
verwoordde het als volgt: „Een goede kaart
ziet eruit alsof er een lampje onder zit."
Bos' eerste atlas opende met een wereld
kaart. Pas daarna kwam Nederland aan
bod. Aan zijn eerste kaart van Nederland is
duidelijk te zien dat Bos het best bekend
was in Groningen. Deze provincie is gevuld
met plaatsnamen. Limburg en Brabant
ogen bijna leeg. Opvallend is de vermelding
van 'Ned. Mettray' (Nederlands Mettray) in
Gelderland, vlak bij Voorst. Dit was geen
plaats, maar een protestantse instelling
waar destijds 'verwaarloosde knapen' wer
den opgeleid tot 'nuttige lieden der maat
schappij'. Lastige kinderen kregen eind ne
gentiende eeuw vaak de waarschuwing dat
ze naar Mettray gestuurd zouden worden.
Peter Vroege, sinds drie maanden verant
woordelijk voor het uitgeven van de atlas:
„De aardrijkskundeleraar kon zo'n dreige
ment nu kracht bijzetten door in de atlas te
wijzen waar het lag.
De Bosatlas kreeg te kampen met concur-