Ik ben op
mijn eigen
manier
beroemd
We zitten als ratten op elkaar
Elvis Costello
25
Brüggen boeit met Rameau
De huisbewaarder
Bach-reünie op cd
Weer een Van Veen-pareltje
donderdag 11 april 2002
De Franse componist Jean-
Philippe Rameau, een tijd
genoot van Bach maar heel an
ders in het oproepen van sferen,
hanteerde twee stelregels: ope
ramuziek moet weergeven wat
het verhaal vertelt en mag nooit
de luisteraar vervelen. Dat wil
niet zeggen dat hij daar in de
ogen van de luisteraars altijd
meteen in slaagde. Pas tien jaar
na de première werd 'Zoroastre'
in een herziene versie een groot
succes. 'Naïs' schreef hij een
jaar eerder. Min of meer allego
rische verhalen waarin de toe
schouwende Parijse elite van
die tijd heel aardig personen en
actuele situaties mocht herken
nen. Verhalen over tirannie, tri
omferende liefde. Beide suites
vertellen inderdaad de loop van
het verhaal en laten dan ook uit
eenlopende sfei'en horen, geba
seerd op de in de dagen van Ra
meau gangbare dansèn. Zulke
muziek is bij dirigent Frans
Brüggen en zijn Orkest van de
Achttiende Eeuw altijd in goede
handen zodat ook deze cd voor
de liefhebbers van het genre een
dik uur gedreven musiceren laat
horen.
Hans Visser
Wie Pinters De huisbewaarder (The ca
retaker, 1959) nu ziet, kan het zich
nauwelijks voorstellen. Maar veertig jaar
geleden was het toneelstuk hoogst omstre
den. Toen Pinter zijn stuk in 1960 zelf in
Düsseldorf regisseerde, werden hij en de ac
teurs weggehoond. Maar in plaats dat ze af
dropen, bleven ze hoffelijk buigen voor het
boe roepende publiek totdat er nog maar
twee boe-roepers in de zaal over waren.
Anno 2002 weet Pinter nog steeds tegen
strijdige reacties op te roepen. Bij de eerste
jserie try-outs van De huisbewaarder rea-
jgeerde het publiek wisselend. Al is hier de
jvoorstelling ook enigszins debet aan, want
[die komt langzaam op gang. Zodra de vaart
jerin zit, spelen de drie acteurs op het scherp
jvan de snede en krijgen de verhoudingen
tussen de personages, drie losers, duidelij
ker contouren.
[Een van de drie wordt gespeeld door John
.Kraaijkamp sr.. Zet Kraaijkamp op het affi-
j ene en succes is verzekerd. De zalen stromen
Vol, ongeacht wat gespeeld wordt. Kraaij
kamp is immers altijd wel goed voor de gulle
lach, zoals hij voorgaande seizoenen over
tuigend bewees in Op bezoek bij meneer
Green van de Amerikaan Jeff Baron, waarin
ide briljante komediant zich helemaal kon
[uitleven.
[Pinter is evenwel van een heel ander kaliber.
Maar in De huisbewaarder schikt Kraaij-
;kamp zich voorbeeldig in zijn rol van de
klaploper Davies, een even doortastende als
[schlemielige, groezelige figuur.
;Een heel andere Kraaijkamp dan de meeste
theaterbezoekers gewend zijn. Schrikt dit
jWet veel mensen af? „Natuurlijk zullen er
juiensen teleurgesteld zijn", zegt Geert Jan
Romeijn (37, Arnhem), die in De huisbe
Mark Ram, John Kraaijkamp sr. en Geert Jan Romeijn: „Pinter zit je heel dicht op de huid. Hij is heel
confronterend. Hij laat zien hoe het leven is." foto GPD
waarder de rol van Mick speelt. Eerder ac
teerde hij bij Het Vervolg en in de tv-serie De
9 dagen van de gier. „Aan de andere kant",
vervolgt hij, „zitten er nu ook mensen in de
zaal die anders zelden of nooit naar het the
ater gaan, maar bij wie het stuk toch blijft
hangen, die erover napraten. Die denken: er
valt deze keer misschien niet zo veel te la
chen, maar het zet wel aan het denken. Dat
is dan toch mooi meegenomen."
„Tot dusver zijn de reacties verdeeld. De een
blijkt erg te hebben genoten, de ander is
teleurgesteld", zegt Mark Ram (29, Gronin
gen), die in De huisbewaarder de rol van As
ton speelt, en eerder speelde bij onder ande
re De Trust (nu De Theatercompagnie) en
Het Nationale Toneel (in Huis Tuin van
Ayckbourn),In de eerste try-out verliet een
aantal bezoekers voortijdig de zaal. Dat was
jammer, maar dat moet je dan maar accep
teren." Romeijn: „Dat kan ook moeilijk an
ders. We kunnen Pinter toch moeilijk gaan
opleuken. Pinter zit je heel dicht op de huid.
Hij is heel confronterend. Hij laat zien hoe
het leven is, hij maakt het allemaal niet big
ger than life."
De huisbewaarder gaat over drie mannen
aan de zelfkant van de maatschappij: de
zwerver Davies, en de broers Mick en Aston.
Aston is een zachtmoedige, wat slome jon
geman. Hij woont in een leegstaand huis;
deze grauwe woonkazerne is eigendom van
zijn broer. Mick woont zelf elders. Als het
stuk begint, brengt Aston Davies mee, die
zich weldra ontpopt als een temerige slij
merd. Davies is de buitenstaander in het
stuk, zo iemand die, zoals in veel stukken
van Pinter, zorgt voor een radicale omme
keer in het leven dat er voordien zo bedrieg
lijk helder en overzichtelijk uitzag. Er ont
staan spanningen tussen de drie. Davies
probeert de broers tegen elkaar uit te spelen,
en zich het huis eigen te maken.
Ingehouden
De rol van Davies speelt Kraaijkamp be
wonderenswaardig ingehouden. Kraaij
kamp, die de laatste jaren furore maakte in
grootse, vaak geestige toneelrollen, speelde
overigens al eerder 'serieuze' en klassieke
toneelrollen, zoals in 1980, toen hij bij het
RO Theater een legendarische koning Lear
neerzette. Ram: „Voor Kraaijkamp is de rol
van Davies een heel pittige. Hij staat bijna
twee uur lang op het toneel. Ga er maar aan
staan op die leeftijd. Maar het is heel be
wonderenswaardig hoe hij het er weer vanaf
brengt. Zeker als je in je achterhoofd houdt
dat de mensen het gewend zijn om van
Kraaijkamp de ene grap na de andere te ho
ren."
De huisbewaarder is een typische Pinter. De
personages voeren weliswaar realistische
gesprekken, maar doordat zij elkaar de fei
ten betwisten, blijft duister wat waarheid is
en wat verdichting. Hoe vals is het verleden,
wat is waar, wat een leugen? Herinneringen
- een belangrijk thema bij Pinter - zijn im
mers het kostbaarste en tegelijk het verra-
derlijkste wat een mens bezit.Pinter kun j e
op verschillende manieren brengen", zegt
Ram. „Heel naturel, maar ook vervreem
dend. Maar hoe je het ook speelt, de figuren
blijven langs elkaar heen praten. Zo heeft
een zin die Kraaijkamp als Davies zegt niets
te maken met wat ik daarop als Aston zeg."
Pinter, de realist onder de absurdisten, ziet
zelf trouwens niets 'vreemds' aan zijn to
neelstuk. „Voor mij is het een simpel, recht
toe rechtaan stuk", zei hij in een interview
waarin hij zich over 'de kiemcel van mijn
stukken' als volgt uitliet: „Ik ging een ka
mer in en zag iemand die stond en iemand
die zat, en een paar weken later schreef ik
De kamer (The room, 1957). Ik ging een an
dere kamer in en zag twee mensen die zaten,
en een paar jaar later schreef ik Het verjaar
dagsfeest (The birthday party, 1958). Door
de deuropening keek ik een derde kamer in
en zag twee mensen die stonden, en ik
schreef De huisbewaarder."
Pinters stukken steunen meer op 'dialogen'
dan op plot of verhaallijn, meer op de socia
le pikorde. Pinter is een meester van het
weglaten, van de hoorbare stiltes, van het
onzegbare. Romeijn; „Maar dat er in de to
neelstukken van Pinter niets zou gebeuren,
berust op een misverstand. Er gebeurt juist
heel veel. Die dramatische handeling komt
voort uit de taal. Hij heeft een grote liefde
voor de taal. En juist aan de hand daarvan
laat Pinter mooi zien waaruit iemand han
delt, hoe een karakter is geworden wie hij is.
Bij Pinter draait het vooral om de kracht
van de taal en om de snelheid van het den
ken."
Voor Ram en Romeijn zijn Pinters persona
ges arme stakkers om wie je soms moet la
chen, maar die tevens deernis en huivering
wekken. Ongrijpbare personages. Zodra je
denkt dat je vat op ze hebt, ontglippen ze je
weer. Ze lijken wie ze niet zijn. Alsof zich
een onzichtbare wand tussen de figuren be
vindt. Beide acteurs zijn het erover eens dat
Pinter een grote sympathie voor zijn toneel
figuren koestert. Romeijn: „Pinter houdt
echt van zijn personages, dat voel je." Ram:
„Een vrouw liet me na afloop weten dat ze
tot huilen toe geroerd was door de monoloog
van Aston. Het is ook een ijzersterke lap
tekst die je niet in de koude kleren gaat zit
ten."
Engeland
Regisseur van De huisbewaarder is Berend
Boudewijn. Hij zag The caretaker kort gele
den in Londen, waar de rol van Davies
wordt gespeeld door Sir Michael Gambon,
een groot Shakespearevertolker die bij ons
vooral bekendheid geniet als The Singing
Detective. Romeijn: „Pinter leeft veel meer
in Engeland dan in Nederland. Het thema,
de klassenverschillen, het leven aan de on
derkant van de samenleving, is daar veel
scherper dan bij ons. Voor mij is het dan ook
meer een stuk over verdraagzaamheid en
onverdraagzaamheid. Omdat we zo dicht
op eikaars lip zitten. Want daar gaat dit stuk
óók over. Drie is te veel. Twee gaat net, drie
niet. 'U stinkt', zegt Mick tegen Davies. En
Aston kan hem niet meer verdragen omdat
hij 's nachts te veel geluid maakt."
„Het zegt, vind ik, iets van onze maatschap
pij, waar mensen vaak als ratten op elkaar
zitten. Je krijgt van die kleine ergernissen,
met grote gevolgen, zoals in het verkeer. Zo
als laatst: iemand rijdt niet goed door als het
verkeerslicht op groen springt en hij wordt
doodgestoken. Daar staat je verstand toch
bij stil."
Nico de Boer
De huisbewaarder van Harold Pinter, vertaald
door Ger Apeldoorn en Harm Edens, met John
Kraaijkamp sr, Geert Jan Romeijn, Mark Ram, te
zien in Middelburg, Stadsschouwburg, do 11
aprilTerneuzen, Scheldetheater, vr. 12 april;
Bergen op Zoom, Schouwburg De Maagd, do. 23
mei.
oor het eerst sinds zes jaar staat er weer alleen
'Elvis Costello' op een Elvis Costello-plaat. Geen
samenwerkingsverbanden met Bacharach, Von
I Otter, Brodsky Quartet of Jazz Passengers dit keer. Geen
I muziek voor film. Gewoon een Costello-plaat en een hele
51 mooie bovendien. Aanleiding tot een 'poging' tot een gesprek
over muziek. Want: „Praten over muziek is onzin. Luister er
i j maar gewoon naar."
T Takjes, hokjes, labels -
V Costello heeft er een bloed-
I hekel aan en geef 'm eens onge-
lijk. Sinds zijn allereerste plaat,
My aim is true uit 19 7 7heeft de
in Londen geboren voormalige
angry young man van de Britse
pop een zo breed mogelijk scala
aan genres in zijn muziek weten
onder te brengen. Van new wave
en beat op zijn eerste platen, tot
country (op Almost blue), pop,
folk, jazz en New (Means r&b
(op Spike), klassiek (met The
Brodsky Quartet) en ga zo nog
maar even door. En als het hem
j zo uitkwam, gebruikte hij daar-
voor desnoods een andere naam:
zijn eigen (Declan Patrick Mc-
Manus), zijn artiestennaam
('Elvis' is geleend van The King,
'Costello' is de meisjesnaam van
zijn moeder), of fantasierijke
bijnamen als The Imposter of
Napoleon Dynamite. Het maakt
I Costello een van de ongrijp-
I baarste, maar tegelijkertijd
meest consistente artiesten van
I de afgelopen drie decennia.
Ij Ook op When I was cruel is het
aantal stijlverwijzingen weer
legio. Zonder ballads dit keer, in
die zin is er wel degelijk afstand
genomen van de periode Bacha-
rach/Von Otter. Op de plaat
I doen Pete Thomas en Steve Nie-
ve van Costello's oude band The
Attractions hun herintrede,
aangevuld met bassist Davey
Faragher en een vuig klinkende
blazerssectie. When I was cruel
is een flinke handvol ongepo
lijste, soms venijnig schurende
i songsovermuziek, over liefde,
I verhoudingen, bedrog en
I schijnwerkelijkheden. En over
Costello zélf: zo is er de verma-
kelijke semi-autobiografische
levensbeschrijving aan de hand
van een rekenkundig grapje in
het openingsnummer 45
I (Costello werd negen jaar na '45
;j geboren, negen jaar later kreeg
ji hij zijn eerste 45-toeren plaatje,
|j enzovoorts...). Aldus is When I
I was cruel een plaat die zich met
de beste uit Costello's oeuvre
kan meten.
„Ik ben popmuzikant", zegt
,1 Costello. „Dat ben ik altijd ge
weest. Ik schrijf muziek binnen
dat idioom. Alleen is 'populaire
muziek' voor mij een veel weid
ser begrip dan voor heel erg veel
mensen. Er daardoor ontstaat
altijd maar weer die verwar
ring. Als je tegenwoordig het
begrip 'pop' gebruikt, is het
maar net hoe oud degene is die
tegenover je staat. Een heel jong
iemand denkt aan Britney
Spears of de Backstreet Boys.
Die zal überhaupt niet kunnen
begrijpen dat ik mijzelf popmu
zikant noem. Terwijl voor mij
Willie Dixon popmuziek is. Die
schreef prachtige popliedjes, zij
het in de blues-vorm. Niemand
zal van Willie Dixon zeggen dat
'ie net zo groot was als George
Gershwin; en toch is het zo. Ik
vind dat. Daar ga je al."
Zo'n brede blik, dat leidt inder
daad al gauw tot problemen. Zo
werd Costello een aantal jaren
geleden bijkans verketterd toen
hij de samenwerking met lied
jessmid Burt Bacharach aan
ging. Burt Bacharach! 'De ko
ning van de edelkitsch', zoals ze
'm in VPRO-kringen noemen.
Die Costello, die konden we dus
wel afschrijven. Zelfs tijdens
prachtig weer op een overvolle
interviewdag in een Amster
dams hotel kim je Costello met
dat onderwerp in de hoogste
boom krijgen. „Mensen die dat
zeggen zij n muziekanalf abeten
Of ik het teleurstellend vind als
ze zo over mij praten? Teleur
stellend is dat de muziek die
oorspronkelijk bedoeld was om
revolutionair te zijn, zó conser
vatief is geworden, dat ze nu ge
regeerd wordt door mensen die
zó bekrompen denken. Ik ga me
niet meer verontschuldigen
voor wat ik doe. En ik ga het niet
meer uitleggen ook. Begrijp je
het niet? Sorry dan, dan ben je
een idioot."
Gezichtsveld
„Het is mijn probleem", ver
zucht hij. „Ik heb in mijn leven
heel veel verschillende muziek
gehoord, ik heb mijn gezichts
veld altijd heel breed gehouden.
Mijn vader zong in een dansor-
De familie Bach kende heel
wat muzikale telgen, maar
van een reünie op cd is zelden
sprake. Niet zo gek want waar
Johann Sebastiaan klinkt, valt
in zijn omgeving al snel een die
pe stilte. Alleen van een handje
vol zonen wil nog wel blijken
hoe aangenaam tegendraads ze
konden componeren. Maar het
ensemble Musica Antiqua Köln
heeft nu rond de grote Bach een
programmaatje samengesteld
met muziek van inmiddels vrij
wel vergeten familieleden, die
hem voorgingen in het vak. Mu
ziek die boven water kwam toen
het in 1945 naar Kiev verdwe
nen archief van de Berliner
Singakademie in 2000 werd ge
opend. En wat blijkt nu eens te
meer: de grote Bach had zijn ta
lent van geen vreemde.
Luister bij voorbeeld naar de
opgewekte ouverture in g ma
jeur van Johann Ludwig Bach.
En zo staat de cd vol met zeer
verteerbare muziek van onder
anderen Heinrich en Johann
Christoph Bach en een familie
lid van zijn tweede vrouw Anna
Magdalena: Cyriacus Wilche.
Het is allemaal typische ge-
bruiksmuziek, entertainment
voor de Duitse vorstenhoven uit
de periode van pakweg 1650 tot
1750. Het ensemble van Rein-
hard Goebel laat dat, zoals mag
worden verwacht, heel mooi tot
zijn recht komen in een mooie
heldere klank en aandacht voor
de dansritmes. En het pareltje?
Het concert in d majeur BWV
249 van de grote Johann Sebas
tiaan.
H. V.
kest en bracht elke week platen
mee naar huis met de hits van
dat moment die hij moest instu
deren. Zelf hield ik aanvanke
lijk vooral van de platen die
mijn ouders voor hun eigen ple
zier draaiden - voornamelijk
jazz en ballads: Peggy Lee,
Frank Sinatra, dat soort dingen.
Totdat mijn vader met Please
Please Me van The Beatles
thuiskwam. Vanaf dat moment
hoopte ik iedere week weer dat
mijn vader - er waren drie zan
gers in zijn orkest - de platen
had meegekregen die fk leuk
vond in de hitparade. Ik had zo
een hoop uiteenlopende platen
als kind. Veel meer dan een kind
zich in die tijd kon veroorloven.
Ik was een bofkont wat dat be
treft - en in die zin heel rijk."
Dezelfde mensen die hem des
tijds afschreven, zullen zijn hui
dige plaat betitelen als come
back-album. Costello: „Dezelf
de idioten, ja! Die zijn in staat
me om deze plaat opeens weer te
gaan bejubelen. Een 'come
back' waarvan? Weet je, ik doe
alleen maar mijn werk. En dat
betekent niets meer of minder
dan dat ik genoeg geld moet ver
dienen om de volgende plaat te
kunnen maken. Ik ben daar heel
nederig over. Ik hóef niet zo no
dig beroemd te zijn. Ik ben op
mijn eigen manier beroemd. Je
hoort mij niet klagen. Ik zit in
een luxepositie. Ik heb een con
tract dat zegt dat als ik een plaat
maak, dat die dan zal worden
uitgebracht. Dat is geen situatie
die eeuwig zal durendat weet ik
ook. Ik maak misschien nog één
of twee platen en dan is het over.
Ik ben 47 en dat is naar muziek
industrie-maatstaven heel oud.
Er zijn in deze business maar
een handjevol mensen ouder
dan ik, die nog iets doen wat
enigszins de moeite waard is.
Het is met popmuzikanten wat
dat betreft net als met honden:
één jaar telt voor zeven.
Na een adempauze: „Je ziet, ik
weet dat allemaal. Ik ben daar
realistisch over. Dan zul je toch
ook begrijpen dat het me geen
ene mallemoer kan schelen wat
mensen - zogenaamde autori
teiten op muziekgebied, maar
dan wel zonder enige muzikale
bagage - zeggen over mijn werk?
Hun gevoel voor muziek is zo
vreselijk beperkt door hun eigen
onkunde. Daardoor zijn ze zó
bevooroordeeld, dat ze zichzelf
belazeren - en niet te vergeten
de mensen voor wie ze schrijven.
Want wees eerlijk, het gaat hier
natuurlijk alleen maar over die
verdomde recensenten."
Schrijven over popmuziek is
onzin, vindt Costello derhalve.
„Luister er nou maar gewoon
naar. Hele verhandelingen wor
den er geschreven over de cultu
rele betekenis of non-betekenis
van MadonnaWaar hebben we
het over? Ze is een variété-ar
tiest, maar dan voor discothe
ken. Ze is de moderne Ruby
Keeler, zij het minder goed. Je
kan van haar muziek genieten
en ze is heel succesvol. Wat heeft
het voor zin dat verder te gaan
analyseren? Wat valt er nou he
lemaal uit te leggen over een
liedje als 'Holiday'? Niets, het is
gewoon een vrolijke liedje. Het.
Is. Maar. Popmuziek!
„Oké, misschien gaat mijn mu
ziek iets verder dan 'Holiday',
dat geef ik je gewonnen. Omdat
mijn liedjes in zekere zin be
doeld zijn om iets van een reac
tie te bewerkstelligen - wat
betreft emotie, verbeeldings
kracht misschien. Maar dan
nog: als ik of iemand anders
daarover iets gaat uitleggen,
doet dat die muziek zelden of
nooit goed. Ieder mens die naar
een bepaald liedje luistert, zal
dat liedje op zijn eigen wijze be
leven. Net zoals iedereen kleu
ren anders ervaart. Dat is nou
juist een van de magische aspec
ten van liedjesschrijven en op
treden: dat de één er volledig in
op kan gaan, terwijl iemand an
ders zich hardop afvraagt wie er
in godsnaam zo'n klereherrie
staat te maken. Daar moet je
toch niet over gaan schrijven.
Echt niet." Zelfs niet over zijn
muziek? „Madonna, mijn mu
ziek, dat maakt niet uit! Het is
tijdsverspilling." Stoppen dus
maar?
„Ja! Kom op, het is mooi weer,
we pakken een biertje."
Richard Stekelenburg
When I was Cruel verschijnt maan
dag 15 april bij Universal Records, 's
Avonds speelt Elvis Costello in Pa-
radiso, Amsterdam (uitverkocht).
Elvis Costello: „Het kan me geen ene mallemoer schelen
wat
mensen-zogenaamde
autoriteiten
op
Herman van Veen vindt zijn
laatste cd altijd de beste.
Dus ook zijn pas verschenen
Andere namen. Hoewel, zijn
voorlaatste, die cd mocht er ook
zijn. Feit is wel dat zijn stand
punt getuigt van een voortdu
rende drang tot ontwikkeling.
Nietten onrechte. Het titelnum
mer mag dan weer zo'n fraai
vertrouwd stuk poëzie zijn, dat
bij vaker luisteren steeds mooi
er wordt, muzikaal is het hele
maal van deze tijd, zonder con
cessies aan zijn persoonlijke
stijl. Maar er is meer dat ook de
ze cd toch weer tot een Van
Veen-pareltje maakt. Als violist
zet hij de muzikale toon; hij
durft dat nu meer dan vroeger.
Gelukkig maar, want hij heeft
een prachtige, warme, poëti
sche toon die geweldig combi
neert met de sfeer die de andere
muzikanten oproepen, gitariste
Edith Leerkes voorop.
Herman van Veen staat midden
in de grote traditie van het
Franse chanson, maar heeft
daar een eigen Nederlandse stijl
in gevonden. Ontroerend voor
beeld is het verhaal van de man
die op het station een vrouw
ontmoet, trouwt, kinderen
krijgt en dan uiteindelijk toch
moet accepteren dat ze uit el
kaar groeien. Een roman van
een paar minuten, maar onge
looflijk rijk.
H. V.
Herman van Veen foto Jaap de Boer/GPD
muziekgebied -zeggen over mijn werk."