PZC
Onbetwistbaar
de grootste
Soms kan een tafereel huiveringwekkend mooi zijn
23
Jan van Eyck
Brugge 2002
Michael
Sweerts
e beeltenis van de man is zo realistisch
geschilderd dat het een modern portret zou
JL kunnen zijn. Denk er een bril bij en je krijgt
iemand die als twee druppels water lijkt op de schrijver
Ronald Giphart. Alleen het hoofddeksel verraadt in welke
periode het is geschilderd. Het weergaloze, piepkleine
Portret van een man met blauwe kaproen uit omstreeks 1429
is het beeldmerk van de expositie Jan van Eyck, De Vlaamse
Primitieven en het Zuiden; Grootmeesters ontmoeten elkaar
(1430-1530). De tentoonstelling, tot 30 juni te ziea, is dé
topattractie van het cultureel programma in het kader van
'Brugge 2002, culturele hoofdstad van Europa'.
De vormgevers van het affi
che maakten dankbaar ge
bruik van de onvoorstelbaar
fijne detaillering van het por
tretje. Ze konden de beeltenis
met gemak opblazen tot bill
boardformaat. Alsof je door een
reusachtige loep kijkt, zie je op
de poster uitvergroot hoe minu
tieus Jan van Eyck (13907-1441)
ieder baard-, wimper- en wenk
brauwhaartje en glimmertje op
de huid van de man heeft weer
gegeven. Portret van een man
met blauwe kaproen is het
vroegst bekende schilderij van
de hand van de Brugse schilder
dat bewaard is gebleven.
Dit schilderij op paneel, een
verlovingsportret, schilderde
Van Eyck in de lange periode -
van 1425 tot aan zijn dood in
1441- waarin hij hofschilder
was aan het Bourgondische hof
van hertog Filips de Goede. In
die tijd had hij in Brugge zijn
atelier. Het maken van dergelij
ke portretten hoorde tot het ta
kenpakket van Van Eyck. Zo
portretteerde hij in 1428/29 de
(niet nader geïdentificeerde)
man met de blauwe kaproen tij
dens een diplomatieke missie
van Bourgondië in Portugal.
Isabella
Maar Van Eyck moest tijdens
deze reis een nog veel belangrij
ker portret maken. Filips de
Goede had zijn begerig oog la
ten vallen op de Portugese prin
ses Isabella. Maar hoe zag ze er
uit? De hofschilder vereeuwigde
de beoogde bruid in olieverf, na
dat zij eerst een portret van Fi
lips kreeg aangeboden. Een
schilderij dat Van Eyck al eer
der. aan het Bourgondische hof
had gemaakt. De diplomatieke
reis en de inspanningen van Van
Eyck leverden, zo bleek later,
het gewenste effect: Isabella van
Portugal zou de derde vrouw
van Filips worden
Het schilderij van de man met
blauwe kaproen (een muts voor
alle seizoenen met opgevulde
ringband met aan de achterkant
ren lap stof die de nek bedekt)
mat origineel slechts 19 bij 13
centimeter. In de 17e eeuw werd
het vergroot tot 22,5 bij 17 centi
meter. De nieuwe eigenaar had
op eigen houtje het werk aan de
Duitse schilder Albrecht Dtirer
(1471-1528)toegeschreven,een
veel voorkomend verschijnsel.
Vandaar dat hij Dürers befaam
de monogram in de linkerbo
venhoek had laten zetten, be
staande uit de hoofdletter d in
ren nog grotere hoofdletter a
De handen van het voorname
heerschap op het paneel lijken
een eigen leven te leiden. Van
Eyck kwam waarschijnlijk niet
uit met het formaat van het pa
neel waardoor hij de handen
noodgedwongen te hoog af
beeldde Dat kan haast niet an
ders als je ziet hoe verbluffend
goed deze lichaamsdelen op
zich zijn getroffen De rechter
hand die een gouden ring vast
houdt, de linkerhand die op de
lijst - die oorspronkelijk om het
paneel heen zat - leek te rusten
Met name dit trompe l'oeil-ef
fect (gezichtsbedrog) was een
staaltje kunnen, waarmee Van
Eyck liet zien hoe bedrieglijk
echt hij kon schilderen
Dat hij zich daar terdege van be
wust was, valt af te leiden uit
zijn motto: 'ALCIXH XAN' al
les wat ik kan. Deze lijfspreuk
komt bijvoorbeeld voor op de
lijst van het portret van de man
met rode tulband en dat van zijn
vrouw Margaretha van Eyck.
Van Eyck was de eerste schilder
ooit die een dergelijk zelfbe
wustzijn aan de dag legde. Be
halve het motto, dat een soort
handelsmerk werd, voorzag hij
deze lijsten eveneens van een
even sierlijk geschilderde sig
natuur en jaartal
Je zou verwachten dat de expo
sitie opent met dit juweeltje
Maar De man met blauwe kap
roen komt pas aan bod in de een
na laatste zaal I )ie kreeg de toe
passelijke titel 'De ontdekking
van het individu', omdat hierin
het ontstaan van het portret als
genre aan bod komt. De ten
toonstelling is dan ook thema
tisch en niet chronologisch
ingedeeld De Van Eyck-schil-
derijen spelen door de hele ex
positie de hoofdrol. In themati
sche deelexposities in twaalf
zalen wordt uitgelegd hoe de
verworvenheden van Van Eycks
schilderkunst geleidelijk aan
over heel Europa verspreid
raakten
Tour de force
De expositie is egn tour de force
geweest, waaraan jaren voorbe
reiding en wetenschappelijk
onderzoek zijn besteed. Het is
een wetenschappelijk bouw
werk dat laat zien hoever we
zijn gevorderd in onze kennis
over Van Eyck vanaf de vorige
grote Van Eyck-tentoonstelling
Die werd precies honderd jaar
geleden gehouden, ook in Brug
ge in 1902. Wat we inmiddels te
weten zijn gekomen over Van
Eyck, zijn atelier, navolgers en
tijdgenoten. Maar vooral ook
hoeveel kennis nog ontbreekt.
We weten bijvoorbeeld nog
steeds niet wie zijn assistenten
donderdag 21 maart 2002
Jan van Eyck: Portret van man met blauwe kaproen, circa 1429
waren. Er zijn 131 panelen uit
musea in de hele wereld in
bruikleen gegeven. Dat deze
topstukken van kanonnen als
Hans Memling, Mtchiel Sittow,
Petrus Christus, Hugo van der
Goes en talloze ander en moch
ten reizen is op zich al uniek.
Onder deze werken zijn maar
tien van de in totaal zeventien
erkende werken van Jan van
Eyck te zien Verder zijn er nog
zeven schilderijen afkomstig uit
zijn atelier, van
medewerkers, en drie kopieën.
Grote afwezige zijn z'n vermoe
delijke zelfportret Man met ro
de tulband. 1433) en het portret
van Giovanni Amolfini en zijn
vrouw uit 1434. beide onder
geen voorwaarde uitleenbaar in
de collectie van National Galle
ry te Londen. En natuurlijk het
altaarstuk De aanbidding van
het Lam Gods in deSt.-Baafs
kathedraal te Gent
Onderzoek heeft uitgewezen
dat Van Eyck zeker de laatste
tien jaar van zijn leven gebruik
heeft gemaakt van assistenten
in tal van schilderijen. Ook het
I^im Gods heeft hij niet. zoals
lang gedacht, alleen met zijn
vroeg gestorven broer Hubert
geschilderd, maar met de hulp
van deze medewerkers uit het
atelier, vermoedelijk onder lei-
Jan van Eyck: Portret van donor (Francisco da Jora?)
Jean Fouquet: Madonna en Kind met serafiinen en cherubijnon. cir
ca 1450
ding van een derde broer. Lam
bert van Eyck Deze hoogge
kwalificeerde schilders genoten
als medewerker al aanzien,
maar konden pas na de dood van
Jan van Eyck een eigen stijl
gaan ontwikkelen
Tussen 1420 en 1440 ontstond
met de schilderijen van Robert
Campin. Rogier van der Weyden
en Van Eyck een revolutionair
nieuw soort schilderkunst. De
laatgotische gestileerde vor
mentaal wordt door hen vervan
gen door een realistische van de
zogenoemde Vlaamse primitie
ven Van Eyck wordt al in het
midden van de 15e eeuw be
schouwd als de beste schilder
van zijn tijd Door deze revolu
tie is het gedaan met Panjs als
toonaangevend kunstcentrum
Dit blijkt bijvoorbeeld als de
Napolitaanse hofgeleerdeen
kroniekschrijver Bartolomeo
Facio net voor zijn dood in 1457
de echtheid roemt van Van Eyck
in zijn boek De vins illustrubus
Hienn zijn vier door hem uit
verkoren schilders opgenomen
Gentile da Fabnano. Pisanello,
Jan van Eyck en Rogier van der
Weyden. Van Eyck. zo vond Fa
cio, was echter onbetwistbaar
de grootste schilder onder hen.
Waaruit bestond de grote ver
dienste van Van Eyck? Niet al
leen het feit dat hij zo realistisch
kon schilderen Het waren bij
voorbeeld zijn doorkijkjes.
landschappen met dorpen, bos
sen. kastelen en fraaie rotsfor
maties Maar ook het atmosfe
risch perspectief - hoe verder
hoe vager en blauwer het land
schap wordt weergegeven En
zijn gevoel voor detail en zijn
ongekend knappe stofuitdruk
king (levensecht weergeven van
textiel.metaal.huid,haar) Ver
worvenheden die school maak
ten via de leerlingen in zijn
atelier en collega's diezijnschil-
derijen minutieus bestudeer
den
Olieverf
Het was de vnje markt (er ont
stond in deze periode zoiets als
een kunsthandel), opdrachten
van de grote groepen puissant
rijke Italiaanse kooplieden die
in Brugge woonden zoals het
echtpaar Arnolfim en zijn baan
als hofschilder die zijn schilder
kunstige opvattingen in tal van
Europese landen bracht.
Schilders van het statuur van
Van Eyck schilderden op paneel
met olieverf. Mindere goden
schilderden op doek. Ooit werd
verondersteld dat deze gewel
denaar ook de uitvinder van het
olieverfprocëdé was Maar dat
is een fabeltje, ook al ts dit ver
haal afkomstig van Vasan
(1511-1574). de beroemde be
schrijver van levens van Itali
aanse kunstenaars van de 13e
tot en met 16e eeuw Giotto
(1266-1337) gebruikte al een
eeuw eerder olieverf en dat wist
Vasari ook. Van Eyck heeft wel
«■en sneldrogende olieverf ont
dekt Zijn revolutionaire vondst
bestond uit de toepassing van
een witte verflaag direct op de
grondverf Het geeft zijn schil
derijen die ongekend heldere
kleurstelling, dat tintelende ko
loriet.
Aart van der Kuijl
Jan mn Eyck, De Vlaamse Primitie
ven en het '/.uiden Grootmeesters
ontmoeten elkaar (1430-IS30): t/m
30 Juni 2002, Groenmge Museum.
Dtjver 16 in Urugge Open ma t/m
vr Mn 10 00 18 00 uur Donderdag
arond tot 21 00 uur Za en ro ran
9 00- IS 00 uur De toegang verloopt
in tijdsblokken per half uur Pubii-
cat Ie €30.-
Kunsthistoricus Albert Blankert conclu
deert in het tijdschrift 'Kunstschrift'
niet voor niets dat Sweerts sinds zijn her
ontdekking begin vorige eeuw een kunste
naar voor kenners en fijnproevers is geble
ven Het aantal Nederlanders dat hem kent
zal minimaal zijn Het Rijksmuseum in Am
sterdam verdient dan ook een tien voor de
publiciteit rond de tentoonstelling De ge
schilderde geheimen van Michael Sweerts
1618-1664Alleen al de enorme foto van
zijn mooie jongen met glanzende ogen bui
ten aan de museumgevel intrigeert meteen
Wie was deze kunstenaar, die m tegenstel
ling tot de kort voor hem herontdekte Ver
meer nooit is aangeslagen bij een groot pu
bliek?
Uit particuliere en openbare collecties zijn
zestig bijzondere schilderijen en etsen bij
cengebracht die daarna misschien wel
voorgoed weer worden verspreid Een per
manente publiekstrekker als de makkelij-
ker te duiden Rembrandt of Vermeer zal
Sweerts nooit worden, maar het vakman
schap waarmee hij zijn verstilde classicisti
sche schoonheidsideaal vorm gaf. verdient
het zeker om met wervende slogans op affi
ches. en reclameborden uit de coulissen van
de kunstgeschiedenis gehaald te worden
De daarmee gewekte indruk dat het Rijks
museum een primeur in huis heeft, berust
overigens niet op waarheid Boijmans Van
Beuningen organiseerde al in 1958 een groot
overzicht
Een kniesoor die daarop let onder het vele
moois m de Zuidvleugel zijn bijvoorbeeld
voor het eerst sinds de negentiende eeuw De
teven werken van barmhartigheid her
Michaol Sweerts Begraven van de dode.
enigd De vrome Sweerts vond daarvoor in
spiratie in een tekst uit het evangelie van
Matthrus (25 31-46) Daann wordt ge
waarschuwd dat Christus de mens tijdens
het Laatste Oordeel zal beoordelen naar
goede werken als het voeden van de honge-
ngen en het kleden van de naakten Hoogte
punt is de huit rnngwekkende scène waar
op een oude man in het halfduister helpt een
dode jonge man te begraven
Hel Lus Angeles County Museum of Art
kocht in 1997 zijn Pest in een stad in de oud
heid voor een recordpnjs Het schilderij is
ook in Amsterdam en blijkt een curieus ta
fereel. Sweerts imponeert op dit werk in de
rente plaats met de fraai gestolde poses van
de slachtoffers hun gruwelijke dood valt
weg tegen de schoonheid van het klassieke
theatrale decor. Dieafstandelijkheid iskrn
merkend er speelt zich bij Sweerts altijd
van alles af. ma ar Blankert wijst terecht op
de droomachtige, volkomen stUte op zijn
werken
Onderzoeken slaagden er tot nu toe niet in
de raadsels over zijn levensloop en karakter
op te lossen, maar met name de Canadese
onderzoeker Jonathan Bikker verrichtte
sinds 1958 verhelderend werk door de wei
nige overgeleverde archiefstukken nog
wrer eens goed te lezen en de feitelijke gege
vens te toetsen aan zijn oeuvre Aan Blan
kert komt de eer toe ui Kunstschrift een wel
licht cruciale en in elk geval prikkelende
verklaring voor de intrigerende uitstraling
van Sweerts'werk te vermelden Debnljan
te kunstkenner Vitale Bloch (1900-1975)
vertelde Blankert in 1967 dat hij aan zijn
schilderijen kon zien dat de kunstenaar ho-
mosrksuee! was
Bloch. die veel nieuws over Sweerts publi
ceerde. had kort tevoren in een Franse parti
culiere collectie zijn schilderij Romeinse
worstelaars ontdekt ren werk waarop de
gespierde blote ruggen van twee imp« «santé
mannen metoen m het oog springen Blan
kert vermoedt dat Bloch ook dacht aan de
Badende jongemannen, een schilderij in het
avondlicht met opnieuw naakte, welge
vormde mannen
'Ze lijken zich te verbergen of tets geheim te
willen houden Op het tweede plan gnjpt
ren naakte man een andere naakte man van
achteren en probeert hem naar zich toe te
trekken observeert Blankert Met weten
schappelijke voorzichtigheid voegt de au
teur (laar echter in één adem aan toe dat
naakte sportlieden voor een classicistisch
georiënteerde schilder als Sweerts ren bijna
vanzelfsprekend model waren. Aan de hand
van de mooie vrouwenportretten op deze
expositie kan Blochs throne bovendien ook
met gezwinde spoed naar de prullenbak
worden verwezen Maar mocht Sweerts in
derdaad homoseksueel zijn geweest, wens je
hem vooral dezelfde man uls minnaar toe
die hij in 1656 liefdevol verbreidde op ren
intiem portret
De blijxens ren document in Brussel ge
doopte Sweerts (de 28 jaar daarna zijn nog
tn nevels gehuld) had ren voorkeur voor al -
lrdaagse taferelen, met als karaktenstirk
meestal enkele wit oplichtende detail» Hij
wordt dan ook vaak geassocieerd met de
'bamboccianti', de groep schilders van ei
gentijdse figuren en volkse taferelen m Ro
me die waren vernoemd naar de bijnaam
l bamboccio' of mismaakte pop') van de
Nederlandse schilder Pietrr van Laer
(1592-1642) Deze expositie laat zien dat
Sweerts tijdens zijn verblijf in Rome toch
altijd probeerde volgens classicistische
principes te werken, ook als hij bij een ge
woon onderwerp als de Kaartspelers elke
verwijzing naar zijn geliefde antieke beeld
houwkunst wegliet
De Canadese onderzoeker Bikker verhaalt
bloemrijk over zijn vertrek naar China in
1662, als leken-missiebroeder van de Partj-
se Missions Etrangëre» 'Hij werd onuit
staanbaar las iedereen de les, bemoeide
zich met alle mogelijke aangelegenheden en
was voortdurend m de contramine', citeert
hij diens medereiziger priester Kenë Brunei
op 24 mei 1662 ergens in het Midden-Oos
ten De leider van de expeditie, bisschop
Francois Pallu. gaf hem nog kans op beter -
schap, maar er zat in juli niets anders op dan
Sweerts weg te sturen De kunstenaar reisde
af naar het Indiase Goa, waar hij in 1664
stierf
Bikker citeert ook de Franse priester en
tijdgenoot Nicolas Etiennc. die Sweerts be-
k«-rtng tot missie-broeder 'heel uitzonder
lijk en wonderbaarlijk' noemde Had hij
misschien bijzondere redenen zich bi) de
missie aan te sluiten, net als zijn reisgenoot
Philippe de ('h*meson, telg uit «-en ver
maarde familie die ren godslasterlijke sol
daat had omgebracht en zo boete wilde
doen?
Bikker waagt zich niet aan ren antwoord,
zodat onze fantaste alle ruimte krijgt voor
een Blochiaa nse interpretatie.
Fran^oiaa Lede boer
Expositie De geschilderde gehet
charl Sweerts Rijksmuseum Amsts
mei Geopend dagelijks 10-17 uur
an Mi
i. t/m 20