PZC Zelfs begin oorlog is strijdpunt Provincie staat bestuurlijk vaak buitenspel PZC Verlosser Moegabe verandert in plaag voor Zimbabwe Alle partijen in Bosnië hebben tien jaar na dato hun eigen visie te gast 14 maart 1952 donderdag 14 maart 2002 Het is binnenkort tien jaar geleden dat de burgeroor log in Bosnië uitbrak, het bloedigste conflict in Eu ropa sinds de Tweede We reldoorlog. Maar op welke dag begon precies de bur geroorlog? De moslims zeggen op 4 april 1992, toen Serviërs in Sarajevo het vuur openden op on gewapende betogers. Voor de Serviërs echter was toen de oorlog al negen dagen oud. door Cees van Zweeden Wat Slavko Grabovac door stond, was in Bosnië niets bijzonders. Grabovac, een Bos nische Serviër uit Bosanski Brod, werd door een vijandelij ke eenheid opgepakt en gedu rende vijf dagen gemarteld. Hij werd geslagen, bewerkt met een mes, gebrand met een sigaret. Daarna werd zijn snor afge schoren, en werd hij gedwongen die op te eten. Na die vijf helse dagen waren al zijn ribben alsmede zijn rechter onderbeen gebroken, zijn rug gengraat en zijn linkeroog blij vend beschadigd. Maar het noodlot dat Slavko Grabovac trof, teisterde ook tienduizen den anderen tijdens de burger oorlog in Bosnië. Wat zijn verhaal bijzonder maakt, is slechts het tijdstip van zijn martelgang. Slavko Grabo vac werd opgepakt op 30 maart 1992, nu bijna tien jaar geleden. Dat was vijf dagen voor het offi ciële begin van de oorlog. Voor de door moslims gedomi neerde regering in het huidige Bosnië begon de oorlog op 4 april 1992, toen Servische para militairen het vuur openden op ongewapende demonstranten in Sarajevo. Een studente medi cijnen, Suada Dilberovic uit Dubrovnik, stierf op het plavei sel. Zij wordt een decennium la ter gezien als de eerste marte laar in een oorlog die een kwart miljoen levens zou hebben ge- eist. Slavko Grabovac is nu voor 80 procent invalide, en niet in staat te praten. Zijn broer Marko Een man loopt langs een muur in Sarajevo waarop geschreven staat 'Welkom in de hel', een verwijzing naar de oorlog die nu bijna tien jaar geleden begon in Bosnië-Herzego- wina. foto Cees van Zweden heeft een dik dossier over de ge beurtenissen van eind maart 1991 rond Bosanski Brod (Noord-Bosnië). Slavko had nog geluk. Op 26 maart 1992, negen dagen voor de geruchtmakende schietpartij in Sarajevo, viel een Kroatische legereenheid het Bosnisch-Ser- vische dorp Sijekovac aan. Ne gen dorpelingen werden ver moord en de volgende dag nog eens achttien. Marko maakt een gebaar naar de schoenendoos vol documen ten op tafel. Hij zegt: „Dit dos sier heb ik aangelegd voor het oorlogstribunaal in Den Haag. De wereld moet weten dat de oorlog begon in Bosanski Brod. Sommige Rroaten zeggen dat de oorlog in Bosnië al in het najaar van 1991 begon, toenhet Joego slavische leger Kroatische dor pen in Herzegovina aanviel. Maar voor de Serviërs was dat slechts een neveneffect van de oorlog die toeh in Kroatië woed de. De Kroatische aanval op Bosanski Brod daarentegen, zo zeggen zij, was een poging een deel van Bosnië te zuiveren. Het was voor hen het echte begin van de oorlog. „De oorlog startte op de dag van de eerste oorlogsmisdaad", zegt Pedrag Radulovic, die als advo caat de slachtoffers van de Kro atische invasie bijstaat. „Dat was op 26 maart 1992." Kinderen Sijekovac is een klein dorp ten zuiden van Bosanski Brod, dat nog steeds de sporen draagt van toen. Veel huizen staan leeg sinds de dag waarop ze in brand werden gestoken en hun bewo ners werden verdreven of ver moord. Enig teken van leven zijn de bomen en struiken, die nu door de kapotte daken groei en. Blijkens het Servische dossier werd de nederzetting omsingeld door troepen van het Kroatische leger, gesteund door plaatselij ke Kroaten en moslims. De Ser vische burgers die zich in hun kelders hadden verborgen toen de aanval begon, kregen op dracht naar buiten te komen. Achttien van hen gehoorzaam den, en werden gedwongen op de grond te gaan liggen, met het gezicht naar beneden. Zij wer den eerst met geweerkolven be werkt, waarna de helft van hen de kogel kreeg. Twee van de ne gen doden waren kinderen. „In de zeven maanden van de Kroatische bezetting werden 226 burgers gedood", zegt Mar ko Grabovac, die lid is van de Commissie van Vermoorde Bur gers in Bosanski Brod. „Vijftien dorpen werden verwoest. Twee duizend mensen werden in con centratiekampen vastgehou den, waarvan er tien waren. We hebben alle namen, en ook die van 260 daders." Basket Hoe hels het leven was in die kampen, kan Sava Popadic ge tuigen. Hij maakte kennis met acht verschillende concentra tiekampen. „Ik werd gearres teerd op 12 mei 1992, omdat ik een Serviër was," zegt hij. „Mijn eerste kamp was in Odjak; het heette Strolit. Het was als in de Tweede Wereldoorlog. Er was geen water, geen elektriciteit, geen voedsel. We kregen per dag slechts een snee brood en een kop thee. We waren met 300 ge vangenen, en werden routineus elke dag geslagen." Popadic, die nu 48 is, zat bijna vijf maanden vast. Werken kan hij niet meer; zijn ribben en rug gengraat zijn misvormd en hij heeft psychische stoornissen. Hij werd van het ene kamp naar het andere gesleept, omdat de Kroaten door de opschuivende frontlijn soms kampen moesten ontruimen. Het ergste kamp was gevestigd in een lagere school bij Bosanski Brod, zegt hij. „Ze sloegen me met elk voor werp dat ze maar konden vin den. Een keer hingen ze me aan mijn linkerbeen aan de basket in de gymzaal, mijn handen op de rug gebonden. Toen het touw brak, landde ik op mijn hoofd op de vloer. Ik was zwaar gewond, maar bewoog nog. Ze haalden een zwaargebouwde bokser, die mij vervolgens bewusteloos sloeg." GPD van onze redactie buitenland Met de overwinning van Robert Moegabe bij de presidentsverkiezingen in Zimbabwe lijkt het Afri kaanse land nog zes jaar el lende tegemoet te gaan. Door het eigengereide optreden van de autoritaire president, die in 1980 nog als 'verlosser' door de bevolking werd bin nengehaald, verviel het land in een paar jaar tijd tot de be delstaf. Robert Gabriel Moegabe werd bij zijn aantreden als premier 22 jaar geleden ge zien als een redelijk alterna tief voor het blanke minder heidsregime. Iedereen was opgelucht dat de blanke po tentaat Ian Smith aan de kant was geschoven en dat de meerderheidsregering werd geleid door een marxistische, maar pragmatische premier uit de zwarte meerderheid. Premier Moegabe was echter bepaald geen democraat en niet vies van een volkeren moord in Matabeleland. Maar in Westerse ogen was hij vooral een pragmaticus die vrije ondernemers en blanke boeren met rust liet en het marxisme alleeri voor redevoeringen benutte. Dit beeld van Moegabe is pas in 1999 bijgesteld. Het auto ritaire en buitengewoon cor rupte karakter van de Zim babwaanse regering deed het IMF en donoren destijds het land de rug toekeren. Het ging en gaat nog steeds snel bergafwaarts. Moegabe werd op 21 februari 1924 geboren in een missie post van jezuïeten in het noorden van toenmalig Zuid-Rhodesië. Moegabe heeft in tegenstellling tot zijn rivaal van de oppositie, Mor gan Tsvangirai, een hoge op leiding. Eerst bij de jezuïeten en vervolgens op een Zuid- Afrikaanse universiteit. Moegabe werd leraar en eind jaren vijftig gaf hij les in Ghana. Daar leerde hij het marxisme en Afrikaans na- 1 tionalisme kennen en be wonderen Terug in Rhodesië kreeg Moegabe het aan de stok met de blanke heersers. I Vanaf 1964 tot 1974 was hij een politieke gevangene. Tij dens zijn gevangenschap j werd Moegabe een promi- jj nente 'vrijheidsstrijder'. Na j zijn vrijlating stortte hij zich I in de bewapende strijd. Het is vooral door Moegabe dat het guerrillaleger van de ZANU (Zimbabwe Afrikaans Na tionale Unie) marxistisch werd. Eind jaren zeventig j moest het door sancties en guerrillastrijders belegerde minderheidsregime de strijd j opgeven. Na onderhandelin gen kwamen er verkiezingen die Moegabe aan de macht brachten. Moegabe begon met een am bitieuze politiek om het on derwijs en de gezondheids- J zorg in heel het tot Zimbab- I we gedoopte land te ver- I spreiden. Voorts wilde hij i zijn belangrijkste politieke rivalen, zoals Joshua Nkomo en diens etnische achterban, de Ndbele, in een klap uit schakelen. Dat gebeurde met behulp van de door Noord- Korea opgeleide Vijfde Bri gade. Die legereenheid heeft van 1980 tot 1988 zeker 20.000 burgers uitgemoord in Matabeleland Moegabe trok in 1987 meer j macht en het presidentschap naar zich toe. Hij regeerde vooral door politieke bond genoten te kopen. De stakingen, uitgeroepen door vakbondsleider Tsvan girai, leken het begin van het einde voor Moegabe. Na een verloren referendum begin 2000 liet hij knokploegen los op mogelijke tegenstanders en blanke boeren. Geweld Sindsdien kent het land een explosie van geweld en heeft de economie praktisch opge houden te bestaan. Moegabe wijt alles aan samenzwerin gen van de voormalige kolo niale macht (Groot-Brittan- nië) en de blanke minderheid (ongeveer 40.000 mensen ).ANP Gisteren verscheen het rapport van de commissie Geelhoed over de positie van de provincie als re gionaal bestuur. Een van de aan bevelingen in het rapport van de commissie is om te komen tot schaalvergroting van provincies. Het rapport gaat echter over veel meer dan alleen deze aanbeve ling. In deze bijdrage worden vanuit het Zeeuwse perspectief enkele belangrijke aspecten na der belicht. door W.T. van Gelder en L.J.M. Verduit Ondanks de uitbreiding van taken in de laatste vijftig jaar speelt de pro vincie als middenbestuur een beschei den rol. In ons land ligt, vooral bij de uitvoerende overheidstaken, het ac cent op de lokale en de centrale over heid. De provinciale overheidsuitga ven bedragen als gevolg daarvan slechts 2 procent van de totale over heidsuitgaven en nog geen 5 procent van alle ambtenaren in Nederland is werkzaam bij een provincie. Het leidt ertoe dat de provincies in Nederland ei genlijk nauwelijks opvallen. Het is dan ook niet voor niets dat bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant onlangs een vernieuwingsoperatie als motto meegaf: 'zichtbaar beter, beter zicht baar'. Staat in Nederland zelfs de bescheiden positie van de provincie nog onder druk, in de ons omringende landen wordt de versterking van het midden bestuur als een essentieel onderdeel van de modernisering van het over heidsmanagement gezien. Zelfs landen als Frankrijk en Groot-Brittannië heb ben het middenbestuur geïntrodu ceerd, zoals dat ook in Spanje en Italië werd ingevoerd. Het 150 jaar geleden ontworpen huis is dus niet antiek, maar wordt in de rest van Europa als modern ervaren. Het probleem van de beperkte zicht baarheid ligt niet voor alle provincies hetzelfde. Provincies met een meer ver stedelijkt of urbaan karakter hebben daar meer last van dan provincies met een meer plattelands of ruraal karak ter, zoals Zeeland. Vooreen belangrijk deel heeft dat te maken met het feit dat de grote steden zelf hun mannetje staan. Daarnaast hebben de minder verstedelijkte provincies ook meer een eigen identiteit. De identiteit van de provincie zal mede in beschouwing moeten worden geno men. Deze identiteit is voor een deel cultuurhistorisch bepaald. Tegelijker tijd kan deze identiteit nog wel levend gehouden worden. Denk hierbij aan het koesteren van de Zeeuwse vlag, motto, klederdracht en het voortdu rend benadrukken van de eigenschap 'zunig'. Natuurlijk is het beroep op identiteit geen alles beslissend argu ment. We zullen ons echt de vraag moe ten stellen hoe sterk de belevingswaar de van de Zeeuwse identiteit is. In hoe verre is de provinciale overheid aan dat gevoel gebonden, dan wel vervult de provincie een rol in het behouden en eventueel versterken van dit gevoel van Zeeuwse identiteit? Het zijn uiter aard alleen de Zeeuwse burgers die hier een authentiek antwoord op kunnen geven. Bestuurlijk zal dat antwoord vanzelfsprekend gewogen dienen te worden. De provincies hebben betrekkelijk weinig bestuurlijke handelingscapaci teit. Provincies kunnen meer dingen te genhouden, dan dat zij het vermogen hebben om mogelijk te maken. De po sitieve taken van de provincies worden wel eens samengevat als de 'erende' ta ken. Met de 'erende' taken van initië ren, motiveren, stimuleren en coördi neren kan de provincie een essentiële rol in de maatschappelijke ontwikke ling vervullen, mits die rol overtuigend en enthousiasmerend vervuld wordt. Daarbij richt de provincie zich vooral op de ontwikkeling op de lange ter mijn. Hier staat tegenover dat in de huidige situatie het takenpakket van de provincie het meest zichtbaar is in de toezichts- en handhavingssfeer. En dat levert vaak ook een negatief imago op. Het onthouden van goedkeuring aan een bestemmingsplan van een ge meente of het opleggen van bestuurs dwang bij overtreding van een milieu vergunning door een bedrijf, zijn geen activiteiten waarvoor men een popula- riteitsprijs wint. Gemangeld De provincies worden in toenemende mate gemangeld tussen gemeenten en rijk. De realisatie van overheidsbeleid vindt voor een aantal beleidsterreinen op het regionale niveau plaats. Het is vooral het beleid dat betrekking heeft op de fysieke ruimte. De maatschappe lijke vraagstukken op deze terreinen vragen ook steeds meer om een integra le aanpak op decentraal niveau. Dat blijkt uit de belangrijkste taken van de provincie. Het blijkt ook uit de aanwe zigheid van de gedeconcentreerde rijksdiensten in de regio's. Met het aan stellen van departementale zetbazen wordt echter niet alleen het belang van het regionale niveau voor het realiseren van overheidsbeleid aangegeven. Het geeft ook aan dat het Rijk bij het regio nale beleid graag de touwtjes in han den heeft willen houden en de provin cies als regionale bestuurslaag heeft omzeild. Op hetzelfde moment is er een bewe ging van onderop. In enkele decennia tijd is het aantal gemeenten van meer dan 1000 inmiddels teruggebracht tot 496. Gemeenten worden steeds zelf standiger en claimen ook (terecht) steeds meer een autonome positie ten opzichte van de provincies. In deze competitie ontstaat bij een aantal ge meenten echter de neiging om volledig voorbij te gaan aan het provinciale ni Vroeger werden de provincies afgebakend met stenen grenspalen. foto Pieter Honhoff veau en zich rechtstreeks te wenden tot het Rijk. De provincies zullen hierin een uitdaging moeten zien om hun toe gevoegde waarde aan te tonen. Overi gens zou deze reflectie ook nog wel eens kunnen uitmonden in de conclusie dat voortgaande gemeentelijke schaalver groting ook provinciale schaalvergro ting nodig kan zijn. Zoals ook de schaalvei-groting bij de waterschappen de provincies uitnodigt om duidelijk te maken waarom temidden van alle schaalvergroting bij Nederlandse overheden dit bij de provincie niet aan de orde zou zijn. De bestuurlijke handelingscapaciteit zou vergroot kunnen worden. In 'mo derne en sterke provincies' is daar al een begin mee gemaakt. Provincies zouden wellicht op een aantal terrei nen meer doe-taken moeten oppakken. Een voorbeeld is een eigen provinciale ontwikkelingsmaatschappij die zelf ruimtelijke plannen in uitvoering neemt. Onlosmakelijk hoort daar dan een eigen grondbedrijf bijTevens zou den provincies ook zichtbaarder moe ten worden binnen de sociale en econo mische infrastructuur. Een herschik king van de publieke en private taken. Opzoomeren Provincies zouden, net als de gemeen ten, meer werk moet maken van iets als het 'opzoomeren'. Vergroot vooral ook de zelfredzaamheid van de samenle ving. Waar Geelhoed regelmatig de term 'bestuurlijk handelingsvermo gen' hanteert, zouden wij willen bena drukken dat daaraan in ieder geval het 'maatschappelij k handelingsvermo gen' aan vooraf gaat. Vervolgens komt de vraag aan de orde, of, wanneer het duidelijk is dat overheidsbemoeienis gerechtvaardigd is, de overheid over de juiste instrumenten kan beschikken. Dit betreft het juridische instrumenta rium (geboden en verboden plus hand having), financieel instrumentarium (prijzen, heffingen en subsidies en bij dragen), het organisatorisch instru mentarium (wat kunnen we zelf aan pakken) en de overheidscommunica tie.Te veel en te vaak wordt beleid ge- entameerd, zonder dat sprake is van een adequate uitvoering. Maar bovenal wordt vaak te weinig aandacht besteed aan de uitvoeringsaspecten. Wie gaat het doen, op welke manier en welke or ganisatie is daarvoor nodig? Er is spra ke van een vervlechting tussen de ver schillende overheidsniveaus. Dit vraagt om meer partnership, maar ook om een helder profiel. Versterk de auto nomie van elke overheidslaag. Het is vervolgens de vraag welke overheids laag het meest geschikt is om zich voor een bepaald probleem als probleemei genaar op te werpen. Het is daarbij niet per definitie zo dat schaalvergroting dan het antwoord op alle problemen is. Zinvol Pas daarna komt de vraag aan de orde of een. schaalgrootte-discussie nog zin vol is. De antwoorden die we hiervoor gesuggereerd hebben, zouden wel eens effectiever kunnen zijn dan sleutelen aan de grenzen. Eerst de taken en mo gelijkheden aanpakken en dan pas de schaalgrootte. Als die discussie toch gevoerd moet worden, dan is het de vraag of dat ook voor Zeeland geldt. Immers, Zeeland is een provincie met een eigen identiteit, een eigen gezag en een eigen positie in de samenleving. Als die discussie echter toch gevoerd wordt, moet gewezen worden op het ri sico dat andere spelers de discussie gaan domineren. Het geeft in ieder ge val geen pas om die discussie alleen vanuit het perspectief van de kader wetgebieden te voeren, want dat pro bleem hebben wij in Zeeland niet. Als het alleen gaat om de problemen die de provincies met kaderwetgebieden bin nen hun grenzen hebben, dan moeten daar andere oplossingen gevonden worden dan in de meer rurale provin cies. Voor die laatste provincies, waar van Zeeland er een is, moet vooral ge keken worden naar de geografische, demografische, sociale economische en ruimtelijke samenhangen. In ruimte lijk-economische zin hééft Zeeland zijn grenzen overschreden en is de Rijn- -Schelde Delta, reeds een maatschap pelijke realiteit op het gebied van de ar- beidsmarkt. De woonwerkrelaties overschrijden in toenemende mate de Zeeuwse grenzen. De geldt eveneens voor het toeleveringsnetwerk van de bedrijven. Zeeland Seaports heeft ster ke relaties met de havens van Rotter dam en Antwerpen en voor een goed vervoer, of dat nu over de weg, per spoor of over water is, van en naar de Zeeuwse havens moeten de achter landverbindingen in de nabuurprovin cies worden aangepast. Op het terrein van de cultuurparticipatie en het ge bruik van voorzieningen in de volksge zondheid is er een groeiend gebruik van hetgeen Rotterdam en Antwerpen te bieden hebben. Vanuit de Antwerpse agglomeratie zal naar verwachting bij het verder vervagen van de grens de druk op de woningmarkt van Zeeuws- -Vlaanderen gaan toenemen. Het ste- dennetwerk Vlissingen-Middelburg- -Goes-Terneuzen heeft in de planolo gische visie van de 5 de nota een grens overschrijdende verbinding met Gent gekregen. De gedachte van de Zeeuwse groenblauwe oase verkrijgt in het ge heel van de Rijn-Schelde Delta als lan delijke buffer tussen de Rotterdamse en Antwerpse agglomeraties een meer waarde. De gebiedsgerichte aanpak van het landelijke gebied, zoals de landinrichting, vindt weliswaar op een schaal plaats die kleiner is dan de pro vinciale schaal. De behoefte om de ruimtelijke kwaliteit van het landelij ke gebied te behouden zal als con- tramal van de verstedelijkte gebieden rondom Zeeland in het perspectief van de Rijn-Schelde Delta versterkt wor den. De strategische visie die de Staten onlangs hebben vastgesteld, wijst ook in die richting.Het zuidwestelijk klei gebied, aangevuld met delen van zui delijk Zuid-Holland, westelijk Noord- -Brabant en een grensoverschrijdende samenwerking met de Belgische pro vincies Oost- en West-Vlaanderen heeft in alle opzichten het meest helde re profiel. Drs. W.T. van Gelder is Commissaris van de Koningin en mr. drs. L.J.M. Verduit Griffier der Staten in de provincie Zeeland. De op vattingen in deze bijdrage zijn niet noodza kelijkerwijs de opvattingen van het provin ciaal bestuur van Zeeland. Naar de speeltuin Het populaire liedje Naar de Speeltuin wordt verfilmd. Van het nummer zijn al 30.000 grammofoonplaten verkocht. Met Pasen zullen bioscoopbezoekers op het doek Helen van Capelle, het meisje dat het liedje zingt, op de schommel zien. Emmy van Swol speelt de 'mama in een goede bui' en Carl Tobi ver tolkt de rol van 'papa, die niette lui is'. Brand in Goes Bij een uitslaande brand in Goes is de vrouw des huizes gewond geraakt. De vrouw brak een been toen zij bij een sprong van de eerste verdie ping slechts ten dele op het door de brandweer geïmpro viseerde springzeil (een ta fellaken) terechtkwam. De brand woedde in de vestiging van Jamin aan de Lange Kerkstraat. Het gezin - vader en dochter bleven ongedeerd - woonde boven de zaak. Kolentekort Het kolentekort in Europa neemt af. De zachte winteren een toegenomen productie hebben ervoor gezorgd dat er weer meer kolen beschikbaar zijn. Hierdoor hoeft er min der steenkool van buiten Eu ropa te worden ingevoerd. Dat heeft de voorzitter van van de Kolencommissie voor Europa van de Verenigde Na ties in Genève gezegd. Uitgever: J. C Boersema Hoofdredactie: A L Oosthoek D. Bosscher (adjunct) A L. Kroon (adjunct) Centrale redactie: Oostsouburgseweg 10 Postbus 18 4380 AA Vlissingen Tel. (0118) 484000 Fax:(0118)470102 E-mail: redactie@pzc.nl Vlissingen: Postbus 18 4380 AA Vlissingen Tel. (0118) 484000 Fax. (0118)470102 E-mail; redwalch@pzc.nl Goes: Voorstad 22 Postbus 31 4460 AA Goes Tel. (0113) 273000 Fax. (0113) 273030 E-mail: redgoes@pzc nl Terneuzen: Willem Alexanderlaan 45 Postbus 145 4530 AC Terneuzen Tel. (0115) 645769 Fax (0115)645742 E-mail: redtern@pzc.nl Hulst: Baudeloo 16 Postbus 62 4560 AB Hulst Tel. (0114) 372776 Fax (0114)372771 E-maiT redhulst@pzc.nl Zierikzee: Grachtweg 23a Postbus 80 4300 AB Zierikzee Tel. (0111)454647 Fax. (0111)454657 E-mail: redzzee@pzc.nl Opening kantoren: Maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 17,00 uur Zierikzee, Goes en Hulst: 8.30-17.00 uur Zaterdags in Vlissingen van 8.00 tot 10.30 uur Internet: www.pzc.nl internetredactie: Postbus 18 4380 AA Vlissingen E-mail web@pzc nl Bezorgklachten: 0800-0231231 op maandag t/m vrijdag gedurende de openingstijden, zaterdags tot 13.30 uur. Overlijdensadvertenties: tijdens kantooruren en uitsluitend maandag- t/m vrijdagavond van 20.30 tot 22.00 uur en zondagavond van 20.00 tot 22.00 uur Tel. (0118)484000. Fax(0118)470100 Abonnementen (bij acceptgirobetaling geldt een toeslag van /,-) per maand; 19,25 per kwartaal: 52,-- per jaar: 198,- - Voor toezending per post geldt een toeslag. E-mail.abo@pzc.nl Beëindiging van abonnementen uitsluitend schriftelijk, 1 maand voor het einde van de betaalperiode Losse nummers per stuk' maandag t/m vrijdag: 1,~ zaterdag'1,50 Alle bedragen zijn inclusief 6% BTW Bankrelaties ABN AMRO 47 70 65.597 Postbank 35.93.00 Advertenties Alle advertentieopdrachten worden uitgevoerd onder toepassing van de algemene voorwaarden van Uitgeverij PZC BV alsmede de regelen voor het advertentiewezen. Tarieven kunnen tijdens kantooruren worden opgevraagd bij de advertentieorderafdeling. Tel 0118-484321 Auteursrechten voorbehouden Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant BV is een onderdeel van hel Wegener-concern. De door u aan ons verstrekte gegevens hebben wij opgenomen in een bestand dat wordt gebruikt voor onze (abonnemenlen)administralie en om u te (laten) informeren over voor u relevante dienslen en pro ducten van de titels en de werkmaatschappijen van Wegener of dooi ons zorgvuldig geselecteerde derden Als u op deze informatie geen prijs steil dan kunt u dll schriftelijk melden bij: PZC, afdeling lezersservice, Postbus 18,4380 AA Vlissingen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 2