PZC
Zelfs begin oorlog is strijdpunt
Provincie staat bestuurlijk vaak buitenspel
PZC
Verlosser Moegabe
verandert in plaag
voor Zimbabwe
Alle partijen in Bosnië hebben tien jaar na dato hun eigen visie
te gast
14 maart 1952
donderdag 14 maart 2002
Het is binnenkort tien jaar
geleden dat de burgeroor
log in Bosnië uitbrak, het
bloedigste conflict in Eu
ropa sinds de Tweede We
reldoorlog. Maar op welke
dag begon precies de bur
geroorlog? De moslims
zeggen op 4 april 1992,
toen Serviërs in Sarajevo
het vuur openden op on
gewapende betogers. Voor
de Serviërs echter was
toen de oorlog al negen
dagen oud.
door Cees van Zweeden
Wat Slavko Grabovac door
stond, was in Bosnië niets
bijzonders. Grabovac, een Bos
nische Serviër uit Bosanski
Brod, werd door een vijandelij
ke eenheid opgepakt en gedu
rende vijf dagen gemarteld. Hij
werd geslagen, bewerkt met een
mes, gebrand met een sigaret.
Daarna werd zijn snor afge
schoren, en werd hij gedwongen
die op te eten.
Na die vijf helse dagen waren al
zijn ribben alsmede zijn rechter
onderbeen gebroken, zijn rug
gengraat en zijn linkeroog blij
vend beschadigd. Maar het
noodlot dat Slavko Grabovac
trof, teisterde ook tienduizen
den anderen tijdens de burger
oorlog in Bosnië.
Wat zijn verhaal bijzonder
maakt, is slechts het tijdstip van
zijn martelgang. Slavko Grabo
vac werd opgepakt op 30 maart
1992, nu bijna tien jaar geleden.
Dat was vijf dagen voor het offi
ciële begin van de oorlog.
Voor de door moslims gedomi
neerde regering in het huidige
Bosnië begon de oorlog op 4
april 1992, toen Servische para
militairen het vuur openden op
ongewapende demonstranten
in Sarajevo. Een studente medi
cijnen, Suada Dilberovic uit
Dubrovnik, stierf op het plavei
sel. Zij wordt een decennium la
ter gezien als de eerste marte
laar in een oorlog die een kwart
miljoen levens zou hebben ge-
eist.
Slavko Grabovac is nu voor 80
procent invalide, en niet in staat
te praten. Zijn broer Marko
Een man loopt langs een muur in Sarajevo waarop geschreven staat 'Welkom in de hel', een verwijzing naar de oorlog die nu bijna tien jaar geleden begon in Bosnië-Herzego-
wina. foto Cees van Zweden
heeft een dik dossier over de ge
beurtenissen van eind maart
1991 rond Bosanski Brod
(Noord-Bosnië).
Slavko had nog geluk. Op 26
maart 1992, negen dagen voor
de geruchtmakende schietpartij
in Sarajevo, viel een Kroatische
legereenheid het Bosnisch-Ser-
vische dorp Sijekovac aan. Ne
gen dorpelingen werden ver
moord en de volgende dag nog
eens achttien.
Marko maakt een gebaar naar
de schoenendoos vol documen
ten op tafel. Hij zegt: „Dit dos
sier heb ik aangelegd voor het
oorlogstribunaal in Den Haag.
De wereld moet weten dat de
oorlog begon in Bosanski Brod.
Sommige Rroaten zeggen dat de
oorlog in Bosnië al in het najaar
van 1991 begon, toenhet Joego
slavische leger Kroatische dor
pen in Herzegovina aanviel.
Maar voor de Serviërs was dat
slechts een neveneffect van de
oorlog die toeh in Kroatië woed
de. De Kroatische aanval op
Bosanski Brod daarentegen, zo
zeggen zij, was een poging een
deel van Bosnië te zuiveren. Het
was voor hen het echte begin
van de oorlog.
„De oorlog startte op de dag van
de eerste oorlogsmisdaad", zegt
Pedrag Radulovic, die als advo
caat de slachtoffers van de Kro
atische invasie bijstaat. „Dat
was op 26 maart 1992."
Kinderen
Sijekovac is een klein dorp ten
zuiden van Bosanski Brod, dat
nog steeds de sporen draagt van
toen. Veel huizen staan leeg
sinds de dag waarop ze in brand
werden gestoken en hun bewo
ners werden verdreven of ver
moord. Enig teken van leven
zijn de bomen en struiken, die
nu door de kapotte daken groei
en.
Blijkens het Servische dossier
werd de nederzetting omsingeld
door troepen van het Kroatische
leger, gesteund door plaatselij
ke Kroaten en moslims. De Ser
vische burgers die zich in hun
kelders hadden verborgen toen
de aanval begon, kregen op
dracht naar buiten te komen.
Achttien van hen gehoorzaam
den, en werden gedwongen op
de grond te gaan liggen, met het
gezicht naar beneden. Zij wer
den eerst met geweerkolven be
werkt, waarna de helft van hen
de kogel kreeg. Twee van de ne
gen doden waren kinderen.
„In de zeven maanden van de
Kroatische bezetting werden
226 burgers gedood", zegt Mar
ko Grabovac, die lid is van de
Commissie van Vermoorde Bur
gers in Bosanski Brod. „Vijftien
dorpen werden verwoest. Twee
duizend mensen werden in con
centratiekampen vastgehou
den, waarvan er tien waren. We
hebben alle namen, en ook die
van 260 daders."
Basket
Hoe hels het leven was in die
kampen, kan Sava Popadic ge
tuigen. Hij maakte kennis met
acht verschillende concentra
tiekampen. „Ik werd gearres
teerd op 12 mei 1992, omdat ik
een Serviër was," zegt hij. „Mijn
eerste kamp was in Odjak; het
heette Strolit. Het was als in de
Tweede Wereldoorlog. Er was
geen water, geen elektriciteit,
geen voedsel. We kregen per dag
slechts een snee brood en een
kop thee. We waren met 300 ge
vangenen, en werden routineus
elke dag geslagen."
Popadic, die nu 48 is, zat bijna
vijf maanden vast. Werken kan
hij niet meer; zijn ribben en rug
gengraat zijn misvormd en hij
heeft psychische stoornissen.
Hij werd van het ene kamp naar
het andere gesleept, omdat de
Kroaten door de opschuivende
frontlijn soms kampen moesten
ontruimen. Het ergste kamp
was gevestigd in een lagere
school bij Bosanski Brod, zegt
hij.
„Ze sloegen me met elk voor
werp dat ze maar konden vin
den. Een keer hingen ze me aan
mijn linkerbeen aan de basket
in de gymzaal, mijn handen op
de rug gebonden. Toen het touw
brak, landde ik op mijn hoofd op
de vloer. Ik was zwaar gewond,
maar bewoog nog. Ze haalden
een zwaargebouwde bokser, die
mij vervolgens bewusteloos
sloeg." GPD
van onze redactie buitenland
Met de overwinning van
Robert Moegabe bij de
presidentsverkiezingen in
Zimbabwe lijkt het Afri
kaanse land nog zes jaar el
lende tegemoet te gaan. Door
het eigengereide optreden
van de autoritaire president,
die in 1980 nog als 'verlosser'
door de bevolking werd bin
nengehaald, verviel het land
in een paar jaar tijd tot de be
delstaf.
Robert Gabriel Moegabe
werd bij zijn aantreden als
premier 22 jaar geleden ge
zien als een redelijk alterna
tief voor het blanke minder
heidsregime. Iedereen was
opgelucht dat de blanke po
tentaat Ian Smith aan de
kant was geschoven en dat de
meerderheidsregering werd
geleid door een marxistische,
maar pragmatische premier
uit de zwarte meerderheid.
Premier Moegabe was echter
bepaald geen democraat en
niet vies van een volkeren
moord in Matabeleland.
Maar in Westerse ogen was
hij vooral een pragmaticus
die vrije ondernemers en
blanke boeren met rust liet
en het marxisme alleeri voor
redevoeringen benutte.
Dit beeld van Moegabe is pas
in 1999 bijgesteld. Het auto
ritaire en buitengewoon cor
rupte karakter van de Zim
babwaanse regering deed het
IMF en donoren destijds het
land de rug toekeren. Het
ging en gaat nog steeds snel
bergafwaarts.
Moegabe werd op 21 februari
1924 geboren in een missie
post van jezuïeten in het
noorden van toenmalig
Zuid-Rhodesië. Moegabe
heeft in tegenstellling tot zijn
rivaal van de oppositie, Mor
gan Tsvangirai, een hoge op
leiding. Eerst bij de jezuïeten
en vervolgens op een Zuid-
Afrikaanse universiteit.
Moegabe werd leraar en eind
jaren vijftig gaf hij les in
Ghana. Daar leerde hij het
marxisme en Afrikaans na-
1 tionalisme kennen en be
wonderen Terug in Rhodesië
kreeg Moegabe het aan de
stok met de blanke heersers. I
Vanaf 1964 tot 1974 was hij
een politieke gevangene. Tij
dens zijn gevangenschap j
werd Moegabe een promi- jj
nente 'vrijheidsstrijder'. Na j
zijn vrijlating stortte hij zich I
in de bewapende strijd. Het is
vooral door Moegabe dat het
guerrillaleger van de ZANU
(Zimbabwe Afrikaans Na
tionale Unie) marxistisch
werd. Eind jaren zeventig j
moest het door sancties en
guerrillastrijders belegerde
minderheidsregime de strijd j
opgeven. Na onderhandelin
gen kwamen er verkiezingen
die Moegabe aan de macht
brachten.
Moegabe begon met een am
bitieuze politiek om het on
derwijs en de gezondheids- J
zorg in heel het tot Zimbab- I
we gedoopte land te ver- I
spreiden. Voorts wilde hij i
zijn belangrijkste politieke
rivalen, zoals Joshua Nkomo
en diens etnische achterban,
de Ndbele, in een klap uit
schakelen. Dat gebeurde met
behulp van de door Noord-
Korea opgeleide Vijfde Bri
gade. Die legereenheid heeft
van 1980 tot 1988 zeker
20.000 burgers uitgemoord
in Matabeleland
Moegabe trok in 1987 meer j
macht en het presidentschap
naar zich toe. Hij regeerde
vooral door politieke bond
genoten te kopen.
De stakingen, uitgeroepen
door vakbondsleider Tsvan
girai, leken het begin van het
einde voor Moegabe. Na een
verloren referendum begin
2000 liet hij knokploegen los
op mogelijke tegenstanders
en blanke boeren.
Geweld
Sindsdien kent het land een
explosie van geweld en heeft
de economie praktisch opge
houden te bestaan. Moegabe
wijt alles aan samenzwerin
gen van de voormalige kolo
niale macht (Groot-Brittan-
nië) en de blanke minderheid
(ongeveer 40.000 mensen
).ANP
Gisteren verscheen het rapport
van de commissie Geelhoed over
de positie van de provincie als re
gionaal bestuur. Een van de aan
bevelingen in het rapport van de
commissie is om te komen tot
schaalvergroting van provincies.
Het rapport gaat echter over veel
meer dan alleen deze aanbeve
ling. In deze bijdrage worden
vanuit het Zeeuwse perspectief
enkele belangrijke aspecten na
der belicht.
door W.T. van Gelder
en L.J.M. Verduit
Ondanks de uitbreiding van taken in
de laatste vijftig jaar speelt de pro
vincie als middenbestuur een beschei
den rol. In ons land ligt, vooral bij de
uitvoerende overheidstaken, het ac
cent op de lokale en de centrale over
heid. De provinciale overheidsuitga
ven bedragen als gevolg daarvan
slechts 2 procent van de totale over
heidsuitgaven en nog geen 5 procent
van alle ambtenaren in Nederland is
werkzaam bij een provincie. Het leidt
ertoe dat de provincies in Nederland ei
genlijk nauwelijks opvallen. Het is dan
ook niet voor niets dat bijvoorbeeld de
provincie Noord-Brabant onlangs een
vernieuwingsoperatie als motto
meegaf: 'zichtbaar beter, beter zicht
baar'.
Staat in Nederland zelfs de bescheiden
positie van de provincie nog onder
druk, in de ons omringende landen
wordt de versterking van het midden
bestuur als een essentieel onderdeel
van de modernisering van het over
heidsmanagement gezien. Zelfs landen
als Frankrijk en Groot-Brittannië heb
ben het middenbestuur geïntrodu
ceerd, zoals dat ook in Spanje en Italië
werd ingevoerd. Het 150 jaar geleden
ontworpen huis is dus niet antiek, maar
wordt in de rest van Europa als modern
ervaren.
Het probleem van de beperkte zicht
baarheid ligt niet voor alle provincies
hetzelfde. Provincies met een meer ver
stedelijkt of urbaan karakter hebben
daar meer last van dan provincies met
een meer plattelands of ruraal karak
ter, zoals Zeeland. Vooreen belangrijk
deel heeft dat te maken met het feit dat
de grote steden zelf hun mannetje
staan. Daarnaast hebben de minder
verstedelijkte provincies ook meer een
eigen identiteit.
De identiteit van de provincie zal mede
in beschouwing moeten worden geno
men. Deze identiteit is voor een deel
cultuurhistorisch bepaald. Tegelijker
tijd kan deze identiteit nog wel levend
gehouden worden. Denk hierbij aan
het koesteren van de Zeeuwse vlag,
motto, klederdracht en het voortdu
rend benadrukken van de eigenschap
'zunig'. Natuurlijk is het beroep op
identiteit geen alles beslissend argu
ment. We zullen ons echt de vraag moe
ten stellen hoe sterk de belevingswaar
de van de Zeeuwse identiteit is. In hoe
verre is de provinciale overheid aan dat
gevoel gebonden, dan wel vervult de
provincie een rol in het behouden en
eventueel versterken van dit gevoel
van Zeeuwse identiteit? Het zijn uiter
aard alleen de Zeeuwse burgers die hier
een authentiek antwoord op kunnen
geven. Bestuurlijk zal dat antwoord
vanzelfsprekend gewogen dienen te
worden.
De provincies hebben betrekkelijk
weinig bestuurlijke handelingscapaci
teit. Provincies kunnen meer dingen te
genhouden, dan dat zij het vermogen
hebben om mogelijk te maken. De po
sitieve taken van de provincies worden
wel eens samengevat als de 'erende' ta
ken. Met de 'erende' taken van initië
ren, motiveren, stimuleren en coördi
neren kan de provincie een essentiële
rol in de maatschappelijke ontwikke
ling vervullen, mits die rol overtuigend
en enthousiasmerend vervuld wordt.
Daarbij richt de provincie zich vooral
op de ontwikkeling op de lange ter
mijn. Hier staat tegenover dat in de
huidige situatie het takenpakket van
de provincie het meest zichtbaar is in
de toezichts- en handhavingssfeer. En
dat levert vaak ook een negatief imago
op. Het onthouden van goedkeuring
aan een bestemmingsplan van een ge
meente of het opleggen van bestuurs
dwang bij overtreding van een milieu
vergunning door een bedrijf, zijn geen
activiteiten waarvoor men een popula-
riteitsprijs wint.
Gemangeld
De provincies worden in toenemende
mate gemangeld tussen gemeenten en
rijk. De realisatie van overheidsbeleid
vindt voor een aantal beleidsterreinen
op het regionale niveau plaats. Het is
vooral het beleid dat betrekking heeft
op de fysieke ruimte. De maatschappe
lijke vraagstukken op deze terreinen
vragen ook steeds meer om een integra
le aanpak op decentraal niveau. Dat
blijkt uit de belangrijkste taken van de
provincie. Het blijkt ook uit de aanwe
zigheid van de gedeconcentreerde
rijksdiensten in de regio's. Met het aan
stellen van departementale zetbazen
wordt echter niet alleen het belang van
het regionale niveau voor het realiseren
van overheidsbeleid aangegeven. Het
geeft ook aan dat het Rijk bij het regio
nale beleid graag de touwtjes in han
den heeft willen houden en de provin
cies als regionale bestuurslaag heeft
omzeild.
Op hetzelfde moment is er een bewe
ging van onderop. In enkele decennia
tijd is het aantal gemeenten van meer
dan 1000 inmiddels teruggebracht tot
496. Gemeenten worden steeds zelf
standiger en claimen ook (terecht)
steeds meer een autonome positie ten
opzichte van de provincies. In deze
competitie ontstaat bij een aantal ge
meenten echter de neiging om volledig
voorbij te gaan aan het provinciale ni
Vroeger werden de provincies afgebakend met stenen grenspalen.
foto Pieter Honhoff
veau en zich rechtstreeks te wenden tot
het Rijk. De provincies zullen hierin
een uitdaging moeten zien om hun toe
gevoegde waarde aan te tonen. Overi
gens zou deze reflectie ook nog wel eens
kunnen uitmonden in de conclusie dat
voortgaande gemeentelijke schaalver
groting ook provinciale schaalvergro
ting nodig kan zijn. Zoals ook de
schaalvei-groting bij de waterschappen
de provincies uitnodigt om duidelijk te
maken waarom temidden van alle
schaalvergroting bij Nederlandse
overheden dit bij de provincie niet aan
de orde zou zijn.
De bestuurlijke handelingscapaciteit
zou vergroot kunnen worden. In 'mo
derne en sterke provincies' is daar al
een begin mee gemaakt. Provincies
zouden wellicht op een aantal terrei
nen meer doe-taken moeten oppakken.
Een voorbeeld is een eigen provinciale
ontwikkelingsmaatschappij die zelf
ruimtelijke plannen in uitvoering
neemt. Onlosmakelijk hoort daar dan
een eigen grondbedrijf bijTevens zou
den provincies ook zichtbaarder moe
ten worden binnen de sociale en econo
mische infrastructuur. Een herschik
king van de publieke en private taken.
Opzoomeren
Provincies zouden, net als de gemeen
ten, meer werk moet maken van iets als
het 'opzoomeren'. Vergroot vooral ook
de zelfredzaamheid van de samenle
ving. Waar Geelhoed regelmatig de
term 'bestuurlijk handelingsvermo
gen' hanteert, zouden wij willen bena
drukken dat daaraan in ieder geval het
'maatschappelij k handelingsvermo
gen' aan vooraf gaat. Vervolgens komt
de vraag aan de orde, of, wanneer het
duidelijk is dat overheidsbemoeienis
gerechtvaardigd is, de overheid over de
juiste instrumenten kan beschikken.
Dit betreft het juridische instrumenta
rium (geboden en verboden plus hand
having), financieel instrumentarium
(prijzen, heffingen en subsidies en bij
dragen), het organisatorisch instru
mentarium (wat kunnen we zelf aan
pakken) en de overheidscommunica
tie.Te veel en te vaak wordt beleid ge-
entameerd, zonder dat sprake is van
een adequate uitvoering. Maar bovenal
wordt vaak te weinig aandacht besteed
aan de uitvoeringsaspecten. Wie gaat
het doen, op welke manier en welke or
ganisatie is daarvoor nodig? Er is spra
ke van een vervlechting tussen de ver
schillende overheidsniveaus. Dit
vraagt om meer partnership, maar ook
om een helder profiel. Versterk de auto
nomie van elke overheidslaag. Het is
vervolgens de vraag welke overheids
laag het meest geschikt is om zich voor
een bepaald probleem als probleemei
genaar op te werpen. Het is daarbij niet
per definitie zo dat schaalvergroting
dan het antwoord op alle problemen is.
Zinvol
Pas daarna komt de vraag aan de orde
of een. schaalgrootte-discussie nog zin
vol is. De antwoorden die we hiervoor
gesuggereerd hebben, zouden wel eens
effectiever kunnen zijn dan sleutelen
aan de grenzen. Eerst de taken en mo
gelijkheden aanpakken en dan pas de
schaalgrootte. Als die discussie toch
gevoerd moet worden, dan is het de
vraag of dat ook voor Zeeland geldt.
Immers, Zeeland is een provincie met
een eigen identiteit, een eigen gezag en
een eigen positie in de samenleving. Als
die discussie echter toch gevoerd
wordt, moet gewezen worden op het ri
sico dat andere spelers de discussie
gaan domineren. Het geeft in ieder ge
val geen pas om die discussie alleen
vanuit het perspectief van de kader
wetgebieden te voeren, want dat pro
bleem hebben wij in Zeeland niet. Als
het alleen gaat om de problemen die de
provincies met kaderwetgebieden bin
nen hun grenzen hebben, dan moeten
daar andere oplossingen gevonden
worden dan in de meer rurale provin
cies. Voor die laatste provincies, waar
van Zeeland er een is, moet vooral ge
keken worden naar de geografische,
demografische, sociale economische en
ruimtelijke samenhangen. In ruimte
lijk-economische zin hééft Zeeland
zijn grenzen overschreden en is de Rijn-
-Schelde Delta, reeds een maatschap
pelijke realiteit op het gebied van de ar-
beidsmarkt. De woonwerkrelaties
overschrijden in toenemende mate de
Zeeuwse grenzen. De geldt eveneens
voor het toeleveringsnetwerk van de
bedrijven. Zeeland Seaports heeft ster
ke relaties met de havens van Rotter
dam en Antwerpen en voor een goed
vervoer, of dat nu over de weg, per
spoor of over water is, van en naar de
Zeeuwse havens moeten de achter
landverbindingen in de nabuurprovin
cies worden aangepast. Op het terrein
van de cultuurparticipatie en het ge
bruik van voorzieningen in de volksge
zondheid is er een groeiend gebruik van
hetgeen Rotterdam en Antwerpen te
bieden hebben. Vanuit de Antwerpse
agglomeratie zal naar verwachting bij
het verder vervagen van de grens de
druk op de woningmarkt van Zeeuws-
-Vlaanderen gaan toenemen. Het ste-
dennetwerk Vlissingen-Middelburg-
-Goes-Terneuzen heeft in de planolo
gische visie van de 5 de nota een grens
overschrijdende verbinding met Gent
gekregen. De gedachte van de Zeeuwse
groenblauwe oase verkrijgt in het ge
heel van de Rijn-Schelde Delta als lan
delijke buffer tussen de Rotterdamse
en Antwerpse agglomeraties een meer
waarde. De gebiedsgerichte aanpak
van het landelijke gebied, zoals de
landinrichting, vindt weliswaar op een
schaal plaats die kleiner is dan de pro
vinciale schaal. De behoefte om de
ruimtelijke kwaliteit van het landelij
ke gebied te behouden zal als con-
tramal van de verstedelijkte gebieden
rondom Zeeland in het perspectief van
de Rijn-Schelde Delta versterkt wor
den. De strategische visie die de Staten
onlangs hebben vastgesteld, wijst ook
in die richting.Het zuidwestelijk klei
gebied, aangevuld met delen van zui
delijk Zuid-Holland, westelijk Noord-
-Brabant en een grensoverschrijdende
samenwerking met de Belgische pro
vincies Oost- en West-Vlaanderen
heeft in alle opzichten het meest helde
re profiel.
Drs. W.T. van Gelder is Commissaris van de
Koningin en mr. drs. L.J.M. Verduit Griffier
der Staten in de provincie Zeeland. De op
vattingen in deze bijdrage zijn niet noodza
kelijkerwijs de opvattingen van het provin
ciaal bestuur van Zeeland.
Naar de speeltuin
Het populaire liedje Naar de
Speeltuin wordt verfilmd.
Van het nummer zijn al
30.000 grammofoonplaten
verkocht. Met Pasen zullen
bioscoopbezoekers op het
doek Helen van Capelle, het
meisje dat het liedje zingt, op
de schommel zien. Emmy van
Swol speelt de 'mama in een
goede bui' en Carl Tobi ver
tolkt de rol van 'papa, die
niette lui is'.
Brand in Goes
Bij een uitslaande brand in
Goes is de vrouw des huizes
gewond geraakt. De vrouw
brak een been toen zij bij een
sprong van de eerste verdie
ping slechts ten dele op het
door de brandweer geïmpro
viseerde springzeil (een ta
fellaken) terechtkwam. De
brand woedde in de vestiging
van Jamin aan de Lange
Kerkstraat. Het gezin - vader
en dochter bleven ongedeerd
- woonde boven de zaak.
Kolentekort
Het kolentekort in Europa
neemt af. De zachte winteren
een toegenomen productie
hebben ervoor gezorgd dat er
weer meer kolen beschikbaar
zijn. Hierdoor hoeft er min
der steenkool van buiten Eu
ropa te worden ingevoerd.
Dat heeft de voorzitter van
van de Kolencommissie voor
Europa van de Verenigde Na
ties in Genève gezegd.
Uitgever:
J. C Boersema
Hoofdredactie:
A L Oosthoek
D. Bosscher (adjunct)
A L. Kroon (adjunct)
Centrale redactie:
Oostsouburgseweg 10
Postbus 18
4380 AA Vlissingen
Tel. (0118) 484000
Fax:(0118)470102
E-mail: redactie@pzc.nl
Vlissingen:
Postbus 18
4380 AA Vlissingen
Tel. (0118) 484000
Fax. (0118)470102
E-mail; redwalch@pzc.nl
Goes: Voorstad 22
Postbus 31
4460 AA Goes
Tel. (0113) 273000
Fax. (0113) 273030
E-mail: redgoes@pzc nl
Terneuzen: Willem Alexanderlaan 45
Postbus 145
4530 AC Terneuzen
Tel. (0115) 645769
Fax (0115)645742
E-mail: redtern@pzc.nl
Hulst: Baudeloo 16
Postbus 62
4560 AB Hulst
Tel. (0114) 372776
Fax (0114)372771
E-maiT redhulst@pzc.nl
Zierikzee: Grachtweg 23a
Postbus 80
4300 AB Zierikzee
Tel. (0111)454647
Fax. (0111)454657
E-mail: redzzee@pzc.nl
Opening kantoren:
Maandag t/m vrijdag
van 8.00 tot 17,00 uur
Zierikzee, Goes en Hulst:
8.30-17.00 uur
Zaterdags in Vlissingen
van 8.00 tot 10.30 uur
Internet: www.pzc.nl
internetredactie:
Postbus 18
4380 AA Vlissingen
E-mail web@pzc nl
Bezorgklachten:
0800-0231231
op maandag t/m vrijdag
gedurende de openingstijden,
zaterdags tot 13.30 uur.
Overlijdensadvertenties:
tijdens kantooruren en
uitsluitend maandag-
t/m vrijdagavond van 20.30
tot 22.00 uur en zondagavond
van 20.00 tot 22.00 uur
Tel. (0118)484000.
Fax(0118)470100
Abonnementen
(bij acceptgirobetaling geldt een
toeslag van /,-)
per maand; 19,25
per kwartaal: 52,--
per jaar: 198,- -
Voor toezending per post geldt
een toeslag.
E-mail.abo@pzc.nl
Beëindiging van abonnementen
uitsluitend schriftelijk, 1 maand voor
het einde van de betaalperiode
Losse nummers per stuk'
maandag t/m vrijdag: 1,~
zaterdag'1,50
Alle bedragen zijn inclusief 6% BTW
Bankrelaties
ABN AMRO 47 70 65.597
Postbank 35.93.00
Advertenties
Alle advertentieopdrachten worden
uitgevoerd onder toepassing van
de algemene voorwaarden van
Uitgeverij PZC BV alsmede de
regelen voor het advertentiewezen.
Tarieven kunnen tijdens kantooruren
worden opgevraagd bij
de advertentieorderafdeling.
Tel 0118-484321
Auteursrechten voorbehouden
Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant BV is een onderdeel van hel Wegener-concern. De door u
aan ons verstrekte gegevens hebben wij opgenomen in een bestand dat wordt gebruikt voor onze
(abonnemenlen)administralie en om u te (laten) informeren over voor u relevante dienslen en pro
ducten van de titels en de werkmaatschappijen van Wegener of dooi ons zorgvuldig geselecteerde
derden Als u op deze informatie geen prijs steil dan kunt u dll schriftelijk melden bij: PZC, afdeling
lezersservice, Postbus 18,4380 AA Vlissingen.