Ongerept
landleven
Bloed moest de goden gunstig stemmen
Singer Museum
toont kolonies
Ilja Repin is
onverwacht
kassucces
Mexico in
Amsterdam
Nooit eerder wisten zoveel
mensen in zo'n korte tijd de
weg naar het Groninger Muse
um te vinden. En bijna allemaal
kwamen ze voor de schilderijen
van een Rus, waar tot voor kort
bijna niemand de naam van
kende. Wat verklaart toch dit
onverwachte succes van Ilja Re
pin?
Ongeveer 125.000 kijkers heeft
Repin inmiddels naar het Gro
ninger Museum gelokt. Als het
tempo niet afvlakt, zouden dat
er in april wel eens bijna
175.000 kunnen worden. Een
absoluut record, zo blijkt uit
voorlopige cijfers van het muse
um. Afgezet tegen de landelijke
bezoekersaantallen is er moge
lijk zelfs sprake van de best be
zochte tentoonstelling deze
winter.
Of woordvoerder Carolien Bun-
nig van de Stichting Museum
Jaarkaart vóór Groningen wel
eens van de kunstschilder Ilja
Repin had gehoord? „Nou, toe
vallig wel", zegt ze met enige
schroom. „Mijn moeder werkt
ook in de kunstwereld en die
heeft mij wel eens op zijn be
staan gewezen. Maar dat neemt
niet weg, dat ik wel verrast ben
door de belangstelling. Want
wie had gedacht, dat er zoveel
mensen op z'n tentoonstelling af
zouden komen?"
Niemand, luidt daarop het ant
woord. „Als mij deze tentoon
stelling twee jaar geleden was
aangeboden, had ik 'm gewei
gerd", reageert directeur Wim
Pijbes van de Kunsthal in Rot
terdam. „Ik gun Groningen het
succes van harte, laat dat duide
lijk zijn. Maar zelf had ik deze
belangstelling niet ingeschat.
En dat heeft niets te maken met
een denkfout. Repin is een on
verwachte hit."
Tot op bepaalde hoogte kan het
succes wel verklaard worden.
Pom Verhoef van het Maurits-
huis in Den Haag, dat afgelopen
maanden 120.000 bezoekers
trok met 'Hollandse Winter
landschap': „Net als onze ten
toonstelling roept Repin bij een
groot publiek gevoelens van
nostalgie op", weet Verhoef.
„Hij schildert het Rusland, zo
als dat in de hoofden van veel
mensen heeft bestaan. Bij de
winterlandschappen van vroe
ger is dat netzo."
Minstens zo belangrijk is de pre
sentatie van de tentoonstelling:
de publiciteit vooraf, de uitge
breide aandacht op de nationale
radio en televisie, lovende arti
kelen in dag- en weekbladen.
Bunnig van de Museum Jaar
kaart: „Dat Henk van Os (oud
directeur van het Rijksmuseum)
zijn stempel op de tentoonstel
ling heeft gedrukt, is heel goed
geweest. En zo'n slogan als 'de
Rembrandt van Rusland' heeft
ook geen kwaad gedaan."
Piet de Jonge, hoofd collectie
van het Kröller Möller Museum
in Otterlo: „Die bijnaam heeft
Repin al veel langer, die is niet
speciaal voor Groningen be
dacht. Vijfentwintig jaar gele
den had hij nooit zoveel bezoe
kers getrokken, maar nu is de
tijd er blijkbaar rijp voor. Bij
ons had dit niet gekund. Een
tentoonstelling moet wel een re
latie hebben met de eigen col
lectie. Overigens zou ik in het
geval van Repin liever spreken
van 'de Rien Poortvliet van Rus
land'."
Veel media-aandacht, een
mooie slogan én een zegen van
Van Os vormen echter geen een
garantie voor succes. Verhoef:
„Je kunt dit niet herhalen door
een volgende keer 'de Rem
brandt van Zweden' in huis te
halen. Dat zou wel heel melig
zijn. Als het publiek niet wordt
verrast, blijft het weg." 1
Joep van Ruiten
aul Gauguin, Max Pechstein, Alexej von
Jawlensky, Gustave De Smet en Camille Corot zijn
kunstenaars die hun stempel hebben gedrukt op de
kunstgeschiedenis. Tussen 1840 en 1920 waren zij werkzaam
in kleine, afgelegen dorpjes die uitgroeiden tot
kunstenaarskolonies. Barbizon, Ascona, Domburg, Laren,
I Bergen, Pont-Aven en Worspswede waren dergelijke
kunstenaarsplaatsen. Het Singer Museum in Laren is het
eerste museum in ons land dat nu aan dit Europese fenomeen
op uitgebreide schaal aandacht besteedt.
donderdag 14 maart 2002
1893 schilderde. Hij verbeeldde
zijn vrouw Marie en Anna An-
cher in elegante japonnen, wan
delend op het strand. Het im
pressionistische doek van het
bijna lege strandmet het bijzon
dere blauwe noordelijke licht is
een werk dat de bezoeker bij
blijft.
Dat geldt ook voor het doek van
Michel Ancher, die een totaal
andere stijl aanhing als zijn
vriend Peder Severin Kryer, na
melijk het realisme. Hij schil
derde een prachtig figuurstuk
van vissers die hun netten op het
strand van Skagen trekken. De
stoere vissers met kaplaarzen
aan - een enkeling is blootsvoets
- en zuidwester op, halen met
vereende krachten de netten op
het strand. De vissers zijn groot,
bijna heroïsch afgebeeld in een
fraai zonlicht.
Het absolute topstuk van de ex
positie is het doek van Paul
Gauguin, De hooibergen in Bre-
tagne, dat hij in 1890 in het Bre
tonse plaatsje Pont-Aven schil
derde. Op de valreep gaf de
National Gallery in Washington
toestemming om het schilderij
uit te lenen aan het Singer Mu
seum, Het schilderij is geschil
derd in de persoonlijke stijl van
het synthetisme. Samen met
Emile Bernard ontwikkelde
Gauguin deze decoratieve stijl
van afgebakende kleurvlakken
met sterk aangezette zwarte
contouren.
Wie door de zalen loopt zal ze
ker uitgebreid stilstaan bij de
werken van de kunstenaars Ot
to Modersohn en zijn wouw
Paula Modersohn-Becker die in
het Duitse Worpswede verble
ven Of het vrolij k gekleurde ex
pressionistische Teruggekeerde
schepen van Max Pechstein die
dit in Nidden aan de Oostzee
schilderde.
JanToorop: Dorpelwachters, 1901.
Het Franse Barbizon was het
eerste dorp dat uitgroeide tot
een kunstenaarskolonie. Schil
ders uit Parijs als Jean Millet en
Charles Jacque, ontvluchtten in
1849 de hoofdstad vanwege het
uitbreken van de cholera. Ze
reisden richting Fontainebleau
met als eindbestemming Barbi
zon, een gehucht waar houthak
kers en boerenarbeiders woon
den. De twee Parijse schilders
werden uitbundig onthaald in
de plaatselijke herberg, gedre
ven door Ganne, die vroeger
kleermaker was geweest. Père
Ganne zoals hij ook wel werd
genoemd, zorgde ervoor dat zijn
herberg uitgroeide tot een le
gendarische ontmoetingsplaats
voor schilders, schrijvers en
beeldhouwers.
Vernieuwers van de land
schapsschilderkunst als Camil
le Corot, Theodore Rousseau en
Constant Troyon ontwikkelden
in Barbizon het werken in de
buitenlucht, het zogenaamd
plein-air schilderen. Zij keer
den de strenge leer die werd ge
predikt op de kunstacademies
de rug toe. Niet alleen Franse
De tentoonstelling sluit af met
de kunstenaarskolonie Laren
waar de kunstenaars Anton
Mauve en Albert Neuhuys in de
sfeer van de Plaagse School
werkten. Brieven, historische
foto's en oude catalogi die her en
der in vitrines liggen, brengen
de sfeer van weleer weer even
terug.
Margriet van Seumeren
Expositie: Van Barbizon tot Laren.
Kunstenaarskolonies in Europa -
t/m 9 juni in het Singer Museum te
Laren op di t/m zo van 11-17 uur.
Max Pechstein: Teruggekeerde schepen, 1919.
Paul Gauguin: Hooibergen in Bretagne, 1893.
maar ook buitenlandse kunste
naars bezochten Barbizon. Van
uit ons land verbleven Willem
Roelofs, Jozef Israëls, Jacob
Maris, J.H. Weissenbruch en
wat later in 18.83 ook Vincent
van Gogh in het Franse dorp
je-
In navolging van Barbizon ont
stonden ook op andere plaatsen
kunstenaarskolonies. In het
Belgische Tervuren was het de
schilder Hippolyte Boulenger
die schilders om zich heen ver
zamelde. In ons land werd het
plaatsje aan de Veluwezoom,
Oosterbeek, uitverkoren. Cen
trale figuur was de oudere schil
der J.W. Bilders. Samen met zijn
zoon Gerard, Anton Mauve en
Willem Maris trokken zij er met
hun schildersezel en schetsboek
op uit om het landschap vast te
leggen.
In het Singer Museum zijn ruim
honderd werken bijeenge
bracht, gerangschikt per kun
stenaarskolonie. Het ene na
het andere kunstenaarsdorp
passeert de revue. Beginnend
met de oudste kunstenaarsko
lonie, Barbizon, en eindigend
met Laren. De bezoeker krijgt
een keur aan kunstenaars en
schilderstijlen voorgeschoteld.
Er bevinden zich namen bij
die bij ons vrij onbekend zijn.
Dit geldt zowel voor de schil
ders als voor de kunstenaarsko
lonies.
Een openbaring is het Deense
plaatsje Skagen, gelegen op het
uiterste noordelijke puntje van
Denemarken, waar de Noordzee
en de Baltische Zee elkaar krui
sen. In de jaren tachtig van de
negentiende eeuw groeide dit
idyllische kustplaats je uit tot
een echte schilderskolonie. Het
kunstenaarsleven speelde zich
af rond twee echtparen, Michael
en Anna Ancher en Peder Seve
rin Kryer en zijn vrouw Marie.
Zij organiseerden feesten en no
digden schildersvrienden bij
hen uit.
Verschillende werken getuigen
van deze feestelijke bijeenkom
sten. Een werk dat er echt uit
springt is het grote, bekende
strandstuk van Peder Severin
Kryer, Zomeravond op het zui-
derstrand bij Skagen, dat hij in
Het is zomer 1889. Eenmaal
boven op een heuvel aange-
komen ontdekten de twee schil-
j ders voor zich het dorp Ahrens-
hoopAdemloos bekeken Paul
Müller-Kaempff en Oskar Fren-
zel het uitzicht op het Duitse
j dorp aan de Oostzee waarvan ze
I het bestaan niet kenden. '...Een
beeld van vredigheid en een
zaamheid. Er was geen mens te
l bekennen. De rieten daken,
grijs van ouderdom, de grijzige
weiden en duinen gaven het hele
beeld een zweem van ernst en
volkomen ongereptheid', zo
herinnerde Müller-Kaempff
1 Ahrenshoopzich.
Dit was het waar de kunste
naars uit de negentiende en be
gin twintigste eeuw naar op
zoek waren. Ze waren het druk
ke leven in de stad moe en zoch
ten schilderachtige plekjes. Zij
vonden die op het platteland,
vaak in geïsoleerd gelegen dor
pen. Ze lieten zich inspireren
door de plaatselijke bevolking
die vaak nog in klederdracht
liep, veelal boeren en vissers.
Bovendien zorgde het ongerepte
landschap voor veel motieven.
De priesters hadden het al voorspeld: in
het jaar 13-konijn zou de goddelijke
Quetzalcóatl in Mexico verschijnen. De Az-
tekenkoning Moctezuma II onthaalde de
-bebaarde gast met zijn vreemde lichte
huidskleur dan ook met gepaste eerbied en
kostbare geschenken. Deze god was de
krijgshaftige Spaanse officier Hernan Cor
tes, de christelijke jaartelling schreef 1519.
Twee j aar later kwam in de rokende puinho
pen van de stad Tenochtitlan een einde aan
de rijke Azteken cultuur. Voor de expositie
Mexico, een goddelijke reis in de Nieuwe
Kerk is gekozen voor een thematische pre
sentatie. Dat is jammer: het vele moois uit
de Azteken-cultuur zweeft zo stilistisch
tijdloos tussen 275 topstukken uit duizend
jaar pre-Colombiaanse beschavingen.
Vergelijkenderwijs: stel voor Mexico een
soortgelijke expositie samen onder de titel
'Europa, een christelijke reis' en bal tien
eeuwen samen in de thema's 'Leven op aar
de', 'Hemel' en 'Hel'. Selecteer op het hele
continent spectaculaire religieuze schilde
rijen, beelden en relieken en laat de Mexica
nen vooral flink huiveren over heksen- en
ketterverbrandingen, bloederige kruis
tochten en verwoestende godsdienstoorlo
gen. Maar beklijft zo'n niet-chronologische
kennisoverdracht wel? De rijkdom van de
Europese cultuur zou in elk geval maar ten
dele recht worden gedaan, een conclusie die
ondanks de verzamelde pracht en praal en
vele jaren voorbereiding helaas ook voor
deze Mexico-expositie moet worden ge
trokken. Wie na de rondgang door de Nieu
we Kerk meer wil weten moet voor 25 euro
de catalogus aanschaffen, omdat het bege
leidende magazine voor vijf euro inhoude-
1 ij k ook niet meer dan een vogelvlucht biedt.
Met uitzondering van het noordelijke,
woestijnachtige gebied van het huidige
Mexico, moeten de pre-Colombiaanse be
schavingen worden gesitueerd in het Meso-
Amerikaanse cultuurgebied dat zich ruw
weg tot het huidige Nicaragua of zelfs Costa
Rica uitstrekte, aldus Ted Leyenaar in zijn
voorbeeldige introductie in de catalogus,
De
geschiedenis van dit immense gebied is glo
baal onderverdeeld in een pre-klassieke pe
riode (1500 tot 200 v. Chr.), een klassieke
(200 v. Chr. tot 900 na Chr.) en post-klassieke
periode die van 900 tot 1521 duurde. De
belangrijkste culturen waren achtereen
volgens en/of tegelijkertijd die van de Ol
meken, Zapoteken, van de stadstaat Teoti-
huacan, Totonaken, Maya's, Tolteken, Mix
teken en tot slot de Azteken.
De expositie brengt kunstvoorwerpen uit al
deze culturen zonder een afdoende stilis
tisch verband aan te geven samen in de on
derdelen 'Het Leven op aarde', 'De Goden
wereld' en 'De Onderwereld'. Deze keus
doet geen recht 'aan de erkenning voor de
grote rijkdom en variëteit aan kunstuitin
gen die kenmerkend zijn voor de verschil
lende Meso-Amerikaanse culturen' (een ci
taat uit de catalogus van gastconservator
Felipe Solis), maar biedt de bezoeker wel
een rode draad: alle pre-Colombiaanse be
schavingen vereerden een uitgebreid pan
theon aan goden. Volgens mythologische
verhalen hadden deze goden zichzelf geof
ferd om het univex'sum in stand te houden en
het sprak dan ook vanzelf dat aardse sterve
lingen niet achter konden blijven. Priesters
die in trance waren gebracht door halluci-
nogene middelen verrichtten gruwelijke
mensenoffers omdat bloed nu eenmaal het
kostbaarste was dat aardse stervelingen de
goden konden schenken. Dat zou hen vast
gunstig stemmen. Deze gewoonte bood de
tentoonstellingsmakers veel mogelijkhe
den 'griezelige' voorwerpen te selecteren.
Zo toont een drievoet van terracotta uit
Teotihuacón, gemaakt tussen 300 en 650, de
afbeelding van een priester met een men
senhart op zijn hoog opgeheven mes. De
vruchtbaarheid brengende voorjaarsgod
Xipe Totec uit de Azteekse tijd (1428-1521)
is in terracotta present in de met
vetbolletjes bedekte binnenstebuiten ge
keerde huid van een geofferde, in de buurt
liggen vuurstenen offermessen uit diezelfde
Azteekse cultuur. Met massale slachtingen
onder de overwonnen volkeren zorgen de
Azteken voor het huiveringwekkende
hoogtepunt aan mensenoffers op deze ex
positie: ze sneden kloppende harten uit nog
levende slachtoffers, zodat het bloed 'als ri
vieren over de trappen van de heiligdom
men stroomde'.
Binnen de offic'ële rituelen van de pre-Co
lombiaanse culturen nam daarnaast het
balspel een speciale plaats in: het diende als
eerbetoon aan de beweging van de zon en
daarmee de eeuwige cyclus van leven en
dood. Op de expositie is onder meer een ste
nen gordelbescherming voor een balspeler
uit de Totonaken-cultuur (600-900) te zien.
Als deze is gedragen door de leider van de
verliezende ploeg is het slecht met hem af
gelopen: hij werd onthoofd zodat zijn bloed
kon dienen als plengoffer aan de vrucht
baarheidsgoden.
Deze Mexico-expositie biedt ook veel moois
met een geruststellender achtergrond. Van
maskers tot vaatwerk bereikte de pre-Co
lombiaanse kunst een hoogstaande verfij
ning en expressiviteit die nog steeds bewon
dering afdwingt. Een kolossaal hoofd van
een heerser uit de Olmeken-cultuur heet de
bezoekers welkom: dat is een eerbetoon aan
de 'moeder' van alle oude culturen uit Meso-
Amerika die door de Spanjaarden in hun
veroveringszucht voorgoed om zeep werden
geholpen.. Uit naam van het christendom
vloeide het bloed daarbij overigens net zo
rijkelijk als tijdens de Azteekse mensenof
fers waarover de Spanjaarden zich zo heilig
verontwaardigd toonden.
Frangoise Ledeboer
Expositie: Mexico, een goddelijke reis - Nieuwe
Kerk Amsterdam, t/m 30 juni. Geopend dagelijks
van 10.00 tot 18.00 uur en op donderdagavond tot
22.00 uur. De Nieuwe Kerk is gesloten van 29 april
tot en met 7 mei.