Je moe nie poetsn mao Zêêuws luln Platbodem straalt rust uit Ongeschild is een appel op z'n best ONDERWEG fa in d'n böögerd woensdag 13 maart 2002 MHH illustratie Adri Karman Aan de rand van Steen bergen ligt de trots van de Vlaamse stichting Tole rant, de blazerhengst D'n Bruinen. Voorzitter Franke Lok is met twee vrijwilligers bezig het oude vissersschip te verhalen. De zwaarden moeten eraf om een informa tiestand in te richten op een grote botenbeurs in Gent. Om meer Vlamingen in ver leiding te brengen, want, vindt Lok, 'er is geen mooier schip dan een hengst'. Franke Lok straalt vooral rust uit. Hij heeft zich ook iets op de nek gehaald dat veel tijd en geduld vergt. Zijn stich ting Tolerant heeft twee heng sten onder haar hoede, de bla zerhengst D'n Bruinen en de 'gewone' hengst Pegasus. Alle bei zijn ze aan een tijdrovende én kostbare opknapbeurt toe. In zijn j onge j aren heeft Lok veel gezeild op' het Veerse Meer. Hij komt van Walcheren en woont nu in het Vlaamse Brecht. Van een hengst had hij nooit ge hoord. Tot hij een advertentie zag: 'Mosselhéngst te koop'. „Ik ben gaan kijken in Antwerpen. Ik was verkocht. Hij lag er zo mooi breed bij." Lok kocht het schip midden jaren zeventig, een stalen replica van een hou ten hengst, genaamd Tolerant. De KNNV Walcheren en het Zeeuws Biologisch Museum in Oostkapelle houden zaterdag eenpaddenoverzetactie. Onder de noemer Op Paddenpad wor den vanaf 10.00 uur padden ge holpen bij het oversteken. Maximaal vijftien personen kunnen hieraan deelnemen. Verzamelen bij het museum. Aanmelden via 0118-582620. De boswachter van Staatsbos beheer leidt zondag wandelaars rond in de Manteling van Wal cheren. Hij vertelt over de plan- ten-en dierenwereld en de historie van dit bijzondere na tuurgebied met de buitenplaat sen Westhove en Berkenbosch. De excursie begint om 14.00 uur bij het Zeeuws Biologisch Mu seum in Oosttkapelle. Aanmel den via 0118-582620. In 1999 - met de aankoop van D'n Bruinen - richtte hij de ge lijknamige stichting op, tot be houd van 'authentieke Vlaamse schepen en haveninstallaties'. De Tolerant is 's winters ook in Steenbergen, als aanlegplaats voor vrijwilligers. Zo'n twintig vrijwilligers heeft de stichting, op ruim honderdvijftig dona teurs. Zij hebben allemaal iets met water, ook de twee mannen die Lok zaterdag helpen met het verwijderen van de zwaarden van D'n Bruinen. De ene heeft als scheepstimmerman gewerkt in Terneuzen, de ander werkt bij de PSD, op een veer op de Wes- terschelde. In de loop van de dag komt nog een landmacht-militair buur ten. Hij heeft het over 'platbo dem-volk'. Hengsten, hoogaar zen, de meeste oude Zeeuwse vissersschepen, zijn platbo dems. Dat was handig, om in on diep water te varen, op zandpla ten te liggen en omdat veel havens bij laag water droogvie len. „Platbodem-volk is," be weert de militair, „gemoedelij ker dan die mensen van scherpe plastic jachten. Logisch ook, oude platbodems hebben iets rustgevends, iets klassieks." De zwaarden van D'n Bruinen liggen op de kant. Twee lange stukken hout, die aardig rot zijn. Stichting Tolerant krijgt 'nieuwe' zwaarden van het hoogaarsjacht Jetty, dat in be heer is bij stichting Behoud Hoogaars, de Zeeuwse tegen hanger. Ze bijten elkaar niet. Tolerant richt zich vooral op Vlaanderen en hengsten, Be houd Hoogaars op Zeeland en hoogaarzen. Samen organise ren ze zeiltochten voor onder meer bedrijven. D 'n Bruinen mag, na het verwij deren van de zwaarden, het wa ter proeven op het havenkanaal van Steenbergen. „Schepen moeten niet stilliggen," zegt Lok, „zeker houten schepen niet, want dan is het snel ge beurd." Met D'n Bruinen was het bijna zover. Het Antwerps Scheepvaartmuseum wilde het schip in 1992 overnemen van de toenmalige eigenaar uit Enk huizen en op de kant zetten, maar er was geen geld. D 'n Brui nen lag al in het ha ventje van het Zeeuws-Vlaamse Paal. Scheepsliefhebber Jos Broeck- aert uit Hengstdijk heeft het schip daar gekocht en in 1999 doorverkocht aan Tolerant. „Want als particulier red je zo iets niet", zeggen Broeckaert en Lok onafhankelijk van elkaar. „Je moet een groep mensen heb ben die mee willen helpen. Dat kan via een stichting." Op het oog ziet D'n Bruinen er goed uit. Na de aankoop in 1999 is het schip ruim een maand in dok geweest bij scheepswerf Reimerswaal in Hansweert. Het onderschip is geknipt en ge schoren, en de meest noodzake lijke reparaties zijn uitgevoerd. „Maar," vertelt Lok, „D'n Brui nen ziet er beter uit dan die is. Het schip heeft veel verborgen gebreken. We varen er niet mee bij veel wind, en alleen op het Veerse Meer of de Oosterschel- de." Ter illustratie pakt hij een stuk hout. „Dat was één van de bolders. Niks aan te zien, toch? Tot we een keer wilden afmeren en dit ding gewoon afbrak. Zo is er nog veel meer aan de hand. Wat wil je ook, D 'n Bruinen is ruim een eeuw oud. Het exacte bouwjaar is onbekend. Van de werf waar het schip is gemaakt, Moed en Trouw van Verras in Paal, is de administratie bij de watersnood van 1953 verloren gegaan. Uit een notitieboekje uit 1924, van Piet Verras, zou blijken dat de blazerhengst in 1880 is gebouwd. Zekerheid daarover heeft Lok nog niet. D'n Bruinen is gebouwd voor de zee visserij, vanuit Zeebrugge. Vlaamse Scheldevissers die veel met hengsten voeren, trokken naar de kust, omdat de vangsten op de Schelde en Westerschelde terugvielen. Om de zware zee gang te kunnen weerstaan, is D'n Bruinen uitgevoerd met de stevigere kop van een blazer; een zeewaardig vissersschip van Texel, Terschelling en de Friese kust. Waar D'n Bruinen allemaal is geweest, valt nauwelijks te ach terhalen. Het schip heeft ook vanuit Yerseke gevist. En is in de jaren zestig op de Vinkeveense plassen herontdekt door één van de 'grote mannen' achter de bruine IJsselmeer-vloot, Frans Eisenloeffel. Het schip was in gebruik als vakantiewoning. Eisenloeffel heeft D'n Bruinen teruggebracht in het circuit van authentieke vissersvaartuigen. Het verhaal achter de andere aanwinst van stichting Tole rant, de Pegasus, is net zo di vers. Gebouwd bij Verras, rond 1900, heeft de Pegasus eerst als 'visserman' gevaren. Om later als Antwerps zeiljacht - waar schijnlijk met de naam Pax - deel te nemen aan wedstrijden op de Schelde met (jacht)hoog- aarzen. In 1980 vond de Kat wij- ker Cor Drijver, van origine een visser, het schip in een gracht in Leiden. De Pegasus was deels uitgebrand. Drijver heeft zijn ziel en zaligheid in de oude hengst gelegd. Vanwege zijn leeftijd - Drijver is in de zeven tig - wilde hij van het schip af. Stichting Tolerant leek hem de beste bestemming. Vorig jaar is de Pegasus opge haald uit Katwijk en naar Steenbergen gebracht, want daar mag de Tolerant-vloot gra tis liggen van havenmeester én liefhebber Tom Vermeulen. Veel plezier lijkt er aan de Pegasus niet meer te belevenIn het ruim staat water. De scheepshuid is papperig. „En toch," verklaart Lok, „is de Pegasus er beter aan toe dan D'n Bruinen. Cor Drij ver heeft alle spanten vervan gen." Lang zal de Pegasus niet meer in Steenbergen blijven. Het schip gaat na Pasen naar Baasrode, een dorp aan de Schelde, waar het wordt gerestaureerd. In Baasrode is een scheepvaart museum. Om de Pegasus op te knappen, kan gebruik worden gemaakt van een oude scheeps werf. Twintig jaar is dat bedrijf verzegeld geweest. Sinds kort is het een beschermd monument. Lok: „Het heeft van die oude droogdokjes en de machines uit de tijd van de sluiting staan er nog." Sponsors Zeker twee jaar denkt stichting Tolerant nodig te hebben voor de Pegasus. D'n Bruinen is daarna aan de beurt. Alleen het opknappen van de Pegasus komt al op 200.000 euro. Stich ting Tolerant moet het tot nu toe vooral van sponsors hebben, waaronder Lok's eigen reisbu reau Ever Travel en de scheeps werven Moed en Trouw (Wals oorden) en Reimerswaal. „Maar," prijst Lok zich geluk kig, „ook in Vlaanderen neemt voorzichtig de belangstelling voor het maritieme erfgoed toe, zowel in Baasrode, van origine een dorp van palingvissers, als bij de provincie Oost-Vlaande- ren." De herleving in Vlaanderen komt, net als in Zeeland met Be houd Hoogaars, precies op tijd. De cijfers spreken voor zich: Van de honderden hengsten die ooit zijn gebouwd, zijn er nog geen tien over. Twee staan er op de kant, onder meer in het vroegere mosseldorp Boekhoute, bij Philippine, en zes stuks kunnen nog varen. D 'n Bruinen is de enige nog varende blazerhengst, maar daar zijn er ook maar een paar van gemaakt. „Onze twee schepen," zegt Lok, „zijn in principe van iedereen, ze behoren tot ons cultureel erf goed." Harmen van der Werf Praten met Kees Fraanje uit Vogelwaarde, is praten over het supplement op het Zeeuws Woordenboek. Dit woorden boek verscheen in 1964 en in middels zijn er liefst zo'n tien duizend exemplaren van verkocht. Dat komt niet alleen vanwege de woorden en uit drukkingen die erin staan, maar ook vanwege de prachtige illu straties van de overleden teke naar Jacques Prince en de uitge breide informatie over Zeeuwse folklore. In heel de provincie en op Goe- ree-Overflakkee zijn er werk groepen bezig met nieuwe woorden te zoeken die straks in het supplement opgenomen zul len worden. Niet alleen woor den, maar ook uitdrukkingen en spreekwoorden. Fraanje ont vangt van deze werkgroepen de nieuwe woorden en verwerkt die in de tekst van het supple ment. Hoe groot de omvang zal zijn van het nieuwe deel? „Ik dienkn dat er in 't supplement ongeveer 4000 nieuwe dialectwoorden zuln staon", vertelt Fraanje. „De rest van de woordn komn oek a in 't Zêêuws Woordenboek voo, maor 'èn in 't supplemènt een andere of onvullende beté kenis gekreegn. Oek is t 'r in vee gevallen spraoke van uutbrei- dieng van vindplaotsn. Veder zuln d 'r oek nog a wa nieuwe woordn in vookomn uut 't Land van Kezand. Die komn allemao uut een vergeetn kaortebak die nog èrges rondsliengerde en die nie in 't Zêêuwse woordenboek was opgenoomn." Er wordt al lang gewerkt aan het supplement. Vóór Fraanje werkten nog twee mensen enke le jaren aan het boekwerk. Fraanje zelf is nu ongeveer twee jaar bezig. Niet dat hij er hele dagen mee bezig is, maar toch. De redactie voeren over een woordenboek is zeer tijdrovend en zeer intensief werk. Gelukkig weet Fraanje een he leboel van de Zeeuwse dialecten af. Zijn vader groeide op in Le- wedorp op Zuid-Beveland en zijn moeder in Axel. Daar is hij ook geboren, net als zijn vrouw. Alle twee netjes opgevoed in het dialect van het Land van Axel. Na hun huwelijk vertrokken ze naar Holland en daar werden de kinderen geboren, die natuur lijk op z'n 'Ollands binn'n opge voed'. Misschien was het daar door, dat hij wat goed te maken had met het Zeeuws en dat hij zich spontaan aanbood destijds om het supplement te redigeren. Hij heeft er in elk geval geen spijt van. Regelmatig trekt hij de regio's in om de besprekingen bij te wonen: ,,'k 'Èn we vreêd vee leute g'ad an de bieeên- komstn van de correctiegroepn. Van Zierikzeê, via Kruniengn en 's-Eêrenoek tot Biervliet toe, 'èn 'k overal Zeêuwn angetroff'n, in de leef tied van 30 tot 80 jaor, die a vol overgaove udder biedrao- ge leevern an de toetsieng van de nieuwe dialect woordn." Hoe de definitieve versie er zal uitzien is nog niet duidelijk, maar wel staat vast, dat de uit voering in het verlengde van het bekende woordenboek zal lig gen. Dus met veel informatie over allerlei Zeeuwse onder werpen, met achtergrondinfor matie en aandacht voor het folkloristische uit de provincie. Dat is zeker nodig, want na 19 64 is er een heleboel veranderd. De weerslag daarvan moet ook in het supplement terug te vinden zijn. Over de illustraties zijn in de bespreking die vorige maand in Middelburg plaatsvond tus sen de Stichting De Zeêuwse Taele, het bestuur van de Zeeuwse Dialectvereniging en de medewerkers in de provincie, nog geen duidelijk afspraken gemaakt, maar wel werd er ge dacht diverse tekenaars te be naderen. Ook is in die vergade ring afgesproken, dat deze zomer al het dialectmateriaal binnen moet zijn en dat de pre sentatie van het manuscript op de Dialectdag in oktober plaats zal vinden. CD-rom De mogelijkheden voor een in gang op het supplement via Ne derlandse trefwoorden zal nog onderzocht worden. Het Zeeuws Woordenboek kent zo'n ingang niet, waardoor het voor niet dialectsprekers bijna on mogelijk is een woord op te zoe ken. Gelukkig heeft het Zeeuws Woordenboek, dat in 1999 op CD-rom verscheen, later wel een Nederlandse ingang gekre gen en het lijkt dan ook voor de hand te liggen dat het supple ment ook via een Nederlandsta lig register bereikbaar wordt. Net als op de genoemde CD- rom, zal het supplement ook een schat van informatie over de di verse Zeeuwse dialecten geven. In talrijke voorbeeldzinnen moet het typische van de dialec ten naar voren komen. In de cor- rectiegroepen is men daar zeer op gespitst. Een aantal vooral Walcherse en Bevelandse dorpen is in het oor spronkelijke Zeeuws Woorden boek wat oververtegenwoor digd. Dat komt omdat de samenstelster, dr. Ghijsen, in Domburg woonde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat uit die gebieden de minste aanvul lingen komen. Uit Schouwen- Duiveland, Goeree-Overflak- kee en Zeeuws-Vlaanderen ko men er een heleboel nieuwe woorden die vroeger gewoon niet zijn doorgegeven. Het was ook niet verwonderlijk dat in 1965, een jaarna het ver schijnen van het Zeeuws Woor denboek in westelijk Zeeuws- Vlaanderen een werkgroep bij eenkwam, die begon met het verzamelen van ontbrekende woorden. Deze zijn kort daarop gepubliceerd en worden dus nu ook opgenomen in het supple ment. Verdêêld We kunnen er bijna niet om heen. De erkenning van het Zeeuws. Fraanje heeft er ge mengde gevoelens bij: „Ik bin daor 'n bitje verdêêld over. Want eigenlik bestaot 'r nie zoiets as dé Zeêuwse taol. Ons Zêêuws dialect is een verzaomelieng van een 'êlen 'oóp sub-dialectjes. Erkennieng daovan onder de verzaomelnaam Zêêuws vin 'k best goed. En a ta oek nog een sleutel levert voo 't openn van wa subsidie-deurn, dan is da toch maor even moöi meege- noomn. Da leste is volgens mien oek de driefveere van 't provin ciebestuur. Wan zeg noe zelf: 'oe meêr a t'r an ons dialect meebe- taoln, 'oebeter a 't is." Als niemand anders kan Kees Fraanje beamen dat het dialect onder sterke druk staat. Niet al leen bij Zeeuwse gezinnen die buiten Zeeland hun kinderen opvoeden, maar ook in Zeeland zelf. Fraanje: „Om 't zelf echt in stand te kunn 'ouwn, zunn me 't gewoon moetn gebruukn in 't maotschappelijk verkeêr; ielke Zeêuw weet toch ommerst wan néér a 't gepast is om wè of geên Zêêuws te praotn?" En Fraanje verduidelijkt deze mening met een vergelijking met Rotterdam, een stad waar hij een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht. Daar zou den ze zeggen: Je moe nie lulle maarpoetse. Rotterdam is er groot mee geworre. Deze spreuk kan natuurlijk ook voor het Zeeuws gebruikt worden, maar dan wel aangepast: Je moe nie poetsn, mao Zêêuws luln. Rinus Willemsen Agenda Zondag 17 maart vindt in 't Kerkje van Ellewoutsdijk weer een oecumenische bijeen komst in het Zeeuws plaats. De overdenking wordt verzorgd door de heer Harm ten Klooster. Het thema is 'Aolles mie maete'. Muzikale medewerking verle nen: Eline Dekker, Ketie Faese- ler en Margriet van de Plasse. De bijeenkomst begint om 14.30 Kees Fraanje werkt aan het supplement op het Zeeuws Woordenboek. ,,'Oe meêr a t'r an ons dialect meebetaoln, 'oe beter a 't is." foto Charles Strijd Riek (55) en Adri (59) Hoogstrate telen op tien hectare bij Kloetinge, in een maatschap met doch ter Arianne (31), appels, peren en pruimen. In het dorp verkopen ze de eigen producten plus groenten vanuit de schuur van hun boerderij aan de Zomer- weg. Elke week klappen ze uit de boomgaard. An apple a day keeps the doc tor away. Dat Engelse ge zegde gaat volgens Adri nog wel degelijk op. Hij heeft zich nogal geërgerd aan de negatieve be richten die de afgelopen tijd de media haalden. „Ze zitten ons een beetje zwart te maken. Het doet je pijn als kweker wanneer mensen zeggen dat appels slecht zijn voor je tanden." Volgens Adri is het hoog tijd voor een beetje tegengas. De ap pel is volgens hem een vitamine- rijk en caloriearm voedsel. Riek springt hem bij: „Er zijn veel zoete dingen die slechter zijn dan appels." Adri herinnert aan de stof flavonoïde die in veel ap pels zit. Volgens hem heeft dat een remmende werking op kan kers, verbetert het de loopfunc tie en is het ook goed voor de luchtwegen. „Dat is al jaren be kend", zegt Adri. „Een Egypte naar is er zelfs op gepromo veerd." Overigens zitten de flavonoïden vooral dicht onder de schil, dus ongeschild is de appel op zijn best. „Die schil is bovendien goed voor de werking van de darmen", weet dochter Arianne daar nog aan toe te voegen. Adri hoort de laatste tijd nogal eens mensen praten over het kleine vetlaagje dat zich op de appels bevindt, maar volgens hem is dat de normaalste zaak van de wereld. „Ze denken dat we ge spoten hebben, maar het is ge woon een waslaagje", zegt Adri. „Ik hoorde pas geleden dat ie mand er met water en Dreft op was geweest. Dat is niet nodig hoor. Even onder de kraan hou den en de rest kan mee naar bin nen!" Groene vingers Ondertussen constateert Adri dat de natuur aan het ontwaken is en dat het bij veel mensen met groene vingers weer begint te kriebelen. Tegelijkertijd ontwa ken ook de insecten. Een kleine greep uit de diertjes die Adri de afgelopen dagen is tegengeko men: spinnetjes, de rode flu weelmij t, de perenknopkever en de groene rups van de agaath- vlinder. Over een tijdje gaat Adri met het zogeheten klopnet de boom gaard in om te bekijken hoeveel insecten er zijn. „Het is een soort schepnet", legt hij uit. „Een la ken of een zeiltje met daaronder een bloempot." Door met een stok op een tak te tikken en te bekijken hoeveel diertjes in die pot vallen, kan worden bepaald of ingrijpen noodzakelijk is." Volgens Adri is dat bijna elk jaar het geval. „Als je vroeg begint met bestrijden, ben je er voor het hele jaar vanaf." Er wordt ge werkt met een zeer effectief middeltje dat alleen de rupsjes dood maakt. „De vogels die de rupsen eten, merken er niets van", aldus de teler. „Het is na tuurlijk niet de bedoeling dat de koolmeesjes straks dood uit de bomen vallen." Ook dochter Arianne zit momenteel midden in de insecten. Niet in de boom gaard, maar,op school. „We zijn bezig met het herkennen van al lerlei insecten in verschillende stadia." Volgens haar is de prak tijk nog altijd de beste leer school. „Als je in de boomgaard een insect ziet, is het veel beter te onthouden dan uit een boek." De bouw van Ariannes nieuwe bedrijfswoning en schuur vor dert ondertussen gestaag. „Vo rige week hebben we het hoog ste punt van de schuur bereikt", vertelt Adri. „De vlag is op het dak gezet." Zijn kleindochter Leonie vertelt ondertussen trots dat ze het dak helemaal is opgeklommen. Dat heeft Adri zelf ook al vele malen gedaan. „Een prachtige plaats om foto's te maken", aldus de Kloetinger. Verder gaat alles z'n gangetje in de boomgaard. Na een bijzon der natte periode was het de af gelopen week weer wat droger en zodoende kan Adri het snoei- hout van de afgelopen maanden eindelijk wegwerken. „Het dik ke hout gaat eruit voor de open haard en de rest wordt versnip perd", legt de fruitteler uit. Daar komt nog een ander voor deel bij. Als Adri met zijn ver- snipperaar over het hout rijdt, worden tegelijkertijd ook de ve le molshopen geëgaliseerd. Rob Paardekam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 25