Natuur heeft er baat bij
Man met bolhoed zal dominee Van den Ende zijn
Onkruid doet het
altijd en overal
Milde ontpoldering
Nieuwe Raadkaart
woensdag 6 maart 2002
Rijkswaterstaat Zeeland
lanceerde in 1996 het
idee van ontpolderen: op een
gecontroleerde manier het
getij in bepaalde polders toe
laten. Zonder dat daarbij de
veiligheid in het geding
komt. Een storm van protest
ontstak. Op zee gewonnen
land teruggeven aan het getij
was voor veel Zeeuwen een
brug te ver. De plannen voor
ontpoldering, onderdeel van
natuurcompensatie langs de
Westerschelde, werden
schielijk terug genomen. In
het kader van het waterbe
leid voor de 21e eeuw is ont
poldering opnieuw op het to
neel verschenen. Nu wordt
gedacht aan het maken van
een verbinding tussen zee en
land door aanleg van dui
kers, sluizen of buizen. Er
ontstaat dan achter de wa
terkering een gedempt getij.
In Groningen is dat inmid
dels uitgevoerd: het project
B reeb a artp older.
Directeur Marten Hemminga
van stichting Het Zeeuwse
Landschap vindt dat er een
voorbeeldproject moet komen
van nieuwe, natte en zoute na
tuur die in directe verbinding
staat met de Westerschelde. Hij
ziet dat als de beste manier om
de bevolking te laten zien dat
natuur en landschap er zeer
door verrijkt worden, terwijl
aan de veiligheid niet getornd
wordt. Een milde vorm van ont
poldering dus. Hemminga's
suggestie is niet bij voorbaat
kansloos. Recent opinie-onder
zoek van de PZC toont aan dat
ontpoldering als onderdeel van
natuurontwikkeling op minder
tegenstand stuit dan enkele ja
ren geledenVoor 41 procent van
de bevolking is het acceptabel
en voor 42 procent niet-accep-
tabel (17 procent heeft geen me-
uilig).
Dat uitgerekend de voorman
van Het Zeeuwse Landschap
met zo'n voorstel komt, is niet
verwonderlijk. Door zuster-
stichting Het Groninger Land
schap is de daad bij het woord
gevoegd. Het is dat het nogal ver
van huis is, maar iedere geïnte
resseerde Zeeuw kan in het hoge
noorden met eigen ogen aan
schouwen hoe milde ontpolde
ring in de praktijk uitpakt. Aan
de rand van de Dollard, in de
buurt van Termunten, is de jon
ge Breebaartpolder teruggege
ven aan zee. Onder de stoere del-
tadijk is door het waterschap
Hunze en Aa's een duiker aan
gelegd, waardoor het Dollard-
water toegang heeft tot de
polder. De eerste keer dat in Ne
derland bewust een 'gat' ge
maakt is in de dijk.
Vispassage
De Breebaartpolder, die in 1979
ontstond door aanleg van een
nieuwe zeewering over de kwel
ders (in Zeeland slikken en
schorren), is maar klein: 63 hec
tare. Voor Het Groninger Land
schap groot genoeg om gestalte
te geven aan een belangrijke
doelstelling. Het verzachten
van de harde scheiding tussen
De Breebaartpolder in Groningen: aan de zee onttrokken gebied. luchtfoto Aerophoto Eelde
zoet- en zoutwatermilieu's door
de ontwikkeling van een brak
watergebied, met bijbehorende
vegetatie. Een gebied, dat weer
de functie moet krijgen van
broed-, foerageer- en overtij-
plaats voor wad- en trekvogels.
Ook de vissen hebben er baat
bijdoordat tussen de polder en
het achterliggende binnenwa
ter een vispassage is aangelegd.
Samen met de doorgang in de
zeedijk is daardoor de vistrek
van zout naar zoet en omge
keerd in ere hersteld.
Het landschap in en om de Bree
baartpolder heeft iets ver
trouwds. Het doet in veel op
zichten aan Zeeland denken,
met name aan het Prunjegebied
op Schouwen. Net zo'n stevige
deltadijk, met een voorland van
slikken en schorren. Aan de
landkant een oude wadgeul
(priel), pias-drasse natuur en
veel vogels.
Het nieuwe natuurgebied wordt
landinwaarts gemarkeerd door
een zomerdijk. Noord-Oost-
Groningen oogt wel grootscha
liger dan het beslotener Zeeuw
se coulissenlandschap. Vanaf de
Punt van Reide in westelijke
richting kijkend, doemen de
staketsels op van de industrie
bij Delfzijl, al ziet het minder
massaal uit dan in het Sloege-
bied en in de Kanaalzone van
Zeeuws-Vlaanderen. Een ge
bied waar de mens zich nietig
voelt.
De duiker in de zeedijk is in de
zomer van 1999, voor aanvang
van het stormseizoen, aange
legd. Er is nog niet meteen ge
bruik van gemaakt, vertelt Mi-
voor extra verzilting. In januari
2001 werd de verbinding open
gezet. „We hebben tot nu toe
geen negatieve reacties gehad",
zegt Van Roon.
Afgelopen september werd het
project officieel in gebruik ge
nomen. Toen waren ook ver
schillende recreatieve voorzie
ningen gereed, zoals een
wandelpad, informatieborden,
mogelijkheden voor vogelob
servatie en herinrichting van
chiel van Roon, medewerker
van Het Groninger Landschap.-
Dat is bewust gebeurd om eerst
de bestaande situatie in de pol
der goed in beeld te brengen,
met name ook de verziltingstoe-
stand. Van Roon beklemtoont
dat met de grondgebruikers in
de omgeving steeds nauw con
tact is onderhouden. Die maak
ten zich vooral bezorgd over de
verzilting. Na een jaar meten
bleek dat de duiker niet zorgde
boerderij Reidehoeve tot Dol
lard Bezoekerscentrum Reide
hoeve, met uitkijkpunt van
waaruit de hele polder te over
zien is. De eerste week kwamen
er ruim 7.700 bezoekers. „Dat is
zeker voor Groningse begrippen
erg veel", aldus Van Roon. „We
hadden zelfs filevorming in Ter-
munten. Hij is enthousiast over
de natuurontwikkeling die zich
in één jaar in de Breebaartpol
der voltrok. „Er hebben al 150
paar kluten gebroed, daarvoor
waren dat maar enkele paren.
Ook het aantal overtij ende vo
gels is veel hoger en continu
worden lepelaars waargeno
men. Het ontwikkelt zich heel
snel tot een waardevol vogelge-
bied."
Ook de vispassages werken bo
ven verwachting en brakwater-
minnende planten krijgen in het
gebied (dat door het getij ver
schil van circa vijftig centimeter
niet helemaal onder water
loopt) een kans. Michel van
Roon maakt met een voorbeeld
duidelijk dat de veiligheid
scherp in de gaten wordt gehou
den. Met Pinksteren vorig jaar
stak er een zware noordwester
storm op. Reden om de duiker
tijdig te sluiten. Het buitenwa
ter kreeg geen kcfns.
De situatie pakte nog voordelig
uit voor de vogels ook. Van
Roon: „In de polder zijn de
broedsels van de kluten en an
dere vogels bewaard gebleven.
Overal in het Waddengebied
zijn de broedsels buitendijks
door de storm verdwenen."
Rinus Antonisse
De meeste tuinliefhebbers
hebben een bloedhekel aan
vuulte. Ze zijn voortdurend in
touw om de tuin onkruidvrij te
houden. Een schier onmogelij ke
taak, want onkruid doet het al
tijd, op elke plek. Wie enkele
weken op vakantie is geweest en
daarna de tuin aanschouwt, ziet
meteen dat de natuur het heft in
handen heeft genomen. Voor de
cultuurplanten is dat doorgaans
wel zo plezierig, maar wat de
onkruiden betreft is het meestal
een ergernis.
In het boekje Kruid en Onkruid
wordt alles uit de doeken ge
daan over de manier waarop de
overlast door onkruiden (en
trouwens ook van sommige cul
tuurplanten als bijvoorbeeld
guldenroede en bamboe) binnen
de perken kan worden gehou
den. Dat kan op een milieu
vriendelijke manier. In de gids
worden vierenveertig veelvoor
komende onkruiden besproken
en dertig 'lastige' cultuurplan
ten. Ook staat er informatie in
over gereedschap en machines
voor het verwijderen van on
kruid.
Overigens hoeven onkruiden
lang niet altijd vanuit een nega
tieve invalshoek te worden be
naderd. Het hangt er maar van
af welke soort tuin iemand wil
hebben. Niet voor niets begin
nen de samenstellers van het
boekje met een gedicht dat Ida
Gerhardt schreef over onkruid,
met de veelzeggende titel Lof
van het onkruid. Slotzin van dit
gedicht luidt Het onkruid wint
het laatste gevecht en geeft aan
dat enig respect voor de overle
vingskracht van onkruid op zijn
plaats is. Het is goed te beden
ken dat onkruid niet alleen
maar vuulte is die uitgeroeid
moet worden, maar ook waarde
heeft als sierplant, als bodem
bedekker, medicinaal of in de
keuken.
Wat is eigenlijk onkruid? Vol
gens de samenstellers zijn het
simpelweg planten die ergens in
de tuin groeien waar ze niet ge
wenst zijn. Of een plant een on
kruid is of niet, hangt af van de
soort tuin. Voor de liefhebber
van een wilde siertuin zijn paar
se dovenetel en koekoeksbloem
wellicht sieraden. Maar iemand
die meer van een strakke tuin
houdt, ziet deze planten eerder
als onkruid dat verwijderd moet
worden. Uitgangspunt is, ook
voor een wat wildere tuin, in elk
geval goed onderhoud. Dit bete
kent: onkruid verwijderen, gras
maaien, struiken snoeien en
verhardingen schoonmaken.
Er is een hele filosofie op te han
gen over de redenen waarom een
tuinier bepaalde planten onge
wenst vindt. Dat heeft ook te
maken met persoonlijke smaak.
De een wil een net en strak ga
zon en verfoeit bijvoorbeeld
draadereprijs of mos tussen het
gras. De ander vindt deze plant
jes juist heel aardig. Duidelijke
redenen om onkruid te weren
zijn: ze maken dat de tuin er
slordig uitziet; grotere onkrui
den kunnen kleine vaste plan
ten of eenjarige perkplanten
overgroeien; ze remmen andere
planten in hun groei doordat ze
veel water, licht of voedsel weg
nemen; ze kunnen ziekten en
plagen bevorderen; een tuin die
overwoekerd is door onkruiden
heeft een tuinier niét meer in de
hand.
Niet al het onkruid hoeft weg,
stellen de samenstelers van de
gids. Want veel onkruiden kun
nen waardevol zijn. Zoals die
met veel nectar en honing. Ze
worden daarom graag bezocht
door hommels, zweefvliegen en
vlinders. Voorbeelden zijn ak
kerdistel, kruipende boter
bloem, madeliefje, paarse en
witte dovenetel. Ook doen on
kruiden dienst als waardplant;
ze dienen als voedsel voor de
rupsen of larven van vlinders of
andere insecten. Voorbeelden
zijn gewone hennepnetel, grote
brandnetel, smalle wegbree en
veldzuring. Een aantal onkrui
den heeft culinaire waarde: thee
zetten, soep maken of eten als
bladgroente. Voorbeelden zijn:
grote weegbree, grote en kleine
brandnetel, herderstasje, paar
debloem, speenkruid en zeven
blad. Dan zijn er onkruiden die
een medicinale werking hebben
en heilzaam werken bij wonden
of rust geven. Voorbeelden zijn:
echte kamille, hondsdraf,
kweek, madeliefje, perzikkruid.
Groeiwijze
De wijze waarop onkruiden het
beste aangepakt kunnen wor
den, hangt vooral af van de
groeiwijze. Wortelonkruiden
vragen bij verwijdering een an
dere aanpak dan zaadonkrui
den. Ook maakt het verschil of
een soort een pen wortel heeft, of
ondergrondse of bovengrondse
uitlopers maakt. Wortelonkrui
den met een diepe penwortel
zijn akker(melk)distel, klein
hoefblad en ridderzuring. Ak
kerkers, draadereprijs, kweek,
vogel wikke en haagwinde zijn
wortelonkruiden met uitlopers.
Tot de zaadonkruiden worden
gerekend bitterzoet, driekleu
rig viooltje, klein kruiskruid,
witte klaver en hondsdraf.
In Kruid en Onkruid wordt per
plantensoort (met voor de her
kenning foto's erbij) praktische
informatie gegeven over de bij
zondere eigenschappen en de
wijze waarop planten op een
milieuvriendelijke manier te
verwijderen zijn.
De gids bevat tips ter voorko
ming van onkruiden in verhar
dingen, tussen beplanting en in
composthoop, gazon en moes
tuin. Eén hoofdstuk gaat over
chemische onkruidbestrij
dingsmiddelen en geeft vooral
argumenten waarom deze mid
delen beter niet gebruikt kun
nen worden. Het boekje biedt
een andere kijk op onkruid en de
aanpak ervan.
Rinus Antonisse
Kruid en Onkruid. Gids voor het
voorkomen en beperken van
overlast door onkruiden en cul
tuurplanten. Uitgeverij Rood
bont, Zutphen. Prijs 11,50 euro.
nus de Looffde toenmalige be
woner. Het café werd later be
woond door de familie Lansen,
wagenmaker van beroep. In de
oorlogsjaren werd tussen het
café en het woonhuis een huis
gebouwd, nu Provinciale weg
23, door de familie Kramer."
E. Groot-Nibbelink-Gouds-
waard uit Koudekerke twijfelde
tussen Wissenkerke (haar ge
boorteplaats) en Geersdijk. „Na
goed bekijken kwam ik op
Geersdijk. Je komt over deze
dijk van Kortgene naar Wissen
kerke." Ze sprak er over met een
85-jarige vriendin, D. Heuse-
veldt-de Looff, en die kon nog
veel over de afgebeelde foto ver
tellen. Het huis naast café
Schoonzicht, is namelijk haar
ouderlijk huis. Ze weet nog dat
het bo venzij raam altijd open
stond, net als op de foto. Tussen
haar geboortehuis en het buurt
café was aanvankelijk een tuin.
Ook zij herinnert zich dat er la
ter een huis tussen gebouwd is.
„Dat heeft moeder zo erg gevon
den."
Heuseveldt veronderstelt dat de
rechtse man op de foto onge
twijfeld de gereformeerde pre
dikant van Kamperland is, do
minee Van den Ende. Hij ging
altijd gekleed in een lange jas en
een bolhoed op. „De man daar
naast, met witte hoed, is wel
licht het hoofd van de christelij
ke school, meester De Looff."
Wie de derde man - met pet - op
de foto is, blijft onbekend.
Eén inzender meende Driewe
gen in Zeeuws-Vlaanderen te
herkennen en een ander noemde
de Dorpsstraat in Heinkens-
zand. Er hoefde niet te worden
geloot voor de winnaars van de
waardebonnen. Die gaan naar
P. de Looff, 's Gravenpolder, D.
de Looff, Kortgene en E. Groot
Nibbelink, Koudekerke.
Rinus Antonisse
De nieuwe raadkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh is
gesitueerd in een heel andere regio dan Noord-Beveland. Vraag
is: in welke plaats is de foto genomen? Nadere informatie over de af
beelding is, als gebruikelijk, welkom bij de redactie van Buitenge
bied.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk maandag 11 maart worden
gezonden aan: redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA
Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl. Er zijn drie
waardebonnen beschikbaar voor de inzenders van goede oplossin
gen.
De raadkaart in Buitenge
bied van vorige week was
kennelijk een heel moeilijke.
Ook de aanduiding café
Schoonzicht, G. van Maldegem,
maakte geen herinneringen
wakker. Er kwam slechts een
handvol oplossingen binnen en
maar drie ervan waren juist. De
foto werd genomen in het
Noord-Bevelandse dorpje
Geersdijk, op wat tegenwoordig
de Provincialeweg heet. De weg
loopt in de richting van het ge
hucht Stroodorpe.
De Encyclopedie van Zeeland
geeft het al aan: Het nieuwe
Geersdijk is vrij onbetekenend
gebleven. Dat duidt erop dat er
ook een oud Geersdijk is ge
weest, ook bekend onder de na
men Gerlofsdijc en Geerlofsdy-
ke. Het lag in de buurt van het
tegenwoordige dorp en wordt in
1216 als zelfstandige parochie
vermeld. De kerk, die aan Sint
Amandus was gewijd, behoorde
tot het kapittel van Sint Pieter
te Utrecht. De encyclopedie ver
meldt dat in 1310 het patro-
naatsrecht werd afgestaan aan
de graaf.
Toen enige edelen van Haamste
de het ambacht overdroegen
aan de abt te Middelburg, ver
kreeg deze in 1387 meteen het
patronaatsrecht. Tegelijk met
heel Noord-Beveland verdween
het oude Geersdijk als gevolg
van stormvloeden in de periode
1530/1532 onder de golven. Be
gin zeventiende eeuw werd het
verdronken eiland weer stap
voor stap herdijkt en kon ook
een nieuw Geersdijk ontstaan.
Het dorp beschikte ook over een
haventje. In de eerste helft van
de negentiende eeuw was er de
aanlegplaats van een veerver-
binding op Zuid-Beveland. Het
werd vooral gebruikt voor af
voer van landbouwproducten
en aanvoer van bouwmateria
len, onder meer voor aanleg van
de polderwegen. Het haventje
bestaat nog altijd, maar staat
niet meer onder invloed van het
getij. Tegenwoordig ligt het ha
ventje, in de volksmond de
Geersdiekse Kaai genaamd, aan
het Veerse Meer en doet het
dienst als vluchthaven voor de
watersport.
Uit de reactie van P. de Looff uit
's-Gravenpolder blijkt dat er
niet eens zo gek veel veranderd
is. „Het huis met de schuur be
staat nog. Waarschijnlijk is één
van de drie mannen, die met het
gezicht naar de camera, Dinge-