Het is alsof er mist in de kas hangt
Exotische zeester kan wel vijftig armen hebben
Aubergineteelt
in Oosterland
24
24
25
25
weerwoord
Groningse
grond aan zee
onttrokken
Wat doe je
met 'vuulte'
in de tuin?
Hengst is
stoerder dan
hoogaars
Plant nooit
iets in zulke
natte grond
Donder in
maart is een
zegen voor
de aard
Nieuwe weerwoorden zijn
welkom bij de redactie
PZC, postbus 18, 4380 AA
Vlissingen,
fax 0118-470102, e-mail
redactie@pzc.nl.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
woensdag 6 maart 2002
In de kas houden 75.000 draden de stengels van de aubergineplanten omhoog.
foto's Dirk-Jan Gjeltema
In Nederland worden in
kassen op ongeveer zeven
tig hectare door dertig telers
aubergines geteeld. Geen
product dat dagelijks op de
nationale dis te vinden is.
Veel van de donkerpaarse
vruchten vinden dan ook
hun weg naar het buiten
land. Pleun van Duijn is de
enige aubergineteler in Zee
land. Tussen Oosterland en
Sirjansland staat een grote
kas, met een oppervlakte van
18.000 vierkante meter. Tus
sen januari en november
groeien daar op steenwol de
aubergines.
Er staan zo'n 25.000 planten,
met elk drie stengels, die
overeind worden gehouden
door 75.000 witte draden. Het
geeft de kas een bijzonder aan
zien. Alsof er boven de groene
planten met lila bloemetjes een
nevel hangt.
Je onderscheiden door kwaliteit
en presentatie. Dat staat bij au
bergineteler Pleun van Duijn
(36) voorop. Daarom heeft hij
samen met zes andere telers de
vereniging Purple Pride opge
richt, die naast Oosterland be
drijven heeft in Steenbergen,
Zevenbergen en het Westland.
Totaal goed voor vijftien hecta
re aubergines. Purple Pride - de
naam is veelzeggend - heeft on
der meer een eigen verpak-
kingslijn ontwikkeld, met spe
ciale dozen en elke aubergine
wordt voorzien van een sticker.
Het oogt herkenbaar en luxueus
en dat is voor consumenten aan
trekkelijk. Geen massaproduct,
maar aantonen dat elke auber
gine apart veel zorg is besteed.
Pleun van Duijn is verantwoor
delijk voor de Zeeuwse tak van
Gebroeders Van Duijn BV. Twee
jongere broers exploiteren be
drijven in De Lier en Lepel
straat. Het is begonnen met het
ouderlijk bedrijf in het West-
land. Van Duijns vader was nog
een teler die meerdere produc
ten teelde, maar in de glastuin
bouw is de specialisatie snel op
gekomen. Nu is het zo dat de
meeste telers zich concentreren
op één vrucht. Voor de Van
Duijns zijn dat de aubergines
geworden. En ook daarin is
weer sprake van een zekere spe
cialisatie. Zij leggen zich vooral
toe op het van oorsprong Spaan
se ras Cava.
Dat is een vrij kleine vrucht, met
een sterke stevige huid. Daar
door is deze aubergine enkele
dagen langer houdbaar dan an
dere rassen en dat is belangrijk
met het oog op de export naar
het buitenland, ook al wordt de
weg van producent naar consu
ment zo kort mogelijk gehou
den. Veel Zeeuwse aubergines
belanden in de schappen van su
permarkten in Amerika (vooral
de kleinere maten), Engeland en
Duitsland, maar ook voor een
deel in Nederlandse winkels.
Elk land heeft zo zijn eigen eisen
en wensen en daar hebben de te
lers maar aan te voldoen. De
vermarkting van het product
loopt via veiling The Greenery.
Uitbreiding
Het bedrijf in Oosterland werd
in 1998 gebouwd en één jaar la
ter begon de eerste pluk. Inmid
dels is het vierde seizoen aange
broken en Van Duijn heeft al
plannen ontwikkeld voor een
forse uitbreiding. Er moet een
kas van 20.000 vierkante meter
bij komen. „Dan hebben we
voor de aubergineteelt een groot
bedrijf. Dat is ook nodig om de
kosten te drukken en voldoende
volume voor de afzet te halen,
zodat j e interessant bent voor de
supermarkten", vertelt Pleun
van Duijn. „Als de uitbreiding
er staat, hebben we een heel
Pleun van Duijn, de enige aubergineteler in Zeeland.
mooie oppervlakte voor de toe
komst. Je kunt dan ook iets meer
doen, verder automatiseren en
sommige dingen, zoals verpak
kingen, nog beter aanpakken."
De keus voor Oosterland was
min of meer toevallig. Van
Duijn: „Je probeert een plekje te
zoeken waar je een groter be
drijf kunt beginnen. Het West-
land is heel erg duur. Mijn vrouw
en ik houden wel van het polder
land, de vrijheid en de ruimte.
Zo zijn we in Oosterland terecht
gekomen. Het was een mix van
economische en sociale overwe
gingen. We zijn hier wel enthou
siast over."
Er zijn vijf medewerkers in vas
te dienst en daarnaast wordt een
beroep gedaan op losse arbeids
krachten. Meestal zijn er vol
doende mensen te krijgen, al is
het in de piekperiode, in mei en
juni, wel eens schipperen en
moet een beroep op buitenland
se krachten worden gedaan.
Éénmaal per jaar, in november,
worden nieuwe planten gezet,
afkomstig van een Nederlandse
plantenkweker. Ze worden op
steenwol gezet, een natuurlijk
steriel materiaal, dat veel vocht
vasthoudt. Per plant zijn er drie
stengels die met touwtjes wor
den geleid. Elke plant heeft een
eigen watervoorziening, zodat
de watergift en meststoffen
nauwkeurig kunnen worden af
gestemd. Op het hoogtepunt van
de groei is er voor een plant vijf
liter water per dag nodig. Wat
afvloeit wordt opgevangen, ge
zuiverd en hergebruikt. Achter
de kas ligt een groot waterbas
sin, waarin 10.000 kubieke me
ter water opgeslagen kan
worden. Daarvoor wordt regen
water opgevangen. Het bedrijf
is daarmee zelfvoorzienend en
hoeft geen beroep te doen op lei
dingwater van Delta Nutsbe
drijven. Er staat een warmte
kracht-installatie, die warmte
en C02 voor de kas levert en
stroom aan het elektriciteitsnet.
De pluk begint in januari met
kleine exemplaren, die in de
loop van het seizoen steeds gro
ter worden. Twee keer per week
wordt een ronde gemaakt. Sor
teren en verpakken gebeurt in
eigen huis. Het record staat op
2.519 dozen van elk vijf kilo op
één dag.
Voedselveiligheid staat hoog in
het vaandel, stelt Van Duijn. Er
wordt gewerkt volgens een hy-
giënecode: bijna volledige bio
logische bestrijding van ziekten
en plagen, geen ongedierte in
verpakkingsruimten, strenge
hygiëneregels voor de mede
werkers, registratie van mest
stoffen, energie en afval. Luizen
kunnen veel last veroorzaken;
die worden natuurlijk bestre
den met sluipwespen. Bij wijze
van proef zijn vogels uitgezet
om rupsen weg te pikken.
Lila vruchten
Pleun van Duijn is een onderne
mende teler. Zo is hij bezig met
de ontwikkeling van witte au
bergines ('die smaken een beetje
romiger') en ook zijn mintgroe-
ne en lila vruchten uitgepro
beerd. „We zoeken naar soorten
die een goede productie geven
en dezelfde vorm geven. Het is
net als met paprika's, daar heb
je ook dezelfde vorm in diverse
kleuren. Je moet wel een echte
aubergine-eter zijn om een af
wijkende kleur te kopen en je
moet er meer voor willen beta
len.Voor hem is het een kwestie
van maatwerk. „Je kunt ook
zeggen: we doen alles stan
daard. Daar kiezen we als tele-
versvereniging niet voor." Pur
ple Pride geeft op de website
www.purplepride.nl informatie
over de teelt en recepten.
Rinus Antonisse
In Zeeland leven zeven verschillende
soorten zeesterren. Ze behoren tot
twee verschillende onderklassen van
de stam der stekelhuidigen, namelijk
de zeesterren en de slangsterren. Ken
merkend voor de laatstgenoemden is
dat ze lange dunne armen hebben, die
scherp afgescheiden zijn van de cen
trale platte schijf. De bekendste ver
tegenwoordiger van de slangsterren is
de brokkelster. Het is een soort die
sterk wisselende kleuren kan hebben,
van bruin, oranje, violet en paars tot
groenig. Deze soort leeft op stenige
bodem, en op kribben in de laagwa-
terzone van de Oosterschelde is de
brokkelster vaak met honderden bij
elkaar aan te treffen. De soort ver
keert daar in gezelschap van verschil
lende zeeanemonen, zakpijpen en ook
wel van de gewone zeester, die echter
meestal niet in dergelijke massale
groepen leeft. Het is een wonderlijk
wereldje dat in poeltjes vlak boven de
laagwaterlijn aangetroffen wordt, en
dit soort plekjes biedt mogelijkheden
bijzonder blauw
om ook zonder duikuitrusting te ge
nieten van het onderwaterleven.
De gewone zeester, ook wel kruisdrol
genoemd, heeft vijf taps toelopende
armen, die niet duidelijk gescheiden
zijn van het centrale deel van het dier.
Van de dieren die in de intergetijdezo-
ne gevonden worden, zijn de meeste
exemplaren niet groter dan vijftien
centimeter in doorsnee, maar de ge
wone zeester kan soms een doorsnede
van wel een halve meter bereiken.
Zeesterren bewegen zich voort met
behulp van de rijen voetjes die onder
aan de armen zitten. Die voetjes zijn
voorzien van een zuignapje aan de
top. Die spelen ook een belangrijke rol
bij het openen van schelpdieren zoals
mossels en andere tweekleppigen. Die
vormen namelijk de enige voedsel
bron voor gewone zeesterren.
Iedereen die wel eens geprobeerd
heeft om met de hand een mos
selschelp open te peuteren weet welk
een enorme kracht de sluitspier van de
mossel heeft. Zeesterren zuigen zich
met behulp van de zuignapjes vast en
trekken vervolgens de schelpen uit el
kaar. Dat gaat niet zonder de nodige
moeite en het kan heel lang duren
voordat de schelpen opengaan. Maar
de zeester heeft de langste adem en
houdt gewoon vast totdat de spieren
te vermoeid zijn om de schelp gesloten
te houden. Het is voor de dieren niet
nodig om de schelphelften helemaal te
openen, want voor het consumeren
van het maaltijd kunnen ze de maag
naar buiten werken. De maag wordt
via de tussen de schelphelften gefor
ceerde opening naar binnen gebracht
en vervolgens worden verteringssap
pen afgescheiden, waarna de prooi
wordt verorberd. De gewone zeester
wordt ook wel aangetroffen met drie
of met zeven armen, in plaats van vijf.
Het komt ook voor dat een zeester
door een vogel gevangen wordt en
daarbij een arm kwijtraakt. Een der
gelijk amputatie kunnen de dieren ge
woon overleven. Het aantal armen
kan trouwens per soort sterk variëren.
Er zijn exotische zeesterren die meer
dan vijftig armen hebben. De ook bij
ons voorkomende zonnester heeft
acht tot dertien tamelijk korte armen
die gegroepeerd zijn rond een grote
bolle ronde schijf. Het dier is aan de
bovenkant meestal rood tot roodbruin
en aan de onderkant crèmekleurig.
Vaak hebben de dieren een fraaie te
kening. Ook de zonnester houdt zich
graag in mosselbedden op.
Ganzenvoetje
Het ganzenvoetje is een kleine zeester
waarvan de armen zo kort zijn dat er
slechts een stompe stervorm ontstaat.
In omtrek lijkt het op de voetafdruk
van een gans en dat effect wordt ver
sterkt doordat vanuit het centrum ge
kleurde lijnen naar de punten van de
korte stompe armen lopen. Overigens
is het ganzenvoetje een Noordzeebe-
woner die zich in de Deltawateren
nauwelijks laat zien.
Naast zeesterren behoren ook zee
egels tot de stekelhuidigen en als
vreemdeling wordt soms de zeelelie
aangetroffen. Het gaat dan echter om
een al dan niet opzettelijk naar hier
meegebrachte soort.
Chiel Jacobusse
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de
Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabbenkreek, achterin de Ooster
schelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van
Noord-Beveland behoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt
mee aan het behoud van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsor
bijdrage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel
en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig verte
genwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake.