boomdijk Afscheid van de optocht der grijze lakeien PZC Hans Hillen 26 RUDEN RIEMENS zaterdag 2 maart 2002 Twaalf jaar stond hij in de frontlinie van de christen-democratie. Drie fractieleiders zag Hans Hillen sneuve len, zijn partij in de kiezersgunst bijna halveren. Intussen joeg hij feministisch Nederland in de gordijnen en weigerde hij zich de mond te laten snoeren. Bij zijn naderende afscheid uit de Tweede Kamer vlamt hij nog één keer. Doelwit ditmaal: de 'optocht van grijze lakeien' die van politici in Den Haag 'geestelijk invaliden' maakt. Gevleid was Hans Hillen wel, toen oud premier Van Agt hem in 1997 openlijk opriep het leiderschap van het CDA op zich te nemen. „Maar Van Agt was de enige die dat publiekelijk vroeg en bovendien: ik had binnen mijn eigen partij het draagvlak niet", stelt hij vijf jaar later nuchter vast. Iedereen te vriend houden was sowieso niet de sterkste kwaliteit van de katholieke oud- journalist uit Hilversum. Er is niemand in het hele CDA met zó veel vrienden én vijan den als Hillen, zou de toenmalige fractielei der Jaap de Hoop Scheffer in de zomer van 2001 opmerken. Na de landelijke verkiezingen van mei keert hij niet terug in de Tweede Kamer. Het stemt hem weemoedig. „Als ik terugkijk, trekt een vleug van treurigheid door me heen, omdat ik op het verkeerde moment de politiek in ben gegaan. Het CDA kwam al na vier jaar in de oppositie en raakte ook nog zelf in de problemen. Het is gewoon prettiger om bij een bruiloft te zijn dan bij een patiënt aan het ziekbed te zitten. Toen Brinkman in 1994 als fractieleider moest aftreden, dacht ik: zo'n leiderscrisis maak ik niet nóg een keer mee. Daarna kwam Heerma en eind vo rig jaar De Hoop Scheffer. Wat heel opmer kelijk is: alle drie werden niet door de frac tie weggestuurd, maar door de partij. Het partijbestuur heeft tot drie keer toe niet wil len begrijpen, dat de politieke leiding bij de Kamerfractie berust." Na het aftreden van Heerma werd gezegd dat Hillen in nauwe samenwerking met zijn vriend De Hoop Scheffer het beslissende zetje had gegeven. Koel: „Je kunt niet zeg gen dat ik de coup tegen Heerma heb be raamd. Ik heb hem wel indringend geadvi seerd terug te treden, dat klopt. Dat was ook beter, omdat er voor de verkiezingen een impasse was ontstaan rond het lijsttrekker schap. Het terugtreden van Brinkman vond en vind ik onverstandig, het aftreden van Heerma Pixv.ermijdelijk en de val van De Hoop Scheffer een volstrekt uit de hand ge lopen avontuur. De ontknoping was in we Hans Hillen:Na het interview in Opzij ben ik twee uur lang door zowat alle collega's afgerost. foto Phil Nijhuis/GPD zen wéér een strijd tussen partijbestuur en fractie." Hillens overstap van de journalistiek (NOS) via de ambtenarij (directeur voorlichting bij het Ministerie van Financiën), naar de politiek was een ontnuchterende ervaring. „Toen ik in 1990 in de Tweede Kamer kwam, merkte ik dat ik niet zozeer in een politieke partij was terechtgekomen, maar veel eer der in een gezelschap van lakeien", zegt hij zonder aarzelen.,Een optocht van grijze la keien die braaf meeliep met de gouden koets van de macht. De CD A-fractie sloeg linksaf als de koets naar links draaide en rechtsaf als de koets naar rechts ging. Maar nooit vroeg iemand zich af waar de koets heen reed en waarom. Toen wij in 1994 uit de macht gegooid werden, zag je dan ook de ontreddering om zich heen grijpen. Want nu moesten we zelf onze route uitzetten en dat waren we niet meer gewend." „Je zou zeggen: daar heeft de PvdA zijn voordeel meegedaan. Nou integendeel! Zij hebben meteen aan ons gevraagd: mogen we jullie lakeipak? Ze hebben dat als een gek aangetrokken en zijn net zo naast de koets gaan lopen als wij dat jarenlang hebben ge daan. De WD idem dito. Die partij heeft de afgelopen jaren steeds als excuus gebruikt: er is voor onze ideeën geen meerderheid. Dat is het argument van de lakei die zegt: ik móet meelopen. Is dat dan verplicht? Je kunt toch afhaken uit de stoet? Maar het be kleden van de macht heeft nu eenmaal grote voordelen. Want laten we wel wezen: de af straffing die het CDA heeft gehad, niet al leen van de kiezers, maar ook van de politie ke concurrentie, de Haagse journalistiek en ambtenarij is een gruwzaam voorbeeld ge weest." Vanaf dat moment, zo was het gevoel van Hillen, telde het CDA niet meer mee. Hij werd fractiesecretaris en naaste adviseur van Jaap de Hoop Scheffer. Maar wat had je daaraan als je niet aan de échte knoppen kon zitten? Hillen: „We werden gewoon niet opgemerkt. Bij de verkiezingen in 1998 had den we twee miljoen gulden in kas. Ik heb voorgesteld: we gaan met z'n allen op va kantie naar Hawaii; een beetje rust kunnen we wel gebruiken. Want of we nou campag ne voeren of niet, het maakt toch geen don der uit. En er was ook gewoon geen eer aan te behalen. Men wilde ons niet zien." Zelf slaagde hij er wel regelmatig in het licht van de schijnwerpers te vangen. Met name een interview met het weekblad Opzij baar de veel opzien, omdat Hillen daarin een lans brak voor vrouwen die aan de opvoeding van kinderen voorrang geven boven een carrière. Verder stelde hij vast, dat in de Tweede Kamer veel 'pitspoezen' rondlopen die de echtelijke trouw van de heren-Ka merleden op de proef stellen. Een blik als een nest pasgeboren katjes: „Er was een ge weldige rel over, maar ik begrijp nog steeds niet wat er nou mis mee wasIk heb eigenlijk maar één ding gezegd: de sociale factor is bij de opvoeding van kinderen belangrijker dan de economische. Dat wordt in een van materialisme doordrenkte samenleving als de onze nogal eens vergetenDaar is een ka rikatuur van gemaakt en dat heeft me droe vig en ook eenzaam gemaakt. Pim Fortuyn krijgt wat dat betreft dezelfde behandeling. Hij wordt niet aangesproken op zijn centra le punt, maar op een bijzin. Het verschil tus sen Fortuyn en mij is: ik lijd daaronder, hij niet." Fortuyn houdt van de provocatie. Hij is een type debater dat Den Haag, sinds Wiegel in 1981 de landspolitiek de rug toekeerde, niet meer heeft gezien, meent Hillen. De bevol king slaat het gebiologeerd gade: verheugd dat er eindelijk weer iets 'gebeurt'. „De po litiek kun je vergelijken met een doodstille klas, waar vrijwel iedei'een met de armen over elkaar zit en dan komt Fortuyn langslopen en trekt een gekke bek naar de leraar. De paradox van de politiek is dat wij allemaal zo gewoon zijn geworden, dat we zijn weggevallen tegen het decor. TWee mensen hebben zich volgens mij het afgelo pen jaar van het decor losgemaakt: Fortuyn en Maxima. En men vindt het prachtig! Begin jaren tachtig vocht de Tweede Kamer nog als een leeuw met de regering om de ver deling van belastinggeld, herinnert Hillen zich. „Maar inmiddels gedraagt het parle ment zich als een lam. Toen minister van fi nanciën Zalm weigerde een motie van de Kamer uit te voeren, werd er schaapachtig gelachen." Knoet Ministers werden de afgelopen jaren niet naar huis gestuurd. Met eigenzinnige Ka merleden, zoals PvdA'er Rob van Gijzel en CD A'er Jacques de Milliano liep het minder goed af: zij moesten vertrekken. Ook Hans Hillen maakte kennis met de knoet van de fractie, die niet graag ziet dat een Kamerlid uit de optocht treedt. „Ik heb zelf een aantal beurten gehad. Na het interview in Opzij ben ik tijdens een fractiebijeenkomst in Lage Vuursche twee uur lang door zowat alle collega's afgerost", zegt hij. Bitter: „Het was de reactie van een club die zich onzeker voelde omdat iemand zich losmaakte van de meute. Als je uit een gelijkgeschakelde omgeving als de Tweede Kamer omhoog wilt komen, zitten je tegen standers voornamelijk in je eigen fractie. Een aantal mensen binnen het CDA heeft over mij onbewezen een hoop kwaadaardi ge dingen gezegd. Ik heb vaak moeten op tornen tegen een beeldvorming die werke lijk gestoord was. Ik zou een Macchiavellist zijn, vrouwonvriendelijk, oerconservatief. Beelden die door roddel in stand werden ge houden." Het CDA heeft geen patent op dit soort za ken, tekent Hillen aan. Kamerleden die in de media opvallen, begeven zich bij alle partijen in een mijnenveld. Het politiek be drijf in Den Haag gaat - ondanks alle ge spierde verkiezingsretoriek - nog steeds ge bukt onder een haast dwangmatig streven naar correctheid, meent Hillen,In wezen is het heel ernstig, want het betekent dat je schuilt in de massa. Fractievoorzitters kun nen zich daarvan losmaken, omdat zij toch wel gedekt worden door de eigen club. Maar Melkert en Dijkstal hebben het niet aange durfd. Zij zijn vooral bezig geweest met schadebeperking. En het CDA? Ach, wij wisselden om de paar jaar van lijsttrekker. Daar heb je last van in het debat, want het duurt een tijd voor de nieuwe man voldoen de zelfvertrouwen heeft. Maar Jan Peter Balkenende heeft potentie. Hij is eigenwijs genoeg." Ondanks alles is Hillen geen somber mens geworden. Het komt nog wel goed met Den Haag, ook zonder Fortuyn, meent hij. „We zitten in een overgangsfase. Je kunt niet meer denken in schema's van rechts en links. Er komt eerder een nieuw krachtenveld tussen de koopman en de dominee. Markt versus waarden. En ik zie het CDA onder Balkenende de kant van de dominee op schuiven. De WD heeft het eerstgeboorte recht op de koopman. De PvdA zal moeten kiezen. Als we dan ook nog breken met de traditie het beleid in een regeerakkoord dicht te timmeren, wordt het vanzelf weer spannend in Den Haag." De metafoor van de schoolklas wordt nog één keer van stal gehaald. Hillen kijkt ern stig. „Wij zijn gezegend met een heel intege re groep politici die in grote ernst en verant woordelijkheid hun werk doen. Kom daar in het buitenland maar eens om. Maar de schoolklas is te stil. Een muisstille school klas, daar doe ik mijn kind niet op. Want van zo'n klimaat wordt een mens geestelijk invalide. Op een ideale school wordt meestal hard ge werkt, maar er zijn soms ook ruzies en ont ladingen en soms wordt de leraar gesard. De cultuur in Den Haag is in wezen onnatuur- lijk. Het is hoogtijd dat daar verandering in komt." Paul Koopman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 26