Pensioen niet meer wat het was
Betonmortel Grevelingen altijd flexibel
Belastingtelefoon
nadert kookpunt
Levendige handel
tussen Nederland
en bedrijven Cuba
9
Horeca flink
op kosten
in 2001
Grootste vliegtuig komt eraan
het bedrijf
Fondsen proberen na vette jaren het vermogen op peil te houden
donderdag 28 februari 2002
ZOETERMEER - Horeca
bedrijven zijn flink op
kosten gejaagd in 2001.
Uitbaters van hotels, res
taurants, cafés en cafeta
ria's werden door de
mond- en klauwzeercri
sis, een terugval van de
economie en de aanslagen
in de Verenigde Staten ge
confronteerd met lagere
omzetten.
„Tegelijk gingen ook de
kosten voor de onderne
mers flink omhoog", stelt
een woordvoerder van het
bedrijfschap Horeca en
Catering.
Uit gisteren gepubliceer
de cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek
(CBS) over de horeca,
blijkt dat de omzet in de
sector vorig jaar met 4
procent is gegroeid. Hier
uit concludeert het Hore
cabedrijfschap dat de
groei vorig jaar met 1,5
procent is achtergeble
ven.
„Bovendien komt de om
zetstijging vooral voort
uit de hogere prijzen
die de horecaonderne
mers voor hun diensten
vragen", aldus de zegs
man van het bedrijfschap.
Als rekening wordt ge
houden met de sterk ge
stegen prijzen, daalde in
2001 het omzetvolume bij
cafés en cafetaria's juist
met 1,9 procent. De markt
voor de hotelbranche
stagneerde. Alleen res
taurants wisten meer om
zet te boeken, door een
toename van bedrijven
met een buitenlandse
keuken. Het aantal res
taurants met de traditio
nele Nederlands-Franse
keuken wordt de laatste
jaren steeds minder. Vol
gens het bedrijfschap
werd de sector in het eer
ste half jaar van 2001 het
meest geremd door de
mond- en klauwzeercrisis
(MKZ). Vervolgens ble
ven de bestedingen aan
uitgaan en recreëren ach
ter door de tegenvallende
economie.
Een apart verhaal vormen
de effecten van de terreur
aanslagen in de Verenigde
Staten. Eén op de vijf ho
recabedrijven geeft aan
negatieve gevolgen te
hebben ondervonden in
de vorm van annuleringen
van evenementenANP
De Belastingtelefoon be
schikt over 298 lijnen. Op
acht plekken in het land
zitten speciaal getrainde
medewerkers klaar om
vragen te beantwoorden.
Nu 1 april nadert, de uiter
ste inleverdatum voor de
formulieren, loopt de tem
peratuur bij de Belasting
telefoon geleidelijk op.
door Kees Bechtold
UTRECHT - Het is nog relatief
rustig bij de Belastingtelefoon.
Gemiddeld bellen zo'n 25 men
sen per minuut in de rustige
uren naar het gratis nummer,
een aantal dat geleidelijk op
loopt, om rond de klok van twee
een piek te bereiken met 40 a 50
bellers.
Maar deze relatieve rust is een
stilte voor de storm. „Veel men
sen vullen pas in de laatste twee
weken hun belastingformulie
ren in", zegt Roel van Steen-
wijk, hoofd van de Eenheid
Particulieren van de Belasting
dienst in Utrecht. In de laatste
week is het alle hens aan dek.
„Nu bellen zo'n 20.000 mensen
per dag, dan tussen de 35.000 en
40.000." Dan zijn alle 298 lijnen
bemand. „Als er nog meer capa
citeit nodig is, dan kunnen we
nog 80 tot 100 toestellen op de
kantoren bij schakelen."
Antwoord
Vooral dit jaar wordt er reke
ning gehouden met een vloed
aan telefoontjes. „Zo'n 150.000
mensen zijn niet in staat zelf
hun belastingformulier in te
vullen. We houden er rekening
mee dat er dit jaar met het nieu
we belastingsysteem 350.000
zijn." Daarnaast komen er ook
nog zo'n één a twee telefoontjes
per minuut binnen met vragen
over oudere belastingjaren.
Alle vragen worden in principe
meteen beantwoord. Het ant
woord op de meeste gestelde
vragen hebben de medewerkers
standaard op een beeldscherm
voor hun neus staan.
Op vier beeldschermen bij de
BelTel - zoals de Belastingtele
foon door de medewerkers
wordt genoemd - in Utrecht valt
van seconde tot seconde af te le
zen hoeveel telefoontjes er wor
den afgehandeld, en de duur
ervan. Gemiddeld heeft een be
lastingmedewerker een beller
vier minuten aan de lijn, inclu
sief na werktijd. „Na elk gesprek
heeft de medewerker tien se
conden de tijd om de aard van
het gesprek te turven. Op deze
manier krijgen we inzicht in de
vragen. Bij de training van onze
medewerkers kunnen we daar
rekening mee houden", zegt Van
Steenwijk.
NIPO
Ook de kwaliteit wordt voort
durend gemeten, zodat de klant
op zijn wenken wordt bediend.
„Elke twee weken belt het NIPO
voor ons op met twee- a driedui
zend vragen. Die vragen worden
door onze fiscalisten opgesteld.
We letten op of de antwoorden
volledig zijn, en op de houding
van de medewerkers", zegt
Hans van Rossum, landelijk
verantwoordelijk voor de
kwantiteit en de kwaliteit van
de Belastingtelefoon. Alle me
dewerkers zijn van hbo- of aca
demisch niveau. „In piektijden
maken we veel gebruik van stu
denten fiscaal recht of fiscale
economie."
Ervaring leert dat op er maan
dag meer telefoontjes komen
dan op vrijdag en dat er gedu
rende de dag diverse pieken
zijn. „Tijdens pauzes in het
werk, stijgt het aantal telefoon
tjes", zegt Van Steenwijk. Een
beeldscherm laat een piek zien
om acht uur 's ochtends en om
half elf. „Door de jarenlange er
varing kunnen we een inschat
ting maken hoeveel mensen we
op welk moment beschikbaar
moeten hebben." Ook als er in
kranten verhalen hebben ge
staan over belastingen merken
ze dat bij de Belastingtelefoon
meteen. „Wij bekijken welke
onderwerpen worden behan
deld en richten ons daar op bij
de voorbereiding." GPD
De Belastingtelefoon is te bereiken
onder het gratis nummer 0800-0543.
Openingstijden: maandag t/m za
terdag van 8-22 uur, vrijdag van 8-
17 uur. Op het gratis nummer 0800-
0043 kunnen brochures, diskettes en
formulieren worden aangevraagd.
SINGAPORE - Een bezoeker van de Asian Aerospace 2002-ten- A380 superjumbo op stapel staat. Het grootste vliegtuig in de ci-
toonstelling in Singapore staart naar een model van de Airbus viele luchtvaart gaat als het goed is begin 2006 de lucht in.
A340-600. Airbus Industrie meldt dat de productie van de eerste foto Roslan Rahman/EPA
ZIERIKZEE - Bij Betonmortel
Grevelingen draait alles om
zand, grind, cement en water.
En om de aanrijdtijd. Want
kant-en-klaarmortel moet bin
nen twee uur verwerkt worden.
Daarom houdt het bedrijf een
actieradius van veertig kilome
ter aan.De centrales in Stellen
dam en Zierikzee, Betonmortel
Grevelingen, houden elkaar
mooi in evenwicht. Zij zorgen
samen voor een flexibiliteit die
lang niet elke betonleverancier
kan bieden.
„Expansie zit er in het beton
niet in, de markt is vergeven.
Wij richten ons op flexibiliteit
en service. Dat werkt goed",
zegt bedrijfsleider C. Both.
Hij is verantwoordelijk voor
het wel en wee van beide centra
les.
„Werd vroeger de mortel op het
werk aangemaakt, met de groei
in het gebruik van beton ont
stond de behoefte de mortel ge
mengd en wel aan te leveren. De
handelaren in bouwmaterialen
Esselink en Van Dijk zijn toen
met Mebin, een grote producent
van mortelom de tafel gaan zit
ten om tot een samenwerkings
verband te komen. Zo is in 1968
Betonmortel Grevelingen ont
staan."
De bouw van de Brouwersdam
was een mooie impuls voor de
vestigingen in Stellendam en
Zierikzee. Van twee kanten
werd het betonmortel aangere
den. Both: „Voor de Ooster-
scheldekering ging dat niet op.
Daar werd volcontinu gestort en
daarom is er ter plaatse een ei
gen centrale neergezet. Wij heb
ben wel het beton voor de fun
dering ervan geleverd."
Bijspringen
De beide centrales kunnen de
markt van Goeree-Overflakkee
en Schouwen-Duiveland volle
dig bedienen. Daarnaast
springt Stellendam regelmatig
bij voor betoncentrales in Rot
terdam. „Als het half kan, doen
we het helemaal. Dat is de flexi
biliteit die twee centrales van
niet zo'n grote omvang kunnen
bieden", zegt Both.
„De personeelsleden hebben
dubbelfuncties, zij zijn op ver
schillende onderdelen in te zet
ten. De lijnen zijn kort en Stel
lendam en Zierikzee kunnen
voor elkaar de productie opvan
gen bij pieken, storingen of on
derhoudswerkzaamheden
De afnemers komen, naast en
kele particulieren, uit de aanne-
merij in de breedste zin van het
woord, ook weg- en waterbouw
vallen daaronder. Bij het bedrijf
is het hollen of stilstaanVanwe-
Eén van de betonwagens van Betonmortel Grevelingen
ge de zeer beperkte houdbaar
heid van de mortel, kan Beton
mortel Grevelingen niets op
voorraad maken.
Een bestelling wordt direct ver
werkt op het moment dat het
nodig is. Deze werkwijze levert
soms enorme pieken op. „Daar
om hebben wij vijf opleggers in
gebruik die vijftien kuub kun
nen transporteren. Zelf hebben
we een trekker in het wagen
park, maar zonodig kunnen we
de vier andere trekkers via ver
voerders inhuren."
Behalve de vijf grote opleggers
heeft Betonmortel Grevelingen
nog vier mixers rijden die elk
tien kuub kunnen vervoeren.
Drie pompmixers, goed voor elk
zeven kuub, zijn de parade-
paardjes van het bedrijf. Zij
kunnen, dankzij de aange
brachte pompen, het beton di
rect op de plaats storten. „In
zulke service moeten wij het
zoeken", vindt Both. „Groeien
is erin deze tak niet bij. We zijn
sterk afhankelijk van de bouw
activiteiten in onze regio. Als je
die regio bekijkt, zie je dat we
weinig industrie hebben waar
aan we kunnen leveren. Ook de
naam
Betonmortel Grevelingen
plaats
Stellendam/Zierikzee
opgericht
1968
werknemers
15
omzet
4 miljoen euro
woningbouw is maar beperkt."
Dat maakt de bedrijfsleider niet
pessimistisch over de toekomst.
„Beton is zo in de bouw geïnte
greerd, we kunnen niet meer
zonder. Ook zonder grote bouw
projecten, zal beton gebruikt
blijven. Renovatie en herbouw
projecten blijven altijd be
staan."
De centrale in Zierikzee is twee
jaar geleden geheel vernieuwd.
Gezien alle nieuwe milieuwet
gevingen en Arbo-regelingen
bleek dat noodzakelijk te zijn.
Daarbij is met name de
waterhuishouding flink aange
past. Waterbesparing en herge
bruik zijn waar mogelijk geïn
troduceerd. Daarnaast werd de
capaciteit verhoogd naai-120
kuub mortel per uur. „Dat is een
pittige hoeveelheid", aldus
Both. „In Stellendam komen we
tot 75 kubieke meter per uur."
Al dat mortel wordt in drie ce-
mentsoorten aangeleverd.
Daartoe staan bij beide centra
les drie cementsilo's waaruit de
mortel wordt aangemaakt. Er
bestaat een brede variatie in de
mortel. Want de eisen die aan
het beton worden gesteld, zijn
afhankelijk van de toepassing.
Het bedrijf heeft dan ook de
KOMO-keurmerken voor zowel
de sterkte als voor de toepas
foto Marijke Folkertsma
sing. De betontechnoloog van
het bedrijf bepaalt aan de hand
van de gradering van de aange
leverde grondstoffen hoe de sa
menstelling van de af te wegen
hoeveelheden moet zijn. Daar
voor voert hij mengselbereke
ningen uit. Both: „Die grade
ring is uiterst belangrijk. Die
bepaalt de opvulling van het
zand tussen de stenen. Hoe min
der holle ruimtes er in het beton
zitten, des te sterker het beton
wordt. Dat is dan puur het be
ton, zonder wapening."
Water
Water is essentieel voor de che
mische reactie tussen zand,
grind en cement. Maar water is
ook de zwakste schakel. Daar
om wordt er ook deels plastifi-
ceerder gebruikt. Die zorgt voor
een goede verwerking met min
der aanmaakwater. „Zo zijn er
wel meer hulpstoffen die het be
ton kunnen verstevigen, beter
toepasbaar maken onder bij
zondere omstandigheden of die
het verhardingsproces kunnen
vertragen. Maar uiteindelijk
komt het neer op cement, zand,
grind en water."
door Sylvia Marmelstein
ROTTERDAM - Wie wel eens in
Cuba is geweest, heeft zich er
over verbaasd: bussen die rond
rijden met bestemmingsbordje
Velsen-Noord of andere Neder
landse plaatsnamen. De Cu
baanse overheid koopt veel bus
sen op die door Nederlandse
bedrijven zijn afgedankt. Maar
dat is niet het enige. Wie bij
voorbeeld op het Caribische ei
land zijn tanden zet in een kip
penpoot, loopt grote kans in een
Nederlandse kip te bijten.
„Je kunt haast geen producten
bedenken of Nederland expor
teert ze naar Cuba", vertelt Wim
de Jong, directeur van het be
drijf PDW in Rotterdam. De
Jong is naar eigen zeggen een
van de Nederlanders die het
langste zaken doet met de Cuba
nen ('al veertig jaar'). Als een
Cubaans bedrijf een schip vol
producten bestelt bij een Neder
landse firma, wordt De Jong
vaak door de Cubaanse over
heid ingeschakeld om te contro
leren of er in het schip ligt wat
de Cubanen hebben besteld.
Ladingen bussen, tankwagens
en sleepwagens. Maar ook be
vroren kippenpoten, bakolie,
kunstmest, granen, aardappe
len, vis en zuivelproducten. De
Jong ziet het allemaal voorbij
komen. „Nederland is een be
langrijke handelspartner voor
Cuba", zegt hij.
Staatseconomie
Het Nederlands Cubaans Cen
trum voor Handelsbevordering
bevestigt dat. Directeur Jan
van Wissen: „Steeds meer be
drijven besluiten handel te drij
ven met Cubaanse ondernemin
gen. Of liever gezegd met de
Cubaanse overheid." Want het
Caribische eiland heeft een
staatseconomie; (vrijwel) alle
bedrijven zijn in handen van de
overheid.
Zaken doen met Cuba is hele
maal in. In 2000 hebben Neder
landse bedrijven voor 68,4 mil
joen euro verkocht aan Cuba.
Een stijging van 30 procent ten
opzichte van 1997. Als binnen
kort de nieuwe cijfers over 2001
komen, dan zal de stijging nog
veel groter zijn, voorspelt het
Nederlands Centrum voor Han
delsbevordering (NCH).
De belangstelling voor Cuba
neemt toe, omdat Nederlandse
ondernemers niet meer zo bang
zijn voor sancties van de Ameri
kanen. De Verenigde Staten
hebben sinds 1959 (toen Fidel
Castro aan de macht kwam) een
handelsboycot tegen Cuba.
„Ondernemers zijn daardoor
lange tijd angstig geweest dat ze
de toorn van de VS over zich
zouden afroepen als zij met de
Cubanen in zee zouden gaan.
Die angst is minder geworden",
zegt Van Wissen. „Terecht want
ik kan geen enkel voorbeeld
noemen van een Nederlands be
drijf dat het aan de stok kreeg
met Amerika, omdat het handel
drijft met Cuba."
Kennis
Cuba is volgens Van Wissen ook
voor kennis-intensieve bedrij
ven een interessant land om te
investeren, omdat de Cubanen
hoog zijn opgeleid. „Juist door
de handelsboycot van de VS is
de bevolking gedwongen veel
kennis en producten zelf te ont
wikkelen. Import uit buurland
Amerika is immers onmogelijk.
Alles uit Europa en Canada ha
len is te duur. De biotechnologie
is daardoor goed ontwikkeld.
Ook de medische kennis is er
zeer goed."
Handel met Cuba is de afgelo
pen jaren gemakkelijker ge
maakt. „Vroeger was het lastig
om producten aan het eiland te
slijten. Maar sinds bedrijven ei
gen vestigingen kunnen neer
zetten in de vrijhandelszones bij
Cuba, gaat het makkelijker. Be
drijven hebben hun contacten
bij de personen met wie ze han
delen. Bovendien kunnen ze al
vast een voorraad producten in
de omgeving van Cuba opslaan.
En van daaruit de verkopen
doen", zegt De Jong.
Die ontwikkelingen zijn minder
gunstig voor zijn controlebe-
drijf. Want hoewel de export de
afgelopen jaren is gestegen, is
het aantal ladingen dat hij
moest controleren niet specta
culair toegenomen. „Veel meer
werk heb ik niet", zegt hij.
Niet alleen de export naar Cuba
is gestegen, ook de invoer neemt
toe. In het jaar 2000 importeer
de Nederland voor 341,5 mil
joen euro uit Cuba. Vooral dran
ken (vruchtensappen) en nikkel
Volgens Cuba is Nederland hun
tweede handelspartner. Maar
van afhankelijkheid is geen
sprake. „Op het moment dat wij
producten niet meer in- of uit
voeren gaan ze gewoon naar een
ander land. Ook in andere Euro
pese landen neemt de belang
stelling van het bedrijfsleven
voor Cuba toe", aldus Van Wis
sen. GPD
door Cees Manders
DEN HAAG - Worden we - ge
lukkig - ouder dan onze voorou
ders ooit waren en dan blijkt dat
ineens een groot probleem
te zijn. Voor de pensioenen, voor
de 'lonen' die we krijgen als
we straks niet meer hoeven wer
ken.
De berichten van het pensioen
front zijn somber. Steeds meer
fondsen slaan alarm, want de
dekkingsgraden (pensioenver
mogen min toekomstige pensi
oenverplichtingen) zakken naar
de door de toezichthouder (de
Pensioen- en Verzekeringska
mer) vastgestelde drempels.
Steeds meer werkgevers krijgen
het benauwd, omdat zij bij een
premieverhoging de zwaarste
lasten moeten dragen. Steeds
meer landsbestuurders roepen
om matiging van de veel te roya
le pensioenstelsels, omdat die
de economische groei van de
toekomst bedreigen. Steeds
meer gepensioneerden komen in
opstand tegen de uitholling van
hun pensioenen. En steeds meer
werknemers vragen zich af of zij
straks nog wel kunnen profite
ren van de hoge premies die ze
nu moeten ophoesten.
Premie-holiday
De pensioenfondsen hebben de
laatste tien jaar gewenteld in
hun rijkdom. Samen hadden ze
zo'n 450 miljard euro (bijna
1000 miljard gulden), meer dan
dit land produceerde. Die reser
ves werden voor een groot deel
belegd in aandelen en konden
profiteren van een uitzonderlijk
goed beursklimaat. Wat er op de
beurs werd verdiend stelde wat
er aan pensioenpremies binnen
kwam volledig in de schaduw.
Veel pensioenfondsen (vooral
die van de financiële sector:
banken en verzekeraars) stel
den daarop een premie-'holi-
day' in, waardoor de werkne
mers (en werkgevers) geen
pensioenpremie meer hoefden
te betalen. Andere pensioen
fondsen verlaagden de premie.
De fondsen wilden ook weer
niet te rijk worden, want dan
liepen ze het risico door een be
gerige overheid fiscaal te wor
den aangepakt.
Vorig jaar was een slecht beurs-
jaar en dat kostte de pensioen
fondsen tien procent van hun
vermogen. Dit jaar belooft niet
veel beter te worden. De meeste
pensioenfondsen hebben aan de
vette jaren genoeg overgehou
den om in deze magere tijden
met hun dekkingsgraad uit de
gevarenzone te blijven. Maar er
zijn er ook die te weinig vermo
gen over hebben. Zij zullen hun
inkomsten moeten opvoeren en
hun uitgaven, hun kosten, moe
ten verlagen, zodat er weer
'winst' aan de reserves kan wor
den toegevoegd.
Een verhoging van de beleg
gingsinkomsten is in deze tijden
niet haalbaar. De beurs toont
geen teken van opleving. En
switchen van aandelen naar
obligaties, vastgoed of deposi
to's is voor pensioenfondsen ook
geen optie, want in die kringen
wordt belegd over langere pe
riodes: 20,30 jaar.
De pensioenpremies zouden
kunnen worden verhoogd. Maar
werkgevers (die in pensioenbe-
sturen een beslissende stem
hebben) zijn daar tegen, zeker
nu de bedrijfsresultaten onder
druk staan. In deze tijd van
stijgende lonen en dus stijgende
bedrijfskosten en van dalende
omzetten kunnen de bedrijven
zich niet permitteren de pensi
oenkosten op te voeren. In vele
pensioen-C AO's is namelijk ge
regeld dat de pensioenpremie
van de werknemer voor het
grootste deel wordt betaald
door de werkgever en voor een
klein deel door de werknemer
zelf. Als werknemers al bereid
zouden zijn meer pensioenpre
mie te betalen, dan wordt dat
dus door de werkgevers gesabo
teerd.
Indexeren
Aan de uitgavenkant kan heel
wat gedaan worden. Minder in
dexeren is meteen 'winst'. Vele
gepensioneerden zijn al op de
barricades geklommen om te
vechten voor de indexatie van
hun pensioenuitkeringen. De
hoge inflatie van dit ogenblik
hakt fors in hun pensioenen als
die niet navenant wordt geïn
dexeerd. Maar steeds meer pen
sioenfondsen hebben niet meer
de middelen om de koopkracht
van him gepensioneerden te
handhaven.
Aan deze uitgavenkant kan ook
iets gedaan worden aan de luxe
stelsels van vele pensioenfond
sen. De eindloonregeling (pen
sioen gebaseerd op 70 procent
van het laatstgenoten salaris) is
veel duurder dan een middel
loonsysteem (pensioen geba
seerd op een loongemiddelde
over 40 jaar. Sommige fondsen
zijn al begonnen het luxe eind
loonsysteem te vervangen door
een 'gemitigeerd' eindloonsys
teem, dat loonsverhogingen na
55 jaar leeftijd niet meer 'mee
neemt' in de opbouw van pensi
oenrechten.
Pot voor het pensioenfonds. Be
sturen en deelnemersraden van
pensioenfondsen prakkiseren
zich suf hoe het vermogen op
peil te houden. Daar zullen vast
nog meer 'creatieve' oplossin
gen uit voortkomen. Het pensi
oen wordt nooit meer wat het
was. GPD