Je hoopt dat ze blijven leven
Kleine catastrofe wordt een heel toneelstuk
Foxtrot van deze tijd
Middelburgs Theater
speelt Anne Frank
Sanne Wallis
de Vries
Sanne van Rijn
donderdag 28 februari 2002
et is stil.
Doodstil. Je zou
een traan kunnen
horen vallen. Pas als de
eerste spelers over het toneel
naar voren lopen, klinkt er
aarzelend een applaus dat
langzaam aanzwelt. De
emotie die het slot van de
voorstelling Het dagboek
van Anne Frank bij het
publiek oproept, staat
uitbundigheid in de weg. De
spelers van Het Middelburgs
Theater hebben met deze
try-out ervaren dat ook zij
moeite hebben hun
gevoelens in bedwang te
houden. De première is
komende zaterdag in het
Minitheater.
Het Middelburgs Theater
viert in 2002 het 25-jarig
bestaan en wil dat doen met
klassiekers. Het voorstel van re
gisseur Koen Schyvens uit Ber
gen op Zoom om Het dagboek
van Anne Frank te nemen, vond
onmiddellijk weerklank. Dat
kent iedereen. Hij bewandelde
de in het amateur-circuit niet zo
gebruikelijke weg om aan de
première een try-out met pu
bliek en discussie vooraf te laten
gaan. Als de toeschouwers na
afloop weer wat tot zichzelf zijn
gekomen, zegt hij: ,,Ik heb jullie
applaus gehoord en jullie emo
tie gevoeld." De aanmoediging
om met op- en aanmerkingen te
komen, leidt uitsluitend tot de
tailkritiek. Tot iemand wat kre
gelig uitroept:.Ik vind dat er in
de eerste plaats een groot com
pliment gemaakt moet worden!
Koen laat vervolgens weten
dat hij dankbaar is dat er ook
gelachen werd: „Het zware van
dit stuk is, dat jullie weten hoe
het afloopt, maar zij niet. Daar
door is er op hét toneel meer
lucht." De acteurs blijken die
voorkennis echter te hebben
weggespeeld, want één van de
aanwezigen merkt op: „Het is
net als bij Romeo en Julia, je
hoopt toch dat ze blijven leven."
„Anne Frank zweefde daar
rond", blikt regisseur Schyvens
een dag later opgelucht terug.
„Freek de Jonge heeft eens een
flauwe grap gemaakt als voor
beeld van slecht amateurtoneel:
als je naar Anne Frank gaat kij
ken, hoop je voor de pauze al dat
de Duitsers zullen binnenval
len, zodat je kan roepen: ze zit
ten in het Achterhuis en ons ver
der die ellende bespaard blijft.
Er zat gisteravond een joodse
meneer in de zaal die zeer ont
roerd was, zelfs zodanig, dat hij
weet dat hij zijn moeder, die het
concentratiekamp heeft over
leefd, niet mee naar de voorstel
ling durft nemen."
„Het feit dat het stuk over men
sen gaat die echt bestaan heb
ben, maakt een verschil. Ik kan
mij als regisseur niet elk grapje,
elke vondst veroorloven. Miep
Gies, die de verbinding vormde
tussen de mensen in het Achter
huis en de buitenwereld, leeft
nog. Gesteld dat zij naar de
voorstelling zou komen - haar
gezondheid laat dat niet toe -
dan vind ik het onwaarschijn
lijk spannend om iemand naar
zichzelf zestig jaar geleden te
laten kijken. En dan hoop ik dat
ze zegt, ja, zo had het kunnen
zijn. Daarom heb ik de acteurs
ook gecast naar de leeftijd van
de mensen toen zij in het Ach
terhuis zaten. Bij het werken
met een gemengde cast van jon
geren en mensen die al jaren to
neelspelen, komt mijn manier
van regisseren het best tot zijn
recht. De wisselwerking van
energie tussen jongeren en ou-
De leukste Nederlandse mu
sical van dit seizoen is Fox
trot. Met Carice van Houten,
Jenny Arean, Paul de Leeuw en
Sanne Wallis de Vries in de
hoofdrollen, drijft deze voor
stelling de spot met het idee dat
elke musical een naar Ameri
kaanse maatstaven strak gere
gisseerde en goed geoliede show
behoort te zijn. Want deze Fox
trot wortelt diep in de rijke Ne
derlandse kleinkunst, alles
heeft een vette knipoog, be
vochtigd door een traan.
Voor de cabaretière Sanne Wal
lis de Vries, die met deze voor
stelling haar musicaldebuut
maakt, gaat een kinderdroom in
vervulling.
Demusicaluit 1977, met muziek
van Harry Bannink, werd ge
schreven door Annie M.G.
Schmidt, die eerder in het thea
ter haar sporen had verdiend
met enkele andere musicals en
tal van briljante cabarettek
sten. „Ik geloof dat ze zelf liever
sprak van een muzikale kome
die." Ook Foxtrot bevat tal van
juweeltjes. Sanne noemt 'Sorry
dat ik besta' dat Paul de Leeuw
zingt en him duet 'Dat ene mo
ment'. „Behoorlijk pittig, maar
enig om te doen."
Samen met collega-cabaretier
Paul de Leeuw speelt ze een
structureel kibbelend tweede
rangs variétéduo, gehuisvest in
een artiestenpension dat wordt
gedreven door de levenskunste
nares Jenny Arean. Samen van
gen ze daar Carice van Houten
op die de rol speelt van een keu
rig onwetend meisje uit Klaas
waal, symbool voor een land dat
worstelt onder de crisis, dat het
gevaar van Hitier niet onder
kent en waar homo's en abortus
niet horen te bestaan.
Is zo'n verhaal uit de jaren der
tig een achterhaald gegeven?
„Die tijd heb ik nooit meege
maakt, maar proef die sfeer
soms als ik bij mijn oma kom. De
zwaar tikkende klok, de meu
bels, de rust die daar heerst. Als
je dat ziet, lijkt er sindsdien veel
te zijn veranderd. Kijk alleen
maar eens hoe we leven. Maar
toch zijn de mensen hetzelfde
gebleven. Die moeten nog steeds
proberen volwassen te worden.
En daarover gaat Foxtrot."
„Daarbij was het een bizar toe
val dat de voorstelling in pre
mière ging, kort na de aanslagen
op New York en Washington.
Een bizar toeval. En toch... Oor
log of niet, er zit zo veel herken
baars in deze musical en hij ein
digt met de boodschap toch
vooral je kop niet in het zand te
steken: 'Kijk om je heen'."
Kijken..., vanuit die' gedachte
ontstaan ook haar solopro
gramma's. Zoals ook de voor
stelling die ze komend seizoen
na Foxtrot gaat spelen. „Dit
maal met twee musici. De grote
lijnen staan er al, maar na de
tournee ga ik echt schrijven op
basis van wat ik om me heen zie.
Ik knip bijvoorbeeld foto's die
mij raken uit tijdschriften en
plak die dan in een plaatjes
boek. Dat inspireert bij het
schrijven."
„Je opmerkingsgave, daar gaat
het om. Dat zeg ik ook als les
geef in stand-upcomedy. Toen
het genre uit Amerika kwam
overwaaien, riep iedereen dat
het nieuw was, maar volgens mij
is het een typisch Nederlandse
vorm van theater. We doen dat
hier al honderd jaar: op het to
neel staan en je mening geven.
Maar het is geen kleinkunst, het
is daar een facet van. Het is puur
met een spot op je bek achter een
microfoon staan, zonder liedjes,
zonder typetjes of wat ook."
Ook cabaretières kruipen dus in
de rol van een ander. Wat betreft
Foxtrot ging Gerrie van der Klei
haar voor. „Uit de biografie van
Annie M.G. Schmidt weetik dat
de rollen van dat duo destijds op
het lijf zijn geschreven van Wil
lem Nijholt en Gerrie van der
Klei. Er bestaat een video-op
name van, maar die is niet zo
goed, zwart/wit en opgenomen
met een camera vanachter uit de
zaal. Je ziet dus alleen een to
taalbeeld, echt bedoeld voor
choreografie."
„Maar ook los daarvan heb ik
die videoband niet willen zien.
Gerrie en ik hebben beiden een
nogal geprononceerd gezicht,
dus ik wilde voorkomen dat on
ze opvattingen op elkaar zou
den lijken. Ik wilde mijn eigen
rol creëren. Uiteindelijk raak
ten Paul de Leeuw en ik al wer
kend zodanig op elkaar inge
speeld dat we een echte combi
zijn gaan vormen met een heel
eigen stijl. Totaal anders dan die
van Willem en Gerrie."
„Die vormden echt een show-
bizzkoppel, die konden ook
dansen. Dat element is erbij ons
uitgehaald, waardoor we meer
een komisch duo zijn geworden.
En dat blijkt te werken, getuige
de reacties uit de zaal, want
daar doe je het uiteindelijk voor.
Al had ik dat dansen best leuk
gevonden. Ik wil nu eenmaal al
tijd graag doen wat ik kan. En
anders wil ik daarvoor trainen."
Deze Foxtrot bezorgt haar
voorlopig voldoende plezier.
Watheét: „Deze musical met de
ze mensen: helemaal te gek. In
de eenzaamheid van de solopro
gramma's is zo'n productie met
zo veel mensen een welkome af
wisseling. Het is ook heerlijk om
nu eens niet in mijn eentje cle kar
te moeten trekken, zoals bij een
eigen programma. En ik hoefde
deze voorstelling ook niet zelf te
schrijven. En als je dan ook nog
bedenkt dat ik voor deze rol ben
gevraagd, ik hoefde niet eens
auditie te doen."
„Het is alsof ik in een warm bad
kom. Ik hoef nu niet alles alleen
te doen, niet overal zelf op te let
ten. Ik zit in een groep en wordt
met en bus naar het theater
gebracht. En als het te ver van
Amsterdam is mogen we in een
hotel overnachten. Net een
schoolreisje."
Hans Visser
Musical Foxtrot: Eindhoven, 12 t/ni
16 maartGouda, 19 t/m 21 maart.
Sanne Wallis de Vries en Paul de Leeuw in Foxtrot.
foto Leo van Velzen/GPD
Anne Frank (EschaTanihatu) priktfoto's van filmsterren aan de muur van haar kamértje in het Achterhuis. foto Ruben Oreel
Regisseur Koen Schyvens, met op de achtergrond vlnr de spelers Kees Baijens, Roelie van de Velde, Pim Lokerse
en Freek Verdoes. foto Ruben Oreel
deren vind ik geweldig."
„Het is belangrijk het verhaal
van Anne Frank (1929-1945) te
vertellen, omdat daarin mensen
tegen elkaar worden uitge
speeld. Er wordt niet gezocht
naar gemeenschappelijkheid,
maar naar verschillen. Wat Pim
Fortuyn doet, is precies hetzelf
de. Het individuele verhaal van
Anne Frank laat zien wat er ge
beurt als je onderscheid maakt
tussen mensen, soorten of ras
sen. Toch heb ik de spelers ervan
moeten overtuigen het luchtig
te houden, te vergeten hoe het
eindigt. Het gaat om het emotio
nele verhaal van een kind dat
onder extreme omstandigheden
iets meemaakt en daar een me
ning over heeft. Het is geen his
torische werkelijkheid. Meneer
Van Daan moet wel een heel ver
velende man geweest zijn, ja, in
de ogen van de 14-jarige Anne.
Over tandarts Dussel is een
boek verschenen, waaruit blijkt
dat hij ongelooflijk aardig en ai
mabel was, maar het zal je maar
gebeuren dat je twee jaar je ka
mertje met zo'n oude vent moet
delen, dan schrijf je daar niet
objectief over."
„De schrijvers van het toneel
stuk, het Amerikaanse echtpaar
Frances Goodrich en Albert
Hackett, hebben de werkelijk
heid nog wat extra aangedikt.
Nu zit de gefascineerdheid voor
eten heel erg in Van Daan, maar
daar waren ze natuurlijk alle
maal mee bezig. Er staat ook
nergens in het dagboek dat Van
Daan werd betrapt op diefstal
van brood, dat is een auteurs
vondst. De Nederlands bewer
king van Mies Bouhuys is overi
gens veel correcter."
Nederland, waar Het dagboek
van Anne Frank in 1956 in pre
mière ging en in de beroepssec
tor in 1995 voor het laatst werd
gespeeld met onder anderen
Cléo Dankert, Boudewijn de
Groot en Josée Ruiter, is het eni
ge land ter wereld waar ama
teurs het stuk mogen opvoeren,
zij het mondjesmaat. Er wordt,
nadat de antecedenten van de
betreffende vereniging grondig
zijn doorgelicht, toestemming
gegeven voor hooguit drie voor
stellingen. Het heeft Koen
Schyvens maanden aan schrij
ven en argumenteren gekost om
de rechten te verkrijgen die het
mogelijk maken het stuk in het
Minitheater vijftien keer voor
het voetlicht te brengen. Voor
zover is na te gaan, heeft nog
niet eerder een Zeeuwse ama
teurclub zich aan Het dagboek
gewaagd.
„Een van de redenen waarom ik
dit stuk in het Minitheater doe,
is dat toen ik daar voor het eerst
kwam, dacht, góh, het lijkt hier
wel een soort Achterhuis. Je
moet hard zoeken naar het
straatje, dan heb je een pleintje,
weer een straatje, je gaat een
deur binnen en ineens sta je in
een prachtig theatexdje. Tijdens
de voorstellingen wordt de in
gang de boekenkast waar achter
in het Achterhuis de deur ver
borgen zat die naar het vei'blijf
van de ondei'duikers leidde."
Koen Schyvens heeft gekozen
voor een realistische vormge
ving in een prachtig décor van
Gerard van der Bliek. De scènes,
die zich afspelen in verschillen
de seizoenen, worden afgewis
seld door historisch videobeel
den, met daar achter de stem
van Anne Frank die uit haar
dagboek voorleest. „Een van de
laatste fragmenten heeft ze re
flecterend op de situatie ge
schreven. Dat doen meisjes van
vijftien nauwelijks. Maar door
de extreme omstandigheden is
ze vroeg volwassen geworden."
„De sleutel hoe we moesten om
gaan met dit stuk, hebben we
gevonden door een hele avond
Big Brother te spelen met de
acht bewoners van het Achter
huis. Eigenlijk vind ik het stuk,
dat klinkt heel oneerbiedig, een
soort Big Brother. We mogen als
publiek toch maar even naar
binnen kijken. Wat Big Brother
tot enigszins intei'essante tv
maakt, is dat het laat zien wat er
gebeuxt met mensen die opge
sloten zitten in een kleine ruim
te: ruzies, vex*veling, liefdes,
achterdocht. Bij Anne Frank
gebeuxi: dat precies zo. Door dat
uit te proberen, hebben we er
gewone mensen van kunnen
maken. De heiligheid is er een
beetje af gegaan."
Het slot van de voorstelling laat
de spelers niet onberoerd. „Ze
hebben er moeite mee. Ze zeg
gen allemaal dat ze stiknerveus
zijn voor dat ene lullige zinne
tje.Roelie van de Velde, die me
vrouw Van Daan speelt: „Ik
moet echt een beetje af kikken.
Als je je inleeft zoals je je moet
inleven, kom j e er niet zomaar
weer van los." Tandarts Dussel
wordt gestalte gegeven door
Freek Verdoes: „Op het moment
van de inval ben je met z'n allen
best emotioneel. Je weet dat het
komt, maar elke keer word je er
toch door verrast."
Otto Frank
Kees Baijens vindt het een eer
Otto Frank te spelen: „Omdat
het een historisch stuk is, doe je
veel meer aan voorondex-zoek.
We hebben het Anne Frankhuis
en een synagoge bezocht. Maar
ik heb niet geprobeerd op hem te
lijken." Voor Ellen Jongejan is
Margot Frank haar eerste rol,
maar als dramatherapeute
heeft zij de nodige ervaring met
toneelspelen: „Bij het repeteren
van de laatste scène kreeg ik wel
kippenvel, van oh, wat erg, dit is
iemand die echt heeft geleefd,
dit meegemaakt heeft en op een
heel nare manier is overleden."
De 17-jarige Escha Tanihatu
speelt de hoofdrol: „Ik vind het
heerlijk om een vervelende pu
ber uit te hangen. Het is natuur
lij k wel een meisj e van mij n leef-
tijd. Je denkt er over na dat ze
echt bestaan heeft. De eindscè-
ne geeft zelfs een beetje eng ge
voel. Als ik dan naar beneden
kom, tegen mijn vader zeg: Pim!
en hem vasthoud, ja, dan klopt
je hart heel snel. Vooral als ik
dan nog die laatste woorden
moet zeggen, dat is best moei
lijk."
Frans Doeleman
Het dagboek van Anne Frank gaat
zaterdag in première in het Minihea-
ter in Middelburg (20.30 uur) en
wordt daarna nog gespeeld tot en
met 5 mei.
Sanne van Rijn: „Een poëtisch stuk waarvoor de toeschouwer wel wat moeite moet doen."
foto Jaap de Boer/GPD
Naast de regionale, de nationale en de in
ternationale koers, wordt binnen ZT
Hollandia ook regelmatig een experimen
teel pad bewandelddat vooral naar de klei
nere theaters leidt. Een pad waarop Sanne
van R ij nperformance-kunstenares met een
voorliefde voor het minimale, zich erg
thuisvoelt. Na 'Zwanenmeer' komt ze nu
met Lachen/Huilen.
Eén scène, drie minuten. In wezen bestaat
Lachen/Huilen, het nieuwe stuk van de Am
sterdamse Sanne van Rijn voor ZT Hollan
dia, uit niet meer dan dat. Het verhaal van
die scène is ook al zo verteld. En mag ook
worden verklapt van de maakster: man (Ju-
da Goslinga) wil vrouw (Carola Arons) in
Chinees ï-estaurant ontmoeten om relatie te
x-edden; serveerster (Van Rijn zelf) doet
werk. Gespi'oken wordt er nauwelijks.
Toch wordt de toeschouwer straks niet al na
die drie minuten terug naar de garderobe
gestuui'd. Integendeel: de bewuste scène is
door Van Rijn eindeloos uitgerukt. Door de
verwerking van vertragingen, herhalingen
en lange stiltes is uiteindelijk een stuk van
ongeveer een uur en een kwartier ontstaan.
Van Rijn legt graag de link naar de almaar
voortjengelende Chinese muziek op de ach-
tergrond: „Het is net een planetarium. Het
géét maar door."
Het verhaal van Lachen/Huilen ziet Van
Rijn slechts als een bijzaak. „Dit stuk be
staat in feite alleen maar uit vorm. Het gaat
over tijd en over duur Er zijn ook geen per
sonages; alles speelt in het hier en nu. Het
Chinese restaurant heb ik puur als situatie
gekozen, omdat ik daar de ambiance daar
wel mooi vind."
Een taai stuk? Van Rijn: „Een poëtisch stuk.
De toeschouwer zal er wel wat moeite voor
moeten doen; hij moet zelf de betekenis
scheppen. Wij reiken enkel wat handvatten
aan. Als het goed is, zetten die bij het pu-
bliek een bepaalde ontwikkeling in gang."
Ziedaar het handelsmerk van Sanne van
Rijn (30). De Amsterdamse, in 2000 winna-
res van zowel de VSCD-mimepi-ijs als de
Aanmoedigingspi-ijs van de stad Amster
dam, zoekt met haar performance-stukken
steeds maximaal het minimale op, waarmee
ze haar publiek een enorme interpretatie
vrijheid geeft. Vanaf het derdejaar yanhaar
studie Beeld en Geluid aan de Hogeschool in
Den Haag (daarvoor studeerde ze ballet en
fotografie) begon ze al met het maken van
bewegingssolo's over doodgewone dingen:
het uittx-ekken van een bruidsjurk, om maar
iets te noemen.
Haar stukken zijn qua genre moeilijk te
classificeren - ze hebben van alles wel wat:
spel, dans, beweging en mime. Vandaar dat
ze steeds terugvalt op de term die ter aan
duiding van dit schemergebied in het leven
is geroepen: 'performance'. „Het komt
voox-al aan op zijn en doén, niet doen alsóf",
zegt Van Rijn. „Het is wat het is en je ziet wat
je ziet."
Recentelijk greep ze vooral de dans aan om
die gedachte uit te dragen. Van Rijn onder
wierp twee grote, klassieke balletten aan
een enorme uitkleding: eex-st 'La Sylphide
en James' (2000), en eerder dit seizoen 'Het
Zwanenmeer', gedanst en gespeeld door
tien bejaai'den van het Bossche verzor
gingstehuis De Grevelingen. Het ging haar
niet om de betekenis, maar om de 'achter
kant' van het ballet: de inspanningen, de
fouten, die stonden centraal.
Inspiratie put Van Rijn vooral uit het leven
van alledag. „Met name de kleine catastro
fes van het leven intex-esseren mij. Iemand
die tijdens het wachten zenuwachtig staat
te doen, bijvoorbeeld. Ik vjnd dat soort din
gen ook op het toneel veel interessanter om
te benutten dan grote liefdesi'elaties. Ik zie
daar veel meer humor en drama in. Want
wat je bedenkt, is altijd minder mooi dan
het toevallige."
Van Rijn vraagt weinig, maar daarmee ook
heel veel van haar spelers, zeker nu ze weer
is teruggevallen op professionals. „Dit vergt
een ander soort concentx-atie dan acteren,
waaraan ze gewend zijn", zegt ze. „Ze laten
zich niet zo snel dingen ontglippen, zoals de
bejaarden. Toch wil ik, net als in 'Zwanen
meer', pure mensen laten zien, geen ac-
teui's." Juda Goslinga, freelance acteur en
in 1997 onder andere afgestudeerd in de
richting performances aan de Amsterdamse
Kleinkunstacademie: „Je mag bij perfor-
mance nooit denken: 'het gaat lekker!Dan
verlies je meteen je natuurlijkheid. Je moet
een soort onnadenkendheid cx-eëren. Als dat
lukt, kun je bijna in de tijd gaan zitten."
Mark van Bergen
Lachen/Huilen van ZT Hollandia, in coproductie
met Plaza Futura Eindhoven. Regie: Sanne van
Rijn; spel: Carola Arons, Juda Goslinga en Sanne
van Rijn; 1 maart Breda, Chassé (tijdens festival
Cement); 8-9 maart Utrecht, Huis a/d Werf; 12-13
maart Rotterdam, Schouwburg; 19-20 maart Am
sterdam, Frascati 2; 27 maart Brugge, Cultureel
Centrum5 april Den Haag, Theater a/h S.yui.