Als het gevoel maar overkomt Rossini zingen, dat is pas moeilijk PZC Van donkerbruine kroeg naar deftige schouwburg Rapper Flip Kowlier Liam O'Flynnn Juan Diego Flórez 31 donderdag 28 februari 2002 De Vlaamse rapper Flip Kowlier: „De kerk heeft mij muzikaal gevormd." foto GPD Het blijft een bizar ver haal. 'Rapper van West-Vlaamse hiphopfor matie krijgt gitaar van vrou welijke fan in ruil voor een ticket van een optreden. De rapper gaat daarop sobere liedjes schrijven en ontvangt de Belgische Edison voor de beste popplaat van het 2001.' Het verhaal is bijna hele maal waar. Kowlier: „Het waren twee gitaren." De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Wie een cd maakt in het platte West- Vlaamse dialect pleegt normali ter commerciële zelfmoord. Toch schrijft de 25 jaar geleden als Philippe Cauwelier geboren zanger/muzikant het best in de taal waarmee hij opgroeide, het Izzegems. Dat het maar voor een select groepje Vlamingen goed te volgen is, maakt hem niet zo veel uit. „Als het gevoel maar overkomt", zegt Kowlier. Puur en eerlijk, zo klinkt de mu ziek van Kowlier, en dat zijn ook zijn teksten. En overkomen doen ze wel degelijk, want heel Vlaanderen eet inmiddels uit zijn handen. Tot zijn eigen stomme verbazing is de cd nu ook in Nederland verschenen en wacht hij met smart op de eerste negatieve recensie. Die is er nog altijd niet gekomen. „De verwondering over de taal is er altijd geweest. Ook toen ik daarin rapte bij 't Hof Van Com merce. Eerst nam men dat niet serieus en vond men dat om te lachen. Later werd het een soort gimmick en na de release van mijn soloplaat proef ik nu zelfs een vorm van bewondering. Ik merk appreciatie, ook buiten West-Vlaanderen. Ik heb het ge voel dat de mensen het sympa thiek vinden." Sympathiek is ook het feit dat Flip Kowlier alles dicht bij huis houdt. Zijn liedjes zijn geïnspi reerd op het leven van alledag. Flips leven. „Schrijf ik een lied je over mijn vrienden, ja, dan gaat dat ook over mijn vrien den." In Min Moaten noemt hij ze dan ook gewoon bij naam. „Ze bestaan echt, en ik zing er over. Nee, ik denk niet dat ze dat vervelend vinden. Als ik heel persoonlijk ben, tja, dan is het wat het is. Dan schrijf ik dat zo direct op. Ik ben Moe is ook zo ontstaan. Maar niet alles op de cd is even realistisch en per soonlijk. Moeder Lieve Moeder is zelfs helemaal niet persoon lijk. Dat is voor mij een soort spelen met de taal." Sober De toon van het hele album is sober en de titel Ocharme Ik past daar perfect bij. „Ik vond het eigenlijk wel grappig dat ik zo melancholiek, zo triestig be zig was. Ik wilde dat toch wel wat relativeren. Ik moest eraan denken dat die regel wel iets zou zijn voor Luc de Vos van Gorki, als die mij ooit zou imiteren: Och Arme Ik!" Als luisteraar moet je wellicht wat beter je best doen om alles te kunnen doorgronden maar het loont de moeite. Ook kun je al behoorlijk geraakt worden door de machtige melodieën die de cd rijk is, de veelzijdigheid aan stijlen die Kowlier aanroert en de pure liefde, waarmee de voornamelijk akoestische in strumenten zijn vastgelegd. Dat laatste is bewust met weinig mi crofoons gedaan. „Experimen teren met minder, daar kwam het op neer. Als groep samen spelen, ook in de studio. We wil den het effect bereiken wat Ed die Vedder van Pearl Jam ooit mooi verwoordde: 'We hebben niet alleen de instrumenten op genomen, maar ook de lucht daaromheen.' Zo hoor je de gi taar ook versterkt via de micro's die bij het drumstel opgesteld stonden. Dat is lastig voor de eindmix, maar dat moest dan maar. Het uiteindelijke effect is wel dat de luisteraar het idee krijgt dat hij pal naast de instru menten in dezelfde ruimte zit. Flip Kowlier maakt al meer dan de helft van zijn leven muziek. Dat begon in de fanfare van Iz- zegem. Flip achter de grote bas- trom. Die kon hij niet eens dra gen, die stond op een statief. Lang duurde dat avontuur niet. „Ik ben er nooit de baan mee op geweest. Ik zat toen net in mijn pubertijd en dat pak dat ik dan aan moest trekken vond ik hele maal niks." Zijn ouders waren niet al te ge fortuneerd. Maar hij had wel een elf jaar oudere broer die werkte en van dat zelf verdiende geld een synthesizer had ge kocht. Fl ip leende die regelma tig en speelde daarmee al op heel jonge leeftijd in een cover bandje. Daarna was het wach ten op het Katholieke Vormsel. „Niet dat ik zo gelovig was, maar ik deed mee omdat je die dag dan aan de hele familie geld kon vragen. Van dat geld heb ik mijn eerste Casio keyboard ge kocht. Zo kun je stellen dat het Katholieke geloof toch nog er gens goed voor is geweest. Het heeft mij dus letterlijk muzikaal gevormd." Later speelde Kowlier in een funkmetalband, met zanger Jan Leyers (ex Soulsister) in het commercieel geflopte My Velma en ging hij rappen in 't Hof van Commerce. Die crew is trou wens niet ontbonden, maar werkt momenteel aan een derde cd. Kowlier staat graag op een po dium. Het is zijn schreeuw om aandacht. Zijn manier om graag gezien te willen worden door mensen. „In het normale leven komt het daar niet van. Ik ben altijd heel rustig geweest, verle gen zelfs. Op het podium trans formeer je. In 't Hof stond ik voor het eerst echt vooraan en zocht ik de confrontatie met het publiek. Dat beviel me wel." Kowlier is geen einzelganger. Toch werkt hij graag alleen. Al kost het hem wel veel moeite om liedjes te maken. „Ik heb er ja ren over gedaan voor ik ontdek te, dat ik dat kon. En nog gaan er soms maanden voorbij voor er weer iets uitkomt. Maar soms is het er. Ineens. Ik sla dan twee akkoorden aan en meteen zijn er dan ook de eerste regels tekst en het begin van een melodie. Raar. Het zit dus blijkbaar wel alle maal al in mijn hoofd." De eigen cd beschouwt hij der halve als een overwinning op zichzelf. Twaalf van de dertien liedjes die hij klaar had, staan er op. Een persoonlijk statement. Van hem alleen, „Op een gege ven moment ontdek je, dat je er alleen voor staat in het leven. Dat is even schrikken. Vanaf de kleuterschool ben je lid van een groep. Naarmate je ouder wordt, zie j e steeds meer mensen afvallen omdat ze anders zijn, minder goed bij je passen. De groep waartoe je behoort, wordt steeds kleiner. Uiteindelijk denk je: dit zijn ze nu. Alle vier mijn vrienden. Tot je ook dan merkt: hé, die hebben het over mij .Tja, dan sta je er plots alleen voor. Een vreselijke gewaar wording. Mensen zijn bang om alleen te zijn. Het beste bewijs daarvan is volgens mij Big Bro ther. Die gasten komen daar al leen naar toe, maar na vier da gen al doen ze alsof ze vrienden voor het leven zijn en na een week zijn dat al koppels. Zijn die dan echt zo bang om daar honderd dagen alleen te zitten? Ik heb de eerste reeks in Vlaan deren zeker tachtig van de hon derd dagen gekeken. Het fasci neerde mij. Het was trouwens een gast van Izzegem die die reeks won. Er zijn nu dus twee beroemdheden in Izzegem", zegt hij lachend. Veel mensen vertellen Flip, dat hij met zijn cd een toon heeft ge zet. „Ze praten over de plaat alsof het een soort klassieker gaat worden. Mocht dat zo zijn, dan zou ik dat fantastisch vin den. Dat ze mijn plaat later ont houden, zou me heel gelukkig maken." Dat-meisje van die gitaren heeft hij trouwens nooit meer gezien. Willem Jongeneelen Tour van Flip Kowlier door Neder land (selectie): 28/3 Rotown Rotterdam 5/4 Para Breda 23/7 Festival Bladel Liam O'Flynn zit dit jaar pre cies drie decennia in het vak. In 1972 begon hij zijn carri ère in de legendarische groep Planxty en anno 2002 is hij uit gegroeid tot een van de meest markante folkmuzikanten van Ierland. O'Flynns specialiteit is de zogenaamde uillean pipes, de Ierse variant van de doedelzak en daarmee heeft hij zich in de loop der jaren op heel wat paden begeven die afwijken van de traditionele volksmuziek. Zo nam O'Flynn onder andere met het Iers Kamer Orkest complete klassieke symfonieën op en daarmee sloeg hij een brug tus sen de donkerbruine kroeg en de deftige schouwburg. Maar ook in de popwereld heeft de naam Liam O'Flynn bepaald geen on bekende klank. In de loop der jaren dook hij de studio in met onder anderen Mark Knopfler, Kate Bush, de Everly Brothers, Mike Oldfield, Emmylou Harris en Enya. Re centelijk werkte O'Flynn samen met de dichter Seamus Heaney in een project van gesproken woord en muziek en dat trok zo wel in Ierland als in Amerika uitverkochte zalen. Binnenkort komt Liam O'Flynn met zijn band voor een uitge breide tournee naar Nederland. „Ik vraag me nog wel eens af hoe mijn leven gelopen zou zijn als ik destijds naar mijn vader ge luisterd had. Hij was hoofdon derwijzer van de basisschool in ons dorp en wilde dat ik hem zou opvolgen. Als ik dat gedaan had, was mijn leven in ieder ge val heel wat minder avontuur lijk geweest", glimlacht O'F lynn. „In mijn jeugd was het ook niet zo gebruikelijk om de uil lean pipes te bespelen. Laat staan er de kost mee te verdie nen. Daar kon ik als jongen al leen maar van dromen. Achteraf ben ik nog steeds blijdat ik des tijds de stap heb durven nemen om muzikant te worden, want daardoor heb ik zoveel van de wereld kunnen zien en onge looflijk veel interessante men sen ontmoet." „Toen ik als jongetje van elf voor het eerst het geluid van de uillean pipes hoorde, was ik me teen verkocht", vervolgt O'F- lynn. „Ik was diep onder de indruk van dat geluid: een stil verlangen naar iets onbe stemds. Het geluid had iets droevigs, maar op een manier dat je er ook vrolijk van werd. Ik had het geluk, dat er in mijn om geving verschillende mensen waren die de pipes goed onder de knie hadden, dus ik kon me geen betere leermeesters wen sen." De jonge Liam bleef naast zijn liefde voor de traditionele mu ziek van zijn land ook een open oor houden voor pop. „Vooral The Beatles spraken me aan. Toen ik een stuk ouder was, kwam ik elke zaterdagavond met een stel vrienden bijeen in een flat in Dublin en dan speel den we alleen maar nummers van The Beatles. Maar dat de den we dan wel met akoestische f olkmuziekinstrumenten. Liam O'Flynn was 24 toen hij deel uit ging maken van Planx ty, een groep die in de ontwikke ling van de Ierse folk een belangrijke sleutelpositie zou blijken te hebben. „Ik was toen onderwijzer aan een lagere school, maar de muziek van Planxty sloeg zo aan, dat we binnen drie maanden al beroeps waren. En sindsdien heb ik nooit meer voor de klas hoeven staan. Ik wist natuurlijk dat Planxty niet het eeuwige leven zou hebben, maar ik had er ver trouwen in dat ik het als muzi kant zou redden. Al heb ik het me niet gemakkelijk gemaakt, want de soort muziek die ik speel, hoor je nou eenmaal wei nig op de radio, laat staan dat ik er hits mee scoor. Maar het is ook nooit mijn bedoeling geweest om rijk van muziek te worden. Als ik morgen miljonair zou worden door de lotto te winnen, dan ging ik gewoon verder met musiceren. Als ik niet meer de uillean pipes kan bespelen, zou ik het gevoel krijgen dat mijn luchttoevoer is afgesneden. Spelen op dat ding is een ele mentaire levensbehoefte voor mij geworden." Liam O'Flynn is de inspiratie nooit verloren om nieuwe din gen op z'n instrument te doen. „Zeg maar dat ik in muzikaal opzicht verschrikkelijk nieuws gierig ben. En ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot men sen met muzikale achtergron den uit andere landen, want van hen kan ik iets nieuws opsteken. Vaak ontdek ik wonderbaarlij ke overeenkomsten tussen de traditionele muziek van hun land en die van het mijne. De lijst van mensen die mij de oor spronkelijke liedjes van hun land uit de eerste hand doorga ven, is eindeloos lang. En ik heb hen iets uit de eerste hand terug kunnen geven. Dat heeft ervoor gezorgd dat mijn muziek hele diepe wortels heeft. En vooral in deze tijd is dat een verworven heid. Want tegenwoordig moet alles snel, snel. Alle behoeften moeten razendsnel bevredigd worden. Het hele muzikale en culturele landschap verandert met de dag. En dan maakt het je sterk als je weet dat je zelf iets hebt wat diepgeworteld is. Dat geeft zekerheid en is een rust punt." Harry de Jong Liam O'Flynn en zijn Pipers Call Band: 1 maart: Schmiwburg De Maagd, Bergen op Zoom 9 maart: Stadsschouwburg, Middel burg Liam O'Flynn: ..nog altijd op zoek naar avontuurfoto GPD Tenor Juan Diego Flórez: „Zolang je de perefctie niet hebt bereikt, is ergeen enkele reden om je te gedragen als een ster." foto GPD Eigenlijk wilde hij ooit carrière maken als popzan ger, maar nu is hij de grote belofte van de opera: Juan Diego Flórez. „Ikheb me laten verleiden door de klassieke muziek", zegt de Peruaan bescheiden. Dat klopt stellig. Getuige zijn pas verschenen debuut-cd met Rossini-aria's heeft hij zich met zijn jonge lenige lyrische tenor volledig aan zijn passie overgegeven. Flórez is een van die zangers die moeiteloos de meest virtuoze aria's uit de mouw schudt. De hoge c's rollen als het moet zijn keel uit. Neem nou 'Ah mes amis' uit La fille du régiment' van Donizetti. „Moeilijk? Valt wel mee. Maar Rossini zingen, dat is pas écht moei lijk." Vandaar dat zijn eerste solo-cd vol staat met te noraria's van. Rossini. Een huzarenstuk als visite kaartje. Toch is hij allesbehalve een bravoure-achtig type. Geen moment beantwoordt hij aan het beeld van 'de typische tenor' die zichzelf graag manifesteert. „Dat gedrag zie je bij alle zangers die denken dat ze gearri veerd zijn. Maar wanneer kun je als zanger zeggen dat je 'er bent'. Zolang je de perfectie niet hebt bereikt, is er geen enkele reden om je te gedragen als een ster. Normaal doen is dan ook veel beter voor jezelf." In Peru was zijn vader een populair zanger. En zelf wilde hij ook die kant op, hij zong zelfs al in een pop groep. Maar omdat hij wilde weten hoe zijn stem functioneerde, besloot hij naar het conservatorium te gaan. „Maar al gauw leerde ik daar de klassieke mu ziek kennen en de opera, ik heb me daar laten verlei den. Ik voelde me als zanger groeien, aanvankelijk in het koor met Bach, Beethoven en Mozart. Tot ze ont dekten dat ik heel goed opera zou kunnen zingen." Maar Peru heeft geen operaculutuur. „Hooguit drie keer per jaar kun je daar een voorstelling zien." Er viel daar dus verder weinig voor hem te lerenZij n do cent adviseerde hem naar Amerika te gaan. „We ver kochten de auto van mijn moeder en met dat geld kon ik naar Philadelphia reizen om auditie te doen voor het Curtis Insitiuut. Ik werd aangenomen en kreeg een beurs." Een goede investering, want het ging ook daar, sinds zijn aankomst in 1993, al snel goed. „Ik heb daar al veel opera gezongen en acteerlessen ge- volgd. Dat was hard nodig, want in het begin bewoog ik op het toneel beslist nogal stijf. Maar het meeste leer je uiteindelijk toch op het toneel, samen met een goede regisseur kom je dan heel ver. Tenminste als ik mag afgaan op de reacties van het publiek." En zo maakte hij ook al heel snel zijn debuut op het Rossini Opera Festival van 1996 in het Italiaanse Pesaro. Daar viel hij op bij Riccardo Muti. „Hij voeg me daarna een tenor te komen vervangen bij de 'Ar- mide' van Gluck. Eén belangrijke voorstelling, de sei zoensopening." Zijn eerste solo-cd laat een mooie le nige stem horen, maar eerder al was hij 'te gast' op een cd met cantates van Rossini, samen met Cecilia Bart- oli. Dirigent: Riccardo Chailly. „Hij adoreert Rossini, het is geweldig zoals hij de intensiteit van die muziek gebruikt. En voorzangers is hij een zegen, iemand die je geweldig kan stimuleren." Nog maar amper begonnen en dan al meteen op een cd met Bartoli. Leuke samenwerking? Flórez lacht en zegt: „Het was natuurlijk maar een cd-opname. We hebben onze partijen los van elkaar opgenomen, dus we hebben nog niet samen gezongen." Wat niet weg neemt dat hij graag nog eens met haar zou willen op treden. Haar carrière ziet hij bovendien als een voor beeld. Prachtig zoals zij nu steeds weer onbekend repertoire ontdekt. En helemaal passend bij haar stem. Eerst die cd met Vivaldi en pas nog weer Gluck. Zo zou ik in de toekomst ook willen werken: onbe kend repertoire ontdekken en opnemen." Maar zijn stem is dan ook gemaakt voor dergelijk vir tuoos en toch inhoudelijk interessant werk. Net als voor Bellini en Donizetti. Een stem van het type Pa- varotti. En daar denkt hij het nog wel even mee vol te houden. „Repertoiregenoeg: Handel, Mozart,Haydn, Pasiello. Het lijkt erg veel allemaal, maar het is voor mij dan ook allemaal nog zo nieuw." En eigenlijk zou hij alleen al met Rossini behoorlijk voort kunnen. „Zijn stijl zie je voortdurend veranderen. Steeds be denkt hij weer andere aanpak." Hans Visser Juan Diego Flórez, Rossini aria's. Orchestra Sinfonica di Milano Giuseppe Verdi o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 470 024-2.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 31