Suriname, niet meer of minder Het ene verkeerde been volgt op het andere Bij tijd en wijle piekt het haar van de heldinnen Annette de Vries Nachoem Wijnberg Roos Verlinden donderdag 28 februari 2002 Annette de Vries: „Ik heb een boek willen schrijven over de effecten van de geschiedenis op mensen." foto Phil Nijhuis/GPD Op een bepaald moment onder het schrijven begon het boek terug te pra ten. Toen wist ik dat ik goed zat, zegt Annette de Vries (1954). Met haar debuut Scheurbuik, dat zich af speelt in Suriname, schreef ze een kleurrijke roman over verlies en afscheid. ,,Het duurde heel lang voor ik al die verschillende deeltjes waar ik uit besta een plek had gegeven." Voor haar op tafel ligt, zo lijkt het, een oud kinderboek. Ge bonden en op het oog zo oud dat titel en auteur op de geribbelde rug van een afstandje niet te le zen zijn. Staat er überhaupt wel iets op? Zijn de woorden soms weggesleten? Annette de Vries legt er steeds even haar handen op. Liefdevol en koesterend, want bovenop het oude kinder boek ligt haar eerste roman: Scheurbuik. Ze heeft net het eerste exemplaar in handen ge kregen en goedkeurend de om slagfoto bekeken. „Ik ben een late debutante", zegt ze. Annette de Vries is 47. Haar vader is Surinaams, haar moeder Nederlands. Tot haar vijftiende woonde ze met haar ouders in Suriname. Cruciale jaren voor haar boek. „Toen ik met schrijven begon, wilde ik mijn herinneringen aan Surina me op papier zetten. Herinne ringen niet als anekdote, want het is geen autobiografisch boek. En niet vanuit het per spectief maar wel met de ogen van een kind. De opmerkzaam heid van een kind zit in deze herinneringen verwerkt. Ik denk bijvoorbeeld dat volwas sen mensen niet zo nadrukkelijk naar de natuur kijken als de ver teller in mijn boek dat doet." Scheurbuik is een warmbloedi ge roman over het wel en wee van Lucia Mac Nack, een actrice die terugkeert naar Suriname om haar goede vriend en oud buurjongen Miquel Del Prado bij te staan. De homoseksuele Miquel heeft een ernstige ziek te. Hij heeft nog maar kort te le ven. Lucia's komst heeft op het rustige bestaan van de familie Del Prado het effect van een steen in een vijver. Ze sluit vriendschap met Miquels geslo ten zus Carmen en knoopt een heftige relatie aan met zijn rok- kenjagende broer Pedro. Mooie rollen, om het zo uit te drukken, zijn er ook voor oom Ferdinand en een mysterieuze oude vrouw die rondwaart en van wie Annette de Vries in het midden laat of ze echt bestaat of slechts een fantoom is. „Dat moet de lezer zelf bepalen", zegt ze. Wellicht interessant in dit verband: vroeger verzamelde Annette de Vries spookverha len. „Ik kende er wel duizend. In Suriname zijn ze gek op spook verhalen." Het is Ferdinand die de raadsel achtige vrouw als eerste ont waart, op de ochtend nadat de doodzieke Miquel Lucia per brief heeft gevraagd naar Suri name te komen. Hij ziet hoe de vrouw het erf aanveegt. De be tekenis is duidelijk: er komt een belangrijke gast. De pregnante geuren en kleuren van de tro pen, de beeldende taal, de per sonages van vlees en ruisend bloed, de vegende vrouw; de on grijpbare spanning die over het boek ligt, roept zowaar De stille kracht in herinnering. „De naam Couperus heb ik al vaker horen vallen." Eigenlijk is ze actrice. Van ac teurs van het Werktheater leer de ze op de toneelschool impro viseren. Moest ze op afroep een eenzame oude vrouw spelen, al leen ineen kamer met plant. „Zo leer je je diep in te leven in men sen. Daar heb ik voor mijn boek dus veel aan gehad, vandaar dat het allemaal mensen van vlees en bloed zijn geworden." Acte ren vond ze prachtig, maar op treden niet. Ze werd docente drama en ging radioprogram ma's maken voor andere de We reldomroep en Radio Stad Am sterdam. „Ik wilde altijd al schrijfster worden. Maar gezien het onderwerp moest ik eerst meer levenservaring hebben. Het duurde heel lang voor ik al die verschillende deeltjes waar ik uit besta een plek had gege ven." In 1995 schreef ze de eerste ze ven hoofdstukken. In een perio de dat ze tussen twee banen zat. Haar nieuwe job slokte haar vervolgens zo op dat het boek bleef liggen. „Ik heb in die tijd geld opzij gezet. De afgelopen twee jaar heb ik van dat spaar geld geleefd. Ik was toen 45. Ik moest het afmaken, anders werd het te laat." Scheurbuik gaat over onthechting en ont worteling, over verlies en gemis. De vier hoofdpersonages - 'De viermensen waar ik uit besta' - krijgen elk te maken met verlies en afscheid. De Vries laat zien hoe ieder dit op geheel eigen wijze verwerkt. „Miquel gaat er het beste mee om. Die neemt het op zich. Hij is daarom wel erg eenzaam, maar hij leeft het leven helemaal tot in de kern. Verwerken, hante ren, je doet het zoals je het doet. Miquel is als jongkind, doorzijn geaardheid, al geconfronteerd met het feit dat hij eruit lag. Hij heeft daardoor veel geleerd. Uiteindelijk kan hij het aan, ter wijl hij dacht van niet." Belangrijk in de roman is de on derlaag: niets meer of minder dan de geschiedenis van Suri name. „Suriname was een groot stuk land met een aantal India nen. Vanaf 1660 ongeveer heb ben Nederlanders daar mensen uit allerlei windrichtingen naar toe gebracht. Iedereen die er nu woont, is er op zo'n schip heen gebracht. Suriname is een land waaraan ontworteling en ver waarlozing aan de basis lagen. Ik heb een boek willen schiij ven over de effecten van de geschie denis op mensen." Lucia is naar Nederland ver huisd. Ze is succesvol, maar ze heeft bindingsangst en is onze ker. „Landverhuizen is een van de ingewikkeldste dingen die je kunt doen en ook een van de meest verrijkende, denk ik. Als het je lukt te overleven. Je moet het niet doen zoals Lucia, die zich compleet overgeeft aan het nieuwe land, en ook niet zoals anderen die zich opsluiten in de Bijlmer. Dat zijn geen vruchtba re oplossingen." „Het is ingewikkeld. Je bent op gevoed in je eigen land met het idee dat je omgeving de hele waarheid is, de hele werkelijk heid. Bij landverhuizing komt dan de grote schrik. Er was niet één waarheid, niet één werke lijkheid. Er zijn er veel meer. Als je daar bovenuit weet te groeien, ontdek je dat er geen absolute waarheden zijn, dat andere ma nieren van leven niet per defini tie minder zijn, niet slechter, niet beter." Dat heeft, zo vervolgt ze, conse quenties voor integratie en assi milatie. „Ik geloof dat je als samenleving moet eisen dat ie dereen zich aan de regels houdt. Klaar af. We hebben een wet boek en plichten en rechten. Daar heb je je aan te houden. Daarnaast heb je een groot ge bied over voor je persoonlijke leven. Een gebied waar je vrij bent. Die vrijheid moet je wel nemen ook. Zo lang we ons aan de regels houden, is iedereen vrij om te zijn wie hij is." „Ik vind dat het probleem nu te nadrukkelijk bij de allochtonen wordt gelegd. Het overgrote deel van de allochtonen doet het heel goed. We moeten ons niet blindstaren op Marokkaanse en Antilliaanse jongetjes. We moe ten niet ons hele beleid daar op afstemmen. Nederland zou meer oog moeten hebben voor het feit dat er van beide zijden iets moet gebeuren." Aan het eind van het boek keert Lucia terug naar Nederland. „Nee, ik heb er geen moment over gedacht haar niet terug te laten gaan. In Suriname blijven zou een te simpele oplossing zijn geweest. Zij aardt daar net zo slecht als hier. Het is haar lot. Miquel geeft haar een goed ad vies: trek je niet zo veel aan van je omgeving." Theo Hakkert Annette de Vries: Scheurbuik. Ro man - Uitgeverij Atlas, 319 pag., 18,50. eeuwse schrijvers, militairen, wetenschappers en ontdek kingsreizigers. Laat u niet mis leiden: Wijnberg speelt een hoogst oneerbiedig spelletje met hen. Maar grappig, dat ze ker. Het geheim van Wijnberg schuilt in zijn tot op grote hoog te ontwikkelde gevoel voor het bizarre. Hoe onlogischer hoe moofer. Zowel op zinsniveau als breder. Een stukje vreemde dialoog: 'Ik kan mij dat niet zo goed voor stellen. Hoe is Nicolai?' 'Als hij oud wordt mag hij naar een mi litair bejaax-denhuis.' 'Is hij bang om oud te worden?' 'Hij is niet bang want als hij oud wordt l mag hij naar een militair be- j j aardenhuis.' Ergens in het boek, het maakt niet uit waar, gebruikt een man als kladpapier speciaal ge schept briefpapier met een on gewoon brede rouwrand, dat zijn vader hem cadeau heeft ge daan. Voorafgaand aan een bal knipt hij een haarlok af die hij vouwt in zo'n blad rouwpapier en in zijn broekzak steekt. Haarlok noch briefpapier met rouwrand komen verder nog 1 voor in deroman. Voor logici en lezers die beteke nis eisen is het proza van Nachoem Wijnberg niet zo ge schikt. Wel voor wie van een on gebreidelde fantasie houdt, die op papier gevangen wordt in ui terst sobere bewoordingen. Margot Engelen Nachoem Wijnberg: Politiek en lief de - Uitgeverij Contact, 237 pag., 19,75. proza Cornells le Mair: Vanitas. Cor- nelis le Mair (1944) studeerde op 1 24-jarige leeftijd cum laude af j in portret- en figuurschilderen aan de Academie voor Schone I Kunsten in Antwerpen. Onder de Nederlandse realisten neemt I hij door zijn traditioneel-am- bachtelijke werkwijze een aparte positie in. Zijn romande buut Vanitas gaat over de jonge 1 kunstschilder Caspar Leestram ge. Tegen het 'ludieke' decor van 1 de jaren zestig komt Caspar door zijn kunstzinnige en mor bide passies in zowel sprookjes achtige als precaire situaties terecht. Speurend op begraaf plaatsen naar materiaal voor zijn anatomische studies ont- moet hij een meisje in wie hij het ideaalbeeld ziet van zijn streven naar het ultieme portret van de vrouwelijke schoonheid. Uitge verij In de Knipscheer, 536 blz.: €22,50. De hellende kracht van litera7 tuur. Tien essays over Neder lands en Suid-Afrikaans oorT logsproza, onder redactie van Chris van der Mei*we en Rolf Wolfswinkel. De tien bijdragen f zijn bewerkingen van lezingen die wex'den gehouden op een symposium aan de Univei'siteit van Kaapstad en zijn in dit boek gepubliceex-d in de taal waarin l ze oox'spronkelijk wei'den ge schreven, waai'bij voor de Ne derlandse lezer het Afx'ikaans is geannoteei'd en voor de Afri- kaanstaligen het Nedexdands. j Met verwijzing naar het werk van Afrikaanse en Nederlandse j schrijvex-s wordt in De hellende i kracht van literatuur gekeken I in hoeverre literatuur een he- lende functie kan hebben en kan 1 helpen bij het veiwerken van ooxiogstrauma's. Uitgeverij In de Knipscheer, 224 blz., €15,75. Critici proberen al jaren om betekenis te vinden in de x'o- mans van Nachoem Wijnberg. Tevergeefs. Toch wordt hij alge meen erkend als een belang wekkend auteui'. Wat is het ge heim van Nachoem Wijnberg? In een uitvoerige x-ecensie in NRC Handelsblad bestempelde Elsbeth Etty Wijnbergs eerste roman Landschapsseks uitein delijk als volgt: 'Landschaps seks ontbeeii structuur, plot, gelaagdheid, karaktertekening, er zit geen ontwikkeling in het verhaal, er is geen verhaal.'Tom van Deel concludeerde in Trouw met betrekking tot De joden: 'Wat de inzet van deze roman is bleef voor mij verborgen, zoals ook de keuze der personages, de omstandigheden waarin ze ver keren en de dingen die ze zeg gen, geen beeld opleverden van waar het allemaal om draait.' Over de derde roman van Wijn berg, die ook acht dichtbundels op zijn naam heeft staan, kan in dezelfde bewoordingen gespro ken worden. Desondanks intri geert het boek Politiek en liefde de lezer. Het gebrek aan samen hang, de voortdux-ende sugges tie van betekenis en de onoitho- doxe aanpak houden de lezer bij elk hoofdstuk op zijn qui-vive, om tenslotte toch tot een akelig gevoel van teleurstelling te lei den. In Politiek en liefde is in Nedei*- land de dienstplicht weer inge voerd en vertrekken een paar vxienden naar Afrika, waar in een niet nader genoemd land een vreselijke ziekte is uitgebro ken en een burgei-ooilog dx-eigt. De ziekte doet natuurlijk on middellijk denken aan aids, maar de verschijnselen zijn zo anders en divers dat geen dia gnose past, en mensen kunnen er wel twee- of driehonderd jaar oud mee worden. Tegelijkertijd wordt in het Haagse Vredespaleis een nieu we rechtbank opgericht, die associaties wekt met het Joego- slavië-tribixnaal, maar ten on rechte; de rechters worden er gezeten in faixteuils rondgedra gen door bij het arbeidsbureau geronselde Afrikanen, met of zonder v ex-blij fsverguruiing. De invasie op een Afrikaans strand ontaax-dt in een ox'dinaix-e bier- race, en hoe dan ook heeft geen mens enig idee van wat er ge beuren moet. De xnissie wordt dan ook abrupt, en voox-dat ie mand ook maar een Afrikaan gezien heeft, afgeblazen. De sol daten remigreren, de rechtbank wordt ontbonden, de dienst plicht weer afgeschaft, en een paar mensen treden spontaan in het huwelijk. Dan is het boek uit. Na verbeten speuren naar een interpretatie springt er één mo tief naar vox-en dat met enige re gelmaat voorkomt. Dat is cle slavenkwestie. De rechtbank in Den Haag herinnert aan koloni- ale manieren, en ook in Afrika wordt gedurig nagedacht over de rol van het slavenwexven voor een politieke machthebber. Enkele citaten van beroemde geschiedenistheox-etiei over sla vernij en macht geven het mo tief enig gewicht, maar nog geen handen en voeten. 'Lincoln was misschien nog wel een betere genex-aal dan Vincent van Gogh', luidt een van de merk waardige stellingen. Wijnberg lezen is hetzelfde als van het ene verkeerde been op het andere te worden gezet. De achterflap van Politiek en liefde vermeldt dat het boek is ge schreven in eerbiedige navol ging van grote negentiende- Nachoem Wijnberg foto Roeland Fossen Ze had er genoeg van. Altijd zijn de vrou wen in romannetjes jong en bloedmooi, met amandelvormige ogen, weelderig haar en volle lippen, maar Roos Verlinden (54) uit Kolhorn (Noord-Holland) wilde wel eens een liefdesverhaal lezen over veertigers en vijftigers. „Want die worden ook vexiiefd." Verlinden besloot om zelf liefdeslectuur te gaan schrijven. Haar heldinnen zijn meestal i-ond de vijftig, hebben cellulitis en een seksleven. Vier boeken werden uitgegeven door uitgeverij Gottmer. Het vijfde komt deze zomer uit, nummer zes staat op stapel. Ze zegt fel:Vrouwen worden tegenwoordig ouder dan ooit. Met een beetje geluk word je ver in de tachtig. Dan is het toch te gek dat je na je 45-ste nooit meer verliefd zou kunnen worden? Vxx>eger bleef je misschien alleen na een scheiding of na het overlijden van je echtgenoot, maar nu niet meer." De hoofdpersonen in de romans van Roos Verlinden zijn hier en daar een tikkeltje mollig en ook de mannen ontwikkelen soms een buikje, maar dat staat de liefde niet in de weg. Na de nodige perikelen gaan de gelief den steevast samen verdex'. Verlinden schrijft lectuur, beaamt ze. „Luchthaitige boeken, die goed aflopen." De schrijfster, vergenoegd: „En zo hoort het ook. Al die verhalen over marrnen die er vandoor gaan met jonge meisjes, kloppen niet hoox: Het gros wil gewoon een leeftijdsgenoot." Zelf was ze nog geen dexlig toen ze scheidde. Ze bouwde een nieuw bestaan op en kreeg een andex-e vriendenki'ing. „Want na een scheiding verlies je veel mensen, of je nu wilt of niet." Later trouwde ze met haar huidige Roos Verlinden: „Een boekschrijven isnetalshet breien van een kabeltrui, maar het lukt." echtgenoot, maar het besef bleef dat ze niet de enige was die een tweede leven was be gonnen. Waaroxn las ze daar nooit iets over in romannetjes? Roos Verlinden was jarenlang fysiothera peute en begon na haar scheiding met het schrijven en herschrijven van medische en pai-amedische teksten. In haar vrije tijd las ze literatuur en thrillers. Dat veranderde toen ze tijdelijk 'in de knoei zat'. Ze kreeg behoefte aan lectuur, aan lichtere kost. Met een ax-mzwaai naar haar boekenkast: „Ik las vogelboeken, en naslagwerken over bloemetjes, maar na een tijdje had ik ookzin in luchtige romans. In boeken waarin men sen verliefd worden." Ze spreidt haar ar men: „En weet je wat? Die waren er niet. Ja, ik las Engelse boeken. Maar ik wilde ook wel eens een Nederlands liefdesverhaal le zen dat zich afspeelt in de polder, of op Texel." Peter van Straaten verrichtte baanbrekend werk, vindtze, met zijn verhalen over Agnes in Vrij Nederland. En in de damesbladen staan feuilletons over 'Sanne' of 'Anne- Wil', 'maar daar zit veel tragiek in'. Daar had Verlinden geen zin in. Ze wilde lekker wegdromen, dus schreef ze haar eigen boek. In Ja duizendmaal ja vindt een veertigster nieuw geluk in de armen van een plastisch chirurg. Verlinden liet het manuscript lezen aan tien vriendinnen, en begon 'als de sodemieter' aan een tweede boek, omdat ze bang was dat ze anders niet verder durfde te schrijven. „Dat manuscript was toch een kindje van me en ik vx-eesde dat ze het een lelijk kindje zouden vinden." Na bemoedigend commentaar van de eerste lezer-essen, stuurde ze haar pennenvruchten naar vex'schillende uitgevers. Uitgeverij Gottmer reageerde positief. Inmiddels wei'kt ze aan haar zesde boek. Daarin gaan vier vrouwelijke directeuren van grote on- dei*nemingen op zoek naar een levenspart ner. Vertinden: „Hun werk pakken ze alle vier deskundig aan, maar het zoeken naar een man doen ze op de bonnef ooiSamen be sluiten ze dat daar maar eens verandering in moet komen." Het is een ingewikkeld boek, beaamt ze. Verschillende verhaallijnen lo pen door elkaar. „Het is net als het breien van een kabelti'ui, maar het lukt." O ja, knikt ze. Ze zou best een personage uit een van haar eigen romans willen zijn. „Maar zo mooi als in mijn boeken is het le ven natuurlijk niet." Al doet ze er alles aan om het verhaal er niet te perfect uit te laten zien. Haar heldinnen hebben weliswaar leuke banen, maar maken ook de wc schoon. Ze zijn ongesteld, soms chagrijnig en hun haar piekt bij tijd en wijle. Ze maken zich zelfs zorgen om seksueel overdraagbare aandoeningen. „Vijftigers van nu zijn niet opgegroeid met condooms en zo", zegt Verlinden. „Daarom schrijf ik ook over de gêne tijdens een eerste vx-ijpax'- tij, als de condoom vx-aag moet worden ge steld." In Liefde op Texel, Verlindens' derde boek, rennen dé hoofdpex-sonen vlak voor slui tingstijd een dx-ogist binnen om nog gauw een pakje rubbers te kunnen kopen. Verlin den, mild: „Die weten natuurlijk niet dat in elk café een condoomautomaat hangt." Ze wil met haar boeken haar lezeressen een hart onder de riem steken. „Allereerst wil ik ze ontspanning bieden, maar ik wil ook la ten zien dat je iets van je leven kunt maken." Want vijftigers van nu, zitten in een over gangsgeneratie, zegt ze. „Veel vi'ouwen heb ben zich altijd geschikt naar hun man. Als je dan plotseling alleen komt te staan, moet je het naar eigen inzicht zien te x-ooien en dat valt niet mee." In Vrouw voordewind gaat de gescheiden heldin alleen met haar zeiljacht het IJssel- meer op. Altijd was haar man kapitein, nu neemt ze zelf het roer in handen. Verlinden: „Ze denkt: als ik dat dux-f, dan durf ik ook andere dingen." En natuurlijk gaat het goed. Vrouwen kunnen meer dan ze zelf denken, vindt de schx-ijfster. „Mijn schoonzusje is, geïnspireei-d door dat boek, met andere vrouwen gaan varen. Al tijd stond mijn broer aan het roer, nu zeilt ze ook zelf." Glimmend: „Mooi toch? Dat is mijn boodschap; durf nieuwe dingen te doen. Laat je ixifecteren door het verhaal. Mijn boeken zijn liefdesvex-haaltjes, maar een soort bruikbaar feminisme zit er wel in." Want, met name oudere vx-ouwen halen zich zelf veel te veel naar beneden, vindt de ro- manschrijfster. Ze zijn gefixeex-d op jeugdi ge schoorxheid, tex-wijl ze ook trots zouden kunnen zijn op hun 'eigenheid'. „Een vrien din van mij is op haar 72,-ste geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland. Haar man wilde daar i nooit naartoe, tot zijn dood had ze zelfs I nooit gevlogen, maar na zijn ovexdijden is ze j haar eigen leven gaan leiden. Ze is als een gek Engels gaan leren, en woont nu nog in Nieuw-Zeeland." Ze vindt het een inspirerend voorbeeld, zegt Verlinden. En ze kan nog lang vooruit. I „Mijn heldinnen groeien waarschijnlijk met me mee.Want waarom zoxx ze niets ver- zinnen over zestigex-s of zeventigers? „Vroe ger px-aatte je niet over ouderen en verliefd- I heden of seks. Dat was smerig." Nu is dat anders, al zijn er altijd nog mensen die haar boeken 'rommel' vinden. Laatst ontmoette ze op een feestje een man die riep dat „die rotzooi van haar" er bij hem niet in kwam. Laconiek: „Nou ja, dat was een man. En ik schx-ijf niet voor mannen." Schalks: „Hij wist trouwens wel waarover hij praatte, hij had alles gelezen." Ze geniet van het schrijven. „Ik ga door tot ik er bij neerval." En misschien waagt ze zichzelf ooit aan een literaire roman, zegt ze voorzichtig, om zichzelf meteen daarna weer tegen te spreken. Want het is geen hei lig moeten, een echte roman. „Ik kijk niet I neer op wat ik nu doe. Soms merk ik dat mensen vinden dat ik nu maar eens sex-ieus aan de slag moet, maar ik schx-ijf gewoon lekkere boeken voor vrouwen die zin heb ben in iets luchtigs." Even kijkt ze naar bui- ten, dan zegt ze bijna dwars: „Ik ben een stijfkop, ga lekker doox-." Jantien de Boer De boeken van Roos Verlinden zijn verschenen bijj Uitgeverij Gottmer.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 26