Suriname, niet meer of minder
Het ene verkeerde been
volgt op het andere
Bij tijd en wijle piekt het haar van de heldinnen
Annette
de Vries
Nachoem
Wijnberg
Roos Verlinden
donderdag 28 februari 2002
Annette de Vries: „Ik heb een boek willen schrijven over de effecten van de geschiedenis op mensen." foto Phil Nijhuis/GPD
Op een bepaald moment
onder het schrijven
begon het boek terug te pra
ten. Toen wist ik dat ik goed
zat, zegt Annette de Vries
(1954). Met haar debuut
Scheurbuik, dat zich af
speelt in Suriname, schreef
ze een kleurrijke roman over
verlies en afscheid. ,,Het
duurde heel lang voor ik al
die verschillende deeltjes
waar ik uit besta een plek
had gegeven."
Voor haar op tafel ligt, zo lijkt
het, een oud kinderboek. Ge
bonden en op het oog zo oud dat
titel en auteur op de geribbelde
rug van een afstandje niet te le
zen zijn. Staat er überhaupt wel
iets op? Zijn de woorden soms
weggesleten? Annette de Vries
legt er steeds even haar handen
op. Liefdevol en koesterend,
want bovenop het oude kinder
boek ligt haar eerste roman:
Scheurbuik. Ze heeft net het
eerste exemplaar in handen ge
kregen en goedkeurend de om
slagfoto bekeken.
„Ik ben een late debutante",
zegt ze. Annette de Vries is 47.
Haar vader is Surinaams, haar
moeder Nederlands. Tot haar
vijftiende woonde ze met haar
ouders in Suriname. Cruciale
jaren voor haar boek. „Toen ik
met schrijven begon, wilde ik
mijn herinneringen aan Surina
me op papier zetten. Herinne
ringen niet als anekdote, want
het is geen autobiografisch
boek. En niet vanuit het per
spectief maar wel met de ogen
van een kind. De opmerkzaam
heid van een kind zit in deze
herinneringen verwerkt. Ik
denk bijvoorbeeld dat volwas
sen mensen niet zo nadrukkelijk
naar de natuur kijken als de ver
teller in mijn boek dat doet."
Scheurbuik is een warmbloedi
ge roman over het wel en wee
van Lucia Mac Nack, een actrice
die terugkeert naar Suriname
om haar goede vriend en oud
buurjongen Miquel Del Prado
bij te staan. De homoseksuele
Miquel heeft een ernstige ziek
te. Hij heeft nog maar kort te le
ven. Lucia's komst heeft op het
rustige bestaan van de familie
Del Prado het effect van een
steen in een vijver. Ze sluit
vriendschap met Miquels geslo
ten zus Carmen en knoopt een
heftige relatie aan met zijn rok-
kenjagende broer Pedro.
Mooie rollen, om het zo uit te
drukken, zijn er ook voor oom
Ferdinand en een mysterieuze
oude vrouw die rondwaart en
van wie Annette de Vries in het
midden laat of ze echt bestaat of
slechts een fantoom is. „Dat
moet de lezer zelf bepalen", zegt
ze. Wellicht interessant in dit
verband: vroeger verzamelde
Annette de Vries spookverha
len. „Ik kende er wel duizend. In
Suriname zijn ze gek op spook
verhalen."
Het is Ferdinand die de raadsel
achtige vrouw als eerste ont
waart, op de ochtend nadat de
doodzieke Miquel Lucia per
brief heeft gevraagd naar Suri
name te komen. Hij ziet hoe de
vrouw het erf aanveegt. De be
tekenis is duidelijk: er komt een
belangrijke gast. De pregnante
geuren en kleuren van de tro
pen, de beeldende taal, de per
sonages van vlees en ruisend
bloed, de vegende vrouw; de on
grijpbare spanning die over het
boek ligt, roept zowaar De stille
kracht in herinnering. „De
naam Couperus heb ik al vaker
horen vallen."
Eigenlijk is ze actrice. Van ac
teurs van het Werktheater leer
de ze op de toneelschool impro
viseren. Moest ze op afroep een
eenzame oude vrouw spelen, al
leen ineen kamer met plant. „Zo
leer je je diep in te leven in men
sen. Daar heb ik voor mijn boek
dus veel aan gehad, vandaar dat
het allemaal mensen van vlees
en bloed zijn geworden." Acte
ren vond ze prachtig, maar op
treden niet. Ze werd docente
drama en ging radioprogram
ma's maken voor andere de We
reldomroep en Radio Stad Am
sterdam. „Ik wilde altijd al
schrijfster worden. Maar gezien
het onderwerp moest ik eerst
meer levenservaring hebben.
Het duurde heel lang voor ik al
die verschillende deeltjes waar
ik uit besta een plek had gege
ven."
In 1995 schreef ze de eerste ze
ven hoofdstukken. In een perio
de dat ze tussen twee banen zat.
Haar nieuwe job slokte haar
vervolgens zo op dat het boek
bleef liggen. „Ik heb in die tijd
geld opzij gezet. De afgelopen
twee jaar heb ik van dat spaar
geld geleefd. Ik was toen 45. Ik
moest het afmaken, anders
werd het te laat." Scheurbuik
gaat over onthechting en ont
worteling, over verlies en gemis.
De vier hoofdpersonages - 'De
viermensen waar ik uit besta' -
krijgen elk te maken met verlies
en afscheid. De Vries laat zien
hoe ieder dit op geheel eigen
wijze verwerkt.
„Miquel gaat er het beste mee
om. Die neemt het op zich. Hij is
daarom wel erg eenzaam, maar
hij leeft het leven helemaal tot
in de kern. Verwerken, hante
ren, je doet het zoals je het doet.
Miquel is als jongkind, doorzijn
geaardheid, al geconfronteerd
met het feit dat hij eruit lag. Hij
heeft daardoor veel geleerd.
Uiteindelijk kan hij het aan, ter
wijl hij dacht van niet."
Belangrijk in de roman is de on
derlaag: niets meer of minder
dan de geschiedenis van Suri
name. „Suriname was een groot
stuk land met een aantal India
nen. Vanaf 1660 ongeveer heb
ben Nederlanders daar mensen
uit allerlei windrichtingen naar
toe gebracht. Iedereen die er nu
woont, is er op zo'n schip heen
gebracht. Suriname is een land
waaraan ontworteling en ver
waarlozing aan de basis lagen.
Ik heb een boek willen schiij ven
over de effecten van de geschie
denis op mensen."
Lucia is naar Nederland ver
huisd. Ze is succesvol, maar ze
heeft bindingsangst en is onze
ker. „Landverhuizen is een van
de ingewikkeldste dingen die je
kunt doen en ook een van de
meest verrijkende, denk ik. Als
het je lukt te overleven. Je moet
het niet doen zoals Lucia, die
zich compleet overgeeft aan het
nieuwe land, en ook niet zoals
anderen die zich opsluiten in de
Bijlmer. Dat zijn geen vruchtba
re oplossingen."
„Het is ingewikkeld. Je bent op
gevoed in je eigen land met het
idee dat je omgeving de hele
waarheid is, de hele werkelijk
heid. Bij landverhuizing komt
dan de grote schrik. Er was niet
één waarheid, niet één werke
lijkheid. Er zijn er veel meer. Als
je daar bovenuit weet te groeien,
ontdek je dat er geen absolute
waarheden zijn, dat andere ma
nieren van leven niet per defini
tie minder zijn, niet slechter,
niet beter."
Dat heeft, zo vervolgt ze, conse
quenties voor integratie en assi
milatie. „Ik geloof dat je als
samenleving moet eisen dat ie
dereen zich aan de regels houdt.
Klaar af. We hebben een wet
boek en plichten en rechten.
Daar heb je je aan te houden.
Daarnaast heb je een groot ge
bied over voor je persoonlijke
leven. Een gebied waar je vrij
bent. Die vrijheid moet je wel
nemen ook. Zo lang we ons aan
de regels houden, is iedereen vrij
om te zijn wie hij is."
„Ik vind dat het probleem nu te
nadrukkelijk bij de allochtonen
wordt gelegd. Het overgrote
deel van de allochtonen doet het
heel goed. We moeten ons niet
blindstaren op Marokkaanse en
Antilliaanse jongetjes. We moe
ten niet ons hele beleid daar op
afstemmen. Nederland zou
meer oog moeten hebben voor
het feit dat er van beide zijden
iets moet gebeuren."
Aan het eind van het boek keert
Lucia terug naar Nederland.
„Nee, ik heb er geen moment
over gedacht haar niet terug te
laten gaan. In Suriname blijven
zou een te simpele oplossing zijn
geweest. Zij aardt daar net zo
slecht als hier. Het is haar lot.
Miquel geeft haar een goed ad
vies: trek je niet zo veel aan van
je omgeving."
Theo Hakkert
Annette de Vries: Scheurbuik. Ro
man - Uitgeverij Atlas, 319 pag.,
18,50.
eeuwse schrijvers, militairen,
wetenschappers en ontdek
kingsreizigers. Laat u niet mis
leiden: Wijnberg speelt een
hoogst oneerbiedig spelletje
met hen. Maar grappig, dat ze
ker. Het geheim van Wijnberg
schuilt in zijn tot op grote hoog
te ontwikkelde gevoel voor het
bizarre. Hoe onlogischer hoe
moofer. Zowel op zinsniveau als
breder.
Een stukje vreemde dialoog: 'Ik
kan mij dat niet zo goed voor
stellen. Hoe is Nicolai?' 'Als hij
oud wordt mag hij naar een mi
litair bejaax-denhuis.' 'Is hij
bang om oud te worden?' 'Hij is
niet bang want als hij oud wordt l
mag hij naar een militair be- j
j aardenhuis.'
Ergens in het boek, het maakt
niet uit waar, gebruikt een man
als kladpapier speciaal ge
schept briefpapier met een on
gewoon brede rouwrand, dat
zijn vader hem cadeau heeft ge
daan. Voorafgaand aan een bal
knipt hij een haarlok af die hij
vouwt in zo'n blad rouwpapier
en in zijn broekzak steekt.
Haarlok noch briefpapier met
rouwrand komen verder nog 1
voor in deroman.
Voor logici en lezers die beteke
nis eisen is het proza van
Nachoem Wijnberg niet zo ge
schikt. Wel voor wie van een on
gebreidelde fantasie houdt, die
op papier gevangen wordt in ui
terst sobere bewoordingen.
Margot Engelen
Nachoem Wijnberg: Politiek en lief
de - Uitgeverij Contact, 237 pag.,
19,75.
proza
Cornells le Mair: Vanitas. Cor-
nelis le Mair (1944) studeerde op 1
24-jarige leeftijd cum laude af j
in portret- en figuurschilderen
aan de Academie voor Schone I
Kunsten in Antwerpen. Onder
de Nederlandse realisten neemt I
hij door zijn traditioneel-am-
bachtelijke werkwijze een
aparte positie in. Zijn romande
buut Vanitas gaat over de jonge 1
kunstschilder Caspar Leestram
ge. Tegen het 'ludieke' decor van 1
de jaren zestig komt Caspar
door zijn kunstzinnige en mor
bide passies in zowel sprookjes
achtige als precaire situaties
terecht. Speurend op begraaf
plaatsen naar materiaal voor
zijn anatomische studies ont-
moet hij een meisje in wie hij het
ideaalbeeld ziet van zijn streven
naar het ultieme portret van de
vrouwelijke schoonheid. Uitge
verij In de Knipscheer, 536 blz.:
€22,50.
De hellende kracht van litera7
tuur. Tien essays over Neder
lands en Suid-Afrikaans oorT
logsproza, onder redactie van
Chris van der Mei*we en Rolf
Wolfswinkel. De tien bijdragen f
zijn bewerkingen van lezingen
die wex'den gehouden op een
symposium aan de Univei'siteit
van Kaapstad en zijn in dit boek
gepubliceex-d in de taal waarin l
ze oox'spronkelijk wei'den ge
schreven, waai'bij voor de Ne
derlandse lezer het Afx'ikaans is
geannoteei'd en voor de Afri-
kaanstaligen het Nedexdands. j
Met verwijzing naar het werk
van Afrikaanse en Nederlandse j
schrijvex-s wordt in De hellende i
kracht van literatuur gekeken I
in hoeverre literatuur een he-
lende functie kan hebben en kan 1
helpen bij het veiwerken van
ooxiogstrauma's. Uitgeverij In
de Knipscheer, 224 blz., €15,75.
Critici proberen al jaren om
betekenis te vinden in de x'o-
mans van Nachoem Wijnberg.
Tevergeefs. Toch wordt hij alge
meen erkend als een belang
wekkend auteui'. Wat is het ge
heim van Nachoem Wijnberg?
In een uitvoerige x-ecensie in
NRC Handelsblad bestempelde
Elsbeth Etty Wijnbergs eerste
roman Landschapsseks uitein
delijk als volgt: 'Landschaps
seks ontbeeii structuur, plot,
gelaagdheid, karaktertekening,
er zit geen ontwikkeling in het
verhaal, er is geen verhaal.'Tom
van Deel concludeerde in Trouw
met betrekking tot De joden:
'Wat de inzet van deze roman is
bleef voor mij verborgen, zoals
ook de keuze der personages, de
omstandigheden waarin ze ver
keren en de dingen die ze zeg
gen, geen beeld opleverden van
waar het allemaal om draait.'
Over de derde roman van Wijn
berg, die ook acht dichtbundels
op zijn naam heeft staan, kan in
dezelfde bewoordingen gespro
ken worden. Desondanks intri
geert het boek Politiek en liefde
de lezer. Het gebrek aan samen
hang, de voortdux-ende sugges
tie van betekenis en de onoitho-
doxe aanpak houden de lezer bij
elk hoofdstuk op zijn qui-vive,
om tenslotte toch tot een akelig
gevoel van teleurstelling te lei
den.
In Politiek en liefde is in Nedei*-
land de dienstplicht weer inge
voerd en vertrekken een paar
vxienden naar Afrika, waar in
een niet nader genoemd land
een vreselijke ziekte is uitgebro
ken en een burgei-ooilog dx-eigt.
De ziekte doet natuurlijk on
middellijk denken aan aids,
maar de verschijnselen zijn zo
anders en divers dat geen dia
gnose past, en mensen kunnen
er wel twee- of driehonderd jaar
oud mee worden.
Tegelijkertijd wordt in het
Haagse Vredespaleis een nieu
we rechtbank opgericht, die
associaties wekt met het Joego-
slavië-tribixnaal, maar ten on
rechte; de rechters worden er
gezeten in faixteuils rondgedra
gen door bij het arbeidsbureau
geronselde Afrikanen, met of
zonder v ex-blij fsverguruiing. De
invasie op een Afrikaans strand
ontaax-dt in een ox'dinaix-e bier-
race, en hoe dan ook heeft geen
mens enig idee van wat er ge
beuren moet. De xnissie wordt
dan ook abrupt, en voox-dat ie
mand ook maar een Afrikaan
gezien heeft, afgeblazen. De sol
daten remigreren, de rechtbank
wordt ontbonden, de dienst
plicht weer afgeschaft, en een
paar mensen treden spontaan in
het huwelijk. Dan is het boek
uit.
Na verbeten speuren naar een
interpretatie springt er één mo
tief naar vox-en dat met enige re
gelmaat voorkomt. Dat is cle
slavenkwestie. De rechtbank in
Den Haag herinnert aan koloni-
ale manieren, en ook in Afrika
wordt gedurig nagedacht over
de rol van het slavenwexven
voor een politieke machthebber.
Enkele citaten van beroemde
geschiedenistheox-etiei over sla
vernij en macht geven het mo
tief enig gewicht, maar nog geen
handen en voeten. 'Lincoln was
misschien nog wel een betere
genex-aal dan Vincent van
Gogh', luidt een van de merk
waardige stellingen.
Wijnberg lezen is hetzelfde als
van het ene verkeerde been op
het andere te worden gezet. De
achterflap van Politiek en liefde
vermeldt dat het boek is ge
schreven in eerbiedige navol
ging van grote negentiende-
Nachoem Wijnberg
foto Roeland Fossen
Ze had er genoeg van. Altijd zijn de vrou
wen in romannetjes jong en bloedmooi,
met amandelvormige ogen, weelderig haar
en volle lippen, maar Roos Verlinden (54) uit
Kolhorn (Noord-Holland) wilde wel eens
een liefdesverhaal lezen over veertigers en
vijftigers. „Want die worden ook vexiiefd."
Verlinden besloot om zelf liefdeslectuur te
gaan schrijven. Haar heldinnen zijn meestal
i-ond de vijftig, hebben cellulitis en een
seksleven. Vier boeken werden uitgegeven
door uitgeverij Gottmer. Het vijfde komt
deze zomer uit, nummer zes staat op stapel.
Ze zegt fel:Vrouwen worden tegenwoordig
ouder dan ooit. Met een beetje geluk word je
ver in de tachtig. Dan is het toch te gek dat je
na je 45-ste nooit meer verliefd zou kunnen
worden? Vxx>eger bleef je misschien alleen
na een scheiding of na het overlijden van je
echtgenoot, maar nu niet meer."
De hoofdpersonen in de romans van Roos
Verlinden zijn hier en daar een tikkeltje
mollig en ook de mannen ontwikkelen soms
een buikje, maar dat staat de liefde niet in de
weg. Na de nodige perikelen gaan de gelief
den steevast samen verdex'. Verlinden
schrijft lectuur, beaamt ze. „Luchthaitige
boeken, die goed aflopen." De schrijfster,
vergenoegd: „En zo hoort het ook. Al die
verhalen over marrnen die er vandoor gaan
met jonge meisjes, kloppen niet hoox: Het
gros wil gewoon een leeftijdsgenoot."
Zelf was ze nog geen dexlig toen ze scheidde.
Ze bouwde een nieuw bestaan op en kreeg
een andex-e vriendenki'ing. „Want na een
scheiding verlies je veel mensen, of je nu wilt
of niet." Later trouwde ze met haar huidige
Roos Verlinden: „Een boekschrijven isnetalshet
breien van een kabeltrui, maar het lukt."
echtgenoot, maar het besef bleef dat ze niet
de enige was die een tweede leven was be
gonnen. Waaroxn las ze daar nooit iets over
in romannetjes?
Roos Verlinden was jarenlang fysiothera
peute en begon na haar scheiding met het
schrijven en herschrijven van medische en
pai-amedische teksten. In haar vrije tijd las
ze literatuur en thrillers. Dat veranderde
toen ze tijdelijk 'in de knoei zat'. Ze kreeg
behoefte aan lectuur, aan lichtere kost.
Met een ax-mzwaai naar haar boekenkast:
„Ik las vogelboeken, en naslagwerken over
bloemetjes, maar na een tijdje had ik ookzin
in luchtige romans. In boeken waarin men
sen verliefd worden." Ze spreidt haar ar
men: „En weet je wat? Die waren er niet. Ja,
ik las Engelse boeken. Maar ik wilde ook
wel eens een Nederlands liefdesverhaal le
zen dat zich afspeelt in de polder, of op
Texel."
Peter van Straaten verrichtte baanbrekend
werk, vindtze, met zijn verhalen over Agnes
in Vrij Nederland. En in de damesbladen
staan feuilletons over 'Sanne' of 'Anne-
Wil', 'maar daar zit veel tragiek in'. Daar
had Verlinden geen zin in. Ze wilde lekker
wegdromen, dus schreef ze haar eigen boek.
In Ja duizendmaal ja vindt een veertigster
nieuw geluk in de armen van een plastisch
chirurg.
Verlinden liet het manuscript lezen aan tien
vriendinnen, en begon 'als de sodemieter'
aan een tweede boek, omdat ze bang was dat
ze anders niet verder durfde te schrijven.
„Dat manuscript was toch een kindje van
me en ik vx-eesde dat ze het een lelijk kindje
zouden vinden."
Na bemoedigend commentaar van de eerste
lezer-essen, stuurde ze haar pennenvruchten
naar vex'schillende uitgevers. Uitgeverij
Gottmer reageerde positief. Inmiddels
wei'kt ze aan haar zesde boek. Daarin gaan
vier vrouwelijke directeuren van grote on-
dei*nemingen op zoek naar een levenspart
ner. Vertinden: „Hun werk pakken ze alle
vier deskundig aan, maar het zoeken naar
een man doen ze op de bonnef ooiSamen be
sluiten ze dat daar maar eens verandering in
moet komen." Het is een ingewikkeld boek,
beaamt ze. Verschillende verhaallijnen lo
pen door elkaar. „Het is net als het breien
van een kabelti'ui, maar het lukt."
O ja, knikt ze. Ze zou best een personage uit
een van haar eigen romans willen zijn.
„Maar zo mooi als in mijn boeken is het le
ven natuurlijk niet." Al doet ze er alles aan
om het verhaal er niet te perfect uit te laten
zien. Haar heldinnen hebben weliswaar
leuke banen, maar maken ook de wc schoon.
Ze zijn ongesteld, soms chagrijnig en hun
haar piekt bij tijd en wijle.
Ze maken zich zelfs zorgen om seksueel
overdraagbare aandoeningen. „Vijftigers
van nu zijn niet opgegroeid met condooms
en zo", zegt Verlinden. „Daarom schrijf ik
ook over de gêne tijdens een eerste vx-ijpax'-
tij, als de condoom vx-aag moet worden ge
steld."
In Liefde op Texel, Verlindens' derde boek,
rennen dé hoofdpex-sonen vlak voor slui
tingstijd een dx-ogist binnen om nog gauw
een pakje rubbers te kunnen kopen. Verlin
den, mild: „Die weten natuurlijk niet dat in
elk café een condoomautomaat hangt."
Ze wil met haar boeken haar lezeressen een
hart onder de riem steken. „Allereerst wil ik
ze ontspanning bieden, maar ik wil ook la
ten zien dat je iets van je leven kunt maken."
Want vijftigers van nu, zitten in een over
gangsgeneratie, zegt ze. „Veel vi'ouwen heb
ben zich altijd geschikt naar hun man. Als je
dan plotseling alleen komt te staan, moet je
het naar eigen inzicht zien te x-ooien en dat
valt niet mee."
In Vrouw voordewind gaat de gescheiden
heldin alleen met haar zeiljacht het IJssel-
meer op. Altijd was haar man kapitein, nu
neemt ze zelf het roer in handen. Verlinden:
„Ze denkt: als ik dat dux-f, dan durf ik ook
andere dingen." En natuurlijk gaat het
goed. Vrouwen kunnen meer dan ze zelf
denken, vindt de schx-ijfster.
„Mijn schoonzusje is, geïnspireei-d door dat
boek, met andere vrouwen gaan varen. Al
tijd stond mijn broer aan het roer, nu zeilt ze
ook zelf." Glimmend: „Mooi toch? Dat is
mijn boodschap; durf nieuwe dingen te
doen. Laat je ixifecteren door het verhaal.
Mijn boeken zijn liefdesvex-haaltjes, maar
een soort bruikbaar feminisme zit er wel
in."
Want, met name oudere vx-ouwen halen zich
zelf veel te veel naar beneden, vindt de ro-
manschrijfster. Ze zijn gefixeex-d op jeugdi
ge schoorxheid, tex-wijl ze ook trots zouden
kunnen zijn op hun 'eigenheid'. „Een vrien
din van mij is op haar 72,-ste geëmigreerd
naar Nieuw-Zeeland. Haar man wilde daar i
nooit naartoe, tot zijn dood had ze zelfs I
nooit gevlogen, maar na zijn ovexdijden is ze j
haar eigen leven gaan leiden. Ze is als een
gek Engels gaan leren, en woont nu nog in
Nieuw-Zeeland."
Ze vindt het een inspirerend voorbeeld, zegt
Verlinden. En ze kan nog lang vooruit. I
„Mijn heldinnen groeien waarschijnlijk
met me mee.Want waarom zoxx ze niets ver-
zinnen over zestigex-s of zeventigers? „Vroe
ger px-aatte je niet over ouderen en verliefd- I
heden of seks. Dat was smerig." Nu is dat
anders, al zijn er altijd nog mensen die haar
boeken 'rommel' vinden. Laatst ontmoette
ze op een feestje een man die riep dat „die
rotzooi van haar" er bij hem niet in kwam.
Laconiek: „Nou ja, dat was een man. En ik
schx-ijf niet voor mannen." Schalks: „Hij
wist trouwens wel waarover hij praatte, hij
had alles gelezen."
Ze geniet van het schrijven. „Ik ga door tot
ik er bij neerval." En misschien waagt ze
zichzelf ooit aan een literaire roman, zegt ze
voorzichtig, om zichzelf meteen daarna
weer tegen te spreken. Want het is geen hei
lig moeten, een echte roman. „Ik kijk niet I
neer op wat ik nu doe. Soms merk ik dat
mensen vinden dat ik nu maar eens sex-ieus
aan de slag moet, maar ik schx-ijf gewoon
lekkere boeken voor vrouwen die zin heb
ben in iets luchtigs." Even kijkt ze naar bui-
ten, dan zegt ze bijna dwars: „Ik ben een
stijfkop, ga lekker doox-."
Jantien de Boer
De boeken van Roos Verlinden zijn verschenen bijj
Uitgeverij Gottmer.