blijven Wielersport moet van het volk Dekker heeft voorlopig nog geen opvolger Servais Knaven tijdens Parijs-Roubaix op weg naar het grootste succes uit zijn carrière. foto Ed Oudenaarden/ANP dinsdag 26 februari 2002 Met een smalle top slaagde het Neder landse wielrennen er de afgelopen ja ren in verloren terrein terug te winnen. Met name in de klassiekers en kleinere ritten koersen tellen Rabo-boegbeelden Dekker en Boogerd of uitgevlogen landgenoten als Van Bon en Knaven mee. Maar de successen, zoals het winnen van de wereld beker door Er-ik Dekker (individueel) en Ra bobank (ploegen)maskeerden in 2 0 01 het voorlopig ontbreken van opvolgers. Nog maar vijf jaar geleden telde ons land weliswaar twee topploegen maar was een positie bij de eerste tien in een wereldbeker wedstrijd uitzonderlijk. Het gat dat was ontstaan na het afscheid van renners als Breukink, Maassen en Nijdam werd rijke lijk gevuld. Met dank aan het strak georga niseerde Rabobank en natuurlijk TVM en later Farm Frites dat Cees Priem een hecht collectief liet smeden in een veel lossere sfeer. De laatste ploeg bestaat inmiddels niet meer. Farm Frites blijft nog een jaartje als co-sponsor verbonden aan het Belgische Domo en houdt het dan voor gezien. Priem zegt al jaren terug te keren in het peloton met een professionele Nederlands getinte wielerploeg, maar komt nooit verder dan het oplaten van wat proefballonnen. Bank giroloterij zag na enig denkwerk toch geen heil in een forse investering te doen om de ploeg van Arend Scheppink op te waarde ren naar het hoogste niveau. Met één trade- team I, een benaming voor de dertig top ploegen in de wielersport, is Nederland daarom karig vertegenwoordigd. En al rijdt er een aantal toppers (Hoffman, Knaven, Van Bon) in buitenlandse dienst, het zegt ook iets over het ontbreken van renners in wie op dit moment een toekomstig kampi oen wordt gezien. Niet dat die ontwikkeling altijd te voorspellen is. Erik Dekker gold weliswaar als een talent maar zijn specta culaire doorbraak, twee jaar geleden, had den toch weinigen voorzien. Jan Raas, teambaas van Rabobank, wil daarom niet uitsluiten dat er in zijn ploeg een topper in spe huist. Maar de Tourwinnaar die de hoofdsponsor in 2004 of 2005 in de ploeg wil hebben wordt in het buitenland gezocht, zo veel is zeker. Het zal nog een hele zoektocht worden. Klassiekerrenners zijn rijkelijk voorhan den, maar een ronderenner die het kan op nemen tegen Lance Armstrong of Jan Ull rich is nog niet gesignaleerd. Beide renners zijn geen optie omdat ze niet passen in de Rabo-cultuur. Armstrong bijvoorbeeld brengt een hofhouding aan co-sponsors, ploegmaten en begeleiders mee die een ge vaar zouden vormen voor het zo geroemde collectief. Eén van die trouwe begeleiders, Michele Ferrari, is trouwens in opspraak. Het wielerseizoen is amper op gang of een nieuw schandaal leidt de aandacht van het fietsen al weer af. Het proces tegen de Itali aanse sportarts, een leerling van de al even vermaarde en omstreden dokter Conconi, leverde inmiddels een opmerkelijke getui genis op van Filippo Simeoni. Deze kleine renner zorgde voor grote krantenkoppen met bekentenissen over het gebruik van epo en groeihormonen op voorspraak van Fer rari. Vanuit het Amerikaanse kamp werd vooralsnog geen reactie vernomen. Arm strong verklaarde eerder zijn omstreden sa menwerking met Ferrari pas op te zeggen wanneer deze daadwerkelijk veroordeeld is. Een ander schandaal, de politie-inval tij dens de Ronde van Italië van afgelopen jaar waarbij karrenvrachten aan al dan niet ver boden medicamenten zijn gevonden, wordt dit jaar ook nog vervolgd. Voor de wielerliefhebbers verandert er wei nig. Zij zijn gewend aan en inmiddels mis schien immuun voor schandalen en zullen straks hun favorieten als vanouds aanmoe digen. In Gent, op 2 maart, waar het bij de start van de Omloop Het Volk, als vanouds zwart zal zien van de mensen, op de flanken van de Mont Ventoux. waar de Tour in juli haar helden maakt. De wielersport heeft de afgelopen jaren immers al vaak genoeg be wezen te kunnen vergeven en vergeten. Peter van Leeuwen De wielersport is onmisken baar veranderd de laatste decennia. Met name voor de renners. Ze hoeven niet langer als de slaven van de weg de zo mer door te komen. Een topper verdient tegenwoordig een keu rig miljoenensalaris en tot in de staart van het peloton hoeft nie mand meer voor een broek en een shirt op de fiets te stappen. Ook wat de arbeidsomstandig heden betreft is de sport mense lijker geworden. De grote ron den denken mee met de arbeid- rustverhouding en de UCI waakt meer dan ooit over het verderfelijke dopinggebruik. Niemand valt nog dood van zijn fiets. Er kan nog meer veranderen. Zo verkoopt de wielersport zich nog altijd veel te goedkoop in verhouding met de gegenereer de mediaexposure. Die marke- tingwaarde is naar schatting vijf keer hoger dan wat er aan sponsor- en tv-rechten binnen komt. De Formule 1 (autosport) en Champions League (voetbal) hebben kans gezien dat gat te dichten middels het bundelen van alle meespelende krachten: sponsors, wedstrijden, deelne mers en media. De wielersport zit volgens UCI- voorzitter Hein Verbruggen niet te wachten op een kopie van bo vengenoemde commerciële suc cesnummers. Zoals de sport nu is, mag iedereen volgens hem te vreden zijn. De UCI is druk doende de wereldbeker beter te verkopen, maar het extra geld moet van Verbruggen ten goede komen aan de organisatoren. Niet aan de renners. Hij is bang dat een ongebreidelde commer ciële groei het karakter van de sport aantast. Het voetbal is zijn afschrikwekkende voorbeeld. Omdat geld en macht zich daar concentreren in een klein aantal landen en clubs. Wielrennen mag niet de sport worden van verwende vedetten. Ze moeten de heroïek van het cyclisme blijven uitstralen. Een luxe bus achter de finishlijn is te billijken, maar in de koers moe ten de renners overgeleverd blij ven aan genadeloze kasseien, weerbarstige tegenwind en lin ke medevluchters. Niet voor niets spreken wedstrijden als Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen enorm tot de ver beelding van de grote massa. De populairste koers van allemaal is en blijft de Tour: drie weken achtereen ploeteren onder de brandende zon en op ongenadi ge berghellingen. Toch moet de sport in bepaalde opzichten ook veranderen. Voor de herkenbaarheid is het bij voorbeeld beter dat de top zich exclusiever presenteert. Som mige toppers (Armstrong, Ull rich) daarentegen zouden zich weer wat meer moeten laten zien. Vedetten De theorie is (analoog aan de Formule 1) niet moeilijk. De we reldtop komt slechts in actie in de topwedstrijden. Jammer voor Veenendaal-Veenendaal, maar Erik Dekker, Michael Boogerd en alle andere vedetten horen slechts thuis in de belang rijkste koersen. (Michael Schu macher kom je ook niet tegen op de Paasraces van Zandvoort). Dat schept duidelijkheid voor publiek en sponsors, van zowel de koersen als de teams. Op dit moment ontbreekt een logische gradatie op de kalen der. Logischer zou ook zijn dat in principe alle toppers in alle wereldbekerwedstrijden uitko men om te proberen zo hoog mogelijk in het klassement te eindigen. Nu is de wereldbe ker na de voorjaarsklassieker nog slechts het strijdtoneel van enkele hooggeplaatste ren ners. Dit jaar is een eerste aanzet ge geven tot een meer exclusieve Champions League binnen de wielerspoit. De tien beste teams van vorig jaar zijn opgenomen in de categorie Topclubs. Ze mo gen alle grote ronden en alle we reldbekerwedstrijden rijden. Het effect lijkt vooralsnog niet groot. Op de transfermarkt speelde het een (bij)rol. Renners wilden het liefst onderdak heb ben bij zo'n toptien-ploeg. Bui ten dat was het voor de teams voornamelijk een erekwestie. De grote ploegen, met hun grote renners komen toch wel binnen in de grote koersen. Ze halen het echter niet in hun hoofd de kleinere wedstrijden aan de kleinere ploegen over te laten. Zaterdag laat niemand de Omloop Het Volk liggen. Lo gisch. De exclusiviteitstheorie hebben de Formule 1 en Cham pions League groot gemaakt, maar de wielersport wil en kan die weg niet op. De weg van de wielersport is de openbare weg. De weg van het volk dus. Niet die van de sky boxen. Lance Armstrong maakte van zichzelf meer en meer een 'ex clusieve coureur'. Dat riep irri taties op. Het komende voorjaar zegt hij zich tijdens de klassie kers meer te laten zien. Ook hij kan het kennelijk niet maken zichzelf terug te trekken in zijn eigen Champions League, de Tour. Monumentenzorg Op één of andere manier is de exclusiviteitstheorie binnen de wielersport moeilijk in de prak tijk te brengen. Het streven om de wereldkoersen een herken baar gezicht te geven, ketst af op een mix van lokale monumen tenzorg, nostalgie en conserva tisme. Klassiekers worden nooit eenheidsworsten. Opvallend genoeg vertoont het met voorsprong grootste suc cesnummer, de Tour, wel alle kenmerken van een modern sportproduct. Drie weken lang bundelt de wielersport er publi citeitsgeil al haar krachten. Het evenement is veel groter dan haar afzonderlijke deelnemers en partners en zie, de miljoenen stromen binnen. Toch is de Tour een grote bron van zorg voor ve len. Omdat die koers alles over schaduwt en het gevaar dreigt dat sponsors zich meer en meer gaan focussen op die ene wed strijd. De transfermarkt in de topclub divisie was afgelopen winter niet bepaald levendig. Hier en daar verkasten wat renners. Vaak noodgedwongen (Van Bon en Van Petegem omdat hun ploeg ophield te bestaan; Blijle- vens en Vandenbroucke omdat hun oude baas hen kwijt wilde) en voor het overige meestal in relatie tot de Tour. Niet alleen de Amerikanen en Duitsers staren zich tegenwoordig blind op de Ronde van Frankrijk. Ook sponsor Rabobank eist - alle successen van Boogerd en Dek ker ten spijt - dat de ploeg mee speelt in het eindklassement. De sponsoren dreigen op die manier de sport te veranderen. Verbruggen zegt er voor te wa ken door op tijd de juiste maat regelen te nemen. Een ding heeft hij mee: de wielersport kan zich zelf moeilijk veranderen. De massa is nu eenmaal verknocht aan de sport zoals die is. Geen toepasselijkere naam voor de openingsklassieker van zater dag als 'De Omloop Het Volk'. Ad Pertijs foto Jasper Juinen/ANP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23