Krasse karren komen in de knel
Mijn bureau stond altijd hier in Zeeland
PZC
Twee kilometer auto-onderdelen
26
D
Rob van Hoek
weg bij de NPS
zaterdag 23 februari 2002
e hoeders van het mobiele
erfgoed roeren zich. Bezit
ters van klassieke automobielen
lopen te hoop tegen het voorne
men van minister Netelenbos om
de vrijstelling van wegenbelas
ting voor oldtimers af te schaffen.
Gespierde taal wordt er gebezigd.
De Koninklijke Nederlandsche
Automobiel Club (KNAC) vindt
dat de minister met een kanon op
een mug mikt; vraagt zich af of de
minister wel geheel bij zinnen is.
De Federatie Historische Auto-
mobiel- en Motorfietsclubs (FE-
HAC) is al evenzeer vertoornd;
ook die vreest, dat het bezit van
een bejaarde Cadillac, een bele
gen MG of een Citroën uit bouw-
jaar-lang-geleden voor een groot
aantal liefhebbers onbetaalbaar
wordt. Verontwaardiging heerst
ook aan de Regenboogstraat te
Zierikzee. Saab-fanaat Kees van
de Weghe: ,,De minister weet niet
waar zij over praat."
Minister Netelenbos (verkeer) wil
klassieke auto's van de weg we
ren. Al die krasse karren zonder stuur-
en rembekrachtiging, zonder airbags
en veiligheidskooien zijn levensge
vaarlijk. Vindt de minister. Mede te
gen die achtergrond wordt op haar de
partement met het idee gespeeld een
eind te maken aan de gunstige belas
tingregeling waarvan tienduizenden
eigenaren van klassiekers nu nog pro
fiteren. Die regeling houdt in, dat voor
auto's ouder dan 25 jaar geen wegen
belasting betaald hoeft te worden.
Aan dat privilege wordt mogelijk een
eind gemaakt. Want, zo wordt op het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
geredeneerd, een toenemend aantal
weggebruikers schaft zich - uitslui
tend om de wegenbelasting te ontdui
ken - een oude bak aan, waardoor
steeds meer onveilige auto's op de
snelwegen verschijnen. Met ingang
van het jaar 2004 - als de motorrijtui
genbelasting wordt afgeschaft en een
kilometerheffing wordt ingevoerd -
zullen bezitters van klassiekers net als
iedere andere automobilist per kilo
meter moeten gaan betalen.
Gevaar
Klassiekers een gevaar op de weg?
Kees van de Weghe (66 jaar, lid van de
oldtimerclub Carwei) puft zijn pijpje,
haalt zijn schouders op en zegt reso
luut; „Nonsens!Hij heeft nog nooit
zóveel onzin bij elkaar gehoord.
Meerdere onderzoeken hebben uitge
wezen, dat mensen die in klassieke
auto's rijden minder ongelukken ver
oorzaken dan andere automobilisten.
Dat is logisch, want ze rijden niet in
een leasebak van de zaak, nee, ze rij
den in een auto waarop ze heel zuinig
zijn." Toegegeven, ze hebben geen
rem- en stuurbekrachtiging, zijn niet
uitgerust met airbags en veiligheidsk
ooien. „Maar zijn ze daardoor onveili
ger? Gelul! Iedereen roept dat auto's
de laatste j aren zoveel veiliger zijn ge
worden. Nee, ze zijn idiot-proof ge
maakt. Iedereen die in een moderne
auto rondrijdt, denkt: 'mij kan niks
gebeuren: dus ik ros maar raak'."
Voor Kees van de Weghe geen 'nieuw
Opeltje van de plank'. Geen denken
aan. Ouwe Saabjes, daór houdt hij
van - noem het stijl, noem het nostal
gie. Z'n eerste was een tweetakt. En
hij is het merk altijd trouw gebleven.
Drie bezit hij er: een 26 jaar oude
Combi Coupé 99 mijn werkpaard, is
van een aannemertje geweest, door ie
dereen en alleman af geragd'), een
Saab 95 station uit 1975 en een Saab
Sonett, een zilvergrijze sportcoupé,
bouwjaar 1974. Die Sonett is zijn
'trots en vlaggenschap'. „Daar ben ik
Kees van de Weghe met zijn Saab Sonett:.Waarom wel waardering voor een antieke koets en niet voor een oud Saabje?"
vreselijk zuinig op. Ik rijd daar weinig
in. Zodra de boeren bieten gaan rij
den, zet ik 'm op stal, want ik wil die
slik d'r niet aan hebben."
Ooit was er, zegt Van de Weghe, het
systeem met de zogenoemde 60-dagen
kaarten; die gaven bezitters van clas
sic cars ouder dan dertig j aar het recht
om met hun gekoesterde karretje 60
dagen per jaar rond te toeren. „Want
iedereen ging ei-van uit, dat ze toch
niet veel vaker zouden rijden dan al
leen op mooie dagen.Die kaart ver
dween en er kwam een nieuwe rege
ling: alle auto's ouder dan 25 jaar be
lastingvrij.
Van de Weghe: „Toen dachten veel
mensen: 'dat is leuk, ik koop een klas
sieker, gooi dat ding op gas en ga er
dagelijks mee rijden.' Volvo Amazo
nes, en ouwe Mercedessen vooral. Die
zijn in Duitsland voor een prikje te
koop omdat ze vaak niet meer voldoen
aan de APK-eisen die in Duitsland
veel strenger zijn dan hier. In Neder
land zijn die dingen dan. ook nog eens
belastingvrij en een hoop mensen
vonden dat ontzettend aantrekkelijk.
Degenen die dat deden, waren niet de
echte klassiekerlie.fhebbers, het wa
ren mensen die ergens winst in zagen.
De meerderheid is daar echter snel
van afgestapt. Want ze ontdekten dat
ze helemaal niet goedkoper uit waren.
Een auto van 25 jaar en ouder is duur
om dagelijks in te rijden; de motoren
zijn veel minder zuinig dan de heden
daagse, de carrosserie is veel roestge-
voeliger, om de 5000 kilometer olie
verversen, om de 10.000 kilometer een
grote beurt. En wijk daar niet vanaf,
want je rijdt dat ding stuk. Dat rijden
op klassiekers lijkt financieel wel
aantrekkelijk, maar is het niet. Ze
vergen veel meer onderhoud, vaak
zijn de onderdelen duur, soms zijn die
helemaal niet meer te krijgen en moe
ten ze worden gemaakt, dat kost goud.
Dus de meeste mensen die destijds
dachten: 'wij gaan dagelijks in een
klassieker rijden op gas', hebben dat
ding al heel snel weggedaan."
Waarmee Van de Weghe maar gezegd
wil hebben: zoveel klassiekers rijden
er nu dagelijks ook niet meer over de
weg, een paar duizend misschien,
hooguit. De meeste komen alleen de
garage uit om een rondje door de pol
der te maken, of om in clubverband
mee te doen aan een feestelijke bloe-
semrit. Hij heeft wat cijfers verza
meld. In Nederland zijn ongeveer
140.000 klassieke auto's geregi
streerd. Maar hoeveel daarvan staan
er niet in schuurtj es om misschien ooit
nog eens gerestaureerd te worden?
Tienduizenden waarschijnlijk. En om
hoeveel oude legerauto's gaat het niet.
Daarmee ga je niet dagelijks rijden,
dat zijn typische hobby-auto's. Hij
kent iemand op het eiland, die heeft
zo'n oude gele Amerikaanse school-
In Bouwcentrum ITTC in Antwerpen wordt op vrij dag 1zaterdag 2 en zondag
3 maart weer de Antwerpse klassiekershow gehouden. In vier hallen worden
oude voertuigen geshowd en naar goed Belgi sch gebruik ook verkocht. De kra
men met onderdelen beslaan een lengte van twee kilometer.
Minister Netelenbos heeft er tamelijk genoeg van, van al die oude auto's die
weinig tot geen belasting meer opbrengenD us zint ze op maatregelendie voor
komen dat al te veel liefhebbers met hun oude schichten tussen wonen en werk
pruttelen. Het zijn er inderdaad veel, meer dan menig rasecht liefhebber lief is.
Van een Citroën DS bijvoorbeeld zijn praktisch geen remschoenen meer te krij
gen. Maar misschien moet Netelenbos begin maart een kijkje nemen in Antwer
pen, waar de liefhebbers van klassiekers in groten getale bijeen stromen voor
alweer de 25e Antwerp Classic Salon, waar meer dan 450 automobielen ge
toond worden.
Volgens de organisatie zijn er meer dan vijftig clubs van de partijdie gratis
standoppervlak aangeboden krijgen om hun mooiste voertuigen aan het pu
bliek te tonen. Antwerpen is vooral ook het toneel van een hele reeks oldtimer
handelaren en restauratiebedrijven uit veel landen in Europa. Maar de show is
ook bekend omdat bezitters van oude auto's en motoren er onderdelen op de kop
tikken. Over een totale lengte van ongeveer twee kilometer zijn er kraampjes
met onderdelen, accessoires, lectuur, poetsmiddelen en miniaturen. Showthe
ma is dit jaar het merk Audi, dat zijn sportieve aspiraties uit verleden en heden
duidelijk maakt. Zo staan er enkele Quattro's, maar ook de Auto Union C uit
1935 die bij 12 starts op grote Europese circuits zes keer als eerste de eindstreep
passeerde. Spectaculair om te zien is ook de Audi R8R, die in 199 9 de 24 Uur van
LeMans won. De show in Antwerpen trok vorig jaar bijna 30.000 bezoekers.
Bouwcentrum ITTC is bereikbaar via de Ring van Antwerpen, afrit 5Wilrijk-
Bouwcentrum. De Classic Salon is vrijdag 1 maart open van 14.00 tot 18.00 uur
en op zaterdag en zondag van 09.00 tot 19.00 uur. De entree bedraagt 11 euro en
kinderen mogen onder begeleiding gratis binnen.
Rien van der Steen
foto Pieter Honhoff
bus. Weet je hoeveel dat ding zuipt? 1
op 25En enig idee hoeveel mensen er
bij wijze van liefhebberij zo'n grote
oude Amerikaan hebben? Dat zijn er
velen. „Die auto's hebben praktisch
allemaal een V-8 motor, rijden 1 op 3,
1 op 4. Zo'n auto is niet geschikt voor
dagelij ks gebruik. Ik zie zo'n ding al in
Rotterdam parkeren, daar heb je twee
plaatsen voor nodig.
Doodzonde
Een heleboel mensen, voorziet Van de
Weghe, zullen straks hun hobby niet
meer kunnen uitoefenen. „Je praat
misschien", geeft hij toe, „over een
paar honderd gulden extra per jaar.
Voor mensen met veel geld is dat geen
bezwaar. Maar de klassieke rijder is
voor het overgrote deel een mannetje
dat ouwe autootjes leuk vindt, zelf
knutselt. En voor een aantal zullen die
paar honderd gulden wél een pro
bleem zijn. Zeker als je er meerdere
hebt staan. Dan zegt moeders: 'weg
met die handel'."
En dat zou, zegt Van de Weghe, dood
zonde zijn. „De hele wereld krijst over
het zinloze van de wegwerp-maat-
schappij. Ik zie geen verschil met het
bewaren van een ouwe molen, een
stoomgemaal of weet ik veel wat. Ze
hebben tegenwoordig de mondvol van
industrieel erfgoed. Waarom mag ik
niet zo gek zijn, dat ik daar een paar
oude autootjes ook toe reken. Waarom
wél waardering voor een antieke
koets en niet voor een oud Saabje?"
Willem van Dam
Als je hem vraagt naar het belang
van het tv-programma Van Ge
west tot Gewest, zegt Rob van Hoek
beslist: „Het archief." De regionale
reportages vormen volgens hem een
collectie, die een waardevol over
zicht geeft van de moderne vader
landse historie. „Met één uur per dag
kijken, zou je in totaal twee jaar no
dig hebben om alles te zien."
De Middelburgse journalist heeft bij
na 35 jaar als redacteur voor Zeeland
de achtergronden van actuele ont
wikkelingen in de provincie belicht
voor de regionale rubriek, die zich al
tijd in grote populariteit mocht ver
heugen. Zijn laatste werkdag voorde
NPS zit er inmiddels op. Donderdag
(28 februari) neemt hij officieel af
scheid, omdat hij de zestig is
gepasseerd.
Rob van Hoek begon zijn loopbaan in
1961 bij de Provinciale Zeeuwse
Courant als leerling-journalist. Dat
waren nog eens tijden. Bijna dag en
nacht werken. „Soms fotografeerde
ik ook, want alle ereboogjes moesten
in de krant", herinnert hij zich leven
dig. Ook maakte hij enkele jaren de
lay-out voor de opmaak van de pagi
na's.
Onbezonnen
Zijn ambities reikten echter verder.
In 1966 ging Van Hoek naar De Tele
graaf. „Een onbezonnen stap." Hij
had de indruk dat die krant meer ver
slaggeving uit het zuid-westen van
het land wilde. Dat bleek een illusie.
Hij was slechts aangenomen voor het
geval zich iets spectaculairs in de
provincie zou voordoen, om dan
groots te kunnen uitpakken. De kop
stond al tevoren vast. Hij moest het
verhaal slechts met tekst invullen.
Voor reportages met achtergronden
was er nooit plaats.
Het was een onbevredigende tijd,
waarin hij ontdekte geen echte
nieuwsjager te zijn. Het heeft dan
ook minder dan een jaar geduurd.
Een collega attendeerde hem op een
vacature bij de toenmalige NTS.
waar ze een journalist in Zeeland
vroegen voor Van Gewest tot Gewest.
Hij kende het programma niet, keek
nauwelijks televisie, bezat zelfs geen
toestel, maar reageerde toch, want
het leek hem leuk filmpjes te maken.
„Ik heb altijd de neiging gehad infor
matie ook op een andere manier vorm
te geven dan door letters. Schrijven
kostte me veel tijd. Ik was jaloers op
de snelheid van anderen."
Hij werd uitgenodigd voor een ge-
sprek in Hilversum. Grijnzend ver
telt hij: „Met z'n drieën zaten wij op
een bankje te wachten, allen voorma
lige collega's van de PZC. Precies tien
jaar laten woonden wij naast elkaar
in Middelburg, en nu nog steeds in
uitstekende relatie."
Er werd een screentest afgenomen,
want goed presenteren en intervie
wen was een vereiste. Waarom hij
werd uitverkozen? Hij doet er non
chalant over. „Ach, ik kan netjes pra
ten. En ik heb de indruk dat ze geen
Brabander in Zeeland wilden statio
neren."
Eens in de week moest een onderwerp
van ongeveer vijf minuten worden
behandeld. Zijn eerste uit de regio
betrof de ontdekking van de meteo
rologische dienst in Woensdrecht dat
hagelbuien vaste routes volgden en
daardoor regelmatig de glastuin
Rob van Hoek: Ik heb vijf j aar geleden al gezegd: 'Opheffen die handel'
bouw op de Bevelanden teisterden.
Als oudgediende heeft hij het karak
ter van het programma zien verande
ren, en niet tot zijn verdriet. Vanaf de
jaren zeventig werd meer aandacht
besteed aan de vormgeving, camera
werk, montage, keuze van muziek.
Niet langer volstond een melding van
feiten, maar werd uitgebreider op
achtergronden ingegaan. De pro
gramma's werden daardoor steeds
langer en kregen meer het karakter
van documentaires. Bovendien
groeide het aantal redacteuren.
„De hele geschiedenis van Gewest is,
dat alles zich in geleidelijkheid heeft
voltrokken, tot zo'n anderhalf jaar
geleden. Toen werd het tijd geacht
voor een drastische beleidsomslag."
De rubriek moest worden gemoder
niseerd. Het werd de aanzet tot een
samengaan met Urbania, zoals enke
foto Lex de Meester
le weken geleden aangekondigd. Hij
praat er over zonder spoor van ran
cune of weemoed. Integendeel.
„Ik heb vijf jaar geleden al gezegd:
'Opheffen die handel. Het program
ma heeft zijn functie gehad. Laten
wij een gedegen marktonderzoek
verrichten en'kijken wat je met dertig
kanalen en al die commerciële zen
ders nog kunt doen aan regionale
programma's.' Dat zou een echte om
mezwaai zijn geweest. Maar dat was
toch te radicaal. Ze dachten dat ik
een grapje maakte. Het merendeel
van de redactie wilde doorgaan on
der de oude naam en alleen iets ver
anderen in de aanpak. De nieuwe
eindredacteur Hans Snij der gebruik
te daarvoor de term 'afstoffen'. Ik
blijf het echter een bezwaar vinden
dat daarover geen duidelijke ideeën
zijn ontwikkeld."
De situatie bevredigde hem niet. Hij
wist niet meer welke onderwerpen te
maken en op welke wijze. Mede daar
door stopte hij met reportages voor
Van Gewest tot Gewest. De laatste
was De witte schimmel, behandelde
de recreatie in de Schouwse West
hoek en was vorig jaar in de zomer te
zien. Zijn werk werd overgenomen
door een freelancer, aangestuurd
door de redactie in Hilversum. Die
tendens tot centraliseren was al eer
der ingezet.
„Ik heb dat altijd ingrijpend gevon
den, want je voelt je toch altijd een re
presentant van de regio. Maar die
wijziging is nooit uitgesproken. Één
van mijn sleutelvragen was: 'Waar
staat mijn bureau', maar daar is nooit
antwoord op gekomen. Ze begrepen
het niet, begonnen altijd over ruim
tegebrek in Hilversum en excuses
daarvoor. Maar mijn bureau heeft
natuurlijk altijd hier, in Zeeland ge
staan."
Projecten
Hoezeer ook gehecht aan Van Gewest
en Gewest, al eerder heeft hij zijn
werkzaamheden voor deze rubriek
onderbroken voor bijzondere projec
ten. Begin jaren tachtig werkte hij
ongeveer anderhalf jaar aan drie af
leveringen van een in totaal negen
uur durende documentaireserie over
de Nederlandse scheepvaart onder
de noemer NOS maritiem. Aan het
eind van dat decenium maakte hij
een eigen serie documentaires van in
totaal vijf uur over de Nederlandse
landbouw.
Maar vooral de scheepvaart had zijn
bijzondere belangstelling. Één van
zijn leukste klussen was in zijn ogen
de documentaire over de laatste zeil-
rederij van Aland in Finland. Zijn
documentaire over de eerste Sail
Amsterdam bestempelde hem tot
deskundige bij de NOS. „Dat ging in
de trant van: 'Hoe heet die paal?'
'Dat, mijn jongen, is de grote ra.'
Maar op een onbewaakt ogenblik
moest ik naar het toilet en kon ik niet
verhinderen dat Annet van Trigt
Kaap de Goede Hoop situeerde bij de
Zuidpool."
Memoires
Daarnaast produceerde hij enkele
boeken, het eerste in 1980 over Wal
cheren. Koersrichting toekomst ver
scheen toen het Loodswezen vijf jaar
geprivatiseerd was, Een rivier in
Beeld bij de oplevering van de Walra-
darketen voor de Westerschelde, op
11 juni 1991In Honderdduizend mijl
zeehaas legde hij de memoires van re
der Meo Vroon uit Breskens als zee
zeiler vast.
In de loop der jaren begon hij voor
zichzelf. Mede door de opkomst van
video zo'n twintig jaar geleden, kre
gen steeds meer bedrijven en instel
lingen behoefte aan voorlichtings
films. Gedoseerd wil hij dat voorlo
pig blijven doen. Zijn laatste werk
voor de NPS betrof aflevering tien
van de serie Een ivereldzaak, in to
taal t waalf documentaires over mul
ticultureel ondernemen, die vandaag
beginnnen en elke zaterdag vanaf
16.00 uur is te zien op Nederland 3.
Zijn aandeel Marketing wordt uitge
zonden op 27 april.
IlansTabbers