Heeft er iemand een asbak? Missie om mensen gelukkig te maken Overwinning van een gekweld genie Russell Crowe Le fabuleux Destin d'Amélie Poulain n 1994 won John Forbes Nash de Nobelprijs voor wiskunde. Een wel heel bijzondere prestatie omdat de Amerikaan leed aan de ongeneeslijke geestesziekte schizofrenie. Hij had in een hardnekkig gevecht geleerd zijn angsten en hallucinaties te hanteren. In de film A Beautiful Mind, over het leven van deze fameuze wiskundige, speelt Russell Crowe de hoofdrol. Wellicht is het uit respect voor Nash en diens Nobelprijs, dat de acteur zo laconiek doet over de Oscar-nominatie die het hemzelf opleverde, zijn derde. Vorig jaar won Crowe een Os car voor Gladiator, de film die hem tot superster maakte. Een jaar eerder had hij een no minatie gehaald voor The Insi der. Steeds opnieuw werd hem op het Filmfestival van Berlijn gevraagd hoe het is om voor het derde achtereenvolgende jaar voor de Oscar te zijn genomi neerd? De acteur kon het ook niet helpen dat zijn 'Great!er op den duur korzelig uitkwam. Dein 1964 in Wellington,Nieuw Zeeland geboren maar in Au stralië getogen Crowe gruwt toch al van het mediacircus, al is zijn afkeer van het Hollywood- wereldje nauwelijks minder groot. Toen hij vorig jaar een einde maakte aan zijn relatie met actrice Meg Ryan, kwam er als verklaring naar buiten dat hij heimwee had naar zijn boer derij in Australië. Ook in ge sprek met journalisten in Ber lijn duurt het niet lang voor de superster zich laat ontvallen dat hij liever praat met koeien: „Die stellen me tenminste niet steeds dezelfde vragen." Dat blijkt. Na zijnpersconfe- Mind: die schuchtere weten schapper balancerend tussen genie en krankzinnigheid. Ook John Nash moet van het contrast zijn geschrokken toen hij op een avond een tv-inter- view zag met Russell Crowe die hij nog niet persoonlijk had ont moet. De volgende dag verscheen Nash op de set om poolshoogte te nemen en ver oorzaakte daarmee enige con sternatie. Regisseur Ron Ho ward had juist opzettelijk een samenkomst van die twee ver meden uit vrees het concept te verstoren dat Crowe voor de te spelen rol bedacht had. Maar de acteur bleek niet in het minst geïntimideerd door de plotse linge verschijning van de echte Nash. Lichaamstaal „We hebben een tijdje met el kaar gesproken en later nog eens een keer-. Ik geloof dat ik hem heb gerustgesteld." Ron Howard had wel video-tapes gemaakt van zijn eigen ontmoe tingen met Nash en ook een tape waar de wiskundige college rentie zou Crowe nog wat groepsinterviews doen, maar het draait erop uit dat het één groepsinterview wordt met zes tig deelnemers. Een kleine, tweede persconferentie kortom. Voor de superster betekent het dat hij het nog maar één keer hoefde te horen: 'Hoe is het om voor de derde keer op rij te worden genomineerd voor de Oscar?' Russell Crowe neemt even de tijd om zijn gehoor op te nemen met zowel spot als medelijden en kwijt zich dan zuchtend van de verplichting: „Ik heb groot respect voor de leden van de Academy die in achtvoud uit drukking hebben gegeven aan hun waardering voor een film waar wij met de grootste toewij ding aan hebben gewerkt. Wat mijn eigen nominatie betreft: Mijn opwinding daarover heb ik gisteravond zo uitbundig ge vierd dat ik nu niet in staat ben er nog verdere gedachten over te formuleren. En heeft er mis schien iemand een asbak?" Hij rookt, drinkt cola, heeft half lang haar, een baard van een week en een zelfverzekerdheid waarmee hij onmiddellijk elke vraag afstraft die hij te vaag of onbenullig vindt. Hij lijkt het volkomen tegenbeeld van de man die hij speelt in A Beautiful geeft. Dat was gebeurd op ver zoek van Crowe, die geïnteres seerd was in de lichaamstaal van Nash. „Maar je gaat voor een film als deze niet proberen om iemand echt te imiteren", meent de acteur. De film bedoelt ook slechts het levensverhaal van de Nobelprijswinnaar in zeer vrije vorm na te vertellen. Crowe: „Als er iets is wat ik ge durende het maken van zestien films heb geleerd - of het nou ging om fictieve personages of niet - dan is het dat er geen stan daardmethode bestaat om een rol te benaderen. Bij iemand die echt bestaat, voel ik wel extra verantwoordelijkheid. Maar het enige waarop je in alle ge vallen dient te mikken, is emo tionele waarachtigheid. Ik doe zo veel mogelijk voorbereiding als me relevant lijkt voor elke afzonderlijke scène en vanuit mijn opvatting over een karak ter. Ik heb me verdiept in deze vorm van geestesziekte, video's bestudeerd, studies gelezen en daarbij veel dingen ontdekt die ik nooit had geweten. Vaak wordt bijvoorbeeld aangeno men dat schizofrenie hetzelfde betekent als een gespleten per soonlijkheid, terwijl er in wer kelijkheid sprake is van split singen in de belevingswereld." „Als je een film maakt met een Russell Crowe speelt in A Beautiful Mind de schizofrene wiskundige John Forbes Nash. onderwerp als dit, krijg je te ma ken met veel mensen die erover met je willen praten, omdat ze zelf vrienden hebben of familie leden die aan hetzelfde lijden. Zulke mensen zijn verschrikke lijk dankbaar dat je het onder werp bespreekbaar maakt. Het is geweldig positief als je dat veroorzaakt met een film, zelfs als er verder geen hoop wordt geboden. Want van schizofrenie is geen genezing mogelijk. Ook niet voor John Nash. Zijn geval is echter uniek omdat er voor hem toch een soort oplossing haal baar was dankzij zijn ongehoor de intelligentie en analytisch vermogen. Daardoor is hij in staat geraakt onderscheid te maken tussen de pure realiteit en de fases dat hij verkeert in verbeelde werkelijkheid. Het is onvoorstelbaar dat hij dat kan. Voor het gros van alle schizofre- niepatiënten is zoiets onmoge lijk." Behalve als acteur, scherpt Rus- sel Crowe sinds 1984 zijn creati viteit tevens als zanger-gitarist van de folk-rockband 30 Odd Foot Of Grunts. De wereld wordt evenwel niet geacht die bezigheid al te serieus te nemen. Zoals er nog minder waarde aan mag worden gehecht dat hij op zestienjarige leeftijd al een song op de plaat had gezet met de suggestieve titel 'I Want To Be Like Marlon Brando'. Toen hij het schreef had Crowe nog nooit een film met Brando gezien. „Dat liedje ging eigenlijk over een man die ik kende in Auck land, Nieuw-Zeeland. Iemand die de nachtclub King Creole runde, helemaal in vijftiger ja- i-en stijl. Hij liep daar zelf rond met een vetkuif en suède schoe nen en hij i-eed in een Cadillac. Op die anachronistische levens stijl sloeg de regel I Want: To be Like Marlon Brando. Het liedje was een geintje tussen die man en mij, maar een platenmaat schappij heeft het uitgebracht. Later heb ik wel degelijk een paar Marton Brando-films ge zien en dus ontdekt dat hij een van de meest veelzijdige acteurs is uit de geschiedenis. Streetcar, On The Waterfront, dat zijn niet te overtreffen prestaties. Maar zelfs naar een veel minder ge slaagde film als The Island Of Dr. Moreau kan ik met groot ge noegen kijken, alleen al vanwe ge Brando." Maar als ook dat nog niet wil zeggen dat Brando voor Crowe een idool is geworden, door de speciale power van zijn eigen acteerprestaties en zijn feno menale succes, door zijn charis ma als ongelikte beer en pesthe- kel aan de media, gaat hij wel steeds meer op Brando lijken. Pieter van Lierop De film A Beautiful Mind heeft acht Oscarnomina ties en het is niet moeilijk in te zien waarom de leden van de Academy of Motion Pictures Arts and Sciences zo gechar meerd waren van deze door Ron Howard geregisseer-de biogra fie. Russell Crowe speelt hierin de schizofrene wiskundige John Nash, die in 1994 de Nobelprijs voor wiskunde kreeg voor zijn briljante, al in 1950 gepubli ceerde bij dra ge aan de speltheo rie, de wiskunde van onderhan deling en competitie. Achter de onbegrijpelijke for mules die Nash bij voorkeur op de ramen kladdert, zagen Ho ward en scenarioschrijver Aki- va Goldsman (The Client, Bat man Forever) een, zoals dat heet, diep menselijk verhaal over een handicap en een groot talent, over strijd en liefde. Het past perfect in de bekende for mule van het serieuze, maar ook sterk op de emoties inspelende drama en Howard is daarvoor de ideale man. De regisseur van onder andere Apollo 13, Ransom en EDtv is een eerlijk vakman zonder moeilijk doenerij of artistieke pretenties. Hij heeft oog voor gemakkelijk aansprekende, sterk werkende beelden en kan soepel schakelen tussen span ning, humor en ontroering, ele menten die hij ook allemaal heeft verwerkt in het kort gele den al met vier Golden Globes onderscheiden A Beautiful Mind. Dat Howard een voortreffelijk popularisator is, blijkt bijvoor beeld uit het feit dat hij op een amusante manier iets duidelijk maakt over de hoogst abstracte zaken waar Nash zich mee be zighoudt. Dat deze de geheime codes van de Russen weet te ont- cijferen door er simpelweg lang naar te staren, is misschien een wat platte voorstelling van za ken, maar beslist charmant is het kunstje waarmee hij het hart van de beeldschone en bijna even geniale Alicia (Jennifer Connelly) steelt. Noem een wil lekeurig voorwerp, en Nash kan dat op een mooie nacht zonder mankeren aan de sterrenhemel aanw.jzen. Het gmie en de zich kort daarna opentarende tragedie van Nash zijn hermee prachtig samenge vat: as wiskundige ontdekt hi; structiur in de chaos, en door zijn zekte slaan die inzichten weer coor in het tegendeel. Het is een welkome aanvulling op het naïeve beeld van de wiskun dige al; zonderling dat vooral in het begin van A Beautiful Mind wat al te gretig naar voren word geschoven. Aardig is ook dat we iets mogen proeven van de essentie van de speltheorie aan de hand van de onnavolgbare redenatie waar mee Nash in het café zijn studie genoten ervan overtuigt dat het voor iedereen het beste is om niet achter het mooiste meisje aan te gaan. Zo'n notoir onhan dig versierder als de film sugge reert kan Nash in werkelijkheid echter niet geweest zijn, want voor hij met Alicia trouwde had hij al een kind uit een eerdere re latie, iets waarover in A Beauti ful Mind met geen woord wordt gerept. Dat het filmscenario een duch tig bewerkte versie van de wer kelijkheid is, wordt door de makers overigens ruiterlijk toe gegeven, al blijft het een beetje dubbelhartig dat zij in hun naai de wensen van Hollywood toe geschreven verhaal toch de na men van de echte personages zijn blijven gebruiken. Hoewel vanuit historisch oog punt onbetrouwbaar, slaagt A Beautiful Mind er wel in om de aard van de paranoïde wanen, de tragedie en het gevecht van Nash en zijn onwankelbare echtgenote voor de kijker heel concreet te maken. Alles wordt consequent verteld vanuit het standpunt van Nash zelf, wat de film op zeker moment zelfs de allure van een thriller geeft. Dat deze geschiedenis in emotioneel opzicht overtuigt, is daarnaast voor een belangrijk deel te dan ken aan de prestaties van Crowe en Connelly. Rain Man Russel Crowe bevestigt zijn met The Insider en Gladiator geves tigde reputatie. Zijn vertolking van Nash doet een beetje den ken aan die van Dustin Hoffman in Rain Man. Het steunt zwaar op de knappe imitatie van af wijkend gedrag en neurotische tics, maakt in dit geval ook in druk door het moeiteloos over spannen van een periode van bijna vijftig jaar en weet al die 'techniek' ook de juiste mense lijke nuance te geven. Jennifer Connelly (Requiem For A Dream) overtuigt daarentegen door een volstrekt onbevangen en toch sterke, intelligente uit straling. Zonder dat er enige dialoog aan te pas komt, voel je onmiddellijk dat haar interesse en gevoelens voor Nash diep en oprecht zijn. Een originele per soonlijkheid die datzelfde her kent in de contactgestoorde wiskundige. De Oscarnomina tie is verdiend, maar met de ca tegorie bijrol wordt Connelly toch echt een beetje afge scheept. Ondanks de versimpelingen is A Beautiful Mind een mooi ge maakte, soms zelfs inventieve verfilming van een bijzonder le vensverhaal. Het is eigenlijk jammer dat de overwinning van Nash op zijn demonen toch weer wordt vertaald in de traditione le sentimentele termen over het hart en de liefde. Dat Nash zijn redding niet alleen dankt aan zijn eigen wilskracht, maar ook aan de onvoorwaardelijke soli dariteit van zijn geliefde had den we ook zo wel begrepen. Leo Bankersen A Beautiful Mind: regie Ron Ho ward, met: Russell Crowe, Jennifer Connelly, Ed Harris, te zien in Cine City Vlissingen, Cinemactueel Ber gen op Zoom. Russell Crowe (links) en Ed Harris. donderdag 21 februari 2002 Na zijn avontuur in Hollywood met Alien 4 keerde de Franse regisseur Jean-Pierre Jeunet (Delica tessen, The City of Lost Children) terug naar zijn va derland voor het maken van een 'kleine' film. Het re sultaat werd de best bezochte film in eigen land, sleepte de belangrijkste European Film Awards in de wacht en groeide uit tot een waar cultuurfenomeen. Wie de afgelopen zomer in Frankrijk naar de radio heeft geluisterd, zal inmiddels meer dan vertrouwd zijn met de muziek uit Le fabuleux Destin d'Amélie Poulain. De film is een sprookjesachtige vertelling over het meisje Amélie. Ze wordt prettig vertolkt door de jon ge Franse actrice Audrey Tautou (Venus Beauty), die haar met grote bruine ogen neerzet als de vleesgewor den onschuld. We volgen Amélie in haar jeugd, in haar leven als adolescent op Montmartre en in haar jacht op de ware liefde. Dat blijkt een schuchtere ver zamelaar te zijn van weggegooide pasfoto's (Mathieu Kassovitz). Het is vooral de stijl die de film maakt. Le fabuleux Destin d'Amélie Poulain oogt als een kinderfilm voor volwassenen. Er zijn lange, lome shots, Amélie praat rustig in de camera, de vormgeving is bontgekleurd en cartoonesk, en onbelangrijke details domineren. Zo komen we te weten dat Amélies vader een hekel heeft aan plakkende zwembroeken en dat haar moe der gruwt van de afdruk van het kussen in haar ge zicht bij het wakker worden. Als klein meisje blijkt Amélie al bijzonder creatief. Wanneer ze door haar buurman in de maling wordt genomen, besluit ze treffend wraak te nemen. Tijdens een belangrijke voetbalwedstrijd gaat ze op zijn dak zitten en trekt bij ieder doelpunt de stekker van de tv- antenne eruit. De film zit vol met dergelijke vondsten die je graag zelf had bedacht. Amélie groeit van overbeschermd meisje uit tot een aantrekkelijke naïeve vrouw. Ze vindt op een dag een doosje met antiek speelgoed en besluit de rechtmatige eigenaar op te sporen. Wanneer die wordt gevonden en door de confrontatie met zijn jeugd tot tranen is ge roerd, maakt Amélie het tot haar missie om mensen met kleine ingrepen gelukkig te maken. Haar eigen geluk laat ze afhangen van een onbekende jongen die ze steeds op zijn knieën onder fotocabines ziet graaien. Hij blijkt vergeten pasfoto's te zoeken om te kunnen fantaseren over de erop afgebeelde mensen. Amélie wendt al haar creativiteit aan om de jongen te veroveren en weet dat voor elkaar te krijgen op een manier die je haar definitief in het hart doet sluiten. Het vrolijke universum van Amélie is een ode aan de fantasie. Een ongewone levensloop wordt neergezet als alledaags, een sprookje als de realiteit. De wereld van Jean-Pierre Jeunet kent wel groente mannen en psychische afwijkingen, maar geen zwerfvuil of zinloos geweld. In zijn Montmartre schijnt altijd de zon en doen vrijpartijen de glazen rinkelen op de planken. Kitsch Bij een magisch portret van een realistische wereld loert altijd het gevaar van de kitsch. Jeunet over schrijdt de grens wel, maar niet vaak genoeg om de betovering weg te nemen. Storender aan Le fabuleux Destin d'Amélie Poulain is de niet altijd overtuigen de samenhang. Het is te merken dat Jean-Pierre Jeu net een verzameling anekdotes heeft gebruikt als grondslag voor de film in plaats van een stevig basis- verhaal. Desalniettemin zal na Frankrijk, België en Duitsland ook Nederland vallen voor deze vrolijk-naïeve ver telling. Natuurlijk is Le fabuleux Destin d'Amélie Poulain een ongegeneerde 'feel goodmovie', waarin bewust geen wanklank is te ontdekken. Natuurlijk is het een Franse disneyficatie van het leven met de sui kerzoete laag van een kerstfilm. Allemaal waar. Maar het werkt wel. Marc Floor Le fabuleux Destin d'Amelie Poulain: regie Jea n-Pierre Jeu net, met Audrey Tatou, Mathieu Kassovitz, Claire Maurier, te zien in Schuttershoftheater Middelburg, vr. 19.30 en za. 22.00 uur. AudreyTatou als Amélie.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 27