Van de nood een feest maken Bobsleeër bij puur toeval Blessures bij skiën zijn te voorkomen Snowboardster Nicole Sauerbreij OG De Arend Glas Onder de wetenschappelijke begeleiding van het olym pisch steunpunt in Obertauern schoot de als junior af geschreven Hermann Maier in korte tij d vanuit het niets naar de absolute top in het skiën. Maar als gevolg van een ernstig motorongeluk ontbreekt, hij in Salt Lake City op de reuzen slalom, de super-G en de afdaling. De nieuwe Oostenrijkse held is nu Stephan Eberharter. Als Hermann Maier (29) de Cruijff van Oostenrijk is, dan is Stephan Eberharter (32) de Joop Zoetemelk. Maier was de afgelopen jaren de superster die alles won wat er maar te winnen viel. Hij is olympisch- en wereldkampioen, won 41 we reldbekerwedstrijden. Het viel nauwelijks op dat in zijn spoor meestal Eberharter als tweede finishte. Hij won, achter Maier, zilver op de reuzenslalom tij dens de Winterspelen in Nagano van 1998. Vorig seizoen eindig de Eberharter in totaal dertien keer als tweede, waarvan elf keer achter Maier. Eberharter, een product van het ski-internaat in Stams, was er vroeg bij toen hij in 1991 we reldkampioen werd op de super- G en in de combinatie (slalom en afdaling). Maar daarna raakte zijn loopbaan in de versukke ling. Door een reeks van blessu res miste Eberharter de Olympi sche Spelen van Albertville in 1992 enLillehammerin 1994. In het seizoen 1996-1997 werd hij zelfs uit de Oostenrijkse selectie gezet. Maar Eberharter is in Salt Lake City favoriet voor goud. Zeker nadat hij onlangs de Grand Slam heeft gewonnen. Een ver rassende ontwikkeling, zeker voor iemand die vijf van de tien seizoenen geblesseei'd is ge weest en het merendeel van de resterende jaren in de schaduw stond van Maier. In tegenstelling tot Eberharter, en veel andere skiërs, is Her mann Maier, op een polsbreuk in 1997 na, nooit geblesseerd ge weest. Die onkwetsbaarheid droeg bij aan de mythevorming rond zijn persoon. De val op de afdaling in Nagano spreekt nog altijd tot de verbeelding. Maier vloog 27 meter door de lucht en boorde zich vervolgens door twee vangnettenmaar bleef on gedeerd. Het geheim van Maiers succes schuilt vooral in de weten schappelijke begeleiding op het Olympiastützpunkt in Obert auern. Maier fietst elke dag drie uur op de hometrainer, op een relatief laag verzet. De grote trainingsomvang, bin nen de grenzen van verzuring, leverde een ijzersterke conditie op. Met een stabiel en sterk licha melijk systeem, kunnen blessu res worden voorkomen, ook in een risicovolle sport als het ski- en. Althans, dat beweren condi- tietrainer Heinrich Bergmüller en de Nederlandse fysiothera peut Vincent Vermeulen, beiden werkzaam in Obertauern. Her mann Maier is hun bewijs. Uit een druppel bloed halen Bergmüller en Vermeulen de ge gevens die hen de informatie verschaffen over de conditie van een sporter, de belastbaarheid en de toegestane omvang van een training. Vermeulen: „Het succesverhaal van Hermann Maier is hier begonnen. Heinrich Bergmüller (49) leidt het sportcentrum en is de condi tietrainer van Maier. Hij kwam j via de atletiek in de bobslee te recht. Als remmer in de Oosten- rijkse viermansbob eindigde Bergmüller in 1980 op de vierde j plaats tijdens de Olympische Spelen van Lake Placid. Na zijn i actieve loopbaan vond Berg müller als conditietrainer em plooi bij de skibond. Sinds 1995 1 runt hij het sportinstituut, dat de in de DDR ontwikkelde lac- taatdiagnostiek en de daaraan gerelateerde prestatiecurve als 1 leidraad heeft. Bergmüller: „Ik heb het top- sportmodel van de Oostenrijkse skibond altijd bekritiseerd. Men voert op jonge leeftijd de stress op, met de gedachte dat uiteindelijk de sterksten van zelf boven komen drijven. Hele- I maal fout. Dat de Oostenrijkse skiërs niettemin zo succesvol zijn, heeft de bond te danken aan de grote aantallen die zich elk jaar aandienen." Dopingarts Maier is door de intensieve da gelijkse begeleiding op het sportinstituut in Obertauern aan de top gekomen. Dat leidde toen ook tot verdachtmakingen, omdat de in het geruchtmaken de DDR-clopingproces veroor deelde voormalige sportarts Bernd Pansold in die tijd zijn medisch adviseur was. De zeer omstreden Pansold ver dween in januari 1999 van de loonlijst. Hij was in Berlijn veroordeeld vanwege het opzet telijk toebrengen van lichame lijke schade bij negentien zwemsters door hen mannelijke 1 hormonen toe te dienen. „Wij hebben het diagnostische pres tatiemodel van Pansold overge nomen, maar doen het zonder doping", bezweert Vermeulen. Bergmüller schudt meewarig 1 zijn hoofd als hem wordt ge vraagd waarom zijn trainings methodiek niet wereldwijd wordt gekopieerd. „Wat men al niet snapt, is dat een skiër er niet beter van wordt door elke dag te skiën. Hermann Maier zit 800 uur per jaar op de fiets, traint heel effectief. Skiën breekt juist conditie af, de intensiteit is heet hoog, op zo'n manier vraag je ook om blessures. Veel sporters zijn overtraind zonder dat ze het weten. In het skiën, vooral in Oosten rijk, hebben zich dit seizoen veel ongelukken voorgedaan. Over- traindheid kan een oorzaak zijn, zeker is dat de stress als ge volg van olympische kwalifica- tiestrijd groot is. „Met stress neemt de blessuregevoeligheid toe", zegt Vermeiden. „Maar als een atleet een sterk en stabiel systeem heeft en goed in z'n vél steekt, dan kan hem weinig overkomen. Blessures zijn te voorkomen. Niet alleen in het skiën, maar ook in andere spor ten. Gijs van Oosten dinsdag 5 februari 2002 op cle kunstsneeuwbaan in Hoofddorp. Boarden beviel ons wel." Maarten Sauerbreij zette namens de Nederlandse skiver eniging een jeugdteam op, waarvan ook zijn dochters deel uitmaakten. Na onenigheid met de skivereniging in '97 stopte Sauerbreij als trainer van de jeugdselectie en koos hij samen met Nicolien en Marieke voor een eigen route. Maarten: „We dachten; dan gaan we het zelf doen. We gaan proberen onze plek te veroveren in het wereld je. Op onze manier." Vier jaar na de start van de mis sie heeft Nicolien Sauerbreij zich gekwalificeerd voor de Olympische Spelen in Salt Lake City. En in december stond ze voor het eerst in haar carrière in de finales van de World Cup. Ze heeft dit jaar nieuw materiaal en mentaal is ze sterker gewor den, verklaart ze de successen. „In de zomer ben ik naar een sportpsycholoog gegaan en daar pluk ik nu de vruchten van. Het mentale aspect is zo belang rijk in deze sport, waar het om fracties van seconden gaat. Ik zeg niet zo snel: 'Hier ben ik!Ik denk eerder: 'Zij is er, en zij, dat wordt lastig vandaag'. Ik ben nogal snel geïmponeerd door mensen en dat mag niet in top sport. Je moet sterk in je hoofd zijn. Ik moet me ook afsluiten voor afleidingen. Op de piste, maar ook buiten de wedstrijden om. Soms moet je als sporter asociaal kunnen zijn." Doetje Het is een leerproces. Het be drijven van topsport vormt haar, zegt ze zelf. „Ik was vrij suf, een doetje. Nu laat ik ook in het dagelijks leven niet zo ge makkelijk over me heen lopen. Ik zal nooit alles en iedereen aan de kant duwen om dat ene doel te bereikenmaar ik mag me soms best wat harder opstel len." Nicolien Sauerbreij vindt dat ze een bevoorrecht mens is. „Als je op kantoor zit, zijn je ervarin gen heel anders dan die van mij vanaf mijn dertiende. Ik reis over de wereld, kom in aanra king met verschillende talen en culturen en bedrijf fulltime mijn hobby." En ze zit tweehonderd dagen per jaar met vier mensen en hond Simba samengepakt op een paar benauwde vierkante meters. „We zijn het gewend, mijn ouders zijn altijd avonturi ers geweest, wij gingen van jongsafaan mee. Het is heus niet altijd rozengeur en maneschijn. Ook wij hebben wel eens discus sies en ruzies. Maar tegen mijn zus kan ik flink tekeer gaan. Moet je tegen een teamgenoot toch voorzichtiger mee zijn. En als ik onder de mensen wil zijn, weet je altijd iemand te vinden. In het snowboarden is het één grote familie, iedereen kent elkaar, je loopt overal bin nen." Maarten Sauerbreij: „We pro beren er altijd een feestje van te maken. Onderweg gaan we al tijd iets leuks doen. Als ik geen gek idee heb, dan mijn vrouw wel. We hebben nogal veel ener gie met z'n vieren. De leuke din gen uit het leven pikken en dat combineren met het bedrijven van topsport, dat lukt ons aar dig." Frank van den Heuvel Het is het seizoen van De Grote Doorbraak. Ni colien Sauerbreij verraste in de voorbije maanden met en kele finaleplaatsen in de World Cup en plaatste zich in december voor dé Olympi sche Spelen in Salt Lake Ci ty. Komend uit een land waar snowboarden nauwelijks tot de verbeelding spreekt, pro beert de familie Sauerbreij op eigen kracht en met veel passie de absolute top te be reiken. „Bij ons staaf alles in het teken van de sport." Eigenlijk, zegt Nicolien Sau erbreij, zou ze niet anders willen dan rondreizen in de camper. Als ze in Tignes, Kap- run of waar dan ook in Europa de hotelkamers van bevriende snowboarders ziet, denkt ze vaak genoeg: 'Wat een puin hoop, hier zou i k dus niets meer kunnen terugvinden.' „Want dat is het voordeel van een camper. Ik weet alles te vin den en zal nooit iets missen. We hebben alle boards bij ons, alle kleding. Als ik zin heb om te fietsen, haal ik de mountainbike van het dak." Alsof ze de toe hoorder moet overtuigen, gaat ze nog even door. „Wij zetten de camper altijd onder aan de pis te, hebben altijd de beste locatie dicht bij de liften. Ik krijg altijd het goede voedsel, in een hotel moet je dat maar afwachten. Het leven in een hotel is veel on rustiger; koffers sjouwen, in- en uitchecken, uit- en weer inpak ken...ik stap in en ben op weg." Op weg naar de volgende World Cup in een ander Europees ski oord. Zo zien de winters van de familie Sauerbreij - vader en trainer Maarten, moeder Yvon ne en de dochters Nicolien (22) en Marieke (19) - er al jarenlang uit. Van de nood is een deugd ge maakt. Want naast de prakti sche voordelen van toeren in een camper, zou een andere manier van rondreizen - logerend in ho tels - simpelweg niet haalbaar zijn. Nicolien: „Hondervijftig gulden per kamer, per nacht, een winter lang, dat houden we niet vol." Zeven jaar geleden verkochten Maarten en Yvonne Sauerbreij hun huis om in de naastgelegen verbouwde garage te gaan wo nen. Met het daarmee verdiende geld bekostigen de Sauerbreijs de nog prille snowboardcarriè- res van de twee talentvolle dochters. Vader Sauerbreij, parttime medewerker op de Universiteit van Amsterdam, neemt van november tot april onbetaald verlof. „Ik kan dit doen dankzij mijn collega's, die bereid zijn zich aan te passen zodat ik 's winters weg kan." Behoefte Met de kwalificatie voor de Olympische Spelen en de goede prestaties in de aanloop naar Salt Lake City wordt de situatie langzaam maar zeker rooskleu riger. Nicolien Sauerbreij heeft inmiddels de A-status van het NOCNSF. „Dat scheelt al enorm." Tot en met december kreeg ze slechts een onkosten vergoeding van het NOCNSF en de Nederlandse Ski vereniging Nicole Sauerbreij bij de familiecamper: „We zijn het gewend, mijn ouders zijn altijd avonturiers ge weest, wij gingen van jongsafaan mee." foto Vanessa Andrieux/GPD (NskiV). „Die bijdrage had ik sinds twee jaar. Voor die tijd be taalden mijn ouders echt alles, voor Marieke en mij. Snow boarden is een dure sport. Als ik nu stop, heb ik helemaal niets overgehouden. Ook geen kleine basis. Ook vorig jaar moesten mijn ouders aanvullen. Dat is niet fijn als je inmiddels 22 bent," Zeker in de Alpenlanden, waar het snowboarden immens popu lair is en professionele teams miljoenen te besteden hebben, worden ze wel eens meewarig bekeken, die Sauerbreijs in hun campertje. Maarten: „Kan ik nog begri jpen ook. Maar daar trekken we ons niets van aan." Wel moet de begeleiding in de toekomst geprofessionaliseerd SALT LAKE 2002 worden, weet hij. De behoefte aan een tweede trainer is groot. Er is al voorzichtig rondgeke ken. Maarten: „Ik moet nu alles alleen cloen. Vind ik niet erg, maar hoe hoger het niveau, hoe meer erbij komt kijken. Een simpel voorbeeld; alle concur renten hebben iemand boven èn iemand onder aan de piste staan bij een run. Is vrij elementair, maar wij kunnen dat niet." Het had eigenlijk al opgelost moeten zijn voor dit seizoen, zegt hij„Probleem is dat niet zo heel veel deskundige mensen rondlopen." Nicolien: „We wer ken nu al vaak samen met Chris- tophe Guinamard, een.Frans- man die de Japanners traint. We kunnen goed met hem opschie ten. Misschien valt er aan het einde van dit seizoen iets te re gelen." Skiën, snowboarden, Nicolien Sauerbreij is ermee opgegroeid. Tot haar dertiende stond ze op de ski's. „Mijn vader was skile raar en werd snowboardleraar, e rustige manier waarop bobsleeër Arend Glas (33) hoopte toe te leven naar zijn eerste Olympische Winterspelen werd de afgelopen weken wreed verstoord. De in Groningen wonende Fries werd plotseling geconfronteerd met zijn verleden, waarin hij enige tijd als lid stond inge schrevenvan de inmiddels verboden partij CP'86 en het Oud- Strijders Legioen. Glas nam nadrukkelijk en op emotionele wijze afstand van het rechts-extremistische gedachtengoed, waarin hij als middelbare scholier en student slechts alge mene interesse zou hebben getoond. Voor NOCNSF was de kous daarmee af. In Salt Lake City telt alleen het bobsleeën weer. Team Gias, 2- en 4-mansbob De informatie die plotseling over zijn verleden opdook, kon voor de Fries niet op een on gelukkiger moment komen. Bij na tien jaar lang zette hij alles opzij voor slechts dat ene doel: de Olympische Spelen. Dat Ne derland voor het eerst in de ge schiedenis met een viermans bob aan de Olympische Spelen meedoet is vooral zijn verdien ste. „Hier had ik tien jaar gele den in de verste verte niet aan gedacht", zegt de stuurman, „Tijdens de Spelen van 1992 in Albertville keek ik nog niet eens speciaal naar het bobsleeën. En moet je nu eens zien. Als kleine jongen in Joure ging ik met een sleetje naar park Herema State. Daar had je een heuvel en als er sneeuw lag vloog je naar bene den, zo langs de bomen. Die snelheid vond ik fantastisch." Aan bobsleeën dacht de jonge Fries echter nog niet. Welke Ne derlander wel? Hij deed aan voetbal, zwemmen, turnen en jiu-jitsu, maar ontsteeg nooit de middelmaat. Als student be drijfseconomie in Groningen stortte hij zich fanatiek op het roeien, maar ook daarin blonk hij niet uit. „Ik heb zelfs aan stijldansen gedaan", zegt de normaal altijd 105 kilo zware stuurman, die door de stress de afgelopen week afviel tot 98 ki lo. „Mijn bobsleecarrière is puur toevallig ontstaan", herin nert Glas zich. Op een vrijdag avond in november 1992 rinkelde de telefoon in het club gebouw van studentenvereni ging Aegir. Glas stond aan de tap bij een lustrumborrel. Er werden twee sterke kerels ge zocht voor een pilotenopleiding van de Internationale Bobslee Federatie (FIBT). Twee Leidse studenten hadden afgezegd. Het leek Glas wel wat. Kicken In het Oostenrijkse Igls werd hij meteen in het diepe gegooid. „Een slee, een duw en daar ga je. Daar kwam het op neer." Hij werd meteen tot stuurman ge bombardeerd - „ik zei: ik ga wel eerst" - en crashte die eerste week twee keer achter elkaar. Het scheelde niets of hij was er meteen mee gestopt, maar om dat de volgende start probleem loos verliep, besloot hij bobslee- er te worden. „Het was gillen, juichen, kicken. Ik was laaiend enthousiast." De Groninger Studenten Bob- en Sleevereniging (GSBS) Pola ris werd opgericht en vanaf het eerste Nederlands kampioen schap (Lillehammer 1993) ging het steeds beter. „In het begin word je gezien als dat vervelen de studentje. Ik moest steeds dingen lenen, zelfs een auto. Ik werd door iedereen uitgelachen, vraag maar aan Rob Geurts. Maar als mensen zeggen: 'dat kun jij toch niet', dan kom ik in actie. Kan niet bestaat niet. Nu mag ik allang niet meer in de keuken kijken bij de toplanden. De deuren gaan dicht, het is moeilijker om op de banen te komen. Ze zijn bang voor spio nage. Ze vragen zich af hoe wij in twee jaar zo goed zijn gewor den. Dat is een compliment. Het betekent dat we serieus geno men worden. We zitten niet eens zo ver meer van de top." Glas ontdekte al snel dat hij be ter tot zijn recht kwam als stuurman van een viermansbob dan als aanvoerder vaneen tweemansbob. „Ik ben goed, maar geen wereldatleet. Met drie remmers maak ik meer kans dan met één. Voor het stu ren van een bobslee heb ik wel talent. Daar moet je lef en ge voel voor hebben. Alles moet kloppen. Het is belangrijk om de rust te bewaren, maar vergeet het belang van goede remmers niet. Wij weten gewoon: als we met zijn vieren van start gaan, gaat het hard." Teammanager Vincent Heese mans heeft Arend Glas zien groeien als bobber. „Arend heeft als piloot heel veel in huis. Je ziet dat oudere bobsleeërs vaak de betere stuurmannen zijn. Hij is veel beter geworden in het omgaan met druk. Dat heeft hij moeten leren. Voor een piloot is een wedstrijd meer belastend dan voor zijn remmers. Arend moet altijd, ook als hij grieperig is of wat dan ook. De remmers kunnen nog eens rouleren, een stuurman niet. Arend is als at leet niet fantastisch, maar met die drie raketten achter zich is er veel mogelijk." Vier jaar geleden voelde het team Glas zichzelf al rijp om naar de Olympische Spelen in Nagano te gaan, maar de plaat- singseisen van NOCNSF bleken streng. Te streng, meent Glas. „Ze hadden ons ervaring moe ten laten opdoen. Dat was zo'n stimulans geweest voor de sport. Alle toppers vroegen ons waarom wij er niet bij waren. Natuurlijk stelde het in die tijd nog niet veel voor. We hadden geen goed materiaal en geen coach. En we hebben de laatste jaren veel betere remmers.Ar nold van Calker, Timothy Beck en Marcel Weiten zijn in Salt Lake City hoogstwaarschijnlijk de remmers die Glas bijstaan. Olaf ter Braack en Edwin van Calker zijn de reserves. Nu hij en zijn team de wereldtop kietelen, wordt Glas eerzuchtig. „We willen standaard naar de toptien toe. Over medailles pra ten we niet, maar we willen echt iets laten zien bij de Winterspe len. Tom de la Hunty (de Engelse coach van het mannenteam, die bij de Spelen van 1998 coach was van de Britse viermansbob die brons won, red.) zegt altijd: als je bij de toptien zit, kan alles gebeuren. Het is al heel belang rijk dat we tegenwoordig start wedstrijden winnen. Dat was vijf jaar geleden ondenkbaar. Het bobsleeën zit in Nederland enorm in de lift, weet Glas. „Zo wel bij de mannen als bij de vrouwen doen we mee aan de Spelen. Schaatsen is populair, maar we zijn geen wintersport- land. Ik hoop dat bobsleeën standaard de tweede winter sport wordt." Glas gaat als sportman door tot en met de Spelen van 2006 in het Italiaanse Turijn. „Dan zal alles nog professioneler zijn. Daar wil ik om de medailles meedoen. Dat mag nu nog niet van ons verwacht worden. We zijn debu tanten en Tom heeft gezegd dat we overweldigd, zullen worden door cle typische, unieke sfeer van de Olympische Spelen Johann Mast foto Corne Sparidaens/GPD Arend Glas is dolgelukkig na een geslaagde race.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 12