Van achter de koeien naar de preekstoel
Abba voer tegen alle stromen
in
Rinus Geuze,
gezel van de Schepper
Biografie
zaterdag 2 februari 2002
Hij vreesde een leven lang
te moeten wroeten in de
grond, maar werd gezel van
de Schepper. In plaats van
achter de koeien vond hij
zichzelf uiteindelijk terug op
de preekstoel. Een ideaal
werd werkelijkheid op het
moment dat Rinus Geuze uit
's-Heer Arendskerke al een
leven achter de rug had. Een
laatbloeier, maar dan wel
noodgedwongen. Nu, ach
teraf, is hij vooral dankbaar
dat de kans kwam om te
bloeien en hij hoopt dat ook
te blijven te doen, nadat hij
komende week afscheid
heeft genomen als pastoraal
werker van het plaatselijke
zorgcentrum Poelwij ck.
Hij praat in een vlot tempo,
bijna zonder tussenpozen,
maar tegelijkertij dook zorgvul
dig. Marinus Jan Geuze, zoals
zijn volledige naam luidt, kent
het verhaal - zijn verhaal - maar
al te goed. De wijze van formu
leren verraadt dat hij zinsneden
al veelvuldig heeft geproefd, dat
hij een man is die gewend is het
leven om hem heen te boeksta
ven. De gebeurtenissen hebben
zich in de loop der tijd stevig
verankerd in zijn geheugen en
worden soepel aaneengeregen
tot een persoonlijke levensge
schiedenis, die zich inmiddels
over 79 jaar uitstrekt.
„Tot mijn 47ste had ik een klein
landbouwbedrijf op Eindewe-
ge. Dat was van mijn vader ge
weest, die vroeg overleed. In
mijn jonge jaren werd er nog
niet naar je beroepskeuze ge
vraagd. Als je van school kwam,
stond je gereedschap al gereed.
Ik zou uit mezelf dat beroep
nooit hebben gekozen. Ik heb
zestig jaar lang, van 1940 tot en
met 1999, dagboeken bijgehou
den en op een gegeven moment
schreef ik erin dat ik bang was
mijn hele leven in de grond te
moeten blijven wroeten. Ik had
me daar al bij neergelegd, maar
die boerderij lag me gewoon
niet.
Toen kwam de schaalvergroting
in de landbouw. Het bedrijf
werd niet kleiner, maar het
werd wel te klein. Er was geen
droge boterham meer aan te
verdienen. Het was al jaren mi
neur. Men zegt wel eens dat geld
de arbeid verzoet, maar als er
helemaal niets meer wordt ver
diend, drukt dat je echt naar be
neden. We hadden verschillende
jaren een negatieve balans en
dan is het niet best als je een ge
zin met twee kinderen hebt."
Nieuw bestaan
„Toen er zich mogelijkheden
aandienden in het kader van de
ruilverkaveling De Poel-Hein-
kenszand heb ik die direct aan
gegrepen. Men kocht toen klei
ne bedrijfjes op en die kregen
dan een behoorlijke beëindi
gingspremie. Die ging bij mij
voor een groot gedeelte op aan
de aflossing van de hypotheek
die ik op mijn bedrijf had.
Ik had een ander plan en begon
Rinus Geuze: „Ze noemen me wel eens de wandelende encyclopedie van het dorp." foto Willem Mieras
nog aan een heel nieuw bestaan.
In die tijd was er in Goes een
cursus begonnen voor cate
cheet, godsdienstleraar Dat
had ik altijd al graag gewild. Ik
ben opgegroeid met mijn moe
der en die was zeer gelovig. Dat
krijg je wel mee natuurlijk. Ik
was destijds al dertig jaar lang
verbonden aan de zondags
school, van 's-Heer Arendskerke
en twintig jaar, met een onder
breking, lid van de kerkenraad
dus daaruit bleek wel dat ik het
kerkelijk werk ambieerde. Dat
zat er toen al in.
Die studie in Goes ging ik vol
gen, maar omdat er ook brood
op de plank moest komen, moest
ik daarnaast werken. Toen heb
ik in een maand of negen bij de
vakopleiding voor volwassenen
aan de Kleverskerkseweg in
Middelburg leren metselen.
Daarna heb ik tweeënhalf jaar
als metselaar gewerkt, vier da
gen in de week. De zorgen waren
toen voorbij en dat was echt een
opluchting. Bij de vakopleiding
kreeg ik minimumloon, maar
dat was voor mij maximum,
want ik had nog nooit zoveel
verdiend.
De maandag hield ik voor mijn
studie en 's avonds liep ik, om
een groot woord te gebruiken,
college. Die studie, dat was geen
flauwekul hoor. Ik heb me veel
moeten ontzeggen. Het gezins
leven leed eronder, zou ik haast
zeggen. Maar ik wilde het echt,
dus ik heb ervoor op mijn tan
den gebeten. Na vier jaar ont
ving ik mijn diploma en kreeg
ik, op mijn vijftigste, direct een
benoeming als godsdienstleraar
aan alle - eerst elf, later tien -
openbare scholen in de gemeen
te Borsele. Zo ontmoette ik ze
ker de eerste jaren elke week
550, 600 kinderen. Ik begon op
maandagochtend in 's-Graven-
polder en eindigde vrijdagmid
dag in Nieuwdorp. Dan had ik
de hele Zak van Zuid-Beveland
weer gehad."
Fossielen
„Ik deed het graag, maar pro
beerde geen zieltjes te winnen.
In de hoogste klassen had je
soms echt discussies, die ik niet
uit de weg ging. Dan zeiden ze
over het scheppingsverhaal: dat
kan toch niet? Ik antwoordde
dat het ook geen verslag is, maar
een belijdenis. Vroeger, in mijn
jonge jaren, zou je dat niet ge
vraagd hebben. Ik voor mij ge
loof dat God de wereld gescha
pen heeft, maar als geleerden
hoog in de bergen fossielen vin
den kun je dat ook niet looche
nen. Het een sluit het ander niet
uit. Het vraagteken bij de ge
leerden is bij mij God.
Het werk op de scholen heb ik
vijftien jaar kunnen doen. Met
plezier en met volle teugen. In
die tijd heb ik ook nog verder ge
studeerd, want ik wilde per se
preekbevoegdheid hebben. Ja
renlang heb ik kerkdiensten ge
leid. Overal waar ik gevraagd
werd, kwam ik. Van d'Ee tot
Hontenisse, al is het in mijn ge
val tot Bruinisse geweest.
In 1988 kreeg ik, in 's-Graven-
polder, een mooi afscheid van
school. Dan ben je 65 en maak je
samen nieuwe plannen voor de
toekomst. Drie, vier maanden
later stierf mijn vrouw echter
plotseling. Longembolie. In tien
minuten was ze dood. Dan krijg
je een dreun. Je wereld zakt dan
in. Het was de vijfde mei, een
bijzondere dag. De vlag hing
daarom uit, maar die was na
tuurlijk gauw weer binnen.
In die tijd werd er een pastoraal
werker gevraagd voor Poel
wijck. Ik had niet gesolliciteerd,
want door de omstandigheden
was ik echt wel down. Maar de
sollicitaties waren kennelijk
niet bevredigend en toen heb
ben ze mij gevraagd. Na een
week bedenktijd heb ik ja ge
zegd en ik heb er werkelijk geen
moment spijt van gehad. Het
klikte direct. Toen ik kennis
kwam maken bij een vrouw, zei
ze: 'Gelukkig, je proat net als
óöns'. Die drempel was meteen
weg. Ik hoorde er helemaal bij.
Ik heb mijn taak altijd ruim
opgevat. Weliswaar ben ik aan
gesteld door de Hervormde
Gemeente - later werd dat de
Samen op Weg-gemeente - maar
ik ging naar iedereen. Ik wilde
niet nummer één bezoeken en
nummer twee overslaan. Die
bezoeken liepen zeer verschil
lend. Je moet ook niets forceren.
Ik ben geen gebedsmolen zoals
ze in Tibet hebben. Daarom ging
ik de mensen opzoeken en zag
wel hoe het gesprek liep. Maar
ik heb nooit iets opgedrongen,
dat zou ook niet gaan. Soms was
het echt een diepgaand, geeste
lijk gesprek waarbij de Bijbel
openging en er gebeden werd.
Dan weer was het meer alge
meen, over het weer, de kinde
ren en de kleinkinderen. Ik heb
echt lief en leed met die mensen
gedeeld, bezocht ook verjaarda
gen, zocht ze op in het zieken
huis, leidde begrafenissen.
Nu wonen hier 105 mensen en ik
ken ze allemaal, maar ik was er
dan ook veel vaker dan was af
gesproken. Daardoor hoorde ik
bijna bij het inventaris. Ik was
voor twee dagdelen aangesteld,
maar dan doe je echt niet veel.
Voor tien uur 's ochtends kun je
tegenwoordig niet meer terecht,
na de middag gaan veel mensen
een uiltje knappen en om vijf
uur beginnen ze al met de foera
ge. Daarom knipte ik het werk
steeds in kleinere stukjes.
En nu is het tijd om te stoppen,
ook al ben ik het werk beslist
niet beu. Wat dat betreft zou ik
nog jaren willen doorgaan,
maar ik zou het een afgang vin
den om te moeten stoppen om
dat het echt niet meer gaat. Nu
kan ik nog redelijk goed func
tioneren en ik voel me nog jong,
maar het lichaam wil niet hele
maal meer. Ik ben hartpatiënt en
diabeet en al die kleine dingen
tellen op een gegeven moment
toch mee. Ik ga nog niet achter
de geraniums zitten. Trouwens,
dan zou ik ze eerst moeten aan
schaffen, want ik heb niets dan
een paar armoedige plantjes. Ik
heb nog zoveel dingen die ik wil
doen: alle boeken die ik nog wil
lezen, de heemkundige kring,
dialectologie. Ook maak ik uit
treksels van mijn dagboeken,
want daar staan in de loop van
die zestig jaar natuurlijk ook
dingen in die zeer intiem en pri
vé zijn. Maar wat iedereen lezen
mag, dat zet ik nu in aparte
schriften.
Verder ben ik bezig aan een
nieuw boekje over 's-Heer
Arendskerke, mijn zesde inmid
dels. Daarom noemen ze me hier
wel eens de wandelende ency
clopedie van het dorp. Vaak bel
len mensen me op met: weet je
dit of dat? Van jongs af aan heb
ik dingen genoteerd. Wat ik alle
maal niet geschreven hebWie
schrijft blijft, zeggen ze wel
eens, en dat is waar. Mijn moe
der heeft me altijd veel verteld
over haar afkomst en haar
jeugd. Daarvan heb ik veel ont
houden, veel ook opgeschreven.
Dat is voor mij een levensver
vulling. Het nieuwe boekje gaat
over waar alle mensen in het
dorp tot 1940 woonden. Dat zie
ik allemaal nog precies voor me.
Ook de eigenaardigheden van
mensen vertel ik erbij. Zo had
den we destijds een klein win
keltje op het dorp - die waren er
toen nog veel - waar de vrouw de
koekjes afwoog. Die brak ze dan
vaak om ervoor zorgen dat het
gewicht precies klopte. Dat
soort dingen. Dat is de jus die
het aantrekkelijk maakt. Daar
leeft toch geen mens meer van,
want anders zou je dat niet kun
nen doen.
Ook voor Poelwijck blijf ik
hand- en spandiensten verrich
ten. Bovendien zit mijn woning
aan het zorgcentrum vast. Ik
kan zo binnendoor, doe daar
mijn was, er is elke maand een
gezamenlijke maaltijd en ik
blijf verjaardagen bezoeken. De
band wordt dus niet ineens hele
maal doorgesneden, al ben ik
niet van plan mijn opvolger
voor de voeten te lopen.
Vorig jaar is mijn kleindochter
bij een ongeluk gestorven en
dan krijgt je geloof wel even een
dreun. Dan helpen ook allerlei
vrome praatjes je even niets. Ik
heb toen ruim een week geen be
zoeken in Poelwijck gedaan.
Toen ik weer begon, heb ik de
mensen opgezocht van wie ik
wist dat ze iets dergelijks had
den meegemaakt. Dan werkt de
pastorale zorg even omgekeerd.
Er was één mevrouw, katholiek,
die zei: 'Je hebt zoveel voor mij
gebeden, nu zal ik het voor jou
doen.' Dat waardeerde ik zeer.
Zij ging in die tijd naar Lourdes
en zei dat ze een kaarsje voor me
zou branden. Zo'n kaarsje zegt
mij als protestant niets, maar
dat ze dat zei, dat deed me zo
goed. Dat zijn dingen die ik ze
ker zal missen."
Rolf Bosboom
Op woensdag 6 februari is er
tussen 14.30 en 16.00 uur een af
scheidsreceptie voor M. Geuze
in de recreatiezaal van Poel
wijck.
Abba. Van links naar rechts: Anni-Frid Lyngstad, Björn Ulvaes, Agnetha Faltskog en Ben
ny Andersson. foto GPD
Na de overwinning op het Eurovisie
Songfestival van 1974 moest het grote
succes komen. Maar het zat Abba tegenEen
eerste concerttournee door Europa verliep
desastreus; de groepsleden hielden er een
aversie tegen dit soort reizen aan over.
Daarnaast won de punk-beweging aan ter
rein. En vanuit die hoek werd vernietigend
geoordeeld over de muzikale prestaties van
de groep. Pas veel later gaven punk-muzi
kanten toe soms ideeën uit het werk van Ab
ba geplukt te hebben. Tot aan de Sex Pistols
toe.
In eigen land verging het Abba misschien
nog wel moeizamer. De culturele elite werd
er geleid door socialisten. Geld verdienen
was in hun ogen destijds een vieze bezig
heid. De progressieve muziekbeweging
Progg zette de groep menig keer de voet
dwars. Muzikanten die met Abba wilden sa
menwerken, werd te kennen gegeven dat ze
hun verdere carrière wel konden vergeten.
Voor Progg stond de eerste de beste ama
teur-muzikant ver boven professionele ar
tiesten die met goede muziekproducties hun
boterham wilden verdienen. Desondanks
brak Abba het ene verkooprecord na het an
dere in thuisland Zweden. Uiteindelijk
kwam Progg van een koude kermis thuis.
Een groep Progg-muzikanten bezocht Cuba
in de hoop er revolutionaire ideeën over
links georiënteerde muziek op te steken.
Maar het eerste dat ze er te horen kregen wa
ren enthousiaste vragen over... Abba.
Perspectief
Carl Magnus Palm schreef al eerder boeken
over Abba, de groep die Zweden op de we
reldkaart zette als producent van popmu
ziek. Voor zijn 'Bright lights dark shadows'
vulde hij al zijn vergaarde kennis aan met
verhalen van mensen die op een of andere
manier actief betrokken zijn geweest bij het
fenomeen Abba. Als kenner van de Zweedse
samenleving plaatst hij de groep in een
historisch perspectief zoals dat niet eerder
gebeurde.
Abba, zo maakt Palm duidelijk, voer tegen
alle stromen inHet commerciële succes was
zeer tegen het geweten van de linkse cultu
rele elite in. Het kwam de groep in eigen
land voortdurend op felle kritiek te staan.
De waardering voor de muzikale prestaties
van de groep kwamen pas in de jaren tachtig
toen Abba al lang niet meer bestond.
Ook elders in de wereld kreeg de groep het
ondanks alle verkoopsuccessen hard te ver
duren. Iedereen die zich volgens eigen zeg
gen serieus met popmuziek bezighield, trok
ten strijde tegen alles wat Abba presteerde.
Toch volgden alle grote sterren van de toen
malige popmuziek nauwgezet de producties
van dat Zweedse kwartet. Het klonk alle
maal zo simpel, maar het oeuvre van Abba
zit vol met ingenieuze harmonieën, onge
wone akkoordwisselingen en baanbreken
de studiotechnieken.
Bono van U2 was een van de eerste rockster
ren die begin jaren negentig zijn waardering
voor het werk van Abba openlijk uitsprak.
Ook iemand als Kurt Cobain was een fer
vente fan van de groep. R.E.M. speelde Ab-
ba-repertoire tijdens concerten. En bands
als The Lemonheads en The Fugees gaven
eigen interpretaties aan Abba-songs of
sampleden kenmerkende loopjes uit arran
gementen.
Abba, redeneert Palm, is dus wel degelijk
van invloed geweest op de popmuziek. Niet
zozeer vanwege de ongelofelijke verkoop
cijfers, wel om de muzikale en productione
le aanpak. „Abba heeft zich gevestigd als
een klassieke act, al stelt dat rockhistorici
meteen voor grote problemen", aldus Palm.
„Zij slagen er nog altijd niet in om Abba die
plaats in de pophistorie te geven die de
groep toekomt omdat Amerikaanse of En
gelse wortels ontbreken."
De lijvige biografie van Palm gaat uitge
breid in op de levens van de vier Abba-leden
Benny Andersson, Björn Ulvaeus, Agnetha
Faltskog en Anni-Frid Lyngstad. Ze waren
allen, zij het met wisselend succes, al gerui
me tijd actief in de Zweedse muziekwereld.
Begin jaren zeventig kwam daar langzaam
maar zeker Abba uit voort. Het was geen
vooraf bedacht concept, zo maakt de auteur
duidelijk. Maar de weg naar het commercië
le succes werd wel goed uitgekiend.
Voor dat laatste was manager en platenbaas
Stig Anderson verantwoordelijk. Hij was
opgeklommen van arme sloeber tot succes
vol muziekuitgever en wilde de rest van de
wereld duidelijk maken dat ook een land als
Zweden een top-act kon afleveren. Via het
Eurovisie Songfestival schoot hij 'zijn'
groep naar de top. Daarmee legde Abba de
basis voor de prominente rol die Zweden
vandaag de dag speelt op het gebied van de
popmuziek.
Risee
Anderson was een omstreden figuur in de
Zweedse muziekwereld. Hij zag zichzelf
graag als topman van wat een imposant za
ken-imperium moest worden. Maar de aan
drank verslaafde manager beging blunder
na blunder en werd daarmee de risee van de
Zweedse zakenwereld. In 1997 overleed hij,
ontdaan van alle illusies die hij ooit koester
de. Palm beschrijft in deze Abba-biografie
nauwgezet de bemoeienissen van de man
die volgens hem ten onrechte het vijfde Ab-
ba-lid werd genoemd. Het is een intrigerend
portret, net zoals hij ook de vier groepsleden
als doodnormale mensen neerzet. Ontdaan
van alle waanzin uit de hoogtijdagen, blij
ken het vier kwetsbare personen te zijn met
temperamentvolle karakters, twijfels en
angsten.
Als er een ding duidelijk wordt uit deze bio
grafie, dan is het wel dat Abba het onver
wacht lang heeft volgehouden. Het enorme
succes lag als een zware last op de schouders
van het viertal. Felle confrontaties waren
het gevolg. Niet zozeer tussen de twee zan
geressen - al is dat altijd met stelligheid
beweerd. Wel tussen de twee koppels. De
echtscheidingen die daaruit voortvloeiden
waren de zoveelste stap richting het defini
tieve einde. De vier Abba-leden komen in
deze biografie ook zelf uitgebreid aan het
woord. Twintig jaar na dato kijken ze met
een verfrissend inzicht terug op die turbu
lente tijd. Ze staan uitgebreid stil bij het
waarom van het voor de fans onverwachte
einde begin jaren tachtig. Anni-Frid Lyng
stad zegt het recht voor z'n raap:,We waren
moe van elkaar. We hadden al zoveel samen
meegemaakt dat het plezier verdwenen
was. Platen maken werd een routine. We
ontwikkelden ons in verschillende richtin
gen. Daardoor verdween de eenheid die al
tijd zo kenmerkend was voor Abba."
Martin Hermens
Carl Magnus Palm: 'Bright ligh ts dark sha
dows, the real story of Abba'. 480 biz. Uitge
ver: Omnibus Press. ISBN 0-7119-8389-5.
Prijs: 36,49.